15

lijk heid aan het licht dat het om hartfalen gaat.” Het is dan belangrijk dat de huisarts volgens de NHG-Standaard Hart falen diagnostiek toepast, om vervol gens al dan niet door te verwijzen naar de cardioloog. Rutten: “Bij twijfel dient in ieder geval de (NT-pro)BNP bepaald te worden en het liefst ook een ECG gemaakt te worden, omdat bij volledig normale bevindingen hartfalen hiermee goed uit te sluiten is. Een verhoogd (NT-pro)BNP en/of abnor - maal ECG versterkt het vermoeden van hartfalen. Er wordt dan doorverwezen naar de collega’s bij de cardiologie voor echocardiografie en eventueel verder onderzoek.” We merken in de praktijk dat patiënten de klachten bagatelliseren en andere verklaringen zoeken, zoals leeftijd, een andere ziekte of stress. Pas als de huisarts goed doorvraagt komt de mogelijkheid aan het licht dat het om hartfalen gaat. Frans Rutten (huisarts en onderzoeker) REGISTRATIES AF EN HF REGISTRATIES ATRIUMFIBRILLEREN EN HARTFALEN GOED OP WEG Hoewel Nederlandse ziektebeeld - registraties voor atriumfibrilleren en hartfalen in Nederland nog in de steigers staan, zou je dat niet direct opmaken uit het inclusie-aantal van de atrium fibrilleren registratie DUTCH-AF, inmiddels ruim 3400 patiënten. Het is een bewonderenswaardig voor beeld van hoe de gezamenlijke inzet van huis - artsen, trombosdiensten en cardiologen een fundering heeft kunnen vormen voor een landelijke registratie op het ziektebeeld atriumfibrilleren. Er is een wezenlijk ver - schil tussen registra tie op een ziektebeeld en registratie op basis van een verrichting zoals een dotterprocedure, pacemaker, hartklep of coronaire bypasschirurgie. 15 | Naast registratie van AF, proberen we ook hartfalenregistratie breed op te zetten met als primaire doel kwaliteitsregistratie en zorgevaluatie bij hartfalenpatiënten over de lijnen heen. We streven ernaar de registratielast te beperken door de registratie onder te brengen bij de Nederlandse Hartregistratie (NHR) en te koppelen aan bestaande registraties. Zo is het mogelijk combinaties te realiseren en een digitale slag te maken omtrent data-invoer en het extraheren van data uit patiëntdossiers in ziekenhuizen. Informatie over de ernst van het hartfalen en de behandeling van het hartfalen middels medicatie is hier het belangrijkste. Wetenschappelijke analyses hierbij zijn van belang, bijvoorbeeld om jaarlijks te evalueren welke kwaliteit van zorg geleverd wordt en waar verbetering mogelijk is. Met terugkoppeling van spiegelinformatie naar centra en/of regio’s kunnen ondelinge verschillen in kaart worden gebracht en verder geëvalueerd. Daarnaast wordt het heel interessant wanneer er follow-up data zijn om te zien hoe veranderingen in een richtlijn voor hartfalen of atrium - fibrilleren worden opgepakt en wat de impact hiervan is, bijvoorbeeld op de prognose of kwaliteit van leven van een patiënt. Tevens kan een goed opgezette registratie ook de patiëntenstromen tussen de verschillende lijnen (1e, 2e en 3e lijn) in kaart brengen. DE UITDAGING EN FOCUS VAN DEZE REGISTRATIES IS DAN OOK GERICHT OP DE TOEGEVOEGDE WAARDE VOOR ZOWEL DE PATIËNT ALS ZORG VERLENER. Samen met de regio’s van Connect wordt geprobeerd zoveel mogelijk regio’s te laten deelnemen aan de registra ties en de regionale kwaliteitscyclus vorm te geven. Zo werken we samen aan een betere zorg voor onze patiënten met hartfalen en/of atriumfibrilleren. Jasper Brugts voorzitter HF-registratie Ron Pisters voorzitter AF-registratie

16 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication