2.3 Strategie Tweede stap: selecteren De kansrijke kernidentiteiten die in dit masterplan besproken worden, zijn het resultaat van een kort strategisch proces, bestaande uit drie achtereenvolgende stappen: Identificeren – selecteren – expliciteren. Eerste stap: identificeren Identificatie heeft simpelweg betrekking op de wijze waarop de kernidentiteiten gevonden en geordend zijn. Hier is de meeste tijdwinst geboekt, en wel door inschakelen van deskundigen – ‘raad van wijzen’, specialisten met bijzondere kennis van de stadsregio of delen daarvan – gemeenten en belangenhouders, die ook erg veel kennis hebben van lokale of regionale kernidentiteiten. In twee zogenaamde ateliers hebben de deskundigen kernidentiteiten opgevoerd, die vervolgens zijn aangevuld met de oogst van bijeenkomsten met gemeenten en belangenhouders. Voor de identificatie is gebruik gemaakt van verschillende thematische perspectieven als aardkunde, watermanagement, ecologie, natuurhistorie en cultuurlandschap, (volks)cultuur, verdediging en economie. De kernidentiteiten zijn uiteindelijk geordend naar hun relatie met de belangrijkste verbindende ontwikkelingsassen in het stadsregionale gebied: de rivieren, de dijken, de (water- en verdedigings) linies, de corridor Arnhem-Nijmegen en de zomen en oude stroomruggen. Ze worden verderop uitgebreid besproken. Niet alle gevonden kernidentiteiten hebben in dit masterplan een plaats gekregen. Er heeft een selectie plaatsgevonden op basis van verschillende criteria die in combinatie bepalen hoe kansrijk toekomstige ontwikkeling kan zijn. Deze criteria kunnen ook als graadmeter dienen bij nieuwe initiatieven of projectideeën. In het ideale geval zijn kernidentiteiten kansrijk als de daarop geënte projecten en initiatieven... • het cultuurhistorisch erfgoed beschermen en de archeologische waarde in stand houden; • een duidelijke educatief-diverterende waarde hebben voor jong en oud (als een avontuurlijke ontdekkingsreis door tijd en ruimte); • bij voorkeur structureel zijn (zelden incidenteel), bijdragen aan de samenhang en het geheel versterken; • de vitaliteit vergroten en nieuwe economie creëren (ze zijn bij voorkeur snel realiseerbaar en effectief); • direct gericht zijn op het genereren van hogere bezoekersaantallen (ze hebben bij voorkeur een bovenregionale aantrekkingskracht); • inzetten op een breed draagvlak, initiatieven weten te bundelen en daarmee synergie creëren; • duurzaam , eco-efficiënt, uniek, onder scheidend en grensverleggend zijn; • aanjagend en omslagcreërend, voorbeeldig en inspirerend zijn. Derde stap: expliciteren Met ‘expliciteren’ wordt bedoeld dat de geselecteerde kernidentiteiten benoemd en omschreven worden in combinatie met de ontwikkelingskansen en/of projectvoorstellen die erop geënt zijn. De ontwikkelingsprincipes die we daarbij hanteren zijn combineren en transponeren. Combineren wil zeggen dat we tot nieuwe ontwikkeling komen door historische en huidige functies te combineren tot nieuwe, unieke en innovatieve functies. Bij transponeren wordt vroeger en/of huidig gebruik ‘vertaald’ naar – duurzaam – nieuw en innovatief gebruik. Een voorbeeld van combineren is de suggestie om van fort Pannerden en omgeving een ‘museaal landshap’ te maken, waar historische (verdedigingswerk, slot op waterlinie, sleutelpositie in de waterverdeling) en huidige (hoge natuurwaarde) functies samenvallen en zo een uniek ensemble vormen. Een voorbeeld van transpositie is ‘riverhopping’: oud/bestaand gebruik in de vorm van veerdiensten wordt vertaald naar een nieuwe innovatieve recreatieve functie, namelijk het pendelen met een speciale boot of watertaxi van de ene voormalige veerstoep of aanlegplaats naar de andere. Masterplan Dijk & Kolk 13
14 Online Touch Home