19

Hoe ziet de training eruit? ‘Het traject bestaat uit trainingsbijeenkomsten en observaties, we oefenen de methodieken met studenten en trainingsacteurs, zodat het zoveel mogelijk lijkt op de werkelijkheid. Daarna bepalen we of iemand als onervaren assessor aan de slag kan. Het echte werk begint pas daarna. Follow-up in de vorm van intervisie is heel noodzakelijk, je leert het pas echt wanneer je met beoordelingssituaties geconfronteerd wordt en met je medebeoordelaar kunt sparren. De methodieken voor het beoordelen van studenten en leerkrachten zijn hetzelfde, door die ervaring en intervisie kun je als beoordelaar in beide contexten gaan opereren. We hebben daarvoor een assessorpaspoort ontwikkeld. Op dit moment is dat nog een denkmodel, maar ik kan me voorstellen dat het ook een werkmodel gaat worden, dat het een fysiek paspoort wordt.’ Wie volgden de training? JOOST VAN BERKEL docent Fontys Hogeschool Kind en Educatie ’s-Hertogenbosch ‘Directeuren, basisschoolcoaches en ervaren leerkrachten. We hebben onze ambitie uiteindelijk ruimschoots behaald en 58 professionals opgeleid, waarvan zeven ook al basisbekwaam mogen beoordelen. De eerste ronde meldden zich vooral mensen uit de regio Den Bosch aan, een aantal uit Veghel en minder uit Tilburg en Eindhoven. De tweede ronde was er een gelijke spreiding over de regio’s, heel mooi om te zien.’ Wat moet een veldassessor eigenlijk kunnen? ‘We hebben een competentieprofiel opgesteld waarin eisen worden gesteld ten aanzien van analyseren, oordelen, communiceren en beslissen. Iemand moet de goede vragen kunnen stellen, een portfolio op waarde kunnen schatten, moet kunnen inschatten dat een beoordelingssituatie iets anders is dan een begeleidingssituatie en dat er bepaalde valkuilen zijn bij beoordelen. Hier is de training op gericht. Mensen gaven ook terug in de evaluatie dat het echt gas geven was, dat het een actieve training is, precies wat ik voor ogen heb.’ Terugkijkend op het deelproject, wat is je het meest bijgebleven? ‘Wat ik heel tof vind is dat de aanpak die ik al heel lang bij mijn eigen team toepas ook werkt bij mensen die ik niet ken en uit verschillende contexten. Deelnemers zijn heel enthousiast en gemotiveerd. Een mooi traject is ook de pilot die ik samen met Hans Asbreuk bij Signum ben gestart voor het beoordelen van basisbekwaamheid. We zijn gaan kijken: hoe bouwt een startende leerkracht zijn bekwaamheidsdossier op, hoe werkt de samenspraak met starterscoaches, hoe werkt de beoordeling. Uiteindelijk zijn negen leerkrachten beoordeeld. De ervaringen nemen we mee terug de opleiding in, om zo samen de verantwoordelijkheid te nemen voor het curriculum en een ononderbroken ontwikkeling van leerkrachten.’ Komt er een vervolg? ‘Mensen staan te trappelen, daar ligt het niet aan. Professionele ontwikkeling is voor mensen de belangrijkste reden om dit te gaan doen. Basisschoolcoaches en starterscoaches zeggen: doordat ik weet wat er in de beoordeling gebeurt, ben ik een betere begeleider. Ik heb voor de toekomst wel de zorg of we in het POS de capaciteit hebben om straks de enorme hoeveelheid leerkrachten te beoordelen op basisbekwaamheid. Een uitbreiding van de assessorenpool is volgens mij noodzakelijk. Ik hoop dat besturen, nu het project stopt, het in hun beleid gaan opnemen. Ik zie uiteindelijk een assessmentcentrum voor me in Zuidoost Nederland met een heleboel assessoren van opleiding en werkveld die met z’n allen studenten en leerkrachten beoordelen. Ik denk dat besturen er hoe dan ook iets mee moeten.’ Dit deelproject wordt een jaar verlengd om het met elkaar goed te kunnen borgen. Versterking samenwerking 19

20 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication