0

DOEN! Eenmalige uitgave van Noordwest Academie

Colofon Inhoud Doen! is een eenmalige uitgave van Noordwest Academie, het leerhuis van Noordwest Ziekenhuisgroep Redactieadviesraad Piet Donga, Carla Drupsteen-Bruin, Megan de la Fonteijne, Astrid Hetteling-van der Vliet, Emma Ligthart, Helga Margaret, Judith Reerds-Vijn, Indy Oostdijk, Betsy van Soelen Productie en tekst MAS-Communicatie Heiloo/Marjolein Voorberg Fotografie Fotostudio Wick Natzijl, privébezit Vormgeving MarcelisDekave november 2020 2 2 Colofon 3 Verantwoording 4 Voorwoord 6 Afstuderen in coronatijd: Jens Kok 10 De overstap: 10 - Felice van den Berg 13 - Dorien Sannes 16 - Judith Reerds-Vijn 20 Het zit in de genen: Emma Ligthart 28 Afgestudeerd en dan: 26 - Josine Koen 31 - Kerre Dekker 34 Recht uit het hart: bedankt! 35 Van mbo naar hbo: Iris Klijn 38 Het voorbeeld van Megan de la Fonteijne 42 Nieuwe lesvormen bij Noordwest Academie

Verantwoording Juist nu! Je moet maar durven: in het oog van de tweede golf een magazine voor en over verpleegkundigen uitbrengen. Noordwest Academie durft dat. Juist nu. Waarom? • Omdat we onze verpleegkundigen - en in hen àl onze zorgtoppers - een hart onder de riem willen steken. Zie ook de boodschap van onze raad van bestuur op blz. 34 van dit magazine. • Omdat de zorg nu meer dan ooit zijn onschatbare waarde in onze samenleving bewijst. • Omdat de zorg jonge mensen trekt en blijft trekken - en dat bewijzen de verhalen in dit magazine. Dit magazine inspireert en biedt perspectief. Juist nu! 3

Voorwoord We doen het allemaal sámen ‘Noordwest huil, bid, lach, werk en bewonder - niet zonder ons’. Zo luidt het refrein van het lied (link) dat medewerkers van Noordwest hebben opgenomen voor nationale corona-bezinningsdag, 6 oktober 2020. Een indrukwekkend lied dat inspireert en dat hoop en perspectief biedt voor iedereen die direct of indirect met het coronavirus te maken heeft. 4 VOORWOORD

De plannen voor dit magazine maakten we toen er van covid-19 nog geen enkele sprake was. Wat we wilden, was de veelzijdigheid van het vak van verpleegkundige belichten. We wilden aandacht vestigen op de opleidingsmogelijkheden (link) binnen en buiten Noordwest. Aan de hand van interviews en ervaringsverhalen zouden we de deskundigheid van de beroepsgroep in beeld brengen. We begonnen enthousiast - en werden ingehaald door de eerste coronagolf. In aangepaste vorm publiceren we nu tòch een aantal van deze verhalen in dit digitale magazine. We doen dat omdat ze te mooi zijn om te laten liggen. En omdat ze illustreren hoezeer opleiden voor en werken in de zorg flexibiliteit vereist, het vermogen je aan te passen aan nieuwe omstandigheden. We beleven dat nu in extreme mate, maar flexibiliteit is een eigenschap die zijn waarde elke dag in de praktijk bewijst. Bij Noordwest Academie leiden we veelal jonge mensen op en daarbij valt op hoe flexibel en daadkrachtig zij zijn. In alle onzekerheid van de eerste golf pakten zij ogenschijnlijk moeiteloos de maatregelen op, pasten zich aan steeds nieuwe regelgeving aan en gingen zo nodig op andere afdelingen aan de slag. De leerlingen zagen hun stages vervallen en zetten dankzij grote inzet van de docenten hun lessen online voort. Deze jonge generatie wil de wereld een stukje mooier maken en heeft besloten dat gewoon te dóen, ongeacht de omstandigheden. Zij ziet perspectief en biedt dat daardoor ook aan ons. Met zulke mensen kunnen we met een gerust hart de toekomst in. “Wij doen ons best”, zei zorgminister Hugo de Jonge aan de vooravond van de tweede coronagolf, “maar het virus doet het beter.” Ik voeg daaraan toe: Maar onze mensen doen het nòg beter. En zoals een terugkerende regel in het hiernaast genoemde lied luidt: En we doen het allemaal sámen! Betsy van Soelen directeur Noordwest Academie VOORWOORD 5

“ Eigenlijk heel leuk zo, met je klas op anderhalve meter ”

VIP’er Jens Kok studeerde af in coronatijd ‘Het opspelden kon ècht niet en dat was jammer’ Hij had zich zijn diploma-uitreiking heel anders voorgesteld. Maar het moest ‘corona-proof’ - en het werd toch een mooie bijeenkomst. “Alleen het opspelden van de speld, dat kon natuurlijk ècht niet en dat was wel jammer.” Jens Kok over afstuderen in coronatijd. 7

“ Uiteindelijk wil ik graag ambulanceverpleegkundige worden “We hadden uitgekeken naar de diplomauitreiking”, zegt Jens Kok (21). “Gewoonlijk is dat een groots gebeuren in de Pieter van Foreestzaal in het ziekenhuis, met veel familie erbij. Dat kon nu niet en dat viel tegen. Eerst dachten we: dan kunnen ze het diploma net zo goed opsturen... Maar ik ben blij dat school daar niet voor heeft gekozen.” De uitreiking heeft nu per klas plaatsgevonden in het gebouw van Noordwest Academie, in het grote ict-lokaal. Jens: “Daar hadden ze een mooie ruimte van gemaakt waar we ruim konden zitten. We kregen allemaal een woordje en er was veel op film gezet. Eigenlijk heel leuk zo, met je eigen klas op anderhalve meter. Weliswaar was er geen familie bij, maar het was wel mooi om het af te sluiten in het gebouw waar je je hele opleiding hebt gevolgd, vier jaar lang. Het maakte de cirkel rond. Wel heel jammer dat het opspelden natuurlijk niet kon.” 8 AFSTUDEREN IN CORONATIJD ” Jens had zijn meeste examenonderdelen al afgerond voor de eerste corona-piek. “Nederlands, Engels en rekenen doe je op het ROC. De herkansingen kwamen in coronatijd en dat gaf wel wat extra spanning. En dan de praktijkgerichte examens. Wij waren het eerste jaar met de nieuwe leerlijnen en dus met de nieuwe examens. Ik had ze gelukkig allemaal al afgelegd voor corona, maar dat gold niet voor iedereen. Ik ken iemand die het daardoor niet heeft gehaald, die mag nu afronden in november.” Jens moest alleen nog zijn presentatie doen. “Dat gebeurt normaal gesproken in grote groepen, maar ging nu vanuit huis, via videocommunicatiedienst Google Meet. Dat betekende wel wat extra werk, ik moest mijn presentatie een beetje aanpassen. Ik zag docent Marga Zwaan zitten met de beoordelingsformulieren voor zich terwijl ik mijn onderwerp ‘verdedigde’. Dat was een verbeterplan voor de katheterzorg op de afdeling. Daarnaast had ik nog een informatieclip gemaakt over ontregelde zorg.” Half juni wist Jens dat hij alle praktijkonderdelen had gehaald. “Dan hangt het verder nog af van de eindbeoordeling door de afdeling. En die was positief, dus ja, toen wist ik dat ik geslaagd was.” Na zijn diplomering kon hij vier maanden op de Acute Opnameafdeling aan de slag. Inmiddels is hij overgestapt naar de longafdeling. “Uiteindelijk wil ik graag ambulanceverpleegkundige worden. Maar eerst ervaring opdoen. Over tien jaar ben ik nog jong genoeg voor die opleiding. Eerst maar eens wat eelt op mijn ziel kweken!”

De overstap Felice van den Berg was grondstewardess, is nu vierdejaars VIP Ze stapte van het ene dienstverlenende beroep over naar het andere. Felice van den Berg (23) was grondstewardess en is nu bijna afgestudeerd verpleegkundige. “Het is allebei mensgericht, maar de verpleegkunde geeft me meer voldoening.” 10

“Dienstverlening is wel de rode draad”, constateert Felice als ze terugblikt op de weg die ze heeft afgelegd. Ze kwam jong van de havo en begon aan de hbo-opleiding maatschappelijk werk en dienstverlening. Al snel stapte ze over naar mbo luchtvaartdienstverlening, wat ze in één jaar afrondde. “Ik volgde vijf maanden school en liep zes maanden stage. En ik kon direct blijven, als grondstewardess bij KLM en Transavia!” Ze heeft er een mooie tijd gehad. “Ik heb veel verschillende mensen ontmoet, mogen proeven van allerlei culturen en meerdere talen. Ik werkte zowel bij het inchecken als bij het boarden. Je staat vaak alleen bij de gate en dat is best een grote verantwoordelijkheid. Je hebt dan drie kwartier om iedereen te laten boarden en het geeft een voldaan gevoel als dat binnen de tijd is gelukt. Je wordt wel zelfstandig van zo’n baan.” Het werk was leuk, maar Felice ervoer ook de nadelen. Ze had bijvoorbeeld geregeld diensten van maar drie of vier uur, en dan ook nog ‘s nachts. “Ik was dan net zo lang onderweg - ik woon in West-Friesland - naar en van de luchthaven als dat ik werkte.” Vanwege die reistijd werd ze afgewezen toen ze solliciteerde als luchtstewardess. “Maar nu ben ik blij dat ik op de grond ben gebleven. Met beide benen”, voegt ze er lachend aan toe. “Ik wilde me verder ontwikkelen. Ik zag een betere toekomst voor mezelf en ben gaan rondkijken. Van de zorg had ik al een vrij goed beeld, ik had lang een bijbaantje als servicemedewerker op de afdeling cardiologie van het ziekenhuis in Hoorn. Ik wilde wel verpleegkunde doen, maar wat me in de hbo-V-opleiding van toen niet aantrok, was dat je pas in het derde jaar in het ziekenhuis zou gaan werken. Ik ben een doener, ik wilde sneller aan de slag.” En toen hoorde ze over de VIP. “In september 2017 kon ik beginnen en ik ben nu vierdejaars. Omdat wij vanaf leerjaar 1 al meelopen in het ziekenhuis doe je veel kennis en ervaring op, waardoor je als BBL’er al vrij zelfstandig te werk kunt gaan. De praktijkervaring in onze opleiding maakt echt het verschil.” Toen de corona-pandemie uitbrak, werkte ze op de combinatieafdeling. “En die werd ingericht voor covidpatiënten”, vertelt ze. “Als derde- en vierdejaars studenten mochten we wel stage blijven lopen en in mijn geval ook in mijn eigen specialisme, maar dan op een andere afdeling. Wij waren in die tijd te gast op 431, darmchirurgie. Ik denk dat het een goed besluit was om de leerlingen niet van zó dichtbij de corona te laten meemaken.” Sinds juni werkt ze op de afdeling cardiologie, haar keuzestage, en daar blijft ze tot het einde van haar opleiding. “31 januari 2021 is mijn laatste werkdag, ik DE OVERSTAP 11

“ Omdat wij vanaf leerjaar 1 al meelopen in het ziekenhuis doe je veel kennis op probeer versneld af te studeren en ben in principe in februari klaar. Ik moet dus nog even hard aan de bak, maar dat vind ik wel een uitdaging. Wat ik daarna ga doen weet ik nog niet, ik ben me nog aan het oriënteren. Er zijn veel mooie afdelingen!” Dat ze als grondstewardess met allerlei mensen heeft leren omgaan komt haar als verpleegkundige goed van pas. “Ook passagiers zijn vaak gestresst, door onervarenheid of doordat ze te laat zijn voor een vlucht. Dan kunnen ze eisen dat je hen alsnog incheckt. Situaties kunnen soms hoog oplopen, ik heb er wel marechaussee bij moeten halen. Gelukkig krijg je in de meeste gevallen waardering van de mensen die je helpt, of het nu passagiers zijn of patiënten. Maar de verpleging geeft me duidelijk meer voldoening.” 12 DE OVERSTAP ”

De overstap Dorien Sannes werkte in een sterrenrestaurant, is nu tweedejaars HIP Dorien Sannes (41) werkte dik twintig jaar in alle takken van de horeca, van pannenkoekenrestaurant via café tot het Amsterdamse tweesterrenrestaurant Ciel Bleu. Maar ook het hogere segment en het spectaculaire uitzicht vanuit het Okura waar Ciel Bleu op de 23ste etage is gehuisvest, konden niet voorkomen dat er iets ging knagen. Ze wilde iets doen dat ze zinvoller vond. Toen ze een vriendin hoorde vertellen over de verpleegkunde, dacht ze: dat is mooi werk! “Die vriendin heeft bij mij het zaadje geplant”, vertelt Dorien. “En zij was het ook die mij wees op de HIP. Ik dacht wel: ik ben veertig, willen ze me daar dan nog hebben? Maar ik werd toegelaten. En opeens was ik zo stellig dat ik gelijk mijn baan in de horeca heb opgezegd.” 13

“ Toen ik een vriendin hoorde over de verpleegkunde, dacht ik: Dat is mooi werk! “Ik vond het wel spannend om weer aan de basis te beginnen. Mijn vorige beroep heb ik 23 jaar uitgeoefend, daarin was ik ervaren. Nu heb ik die zekerheid nog niet. Dat is niet erg, ik vind het leuk om mezelf weer uit te dagen. De overeenkomst tussen beide beroepen is het contact met mensen, al zijn de omstandigheden waarin ze verkeren natuurlijk volledig anders.” ” Alsof het zo moest zijn, hoorde ze een paar dagen later dat de afdeling dialyse van Noordwest hulp zocht voor de zomermaanden. Een baan voor twee dagen in de week als voedingsassistente. “En eigenlijk ook een soort manusje van alles”, vertelt ze. “Ik assisteer bij het opbouwen van de machines, help patiënten op bed, breng ze koffie, ben betrokken bij een stukje logistiek.” Ze straalt als ze erover vertelt. “Ja”, zegt ze, “ik vind het mooi, zoals dit gelopen is!” Het vak brengt haar wat ze ervan verwachtte. 14 DE OVERSTAP Doordat ze wat ouder is, zien patiënten haar nogal eens aan voor een gediplomeerde verpleegkundige. Daarom heeft ze met grote letters stagiair op haar personeelspas staan. “Ik wil het duidelijk houden”, verklaart ze. “Ik ben tenslotte nog maar net bezig.” Sinds het begin van dit nieuwe schooljaar loopt ze stage op de afdeling MDL/interne. “Daar werkte ik in mijn eerste jaar ook, maar door de corona zijn we voortijdig gestopt. Gelukkig konden de lessen wel doorgaan, uiteraard volledig digitaal.” Tijdens haar stages raakte ze ervan onder de indruk hoeveel de VIP-studenten die ze ontmoette al wisten. “Maar ook van de hoeveelheid kennis die je moet vergaren! Voor ik met

mijn vriendin in gesprek raakte, had ik een ander beeld van het vak. Ik dacht meer aan het verzorgende aspect. Dat je zoveel weet en zoveel doet, zoveel verantwoordelijkheid draagt, dat wist ik destijds niet.” Ze vindt het ongelooflijk interessant, zegt ze. “En dat klinisch redeneren, prachtig! Het vak heeft twee kanten: je helpt mensen, maar je moet ook nadenken, je koppiekoppie gebruiken. Het is wel een grote verantwoordelijkheid straks, maar daar werken we stap voor stap naartoe. En wat ik nu al merk: je hoeft het nooit alleen te doen. Je hebt altijd collega’s die je kunnen bijstaan. Of het nu gaat om praktische aspecten of om het delen van de verantwoordelijkheid.” Het is een grote stap die Dorien heeft gezet. Dik twintig jaar was ze gewend aan een volledige baan met een mooi salaris. “Maar het lukt”, glimt ze. “De HIP is een parttime opleiding: ik ga één dag per twee weken naar school - de rest van de lessen is nu digitaal - en ik loop wekelijks een dag stage. Op de vrijdag en zaterdag werk ik op de dialyseafdeling, waar ik gelukkig kon blijven. Met mijn salaris voor die twee dagen, zorgtoeslag èn financiële steun van mijn moeder red ik het. Als ik alles haal neemt het ziekenhuis volgend jaar de studiekosten over en ga ik als BBL’er drie dagen werken met een salaris. Ja, ik moet heel zuinig zijn - maar ik weet waar ik het voor doe!” DE OVERSTAP 15

De overstap Judith Reerds-Vijn was verpleegkundige, is nu docent aan de VIP Ze werkte ruim dertig jaar als verpleegkundige - en teamleider - op verloskunde. Toen ze vijftig werd, dacht ze: nog zestien jaar hetzelfde, of nog een keer wat anders? Een onderwijsbevoegdheid had ze al, dus bij de start van de VIP kon ze direct aan de slag als docent. En zo eindigt Judith Reerds-Vijn (59) haar carrière waar die ooit begon. 16

“ Het schortte aan vakinhoudelijkheid, en daar kon de nieuwe opleiding in voorzien ” Veertig jaar geleden werd Judith in Alkmaar opgeleid, aan de inservice-opleiding in het toenmalige Sint Elisabeth Ziekenhuis. “Mijn groep was nummer 7903”, herinnert ze zich. Nog steeds komt ze soms mensen ‘in huis’ tegen die bij haar in de klas zaten. Tijdens haar opleiding fuseerde het Elisabeth met het Centraal Ziekenhuis, aan de andere kant van de Kennemerstraatweg. Daar kwam ze na haar diplomering te werken, op de afdeling verloskunde. Voor haar specialisatie obstetrie en gynaecologie, de zogeheten Aantekening O en G, moest ze naar Amsterdam, naar het OLVG. Ze vond het daar zo leuk dat ze er bleef. Wat haar daar zo aantrok? “De patiëntenpopulatie”, vertelt ze. “Zestig procent was allochtoon. Dat vond ik interessant, andere culturen. Ik leerde wat Turks, wat Arabisch. Een paar woordjes maar, hoor. Net genoeg om tegen de vrouwen te kunnen zeggen: Zuchten! Persen! Goed zo!” Ze werkte er vijftien jaar, tot het reizen en vooral de parkeerproblematiek in Amsterdam haar begon op te breken. Ze stuurde een open sollicitatie naar Alkmaar en kon leidinggevende worden op de afdeling verloskunde. Dat heeft ze tien jaar gedaan, 28 uur per week. Ze werd er na verloop van tijd ook voorzitter van de Verpleegkundige Advies Raad bij. “En toen werd ik vijftig en dacht ik: wat nu? Ik had altijd al lessen anatomie, pathologie en verpleegkunde gegeven naast mijn werk, onder andere aan de opleiding medisch secretaresse van Schoevers en aan de Amsterdamse school voor de gezondheidszorg. Ik had dus een onderwijsbevoegdheid. En toen de VIP-opleiding van start ging, was ik direct enthousiast. Ik merkte immers al jaren het verschil tussen leerlingen die, net als ik vroeger, in de praktijk waren opgeleid en degenen die van de grote ROC’s kwamen. DE OVERSTAP 17

“ Ik heb de eerste student al gehad die ik zelf ter wereld heb helpen brengen Het schortte aan vakinhoudelijkheid, en daar kon de nieuwe opleiding Verpleegkunde In de Praktijk in voorzien.” Ze ging voor drieënhalve dag aan de slag als docent bij de VIP. En ze vond het geweldig. Of ze de praktijk niet miste? “In het begin wel. Aan het bed maak je elke dag het verschil. Je kortetermijndoel is: voor déze patient ga ik het goed doen. Als teamleider ben je al meer bezig met langetermijndoelen. Maar bij de opleiding kijk je echt naar de toekomst en zie je het resultaat pas later.” Haar ogen stralen als ze vertelt over het werk. De verhalen buitelen over elkaar heen. “Je voedt ook op, werkt toe naar een beroepshouding. Dat begint de eerste dag al. Hebben we koffie gedronken, dan zorg je dat de bekertjes worden opgeruimd en de stoelen aangeschoven. Je zorgt voor een schone werkomgeving, dat moet vanzelfsprekend worden.” Ze past witte pakken met de verpleegkundigen in opleiding, en stelt dan voor om een rondje door het 18 DE OVERSTAP ” ziekenhuis te lopen. “Daar gaan ze dan, onwennig. Vaak op nieuwe schoenen. En dan zeg ik: Zie je dat de mensen nu anders naar je kijken? Zij weten niet dat je voor het eerst zo’n pak draagt. Jij bent nu al gastheer, gastvrouw hier. Misschien vraagt iemand je zo de weg. Daarom geef ik ze een kaartje in hun zak, zodat ze de weg weten. Ik leer ze trots te zijn op hun beroep. En dan zie je ze groeien. En helemaal als je na vier jaar kijkt. Dan trekken ze letterlijk met het witte pak de verantwoordelijkheid aan die bij het vak hoort.” Natuurlijk is Judith niet alleen maar te vinden in de Noordwest Academie. “Ik ben nog regelmatig in de praktijk voor beoordelingsgesprekken en dan tref ik nog veel gezichten van vroeger. Ja, veertig jaar... Het is wel heel mooi om je carrière zo te eindigen, om alles wat ik geleerd en ervaren heb nu aan de jongere generatie te mogen overdragen.” En dan, lachend: “Ik heb de eerste student al gehad die ik zelf ter wereld heb mogen helpen brengen.”

Drie generaties in de verpleegkunde Misschien zit het in de genen 20

Emma Ligthart (21) zit in het vierde jaar van de VIP. Ze wist al jong dat ze de zorg in wilde. Misschien zit het in de genen: haar moeder en oma waren óók verpleegkundige. De moeder van Emma heeft haar verpleegkundige speld en een fotoalbum tevoorschijn gehaald. “Ik heb ook het speldje met kinderaantekening nog, maar die kon ik niet direct vinden”, zegt ze. Emma en haar oma - het is nog vóór de coronatijd - zitten al over het fotoalbum gebogen. “O kijk”, wijst oma Betty, “laatjes voor de medicatie! Die hadden wij niet. Wij gingen de zaal op met een dienblad, met voor elke patiënt een bekertje. Zo’n blad had uitsparingen, zodat de bekertjes niet konden omkukelen. We zetten de medicatie zelf uit, vanuit de doosjes en flesjes in de kast.” “Oei”, zegt Emma. “Tegenwoordig moet er minimaal één paar ogen meekijken. En wij hebben nu de cow mee, een computer op wielen die tegelijk visitewagen is.” Betty knikt. “Wat dacht je dan van het temperaturen? Wij liepen met een thermometer rond, spoelden die na elk gebruik even af of maakten hem schoon met 22 DRIE GENERATIES een watje. We deden er wat vaseline op en dan was-ie klaar voor de volgende patiënt. Dat gaat nu wel anders, begrijp ik van jou.” “Zeker”, zegt Emma. “Nu gebeurt alles met de oorthermometer, met voor iedere patiënt een nieuw hoedje.” “En wij hadden plastic thermometers voor onder de tong”, herinnert moeder Susan zich. Lachend: “Bijna iedereen had daarmee 36.8. En was het boven de 37, dan kwam de rectale thermometer erbij. Wel met een hoesje erom.” Ze constateren dat er binnen een paar generaties veel is veranderd. Niet alleen qua technologie en hygiëneregels in de zorg, maar ook wat betreft de inhoud van het verpleegkundige beroep. Susan: “Wij moesten, net als mijn moeders generatie, nog kastjes soppen en bedden opmaken. Niet dat ik dat nou zo graag deed, maar

“ Ik heb al meerdere infusen succesvol ingebracht! het gaf je wel de kans om met de patiënt te praten. We maakten ook twee keer per dag een rondje om de billen te wrijven, tegen de decubitus. Dan had je ook weer contact. En ik ben als verpleegkundige nog wel met mensen buiten gaan wandelen. Dat kon toen nog.” Oma Betty: “De mensen verblijven nu veel korter in het ziekenhuis, soms maar één nacht. In mijn tijd bleven ze wel vijf of zes weken als er geen mogelijkheid was om naar huis te gaan. En wij verzorgden de mensen echt: we brachten ze naar de poli, maakten het fruit schoon, deden de bloemen. Ja, we hadden tijd: we stonden met ons tweeën op drie kamers. Kom daar nou nog eens om!” “Mocht jij infusen inbrengen?” vraagt Susan aan haar moeder. “Ik mocht dat in mijn opleiding niet, en daarna trouwens ook niet. Maar Emma...” “Ja hoor”, glundert die. “Ik heb al meerdere infusen succesvol ingebracht!” DRIE GENERATIES 23 Susan is blij dat Emma niet op de corona-afdeling heeft hoeven werken. “Ik heb zelf als verpleegkundige de opkomst van HIV meegemaakt en ik weet dus wat het is om iemand in isolement te verplegen, je werk te doen met zo’n warm pak aan”, vertelt ze. “Ik zie hem nog voor me, onze eerste aidspatiënt. Sticker op zijn status, sticker op zijn deur. Schoonmakers durfden niet meer bij hem naar binnen, het lab kwam niet meer prikken. Hij is in isolement gestorven, net als veel corona-patiënten nu. Ik weet dat Emma wel op de corona-afdeling had willen werken, maar ze is nog zo jong. Ik ben de opleiding dankbaar dat ze de leerlingen hiertegen heeft beschermd.” ”

Emma Ligthart (21) Emma keek vroeger al graag met haar moeder ziekenhuisseries. Ze zette haar zinnen op hbo verloskunde, meldde zich aan en bereikte de laatste honderd - maar er werden maar zestig studenten toegelaten. Inmiddels is ze vierdejaars VIP en is ze haar ideaal al dicht genaderd: ze werkt als BBL’er gemiddeld 32 uur per week op de afdeling verloskunde. En ze vindt het geweldig. “Ja, het bevalt nòg beter dan ik verwachtte. Ik vind het onwijs leuk op verloskunde. Na de eerste sectio liep ik ‘s avonds nòg op wolkjes. Ik vond het maar gek dat niemand aan me zag dat ik voor het eerst een kind geboren had zien worden.” En dan te bedenken dat ze het op haar vorige afdeling ook al zo naar haar zin had. Dat was orthopedie, een specialisme dat haar in eerste instantie niet zo aansprak. “Maar daar had ik me in vergist, want ook dat vond ik hartstikke interessant. Ik heb daar ontdekt dat een snijdend specialisme me beter ligt dan een beschouwend. Ik ben blijkbaar een verpleegkundige die graag volgens protocol werkt.” Hoewel we dat misschien ook niet té zwaar moeten nemen, want inmiddels is ze weer verder dan toen, en dat weet ze zelf ook. “Protocollen vormden echt mijn 24 DRIE GENERATIES

houvast, maar als vierdejaars weet ik toch weer beter wat ik doe en wat ik waard ben”, beaamt ze. Haar verblijf op orthopedie kwam abrupt ten einde. De afdeling werd ingericht voor de opvang van patiënten met verdenking op corona, en daarom werden de aanwezige leerlingen van de ene op de andere dienst overgeplaatst. Wel jammer, vond Emma. “Ik had graag willen blijven, al begrijp ik de drijfveren goed. Het was natuurlijk een heel unieke situatie waarvan ik veel had kunnen leren. Maar uiteindelijk is het prima dat het zo is gelopen. Ik ben terecht gekomen op de afdeling vaat- en traumachirurgie, waar ik twee maanden stage heb mogen lopen. Ook weer heel interessant, en met het klinisch redeneren een goede koppeling tussen theorie en praktijk. En wat ik in die tijd wel heb meegekregen, was het sterke gevoel van saamhorigheid dat in het hele ziekenhuis heerste, ongeacht de afdeling.” En nu werkt ze op de afdeling verloskunde. Ook hier ervaart ze dat een BBL’er volwaardig meedraait. “Echt een heel verschil met toen ik stagiaire was. Nu ben ik natuurlijk vaker op de afdeling aanwezig, soms vier dagen per week. Daardoor heb je meer contact met patiënten en collega’s. Ze weten wie je bent, je hebt diepere gesprekken en durft zelf ook makkelijker een gesprek te beginnen.” Vóór Emma aan de VIP begon had ze er al een jaar op de verpleegopleiding van het ROC opzitten. “Toch was ik in het begin nog erg onzeker. Mijn eerste stage was op chirurgie, en naar mijn idee had iedere patiënt daar wel een drain, infuus of katheter. En dan zegt je begeleidster: probeer maar! En dan denk je: maar straks gaat het fout! En dan ben je je er heel erg van bewust wat de consequenties kunnen zijn. Stel dat er lucht in het infuus komt! Dan loopt de patiënt misschien risico op een longembolie!” Voelt ze zich inmiddels al wat meer de ster in een televisieserie? Ze lacht haar warme lach. “Je weet dat het gedramatiseerd is, maar toch heb je dat beeld in je hoofd. Dan blijkt de werkelijkheid niet zo spannend en dan denk je: dus dìt is het echte werk! Maar het draait twee kanten op, want als verpleegkundige mag je veel meer dan ik dacht. In de eerste twee jaar had ik praktisch alle handelingen al gehad. Zelfs al infusen aanprikken. Toch superleuk dat je dat dan gewoon al kan!” Emma begon met de verpleegkundige opleiding als overbrugging tot ze zou worden toegelaten op de hbo verloskunde. Denkt ze er nu nog zo over? Ze twijfelt, want het alternatief lonkt ook: een specialisatie als verpleegkundige in de obstetrie. “Het is toch een magisch wonder dat - als alles goed gaat - uit praktisch niets een volledig functionerend mens geboren wordt?” 25

Oma Betty Genee (76) Betty Genee (76) kijkt met trots naar Emma, haar oudste kleinkind. Ze vindt het leuk dat ze ook voor het verpleegkundige vak heeft gekozen. “Maar volgens mij hadden wij het gezelliger”, zegt ze. Ze doelt dan vooral op de opleiding en het wonen in het zusterhuis. “ Persoonlijke begeleiding zoals ze dat nu krijgen, dat was er niet ” 26 Ze begon als 17-jarige aan de inservice-opleiding van het ziekenhuis in Sneek. “Dan kwam je intern”, vertelt ze. “Persoonlijke begeleiding zoals ze dat nu krijgen, dat was er niet. Je maakte veel mee, maar daar moest je zelf maar mee in het reine zien te komen. Alleen ‘s avonds, in het zusterhuis, waar jongens niet welkom waren, kon je het kwijt bij de nonnen en bij elkaar.” Met een enkele onderbreking rond de komst van de kinderen werkte Betty twintig jaar in de ziekenhuiszorg, niet alleen in Friesland maar ook in het Zeeweg Ziekenhuis in IJmuiden. Daarna begon ze samen met haar man een administratiekantoor. “Ik heb een prachtige tijd als verpleegkundige gehad”, zegt ze, “en het is mooi dat ik dat onbewust ook op mijn dochter en kleindochter heb kunnen overdragen. Wat ik hoop, is dat de mbo-verpleegkundige evenveel respect en waardering blijft krijgen als de hbo-opgeleide. De handen aan het bed zijn zeker zoveel waard als wat we in mijn tijd de ‘papieren verpleegster’ noemden.”

Moeder Susan Genee (53) Susan Genee wilde na het vwo als verpleegkundige het ziekenhuis in en koos daarom niet voor de ‘brede’ hbo-V, maar voor een inservice-opleiding. Ze kon terecht bij de Mariastichting in Haarlem, die later is opgegaan in het Spaarne Gasthuis. “Net als mijn moeder heb ik erg genoten van het intern wonen, en ik had dat Emma ook graag gegund. Mij heeft het veel gebracht. Zó belangrijk, zo’n mentrix die klaarzit met een kop soep als je thuiskomt na een zware dienst.” Susan behaalde in 1989 haar diploma. In die tijd betekende dat gelijk ontslag, omdat er weinig werkgelegenheid was. “Ik ben toen belastingrecht gaan studeren in Groningen. In de zomermaanden kon ik aan de slag in de Mariastichting, dat is gedurende mijn hele studie mijn bijbaan gebleven.” Het zat Susan qua werkgelegenheid niet mee, want toen ze was afgestudeerd als fiscaal jurist was juist in deze sector geen werk te vinden. Ze ging fulltime aan de slag in de verpleging. “Ik heb op oncologie gewerkt en kon vervolgens ook terecht op de kinderafdeling, wat steeds mijn ideaal was geweest. In 1997 heb ik mijn kinderaantekening behaald.” En nu? Ze schiet in de lach. “Uiteindelijk vond ik de verpleging moeilijk te combineren met een jong gezin en ben ik toch belastingadviseur geworden. En nu ontwikkel ik fiscale software.” 27

Afgestudeerd en dan... Ze studeerden af in juli 2019. Hoe heeft hun eerste hectische jaar als gediplomeerd verpleegkundige eruit gezien? En waar staan ze nu? ‘Theorie is goed, maar praktijk is beter’ 28 Josine (links) en haar moeder Marjo

Ze wist al jong wat het vak inhoudt: haar moeder werkt al ruim veertig jaar als verpleegkundige in diverse functies in het Alkmaarse ziekenhuis. Misschien koos Josine Koen (26) juist daarom eerst voor een andere studie - om uiteindelijk toch uit te komen bij de verpleegkunde. “Ik was vijftien toen ik van school kwam”, vertelt ze. “Ik wilde wel verpleegkunde doen, maar twijfelde omdat ik nog zo jong was. Ik wist van mijn moeder wel een beetje wat het vak inhoudt en vroeg me af of ik dat al aan zou kunnen. Daarom ben ik eerst mbo Sport en Bewegen gaan doen en daar heb ik geen spijt van.” Daarna wilde ze naar het hbo. “De beroepskeuzetest leverde vrijwel alleen beroepen in de zorg op en toen heb ik gekozen voor de hbo-V bij Inholland in Amsterdam. In het derde jaar ben ik overgestapt naar de duale variant. Ik vind de praktijk gewoon heel leuk. Theorie is goed, maar praktijk is beter. Ik heb diverse ziekenhuizen aangeschreven en kon in Alkmaar terecht. Dit ziekenhuis werkte al samen met Inholland waardoor de overstap gemakkelijker was.” En lachend: “Nee, mijn moeder heeft er geen rol in gespeeld dat ik hier welkom was!” Ze studeerde af in juli 2019 en wilde graag bij Noordwest blijven, bij voorkeur op chirurgie waar ze ook een stage had gedaan. “De AFGESTUDEERD EN DAN... 29

“ We praten thuis graag over het vak dynamiek van de afdeling spreekt me aan, en de complexiteit van de patiënten. Toevallig werkt mijn moeder, Marjo Weijers, sinds een aantal jaren ook op die afdeling. Toen ik solliciteerde was dat wel bekend, maar bij mijn stage nog niet en dat vond ik wel fijn. Als leerling wilde ik gewoon ‘als mezelf’ binnenkomen.” Nog afgezien van de corona-uitbraak is er veel gebeurd in haar eerste jaar als gediplomeerd verpleegkundige. ‘Haar’ afdeling 331 verhuisde naar boven om als afdeling 431 onderdeel te worden van het oncologisch centrum. Als gediplomeerd verpleegkundige kreeg ze een nieuwe rol met andere verantwoordelijkheden. Zo heeft ze geregeld leerlingen onder haar hoede èn is ze als hbo’er tevens regieverpleegkundige. “Dat betekent dat ik op die dagen tot taak heb het overzicht over de afdeling te houden. En kortgeleden is onze seniorverpleegkundige vertrokken waardoor ik ook geregeld in die rol op het rooster sta. Ontzettend leuk om in die functie zoveel voor de afdeling te mogen regelen!” 30 AFGESTUDEERD EN DAN... ” Daar bovenop is ze eind september 2020 gestart met het basisblok voor de opleiding oncologieverpleegkundige. “De cursusdagen zijn in het AvL, maar de stages kan ik gewoon hier op de afdeling doen.” En je moeder als collega, hoe is dat? “Echt leuk”, zegt Josine. “En dat vindt mijn moeder ook. We praten thuis graag over het vak en kunnen er rustig anderhalf uur over doorgaan. Vraagt mijn vader naar mijn werk, dan ben ik sneller uitgepraat. Van mijn moeder leer ik hoe ik dingen beter of anders had kunnen doen, op haar beurt vindt mijn moeder het leuk te horen hoe ik het in de opleiding heb geleerd.” Zijn er ook nadelen? “Eigenlijk niet. Misschien wel als je niet goed functioneert of niet lekker in de groep ligt. Dat mensen je dan niet durven aanspreken of zo. En of het doorwerkt in het werk als we ruzie hebben?” Ze denkt even na en schiet dan in de lach. “We hebben eigenlijk nooit mot!”

Afgestudeerd en dan... ‘Ik ben anders over de dingen gaan denken. Door corona, maar ook door Azië’ Het was nu of nooit, dacht Kerre Dekker (24) in het laatste jaar van de VIP. Als hij niet snel na zijn afstuderen op reis zou gaan, kwam het er waarschijnlijk nooit meer van. Dus vertrok hij 20 november 2019 naar Azië. Maanden eerder dan gepland keerde hij met een van de laatste vluchten van Bali terug naar huis. Op 11 april 2020 ging hij aan de slag op de coronaafdeling van Noordwest.

De beide ouders van Kerre hebben een verpleegkundige achtergrond, maar aanvankelijk zag het er niet naar uit dat hij in hun voetsporen zou treden. Na de havo koos hij voor business studies - en ontdekte al snel dat dit niet was wat hij wilde. Zijn moeder, die ooit zelf de Alkmaarse inservice-opleiding had gedaan, wees hem op de open dag van de VIP. “Een prachtige basisopleiding”, blikt Kerre ruim een jaar na zijn diplomering terug. “Ik heb er veel geleerd, vooral in de praktijk. Maar liefst zeven afdelingen heb ik gezien!” Zijn laatste stage deed hij op de acute opnameafdeling (AOA), waar hij met groot enthousiasme over vertelt. “Ik werkte in een jong team waar ik veel aansluiting bij vond. Sommigen kende ik al uit de studentenraad waar ik in heb gezeten. De zorg daar vind ik ook interessant, er komen veel specialismen bij elkaar.” Op de AOA is elke dag anders. “Je begint soms in de ochtend met twee patiënten en dat kunnen er aan het einde van de dag wel zes of zeven zijn. De turnover is hoog, de bedoeling is dat mensen maximaal 48 uur op 32 AFGESTUDEERD EN DAN... de afdeling verblijven. Je hebt chirurgische patiënten, maar ook mensen voor interne, orthopedie, neurologie, urologie en mdl. Als verpleegkundige moet je er allemaal iets van afweten. Soms is er nog geen diagnose, dan is het leuk om samen met collega’s te overleggen wat er aan de hand zou kunnen zijn. Het is echt zorg die je sámen doet, ook met de diverse artsen die op de afdeling komen.” “ Hij had het er enorm naar zijn zin, maar het idee van een reis liet hem niet los. “De aanleiding was een gezinsvakantie naar Indonesië. Dat was zo’n mooie ervaring dat ik méér van Azië wilde zien. Ik heb mijn teamleider gevraagd of ik misschien tot mijn vertrek op de AOA mocht blijven. Dat kon. Al met al heb ik er bijna een jaar gewerkt. Uiteindelijk vond ik het nog moeilijk om er weg te gaan!” Op 20 november vloog hij naar Bangkok, vast van plan om zeker tot augustus 2020 weg te blijven. Misschien zou hij na zijn rondreis door Azië nog gaan werken in Australië, hij was er dan tenslotte toch ‘in de buurt’. Hij had een prachtige tijd in Thailand, Vietnam, Cambodja en Maleisië, maar toen hij in Singapore aankwam rukte het Kerre kon direct aan de slag op de coronaafdeling ”

zo’n pak aan bij hun stervende dierbare.” Hij schudt zijn hoofd. “Wat ik ook lastig vond, was dat er maar één of hooguit twee bezoekers bij zo’n patiënt mochten. Een logische regel, maar het gaat zo tegen je gevoel in! Ik heb ook mensen naar de IC zien gaan. Dat gebeurt wel vaker vanaf de AOA, maar nu had dat nog meer impact. Het was ook vreselijk dat patiënten hun familie niet konden zien als ze zo hard achteruit holden. We deden wat we konden met I-pads, maar zo’n beeldverbinding haalt het niet bij fysiek contact.” coronavirus daar op en kon hij dezelfde dag nog door naar de Filipijnen. Na een lockdown lukte het hem om half maart naar Bali te gaan, waarvandaan hij op 31 maart mee kon op een vlucht naar Nederland. Vanuit Indonesië had hij al contact gelegd met Noordwest, omdat hij zo snel mogelijk aan de slag wilde. En zo kon hij na tien dagen quarantaine al op 11 april beginnen. Op zijn oude afdeling, die inmiddels coronaafdeling was geworden. Het omschakelen kostte hem weinig moeite. “Omdat het een nieuw ziektebeeld is, had ik me al wat ingelezen. En ja, we kregen te maken met heel zieke patiënten, maar die zien we vaker op de AOA. We hadden een aparte afdeling voor de palliatieve patiënten, daar werkte ik ook.” Dat er een pak met mondmasker moest worden gedragen vond hij veel erger voor de bezoekende familieleden dan voor zichzelf. “Er kwam al zoveel op ze af, en dan ook nog Kerre is zich ervan bewust dat hij dit jaar een versnelde ontwikkeling heeft doorgemaakt. “Ik ben anders over dingen gaan denken. Door corona, maar ook door alles wat ik in Azië heb gezien en meegemaakt. Ik ben nu net begonnen aan de opleiding tot IC-verpleegkundige in het VUmc. Fulltime, anderhalf jaar. Ik ben dus gestopt bij Noordwest. Met pijn in het hart, maar het is goed om ook een ander ziekenhuis te zien. En ik had al het plan om na mijn terugkeer uit Azië op mezelf te gaan wonen, maar of het zo moest zijn heb ik nu ook nog woonruimte gekregen in Amsterdam!” AFGESTUDEERD EN DAN... 33

Recht vanuit het hart Bedankt voor jullie inzet! Raad van bestuur Noordwest

Van mbo naar hbo ‘Zó leuk om mijn kennis en ervaring over te dragen’ Iris Klijn (30) koos op haar zestiende voor de mbo-opleiding verpleegkunde en ging daarna aan de slag bij jongeren met gedragsproblemen. Inmiddels heeft ze haar hbo-diploma op zak en werkt ze als regieverpleegkundige in het oncologisch centrum van Noordwest. VAN MBO NAAR HBO 35

“ Je kunt mensen echt tot steun zijn. Dat ligt me wel De corona-piek van dit voorjaar heeft ze net niet meegemaakt in het ziekenhuis: op 22 februari is ze moeder geworden van zoon Dex. Daarna hadden zij en haar vriend de bruiloft gepland, maar die is verplaatst naar volgend jaar. En zo is ze eind juni weer aan het werk gegaan. “Een goed tijdstip om terug te komen”, concludeert ze achteraf. Ze had het niet erg gevonden om midden in de coronatijd weer aan het werk te gaan, vertelt Iris Klijn, maar zo is het nu eenmaal niet gelopen. “Het ziekenhuis kwam net in wat rustiger vaarwater, de geplande operaties gingen weer van start.” Iris heeft een opmerkelijke weg bewandeld om te komen waar ze nu is. Op haar 36 ” zestiende begon ze aan de mbo-opleiding verpleegkunde bij het Nova Collega in Haarlem, en ze was nog geen twintig toen ze afstudeerde. Haar laatste stage was bij de Hartekampgroep in Heemstede. “Daar kon ik blijven, als groepsbegeleider bij jongeren met gedragsproblemen. Met mijn opleiding deed ik eigenlijk weinig. Dat vond ik niet erg, want bij mijn eerste stage - die in een ziekenhuis was - had ik gemerkt dat die verantwoordelijkheid wel heel groot was. Maar toen was ik nog zo jong!” Na een aantal jaren begon het te knagen. “Ik besloot te gaan reizen, om te bedenken wat ik verder wilde. Ik ben onder andere in Australië en Nieuw-Zeeland geweest, en heb vrijwilligerswerk gedaan in Zuid-Afrika en de Filipijnen. In de opvang van weeskinderen kon ik mijn expertise van de Hartenkamp goed toepassen. Communicatie met handen en voeten en soms gebrekkig Engels, maar het ging!” Iris ontdekte dat ze toch weer de verpleging in wilde. “Ik solliciteerde bij verschillende ziekenhuizen, maar het was net de slechte tijd, er werden nauwelijks mensen aangenomen. Het liefst wilde ik weer een opleiding doen, maar voor duaal kon ik evenmin een plek vinden. In 2014 ben ik begonnen aan de voltijd hbo-V bij Inholland in Alkmaar. Vanwege mijn vooropleiding kon ik in het tweede jaar instromen.” Voor haar derde jaar solliciteerde ze bij Noordwest. “En daar mocht ik beginnen! Zo ben ik dus overgestapt op duaal. De lessen volgde ik bij Inholland Amsterdam en de praktijk deed ik in het ziekenhuis. Daarnaast hadden we eenmaal in de vier weken lessen

bij Noordwest Academie. We waren met zeven mensen begonnen en dat is een hecht clubje geworden dat veel met elkaar is opgetrokken. Zomer 2017 ben ik afgestudeerd.” De tijden waren inmiddels veranderd en ze had de banen bijna voor het kiezen. Ze koos voor de darmchirurgie bij Noordwest, de afdeling waar ze haar eerste stage deed. “Op interne en cardiologie heb ik ook veel geleerd. Maar wat me het meest aanspreekt is de combinatie van een snijdend specialisme met het emotionele van de oncologie. Je kunt mensen daar echt tot steun zijn. Dat ligt me wel. Ik zie mezelf in de toekomst wel de opleiding oncologieverpleegkundige doen. Op een bepaald moment ben je stevig genoeg en heb je voldoende levenservaring om dat aan te kunnen.” Als regieverpleegkundige begeleidt ze ook leerlingen op de werkvloer. Eerst zag ze daar tegenop, maar hoe vindt ze dat nu? “Hartstikke leuk! Het is zo leuk om mijn kennis en ervaring over te dragen - en ik leer er zelf ook van. Ik hoor weer nieuwe dingen die zij net op school hebben geleerd. Of ze vragen: waarom doe je dat? Soms heb ik geen goed antwoord, en dan zeg ik: laten we samen uitzoeken hoe dat zit. Leerlingen maken je meer bewust van wat je doet, ze laten je nadenken. Ze zijn vaak heel leergierig. En zijn ze dat niet, dan probeer ik ze dat te maken, en dan zie je ze opbloeien. En als ze dan zeggen ‘Dank voor de fijne begeleiding, ik heb lekker met je gewerkt’, dan is dat goud waard!” VAN MBO NAAR HBO 37

VIP-student Megan ziet Marianne Miedema als haar grote voorbeeld ‘De manier waarop jij met patiënten omgaat is bewonderenswaardig’ 38

Ze heeft het nooit eerder uitgesproken, maar VIP-student Megan de la Fonteijne heeft een groot voorbeeld in het ziekenhuis. En dat is stomaverpleegkundige Marianne Miedema. “De manier waarop Marianne met patiënten omgaat vind ik bewonderenswaardig. En ze heeft me zo goed begeleid! Ze bleef heel rustig en legde alles superduidelijk uit.” Het was tijdens haar eerste stage. Ze had nog nooit een stoma gezien. En toen vroeg stomaverpleegkundige Marianne Miedema: “Wil je eens meekijken?” Megan: “Dat vond ik best eng. Ik realiseerde me ineens hoe ingrijpend het is voor mensen om een stoma te krijgen. Maar de manier waarop Marianne met hen omging vond ik bewonderenswaardig. Ik kwam bij een patiënt met een heel grote open buik. Een vrij jonge man. Ik zag de darmen liggen.” “Dat zal een platzbauch geweest zijn”, zegt Marianne. “Dat is het openspringen van een buikwond. En lieten we jou daar naar kijken? Dat was niet niks voor jou als eerstejaars!” “Klopt”, zegt Megan, “maar ik wilde het zelf. En je hebt me er zo goed in begeleid! Je bleef heel rustig, je legde alles zo helder uit!” Marianne bloost ervan. “O, dank je, wat lief dat je dat zegt! Dat is voor mij een opsteker. Ik voel me echt vereerd dat je mij zo’n voorbeeld noemt.” Marianne vindt dat ze als stomaverpleegkundige een heel mooi beroep heeft. “Misschien wel het mooiste van het hele ziekenhuis. We krijgen er de tijd voor. Natuurlijk zijn er spoedsituaties, maar als je een patiënt kunt voorbereiden, dan trekken we daar een uur voor uit. Buiten corona kan er ook altijd familie bij zijn. Gaat het om een acute operatie, dan nemen we die tijd later alsnog.” De stomaverpleegkundigen van Noordwest kunnen mensen met een stoma een leven lang begeleiden. “Dat is het mooie van dit vak, je bouwt iets op met de patiënt. Zonder overdrijving kan ik stellen dat we de beste stoma-poli van Nederland hebben. We werken goed samen met de urologen en chirurgen en we merken dat zij onze kennis respecteren.” Marianne en haar collega’s zijn zich erg bewust van de kwetsbaarheid van hun patiëntengroep. “Niemand wil een stoma. Mensen zijn bang voor lekkage. Onze taak is hen zó te begeleiden dat ze goed met hun stoma kunnen leven. Hopelijk komen ze bij ons met alle vragen en ongemakken waar ze tegenaan lopen. We hebben zóveel materiaal. We redden het bijna altijd om lekkage te voorkomen.” Megan: “De stomaverpleegkundigen halen echt letterlijk alles uit de kast. Zo mooi dat MIJN VOORBEELD 39

er altijd iets is om op terug te vallen!” Het gesprek gaat vakinhoudelijk verder tussen de twee. Er vallen termen als ileostoma, colostoma, eindstandig stoma, neoblaas en urinestoma. “Weet je dat je ook kunt spoelen?” vraagt Marianne. Nee, daar weet Megan het fijne nog niet van. “Met water”, legt Marianne uit. “Dat moet je om de dag doen. Dan ben je twee dagen ontlastingvrij.” Wat Megan ook fijn vindt, is dat de stomaverpleegkundigen zo laagdrempelig zijn. “Als verpleegkundigen kunnen we zo een belletje geven: Zou je langs willen komen? En dan zíjn jullie er. Jullie staan zo dicht bij de patiënt. Daar zijn we erg blij mee. Wij zijn duizendpoten, maar jullie zijn zo gespecialiseerd!” Marianne: “Ja, dat zie ik ook, dat jullie zulke duizendpoten zijn. En dat vind ik op mijn beurt weer heel knap van jullie!” Of ze zelf ook stomaverpleegkundige wil worden? Megan schudt haar hoofd. “Ik vind 40 MIJN VOORBEELD het heel leuk, maar ik denk niet dat het mijn toekomst is. Sowieso vind ik mezelf nu nog te jong. Ik wil nog veel meer ervaring opdoen. Het leuke van de VIP is dat je zoveel afdelingen in het ziekenhuis te zien krijgt. Daardoor leer je ook veel mensen kennen en raak je zelf ook wat bekend. Waar ik nu werk, de kinderafdeling, spreekt me ook erg aan.” Marianne knikt en zegt dan ernstig: “Je bent een heel goede verpleegkundige, Megan, dat straal je uit.” Ineens is Megan een beetje verlegen. “Nou ja, ik ben nog in de BBL-fase. Maar ik vind het inderdaad mooi om in korte tijd een band met de patiënt op te bouwen. Ik ben me er erg van bewust dat ik hem of haar meemaak op zijn kwetsbaarste momenten. Voor bezoek peppen ze zich op, maar wij zien ze ook als ze de nacht ingaan. En heeft iemand het moeilijk, dan ga ik er graag even bij zitten. Een kruikje geven, iets te drinken misschien. Ja, dat kan. Als leerling ben ik boventallig, dus ik heb de tijd.”

Megan de la Fonteijne Megan de la Fonteijne (20) is vierdejaars VIP-student. Momenteel werkt ze op de kinderafdeling. Haar eerste stage deed ze op afdeling chirurgie. “Daar kreeg ik te maken met patiënten met darm- en borstkanker. Dat versnelt wel je volwassenwording. Je wordt blootgesteld aan de harde realiteit van het leven. Maar je groeit erin. Ik vind het heel leuk om te zorgen en te verzorgen. En wat me ook aanspreekt is het uitleggen aan de patiënt, het delen van mijn kennis. Het is een verantwoordelijk beroep, ook als je leerling bent. Toch is dit wat ik wil. Ik zie mezelf echt nóóit op een kantoor!’ Marianne Miedema, stomaverpleegkundige Marianne Miedema (64) deed in Den Haag de inservice-opleiding. Ze verhuisde naar de regio Alkmaar, werd moeder en kwam zo in contact met de wijkverpleegkunde. Ze ging in de wijk aan de slag en volgde de hbo-opleiding tot wijkverpleegkundige. Ze had ook stomapatiënten onder haar hoede en kreeg na verloop van tijd vanuit het ziekenhuis de vraag: voel je wat voor de opleiding stomaverpleegkundige? “Dat was mijn latere collega Marian de Koning die dat vroeg”, gniffelt Marianne. Een aantal jaren later kreeg het ziekenhuis behoefte aan een tweede stomaverpleegkundige. Marianne solliciteerde en werd aangenomen. “Inmiddels ben ik al dik twaalf jaar hier. Eerst waren we met ons tweeën: Marian en Marianne. Nu vormen we een team van vier, met twee collega’s die nog deels op chirurgie werken. Zij gaan ons opvolgen.”

Noordwest kiest voor een verscheidenheid aan onderwijsvormen ‘Terug naar het oude normaal gaan we niet meer’ 42 Docenten van de verpleegopleidingen van Noordwest Academie. Beginnend linksvoor Mieke Wever (in het blauw) en dan met de klok mee Marga Zwaan, Esther van der Laan, Gonnie Veenendaal, Nynke Bruinsma, Monique Krul, Judith Reerds. In het midden Dagmar van der Veen.

“ De hele dag in een klaslokaal zitten past niet meer in onze tijd ” 43

Online onderwijs voegt een dimensie toe aan de opleiding van verpleegkundigen. Dat is ten tijde van de eerste corona-crisis bewezen, zegt Piet Donga, hoofd verpleegkundig onderwijs van Noordwest Academie. Maar dat betekent niet dat àlle theoretische lessen voortaan digitaal moeten worden aangeboden. Bij Noordwest Academie werd al een poos nagedacht over goed digitaal onderwijs. Er werden e-learnings aangekocht, bijvoorbeeld over het functioneren van bepaalde organen. Er werd gezocht naar de juiste apparatuur om lessen op te nemen, zowel voor leerlingen die er niet bij konden zijn als voor degenen die nog eens wat wilden terugkijken. “En toen kwam corona”, zegt Piet Donga. “Toen was het ineens een must om online te gaan werken. We móesten overschakelen op digitaal. En dat kònden we. Het is ongelooflijk hoe goed studenten en docenten het hebben opgepakt. Ik heb veel respect voor de docenten die de lessen via streaming zijn gaan verzorgen. Aanvankelijk misschien soms wat moeizaam, maar steeds beter, met filmpjes en powerpoints, interactief met vragen die de studenten tijdens de lessen konden stellen, per mail of rechtstreeks via hun microfoon. De techniek werkte mee: apps werden geüpdatet, streamverbindingen werden beter en er kwamen meer data beschikbaar.” 44 DIGITAAL LEREN Na de versoepeling van de maatregelen werden er, met inachtneming van alle beperkingen, weer lessen op de academie gegeven. “Maar terug naar het oude normaal gaan we niet meer - zelfs niet als de anderhalvemeter-samenleving zou worden opgeheven. We zijn versneld gaan nadenken over andere leer- en onderwijsvormen. Het goede dat we hebben geleerd, willen we vasthouden. We bespreken met de studentenraad hoe zij het onderwijs in coronatijd ervaren. Zij zijn onze beste tipgevers.” Wel is al duidelijk dat niet alle theoretisch onderwijs online zal worden aangeboden. “We missen de lichaamstaal: je ziet op het scherm uitsluitend het gezicht van de docent. En die heeft alleen 24 kleine hoofdjes voor zich. Het sociale aspect staat onder druk, maar ook het spontane verdwijnt. Direct inhaken op wat iemand zegt kan immers niet. Dan valt letterlijk en figuurlijk de verbinding weg. Je moet wachten tot iemand is uitgesproken voor jij het woord kunt nemen.”

“ We móesten overschakelen op digitaal - en dat kònden we! ” Noordwest Academie ziet het meest in een combinatie van werken leervormen. “Vaardigheden oefenen kan natuurlijk alleen in ons skillslab of in de praktijk. Met elkaar casuïstiek uitwerken gaat het beste in de klas, net als het trainen van communicatieve vaardigheden waarbij lichaamstaal en gelaatsuitdrukkingen zo’n belangrijke rol spelen. Hoe ga je om met een moeilijke patiënt, met een lastige collega - of juist met eentje die je héél aardig vindt?” “Onze verpleegkunde-opleidingen worden al gekenmerkt door blended learning: deels in de klas, met verschillende werkvormen, en deels op verschillende afdelingen. Dat willen we uitbreiden met nog meer hybride leren. Dus in de praktijk met werkbegeleiders en docenten werken aan een nog betere aansluiting op de behoeften van de student. Om dat mogelijk te maken willen we een derde leerafdeling in het ziekenhuis starten.” Zo’n verscheidenheid aan leervormen sluit volgens Donga het beste aan bij een generatie die is opgegroeid met beeldschermen. “De hele dag in een klaslokaal zitten past niet meer in onze tijd. We weten bovendien dat breinleren beter beklijft als het wordt afgewisseld met andere leervormen zoals praktijkonderwijs, een oefening of een spel. Online les voegt een nieuwe dimensie toe aan ons aanbod. Bovendien heeft het een praktisch voordeel. Meer digitaal onderwijs leidt tot minder bewegingen, transport, ruimtebeslag en reistijd voor leerlingen en docenten.” DIGITAAL LEREN 45

Noordwest Academie Postbus 501 1800 AM Alkmaar (072) 548 37 00 www.noordwestacademie.nl

1 Online Touch

Index

  1. 1
  2. 2
  3. 3
  4. 4
  5. 5
  6. 6
  7. 7
  8. 8
  9. 9
  10. 10
  11. 11
  12. 12
  13. 13
  14. 14
  15. 15
  16. 16
  17. 17
  18. 18
  19. 19
  20. 20
  21. 21
  22. 22
  23. 23
  24. 24
  25. 25
  26. 26
  27. 27
  28. 28
  29. 29
  30. 30
  31. 31
  32. 32
  33. 33
  34. 34
  35. 35
  36. 36
  37. 37
  38. 38
  39. 39
  40. 40
  41. 41
  42. 42
  43. 43
  44. 44
  45. 45
  46. 46
Home


You need flash player to view this online publication