7

verwijt jonge mensen dat ze lui en verwend zijn. Je mag je ook wel eens afvragen hoe het komt dat de jongere generatie zo is. Dat deze tegen van alles en nog wat aanloopt en afhaakt? Wat zegt dat over ons systeem en onze manier van werken? Hun problemen zijn een signaalfunctie dat er iets niet klopt. Dáár moeten we naar gaan kijken. Je kunt het brood niet verwijten dat het niet lekker is. Je moet kijken wat de bakker verkeerd heeft gedaan. Het betekent misschien dat we naar een nieuw soort maatschappij moeten bewegen. Dus niet een maatschappij waar het gaat om winnen en scoren, maar een maatschappij waar het gaat om betekenis. Niet ‘profit & power’ maar ‘purpose & pleasure’.” FANTASTISCHE DINGEN Gedrags- en mindsetverandering is het moeilijkste wat er is, weet Jansen. “Het lukt alleen als je heel kritisch naar jezelf durft te kijken en je afvraagt ‘wat moet ik loslaten?’. Op het moment dat je denkt ‘eigenwijze snotneus’, heb je waarschijnlijk iets te leren.” Ze vervolgt: “Je hebt een ander nodig om te veranderen. Het vraagt om een open gesprek en een andere manier van vragen stellen. Durf om feedback te vragen op je eigen gedrag als leidinggevende.” Jansen noemt dit het reverse mentoringprogramma. “Beslissers moeten een sfeer creëren waar nieuwe initiatieven en ideeën kunnen bloeien, waar de combinatie van de kennis en kunde en ervaring van de oudere generatie samensmelt met de NOAB.NL 7 “JE MOET KRITISCH NAAR JEZELF KIJKEN EN JE AFVRAGEN ‘WAT MOET IK LOSLATEN?’” innovatiekracht en creativiteit van jong. Juist van de mensen die niet op je lijken leer je het meeste. Dát is de heilige graal. Dan ontstaan fantastische dingen. Diversiteit schuurt in het begin, maar heb je nodig om tot inclusiviteit te komen.” “Een homogene groep is comfortabel, maar inclusief word je pas als je bereid bent te leren van de ander. Als je je realiseert dat je de ander nodig hebt om vooruit te komen.” COVERARTIKEL

8 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication