26

Omdat er tot nu toe weinig onderzoek is gedaan naar de eigenschappen die bijdragen aan een goede relatie tussen coach en coachee, is het zinvol ook te kijken naar onderzoek bij therapeuten en hun cliënten. Hoewel het dan om een ander vakgebied gaat, laten de bevindingen uit onderzoek naar therapeuten en cliënten zich vaak goed vertalen naar coaching (zie bijvoorbeeld McKenna & Davis, 2009). Ackerman en Hilsenroth (2003) legden bijvoorbeeld veel verschillende studies naast elkaar en kwamen tot de conclusie dat onder andere eerlijkheid, respectvol zijn, zelfverzekerd zijn, geïnteresseerd zijn, vriendelijkheid en openstaan voor de ervaringen van de cliënt bijdragen aan een goede relatie tussen therapeut en cliënt. Recenter bekeken Nienhuis en zijn collega’s (2018) opnieuw 53 eerder uitgevoerde studies en kwamen tot de conclusie dat empathie en oprechtheid goede voorspellers waren voor een goede relatie tussen therapeut en cliënt. We zouden voorzichtig kunnen aannemen dat iets soortgelijks geldt voor het opbouwen van de relatie tussen coach en coachee, maar zeker weten doen we dat nog niet. Big Five Als we iets zinnigs willen zeggen over welke eigenschappen bij kunnen dragen om een goede coach te worden, kunnen we ook kijken naar specifieke persoonlijkheidseigenschappen. De meest bekende en onderbouwde verzameling van kenmerken is die van het zogenaamde ‘Five-factor model’ en bestaat uit extraversie, vriendelijkheid, zorgvuldigheid, emotionele stabiliteit en openheid voor nieuwe ervaringen. Er is inderdaad al wat onderzoek gedaan naar deze ‘Big Five’ en hoe die bij kunnen dragen aan een goede relatie. Wel moeten we ook hier weer afgaan op onderzoek bij therapeuten en cliënten, omdat onderzoek bij coaches en coachees nog niet is uitgevoerd. Onderzoek onder therapeuten laat bijvoorbeeld zien dat degenen die hoger scoorden op het persoonlijkheidskenmerk ‘openheid voor nieuwe ervaringen’ ook aangaven een betere relatie te hebben met de cliënt (Peters-Scheffer et al., 2013). Wat opvallend was, is dat deze therapeuten ook vaker afweken van het protocol. Het afwijken van het protocol was in dit onderzoek dus iets dat juist positief uitpakte. Ander onderzoek laat echter zien dat te veel van de eigenschap openheid juist weer negatief kan zijn voor de relatie tussen therapeut en cliënt. Chapman en zijn collega’s toonden namelijk aan dat de relatie tussen therapeuten in opleiding en hun cliënten juist als minder goed werd beoordeeld door cliënten wanneer de beginnende therapeuten erg hoog scoorden op openheid voor nieuwe ervaringen (Chapman et al., 2009). Een te hoge score op dit persoonlijkheidskenmerk, zo redeneren de onderzoekers, zou kunnen duiden op iemand die excentriek is. Een cliënt die zelf minder hoog scoort op dit kenmerk, zou daardoor geïntimideerd kunnen worden. Chapman en zijn collega’s vonden daarnaast dat de relatie tussen therapeuten in opleiding en hun cliënten als beter werd beoordeeld wanneer die therapeuten in opleiding lager scoorden op emotionele stabiliteit. Dat lijkt vreemd, maar kan volgens de onderzoekers komen doordat mensen met een lagere emotionele stabiliteit juist meer empathie voor een cliënt kunnen tonen wanneer het gaat om negatieve emoties als angst en verdriet. De persoonlijkheidskenmerken extraversie, vriendelijkheid en zorgvuldigheid waren in dit onderzoek overigens niet gerelateerd aan de kwaliteit van de relatie tussen cliënt en de therapeuten in opleiding zoals beoordeeld door de cliënten. Afweging bewijs Als we afgaan op bovenstaande onderzoeken dan zien we in het vakgebied van coaching eigenlijk nog weinig bewijs voor specifieke eigenschappen die bijdragen om een goede coach te worden. Wel lijkt de combinatie van zelfvertrouwen en vriendelijkheid van de coach bij te dragen aan een goede relatie tussen coach en coachee. Als we kijken naar onderzoek op het gebied van therapie dan zien we de volgende eigenschappen vaker terugkomen: eerlijkheid, empathie en openheid voor nieuwe ervaringen (maar weer niet te veel). Hiervan is dus het meeste bewijs dat deze bijdragen aan een goede werkrelatie. Wel moeten we rekening houden met het feit dat de meeste onderzoeken zijn gedaan bij therapeuten (soms zelfs in opleiding) en niet bij coaches. ‘We zien nog weinig bewijs voor specifieke eigenschappen die bijdragen om een goede coach te worden’

27 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication