34

34 Flexibel werk kent vele varianten Uitzenden, detacheren, payrolling, seizoenswerk, flexwerken. Allemaal aanduidingen voor tijdelijk werk. Volgens een aantal Tweede Kamerleden is de flexibilisering te ver doorgeschoten en moet er een eind komen aan de disbalans tussen vaste en flexibele krachten. Daar wordt in de praktijk heel verschillend over gedacht. Door: Chris Wolters Flexwerk is te goedkoop, zo menen de Kamerleden Van Kent (SP), Özdil (GL) en Van Dijk (PvdA) als reactie op de groei van het aantal flexibele contracten. Althans, in vergelijking met vast werk. Die toename heeft volgens hen ook effect op de instroom in de WW (Werkloosheidswet). Die blijkt namelijk maar liefst vier maal zo groot als vanuit vaste contracten. Aanpakken van de disbalans De genoemde Kamerleden hebben vanuit de oppositie een initiatiefnota opgesteld met als doel het aanpakken van de disbalans en dat doel is haalbaar door heffing van een evenwichtige WW-premie. De Kamerleden zijn bezorgd over het feit dat inmiddels bijna veertig procent valt onder de zogenoemde ‘flexibele schil’, mensen met een flexibel contract (flexwerkers) en zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers). ‘Onder jongeren tot 25 jaar lijkt flex de norm’ Die ‘schil’ groeide tussen 2003 en 2015 van 2,1 miljoen naar 3,2 miljoen werknemers. Onder jongeren tot 25 jaar lijkt flex de norm: zeventig procent heeft een flexibel contract. De Kamerleden zetten vraagtekens bij het feit dat flexibiliteit in het economisch verkeer meestal duurder is, maar in het geval van werknemers ineens niet opgaat. Vakbonden verleggen accent In minder gunstige economische omstandigheden ligt het accent van vakbonden vaak op banengarantie en behoud van werkgelegenheid. Zo lijkt het accent verlegd naar meer loon en/of financiële meevallers. Critici menen dat waarborgen van NOAB de continuïteit meer aandacht zou moeten krijgen in plaats van meer consumptie. Het FNV reageert ‘zuinig’: “Wij behartigen de belangen van onze leden die al jaren weinig loonsverhogingen hebben gekregen. Tijdens de crisis ging het ook lang niet in alle bedrijven slecht, maar nu gaat het op heel veel plekken heel goed. Er worden enorme winsten gemaakt en werknemers profiteren daar te weinig van mee.” ‘De WAB maakt alle vormen van tijdelijke arbeid duurder’ Bart van Kent (SP) geeft aan: “Hogere lonen zorgen ervoor dat mensen meer te besteden hebben. En dat is geld dat via de bakker of de fietsenmaker terug de economie in gaat. Het zorgt zo voor werkgelegenheid en belastinginkomsten. In tegenstelling tot de twee miljard die het kabinet via het afschaffen van de dividendbelasting aan buitenlandse beleggers geeft, zijn hogere lonen juist goed voor de economie. Zeker geen bedreiging.” Het FNV meent zich in haar benadering gesteund door economische instituten en -deskundigen: “Mede door onze druk gaan de lonen langzaam maar zeker omhoog. Wij accepteren geen cao’s waar werkgevers verslechteringen willen doorvoeren en waar onze leden er in koopkracht op achteruitgaan. Als meer mensen zekerheid over hun baan hebben, dan is dat ook goed voor de economie.” Meer bestedingen creëren werk. Inzetten op verschil in beloning Vanuit ondernemers- c.q. werkgevershoek wordt benadrukt dat hoge lonen de concurrentiepositie onder druk zetten. Kamerlid Bart van Kent reageert: “Een veelgehoord maar onzinnig argument. In Nederland zijn de lonen zeker niet te hoog. Je ziet Activa | Nummer 3 - 2018

35 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication