21

Een kenmerk waar vaak op wordt gelet bij matching is werkervaring in dezelfde functie of branche In dit artikel ga ik op zoek naar aanwijzingen vanuit de wetenschap voor de zin en onzin van het matchen van coach en coachee op basis van achtergrond en eigenschappen. Ook ga ik, om aan te sluiten op het thema diversiteit en LHBTQIA+ van dit nummer, in op wat er bekend is op het gebied van matching op basis van achtergrond en eigenschappen voor deze specifieke doelgroep. Hoewel onderzoek een wat tegenstrijdig beeld laat zien, is er vooralsnog geen sterk bewijs voor de relevantie van matching op basis van achtergrond en eigenschappen. Partijen die op zoek zijn naar een coach doen er goed aan zich hier bewust van te zijn. Soort zoekt soort? Voorstanders van het selecteren van een coach op basis van eigenschappen en kenmerken die overeenkomen met die van de coachee beargumenteren dat die overeenkomsten ervoor zorgen dat er sneller een band kan worden opgebouwd tussen de coach en coachee. Deze redenatie sluit aan bij het zogenaamde ‘similarityattraction’ paradigma: mensen die op elkaar lijken worden door elkaar aangetrokken en vormen sneller een band omdat ze verwachten elkaar beter te kunnen begrijpen. Aan de andere kant zijn er tegenstanders van matching op basis van achtergrond en eigenschappen: juist het koppelen van een coachee aan een coach met andere eigenschappen of een andere achtergrond zorgt voor een verfrissend perspectief en dus meer succes in de coaching. Een specifiek kenmerk waar vaak op wordt gelet bij matching is werkervaring in dezelfde functie of branche. Het idee erachter is dat een coach met kennis van het bedrijfsleven of een specifieke branche wordt gezien als een geschiktere coach, vooral als het gaat om het coachen van leidinggevenden. Maar je zou ook kunnen beargumenteren dat een coach met ervaring in dezelfde functie en werkomgeving juist niet geschikt is, omdat deze sneller vervalt in het geven van inhoudelijk advies in plaats van het coachen op het gebied van persoonlijke ontwikkeling. Voor beide kanten valt dus, op basis van logisch redeneren, wel iets te zeggen. Maar wat kan de wetenschap ons hierover vertellen? Leidt matching op basis van achtergrond en eigenschappen ook daadwerkelijk tot meer effectiviteit in coaching? 21 Matchen of willekeurig toewijzen? Als we kijken naar het wetenschappelijke bewijs voor de relevantie van matching op basis van achtergrond en eigenschappen, dan komen we een aantal interessante maar ook tegenstrijdige bevindingen tegen. Het nadeel van veel van die studies is dat het succes van de coaching vaak wordt gemeten door te vragen naar de subjectieve ervaringen van de coachees. Na afloop van de coaching wordt aan hen dan gevraagd in welke mate zij de coaching effectief vonden. We kunnen op basis daarvan geen sterke conclusies trekken of de coaching ook daadwerkelijk zorgde voor zinvolle veranderingen of dat de coachees slechts positief terugkeken op de coaching. In één van die onderzoeken werd de gelijkenis tussen coach en coachee opzettelijk gemanipuleerd. Dat wil zeggen, een deel van de coachees kreeg een coach toegewezen die veel overeenkomsten had met de coachee, en een deel van de coachees werd willekeurig toegewezen aan een coach. Dit onderzoek van Boyce en collega’s werd uitgevoerd bij deelnemers van een leiderschapsprogramma aan een militaire academie in de Verenigde Staten. Er werd onderzocht of de coachees die ‘gematcht’ waren aan hun coach van mening waren dat de coaching effectiever was geweest dan de coachees

22 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication