34 het boekenonderzoek en de risico’s voor de adviseur ‘Leuker kunnen we het niet maken’, luidt de veel geparafraseerde slogan van de Belastingdienst. Leuk blijft het, zolang de regels worden gevolgd en de belastingplichtige alle informatie keurig aanlevert. Problematisch wordt het als de adviseur reden tot twijfel heeft of de informatie die zijn cliënt aanlevert wel juist is, aldus fiscaal advocaat Marc Schoenmakers van Römkens Advocaten. Door: Hans Pieters Ook al is hij zelf niet verdacht, de adviseur moet uitkijken dat hij niet als medepleger wordt aangemerkt als een klant informatie achterhoudt en de fiscus onrechtmatigheden constateert in een dossier. Het belang van de boekhouder/accountant en zijn klant lopen niet altijd synchroon. “De sfeer is harder geworden. Je krijgt eerder het verwijt ‘waarom behandelt u deze klant?’,” constateert Marc Schoenmakers. “Het is terecht dat fraudeurs worden aangepakt. Iedereen moet belasting betalen. Maar de accountant is geen speurhond.” ‘het haasje’ Het beroep van fiscaal adviseur en boekhouder/accountant is niet zonder risico’s, constateert Fiscaal up to Date in een hoofdredactioneel commentaar onder de veelzeggende titel ‘Belastingadviseur steeds vaker het haasje’. De adviseur riskeert civielrechtelijke en strafrechtelijke vervolging als hij een onvolledig fiscaal advies geeft of anderszins de grens overschrijdt van wat kan, luidt de waarschuwing. Schoenmakers relativeert dit: “Verandering hoeft niet. Je moet wél goed nadenken over de business zelf. Voldoende doorvragen.” ‘De accountant is geen speurhond’ Bij een normaal boekenonderzoek vindt voorcontrole op het kantoor van de Belastingdienst plaats en daarna op het kantoor van de belastingplichtige of zijn adviseur. Het onderzoek wordt vooraf aangekondigd. De ondernemer is verplicht NOAB om mee te werken aan de controle en de gegevens en inlichtingen te verstrekken die voor de controle van belang kunnen zijn. Bij kleine geschilpunten volgt een conceptrapport en een toelichting waarop kan worden gereageerd. “In die fase van het onderzoek is er meestal geen geschil,” is de ervaring van Schoenmakers. “Dat kan wel gebeuren in het voortraject, als de accountant onverwacht iets tegenkomt wat niet klopt, of bij de controle zelf. Bijvoorbeeld als er opeens een geheime rekening blijkt te zijn.” Meldplicht De Wwft en de meldplicht maken het er voor de accountant en het administratiekantoor niet makkelijker op in de relatie met zijn klant, meent hij. Schoenmakers geeft als voorbeeld een klant met een tweede huis in het buitenland, die tegen zijn accountant zegt ‘geef maar bedrag x op’. “Als je als accountant goede reden hebt om aan te nemen dat de waarde hoger is, heb je te maken met een gewetensvraag en belandt je in een spagaat.” “Op grond van de Wwft heeft een accountant een meldplicht als hij op de hoogte is van verborgen vermogen. Alleen, je wilt je eigen klant niet verraden.” Zijn advies in zo’n geval: “Eigenlijk moet je op zo’n moment ‘stop’ zeggen en vertellen ‘ga maar met een advocaat praten’.” Het voordeel in dat geval is dat niet de klant, maar de advocaat de accountant kan inschakelen bij vragen van de fiscus. “De accountant heeft in dat geval een afgeleid verschoningsrecht.” Onderliggend advies Bij een boekenonderzoek kan het accountants- en administraActiva | Nummer 2 - 2018
35 Online Touch Home