40

er altijd iets is om op terug te vallen!” Het gesprek gaat vakinhoudelijk verder tussen de twee. Er vallen termen als ileostoma, colostoma, eindstandig stoma, neoblaas en urinestoma. “Weet je dat je ook kunt spoelen?” vraagt Marianne. Nee, daar weet Megan het fijne nog niet van. “Met water”, legt Marianne uit. “Dat moet je om de dag doen. Dan ben je twee dagen ontlastingvrij.” Wat Megan ook fijn vindt, is dat de stomaverpleegkundigen zo laagdrempelig zijn. “Als verpleegkundigen kunnen we zo een belletje geven: Zou je langs willen komen? En dan zíjn jullie er. Jullie staan zo dicht bij de patiënt. Daar zijn we erg blij mee. Wij zijn duizendpoten, maar jullie zijn zo gespecialiseerd!” Marianne: “Ja, dat zie ik ook, dat jullie zulke duizendpoten zijn. En dat vind ik op mijn beurt weer heel knap van jullie!” Of ze zelf ook stomaverpleegkundige wil worden? Megan schudt haar hoofd. “Ik vind 40 MIJN VOORBEELD het heel leuk, maar ik denk niet dat het mijn toekomst is. Sowieso vind ik mezelf nu nog te jong. Ik wil nog veel meer ervaring opdoen. Het leuke van de VIP is dat je zoveel afdelingen in het ziekenhuis te zien krijgt. Daardoor leer je ook veel mensen kennen en raak je zelf ook wat bekend. Waar ik nu werk, de kinderafdeling, spreekt me ook erg aan.” Marianne knikt en zegt dan ernstig: “Je bent een heel goede verpleegkundige, Megan, dat straal je uit.” Ineens is Megan een beetje verlegen. “Nou ja, ik ben nog in de BBL-fase. Maar ik vind het inderdaad mooi om in korte tijd een band met de patiënt op te bouwen. Ik ben me er erg van bewust dat ik hem of haar meemaak op zijn kwetsbaarste momenten. Voor bezoek peppen ze zich op, maar wij zien ze ook als ze de nacht ingaan. En heeft iemand het moeilijk, dan ga ik er graag even bij zitten. Een kruikje geven, iets te drinken misschien. Ja, dat kan. Als leerling ben ik boventallig, dus ik heb de tijd.”

41 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication