21

“WEES NU VOORAL TERUGHOUDEND BIJ HET ADVISEREN VAN STILLE MAATSCHAPPEN” FISCALE GEVOLGEN Fiscaal zijn de gevolgen voor de inkomsten-(IB), vennootschaps-(Vpb), dividend- en schenk- en erfbelasting beperkt. Zo blijft voor de IB en Vpb de huidige fiscale transparantie intact en verandert er relatief weinig, ook al krijgt de personenvennootschap rechtspersoonlijkheid. In art. 2.14bis Wet IB 2001 wordt daarvoor de volgende bepaling opgenomen: “Voor de toepassing van deze wet en de daarop berustende bepalingen worden bij een openbare personenvennootschap (…) de bezittingen en schulden alsmede de opbrengsten, kosten toegerekend aan de vennoten naar rato van ieders gerechtigdheid in die openbare personenvennootschap (…).” Een vergelijkbare bepaling is voor bijvoorbeeld de Vpb opgenomen. De gevolgen zijn wel groot voor de overdrachtsbelasting, omdat daarbij wordt gekeken naar de civielrechtelijke rechtspersoonlijkheid. Een openbare vennootschap kan voortaan immers ook (economisch) eigenaar van onroerende zaken worden. AFSCHAFFING ART. 3.5 WET IB 2001 Ogenschijnlijk is er voor de inkomstenbelasting dus niet veel aan de hand. In de fiscale paragraaf van het tweede ambtelijk voorontwerp van de Wet modernisering personenvennootschappen is er voor de inkomstenbelasting echter een belangrijke wijziging ten opzichte van de huidige situatie: het huidige artikel 3.5 Wet IB 2001 vervalt. Art. 3.5 Wet IB 2001 regelt dat onder een onderneming mede wordt verstaan het zelfstandig uitgeoefende beroep en dat onder een ondernemer mede wordt verstaan de beoefenaar van een zelfstandig beroep. Dat speelt vooral bij de ‘hybride vennootschapsstructuur’: een dga heeft een stille maatschap met zijn eigen bv afgesloten. Voor de buitenwacht is de bv de handelende (en aansprakelijke) partij. Fiscaal vormt het winstaandeel dat de dga ontvangt echter winst uit onderneming, zodat hij ook alle ondernemings- en ondernemersfaciliteiten in de inkomstenbelasting kan toucheren: ondernemersaftrek (zoals de zelfstandigenaftrek), mkb-winstvrijstelling, enzovoorts. De voorgestelde wet maakt daar een einde aan: de dga is dan hooguit nog medegerechtigde, maar zeker geen ondernemer meer, omdat de onderneming niet langer voor zijn rekening en risico wordt gedreven. Wil je immers fiscaal ondernemer zijn, dan dien je rechtstreeks te worden verbonden voor verbintenissen betreffende die onderneming. En dat is bij de dga als vennoot in een stille maatschap niet het geval. De toelichting op de afschaffing van art. 3.5 Wet IB 2001 in de Memorie van Toelichting op het voorstel van wet is uiterst beperkt: “Met het voorstel van wet modernisering personenvennootschappen komt het huidige belangrijkste civielrechtelijke verschil tussen bedrijf en zelfstandig beroep, namelijk het verschil in aansprakelijkheid van de vennoten voor schulden, te vervallen. NOAB.NL 21 ADVIES

22 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication