Ons dorp ligt op de overgang van hoge naar lage grond. Niet te droog en niet te nat. De boerderijen zijn verstopt in het groen. Alleen de kerktoren steekt er bovenuit. Die is in de wijde omtrek te zien en wijst de reiziger de weg. De brink ligt in het hart van het dorp, maar ooit lag die aan de rand. Toen het dorp groeide, bouwden nieuwkomers hun huizen, schuren en werkplaatsen rond en zelfs op de brink. Brinkzitters noemen we hen. Van oudsher is de brink de plek waarvandaan onze schapen, runderen en varkens naar de weide- en heidegronden vertrekken. Er is een dobbe, waar de beesten uit drinken en waar we water uithalen als er brand is. Aan de huidige dorpsrand hebben we een nieuwe brink aangelegd. De schapendrift voert vanuit het dorp naar de heide. We bouwen onze huizen en schuren van eikenhout. Voor elke eik die we kappen, planten we een nieuwe. Populierenhout gaat naar de klompenmaker. Als een van ons een nieuwe schuur nodig heeft, zetten we samen de schouders eronder. Wij zijn op elkaar aangewezen. In Drenthe noemen we dat noaberschap. Op iedere noaber rust de noaberplicht.
33 Online Touch Home