24

de ervaren behulpzaamheid bij een heteroseksuele therapeute en een lesbische therapeute waren immers te verwaarlozen. Wanneer de deelneemsters expliciet werd gevraagd naar hun voorkeur, gaf echter meer dan 70% aan een voorkeur te hebben voor een lesbische therapeute. Je zou kunnen zeggen dat deze studies erg oud zijn en zelfs gedateerd en daarom niet representatief voor de huidige tijdgeest. Ook zijn ze gedaan onder cliënten die therapie ontvingen. Een wat recenter onderzoek uit 2011 van Stracuzzi en collega’s werd gedaan op het gebied van counseling. Aan het onderzoek deden 83 cliënten en hun counselor mee en werd gevraagd hoe de cliënten de counseling hadden ervaren. Cliënten hadden allen een homoseksuele, lesbische of biseksuele oriëntatie. Cliënten die dachten dezelfde seksuele oriëntatie te hebben als hun counselor, ervaarden echter geen betere relatie, of ervaarden de sessies niet als soepeler of diepgaander dan cliënten die geen overeenkomst op het gebied van seksuele oriëntatie ervaarden. Sterker nog, de waargenomen gelijkenis in seksuele oriëntatie leek in sommige gevallen zelfs samen te hangen met minder diepgang tijdens de sessies. Ook hier zien we dus weer wat tegenstrijdige resultaten. Hoe die precies te verklaren zijn is nog niet helemaal duidelijk. Er is enig bewijs dat matching op basis van seksuele oriëntatie zinvol is voor cliënten met een homoseksuele of lesbische oriëntatie, maar er is ook bewijs dat matching op basis van seksuele oriëntatie niet zinvol is, of zelfs negatief kan zijn voor deze doelgroep. Onderzoek met betrekking tot matching op basis van seksuele oriëntatie binnen coaching is vooralsnog helaas niet voorhanden. Houding van de begeleider Wellicht zijn er andere zaken die relevanter zijn om rekening mee te houden bij deze doelgroep? Een interessante bevinding die voortkomt uit het onderzoek van Stracuzzi en zijn collega’s is de rol die de houding van de counselor ten opzichte van diversiteit speelt. Het ging er dan om in hoeverre de counselor zelf contact heeft met personen van andere doelgroepen of in hoeverre hij of zij afwijkende meningen kan waarderen. Naarmate de counselor een positievere attitude had ten opzichte van diversiteit, werd ook de kwaliteit van de relatie met de counselor en de soepelheid en diepgang van de sessies als hoger beoordeeld. Conclusie Voor wie op zoek was naar een kraakhelder antwoord op deze kwestie komt dus wellicht wat bedrogen uit. Zoals gezegd zijn er vaak twee kampen als het gaat om matching op basis van achtergrond en eigenschappen. Maar ook de wetenschap is er nog niet uit. Dat vraagt wellicht om enige terughoudendheid als het gaat om het inzetten van matching op basis van achtergrond en eigenschappen in coaching. Zowel coachees als organisaties doen er in ieder geval goed aan om een bewuste afweging te maken als het gaat om het matchen van coaches met coachees op basis van achtergrond en eigenschappen. Veel tijd en geld steken in matching op basis van achtergrond en eigenschappen lijkt op basis van de besproken onderzoeken niet heel zinvol te zijn. Ook als het gaat om de doelgroep LHBTQIA+ zijn de bevindingen tegenstrijdig. Wel lijkt de voorkeur van coachees uit deze doelgroep uit te gaan naar een coach met dezelfde seksuele oriëntatie. Maar overeenkomst van seksuele oriëntatie leidt volgens de hierboven beschreven onderzoeken niet automatisch tot betere uitkomsten zoals ervaren door de coachee. Het lijkt daarom evident om ook bij deze doelgroep bij het selecteren van de juiste coach op andere zaken te letten dan alleen de gelijkenis tussen coach en coachee.

25 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication