20

20 Vraagtekens bij verplichte deponering jaarrekening door stichtingen Op 11 september jl. nam de Tweede Kamer een motie van de Kamerleden Omtzigt (CDA) en Lodders (VVD) aan, om stichtingen verplicht te stellen hun jaarrekening te deponeren. Daarmee wil de overheid de kans op belastingontwijking via stichtingen beperken. In de motie wordt het kabinet gevraagd om binnen acht maanden met een voorstel te komen. Welke gevolgen heeft dit voor de vele stichtingen die ons land rijk is? Door: Henk Poker De motie komt niet als een verrassing. Al sinds 2008 is er een wetsvoorstel in voorbereiding waarin stichtingen en stichtingsbestuurders verplicht gaan worden om de jaarrekening openbaar te maken, ondertekend door het bestuur van de stichting. De jaarrekening moet gedeponeerd worden in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel. Waar nu wordt gesproken over het bestrijden van belastingontwijking als reden om de verplichte deponering in te voeren, daar was in 2008 vooral sprake van de bestrijding van de financiering van terrorisme via stichtingen. Jos van Bavel, fiscalist bij Verder Fiscaal Specialisten & Accountants, verwacht dat het wetsvoorstel uit 2008 wordt opgepoetst en vraagt zich hardop af of daarmee het beoogde doel wordt bereikt en of het bovendien niet leidt tot een onnodige administratieve lastenverzwaring voor heel veel, vooral kleine, stichtingen. “Ik verwacht er eerlijk gezegd niet veel van, behalve veel bijkomende administratieve lasten.” Rijk aan stichtingen De schattingen lopen uiteen, maar vaststaat dat ons land rijk is aan stichtingen. Waar de ene bron spreekt van een aantal van 150.000, daar gaat een andere richting de 200.000. Een stichting is in de grond een organisatie die een bepaald doel wil verwezenlijken. Bekend zijn natuurlijk de stichtingen met een ANBI-erkenning (Algemeen Nut Beogende Instelling) door de Belastingdienst. Een stichting doet dit meestal niet vanuit een winstoogmerk en de meeste stichtingen drijven op vrijwilligerswerk. Vrijwilligers die overigens geen lid zijn van de stichting, want dat is een ander kenmerk: stichtingen mogen geen leden hebben. Een stichting heeft wel een bestuur, meestal bestaande uit meerdere leden die samen beslissingen NOAB nemen. Deze bestuurders hebben verder geen verplichtingen, ze moeten zich houden aan hun eigen statuten en aan de wettelijke bepalingen. Zo rust er bijvoorbeeld voor de stichting een verbod op het uitkeren van winst aan de bestuurders en oprichters. Eventuele winst die een stichting maakt, moet aan het ideële doel worden besteed. Wat wél mag, is dat stichtingen werknemers in dienst nemen, waarbij de stichting beslist hoeveel geld er wordt betaald aan deze werknemers. ‘Ik verwacht er eerlijk gezegd niet veel van’ We kennen allemaal de talloze goededoelenstichtingen. Met name in de laatste jaren is er steeds meer kritiek op deze stichtingen, die hun werknemers, lees: meestal de directeur, met een aanzienlijk salaris naar huis laten gaan. Soms zelfs boven de Balkenendenorm. Door aanhoudende kritiek hierop hebben vele stichtingen hun beleid overigens wel aangepast. Naast de goededoelenstichtingen telt ons land nog vele andere ‘soorten’ stichtingen, die elk hun eigen doel hebben. Zo kennen we de Stichting Administratiekantoor, die veelal gebruikt wordt om aandelen of vermogen te certificeren. Zeggenschap in een onderneming, bijvoorbeeld een bv of nv, kan daarmee in handen blijven van degene die de stichting bestuurt. Mede om die reden werd enkele jaren geleden het nieuwe bv-recht ingeActiva | Nummer 4 - 2018

21 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication