37

project 6: Dijken van dijken Het inventariseren en benoemen van bijzondere dijkvakken Er bestaat een aantal dijken dat zijn functie als waterkering weliswaar (grotendeels) verloren heeft, maar nog wel in het landschap aanwezig is. Dit soort dijkvakken verdient het om als zodanig benoemd en gemarkeerd te worden. Vooral als ze uitzonderlijk gaaf en onderscheidend zijn; als er sprake is van een concentratie van monumentale (veerhuizen en dijkhuizen) en andere dijkgerelateerde objecten (wielen, kwelkommen en kweldammen, ringdammen enzovoort); en wanneer opmerkelijke fenomenen hebben plaatsgehad zoals bijvoorbeeld een dijkverlegging na een dijkdoorbraak (inlaag, uitlaag, doorlaag). Het doel is plannen te ontwikkelen voor de ontsluiting van deze dijkvakken. Hierbij kan worden aangesloten bij het project “Aan de Wieg van het Waterschap” dat in opdracht van Waterschap Rivierenland en met steun van de Provincie Gelderland is opgesteld. Het project behelst o.a. een inventarisatie van relicten van vroegere waterbeheersing in het Gelderse rivierengebied: de dijken, kaden, zegen, weteringen, boezems en sluizen van de oude dorpspolders en polderdistricten. Voorbeelden van bijzondere dijkvakken: Bandijken (hebben een doorgaande waterkering) • Dijk bij Beuningen; deze is bijzonder omdat hij door een nevengeulensysteem heen is gelegd. Dat is tamelijk riskant; het vergroot de kans op dijkdoorbraken. Rond 1300 lag de bandijk veel verder landinwaarts. Hier is dus land gewonnen. • Dijk bij Oosterhout; hier is precies het tegenovergestelde gebeurd van wat men aan de overkant bij Beuningen gedaan heeft: de dijk is zo ver teruggelegd dat ‘verdronken Oosterhout’ nu buitendijks ligt. Hier langs deze dijk bevindt zich ook landgoed Loenen. Het bijzondere van dit landgoed Loenen is dat het ontstaan Masterplan Dijk & Kolk 37 is uit een overslagbosje. Overslaggronden ontstonden bij dijkdoorbraken; ze waren zeer arm en onbruikbaar voor land- en tuinbouw. Daardoor kon er bos op groeien). (zie koppeling met project 3, Fietsveerverbinding Beuningen) ‘Gepensioneerde’ dijken (buiten werking geraakt) Dit soort dijken is bijzonder omdat ze geen dijkverzwaringen hebben ondergaan en dus nog het historische karakter laten zien. Om dezelfde reden zijn de dijkgerelateerde kleine (landschaps) elementen langs deze dijken gaaf gebleven. • Oude Rijndijken van de Rijnstrangen : o Dijkvak tussen Groessen en Elten aan de noordkant van de Rijnstrangen o Dijkvak tussen Lobith en Pannerden aan de zuidkant van de Rijnstrangen (N.B.: eigenlijk zou het mogelijk moeten zijn via de Boterdijk naar Schenkenschans aan de overzijde van de Waal te kunnen!) • Kerkdijk in de Ooij • Drususdeich bij Rindern • De Holthuizerdijk tussen Huissen – Elden Arnhem Dwarsdijken en Slaperdijken (houden water tegen na doorbraak van primaire dijken) • Querdamm bij het Wylerbergmeer te BeekZyfflich • Häfnerdeich bij Zyfflich Defensiedijken (hebben een verdedigende functie) • Spanjaarddijk tussen ten oosten van Opheusden en Dodewaard • Retranchement van het Pannerdensch Kanaal (aan noordzijde Roswaard bevind zich een restant van het dijklichaam met borstwering van het Retranchement ) • Eisenhouwerdijk tussen Arnhem en Nijmegen Schaardijken (dijkvakken op plaatsen waar dijk en rivier elkaar raken; vaak spannende punten in het landschap vanwege zicht van zeer nabij over de rivier) • Bij Gendt • Bij Doornik

38 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication