12

RONALD KEURENTJES teamleider Fontys Hogeschool Kind en Educatie Tilburg ER ZIT ZO’N ENERGIE, GEWELDIG OM TE ZIEN. VOORDAT TEAMLEIDER RONALD KEURENTJES (FHKE TILBURG) COÖRDINATOR WERD, WAS HIJ STUDIELOOPBAANBEGELEIDER. HIJ WEET NOG HOE HET WERKTE VOORDAT ZIJN REGIO TOETRAD TOT HET POS: ‘DE BEGELEIDINGSKWALITEIT IS ECHT EEN NIVEAU HOGER. DE STUDIELOOPBAANBEGELEIDER BEGELEIDT NU STUDENTEN UIT ALLE FASEN VAN DE OPLEIDING. DIE KRIJGT STEEDS BETER IN DE GENEN WAT VOOR SOORT LEERKRACHT WE AAN HET OPLEIDEN ZIJN.’ Hoe is dat gegaan, toetreden tot het POS? ‘We hadden al een bestaand netwerk van ongeveer honderd scholen. Die zijn allemaal geïnformeerd over de omslag die we zouden gaan maken, bestuurders zijn daarbij betrokken. Scholen die konden en wilden voldoen aan de convenantafspraken hebben zich gemeld. Als coördinatoren hebben we gezegd: we willen een kleurrijk palet aan opleidingsscholen. Inmiddels zijn het er nu veertig, ieder met een onderwijsnest van minimaal zeven studenten. Dankzij het project hebben we als coördinatoren bij de toetredingsfase twee keer per jaar gesprekken kunnen voeren op de scholen, een hele intensieve tijd, maar wel de moeite waard, het gaat toch om elkaar leren kennen.’ Komen er nog opleidingsscholen bij? ‘Er zijn nog besturen die scholen mogen laten toetreden, maar dat betekent ook dat de gemiddelde leergemeenschap op een school kleiner wordt. Dat is nu een discussiepunt in onze regio: met hoeveel scholen gaan we gezamenlijk die verantwoordelijkheid voor het opleiden pakken. Ik vind zeven studenten per school best weinig, ik denk dat tien een ondergrens zou kunnen zijn, omdat je weet dat de aantallen door het jaar heen fluctueren.’ Hoe is de overgang naar het POS voor de scholen geweest, denk jij? ‘Volgens mij is het voor de scholen die zijn toegetreden alleen maar succesvol geweest tot nu toe. Natuurlijk zitten er verschillen in de kwaliteit, maar dat mag ook. Als er echt geen groei is, dan moet je daar iets mee. Hier en daar zien we dat wel gebeuren. De voornemens en verbeterpunten zijn er, maar de daadwerkelijke kwaliteitsslag wordt niet bereikt. De cruciale tandem is die van de studieloopbaanbegeleider en de basisschoolcoach. Als die niet goed functioneert, dan kan er zorg ontstaan. Daarbij is de directeur een sleutelfiguur om die kwaliteit te bewaken. Als je wilt dat er een onderzoekscultuur komt binnen je school, zijn die drie mensen de spil.’ Wat maakt die tandem succesvol? ‘Ik denk dat het met name zit in het durven benutten van de ruimte, ondernemerszin pakken. Als je gaat zitten wachten op een stramien, dan gebeurt er niet veel. Er is geen kant-en-klaar draaiboek. Natuurlijk heeft iedereen een jaarplanning, is er intervisie, maar je moet er zelf naar op zoek gaan. De directeur moet in de gaten houden hoe alle partners functioneren, en zorgen dat studenten de vele mogelijkheden zien om hun bijdrage te leveren aan de schoolontwikkeling en aan vraagstukken binnen de school.’ Hoe hebben jullie het ervaren om aan te sluiten bij een netwerk waar al veel ontwikkeld is? Kun je daarin nog voldoende je eigen ding doen? ‘Ik heb er alleen de voordelen van gezien. In mijn beleving hebben we ons niet geremd gevoeld en was het alleen maar fijn dat je ergens op kunt terugvallen. Er is volop ruimte om dingen zelf vorm te geven. Gezamenlijk spreek je een aantal kwaliteitscriteria af, die zitten in de ontwikkelscan, een instrument om te laten zien waar je de groei kúnt maken. Daarom maak je ook deel uit van een partnerschap. Het gaat niet om waar je staat, als die groei er maar is. Daar zit ook wel een zorg.’ Céline Mercier, vierdejaars student aan de pabo in Tilburg (en bij het ter perse gaan van dit magazine inmiddels afgestudeerd!): ‘Een groot verschil met toen ik begon aan mijn studie, is dat ik toen alleen met eerstejaars studenten in een onderwijsnest zat en nu in een grotere groep met stagiaires uit alle jaren. Voor een eerste- of tweedejaars is het fijn om ook ervaringen te kunnen delen met ouderejaars, voor ouderejaars biedt het kansen om het voortouw te nemen en leiderschapskwaliteiten te ontwikkelen. Ik heb bijvoorbeeld weleens een intervisie geleid, vanuit één van de competenties die ik 12

13 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication