50 Grondslagen voor waardering van activa en passiva Vaste activa Materiële vaste activa Bedrijfsgebouwen en terreinen De gebouwen zijn gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs eventueel verminderd met toegekende subsidies onder aftrek van de jaarlijkse afschrijvingen, dan wel lagere marktwaarde en indien van toepassing met bijzondere waardeverminderingen. De afschrijvingen worden gebaseerd op de verwachte toekomstige gebruiksduur en worden berekend op basis van een vast percentage (gebouwen tussen de 3,33% en 4%) van de verkrijgingsprijs, rekening houdend met een eventuele residuwaarde. Er wordt lineair afgeschreven vanaf het moment dat het actief beschikbaar is voor het beoogde gebruik. Op terreinen wordt niet afgeschreven. Onderhoudsuitgaven zijn niet van toepassing en worden derhalve niet geactiveerd en/of voorzien. Andere vaste bedrijfsmiddelen De andere vaste bedrijfsmiddelen worden gewaardeerd op basis van de aanschaffingsprijs onder aftrek van afschrijvingen. De afschrijvingen worden lineair berekend op basis van de verwachte economische levensduur, zijnde 5 en 10 jaar. Er wordt afgeschreven vanaf het moment dat het actief beschikbaar is voor het beoogde gebruik. Buiten gebruik gestelde activa worden gewaardeerd tegen de laatste boekwaarde voor het moment van buiten gebruik stelling of lagere opbrengstwaarde. Financiële vaste activa Deelnemingen in groepsmaatschappijen Deelnemingen waarin invloed van betekenis op het zakelijke en financiële beleid kan worden uitgeoefend, worden gewaardeerd volgens de vermogensmutatiemethode op basis van de nettovermogenswaarde. Deze netto vermogenswaarde wordt berekend op basis van de grondslagen van N.V. LIOF. Deelnemingen met een negatieve netto vermogenswaarde worden op nihil gewaardeerd. Wanneer de vennootschap geheel of ten dele instaat voor schulden van de betreffende vennootschap wordt een voorziening gevormd. Bij het bepalen van de omvang van de voorziening wordt rekening gehouden met reeds op vorderingen op de deelneming in mindering gebrachte voorzieningen voor oninbaarheid. Overige effecten Uit hoofde van haar bedrijfsactiviteiten heeft de onderneming diverse participaties in ondernemingen. De aandelenparticipaties worden initieel gewaardeerd tegen verkrijgings prijs. De vervolgwaardering betreft de verkrijgingsprijs minus eventuele bijzondere waardeverminderingen. Het dividend wordt als resultaat aangemerkt en verwerkt onder de financiële baten en lasten. De waardering tegen verkrijgingsprijs heeft tot gevolg dat waardestijgingen van participaties niet in de cijfers tot uitdrukking komen. Uit hoofde van haar bedrijfsactiviteiten heeft de onderneming diverse participaties in ondernemingen. Participaties worden niet aangegaan met als doel om zeggenschap te krijgen over de onderneming, maar met als doel om te vervreemden. Er is te allen tijde een exit strategie om dit te bereiken. In uitzonderingsgevallen kunnen meerderheidsposities ontstaan. Dit is altijd van tijdelijke aard. De betreffende participaties worden om deze redenen niet meegeconsolideerd . Voor een overzicht van kapitaalbelangen verwijzen wij naar de bijlage 'Participaties LIOF'. Overige vorderingen Uit hoofde van haar bedrijfsactiviteiten heeft de onderneming diverse leningen verstrekt. De leningen u/g betreffen zowel leningen aan participaties als leningen aan ondernemingen waarin niet wordt geparticipeerd. De leningen worden bij eerste verwerking opgenomen tegen de reële waarde en vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve- rentemethode, verminderd met bijzondere waardeverminderingsverliezen. Baten en lasten worden in de winst- en verliesrekening verwerkt zodra de leningen een bijzondere waardevermindering ondergaan. Jaarverslag 2022
52 Online Touch Home