9

1 INLEIDING Regionale identiteit versterken In het ‘Regionaal Plan 2005-2020’ geeft de Stadsregio Arnhem Nijmegen haar visie op de toekomstige ontwikkeling van dit unieke gebied. Het plan formuleert tien prioriteiten, die er gezamenlijk voor moeten zorgen dat de stadsregio een nog aantrekkelijker (vestigings)gebied wordt dan het nu al is – voor inwoners, ondernemers en bezoekers. Een van die tien prioriteiten heeft betrekking op de bescherming en de ontwikkeling van het hoogwaardige cultuurhistorische erfgoed. De stadsregio wil met dit masterplan de ‘cultuurhistorische herkenbaarheid en betekenis van het rivierenlandschap behouden en vergroten’ en ‘de landschappelijke kwaliteiten van het gebied versterken en toegankelijk maken.’ Eenheid in verscheidenheid Met zijn enorme verscheidenheid aan grondsoorten en biotopen, occupatievormen en cultuurlandschappen vormt het rivierengebied tussen Arnhem en Nijmegen een bijna onontwarbaar kluwen van gebiedskenmerken: geofysisch, demografisch, religieus, economisch maar ook militair-strategisch. Die ongelooflijk rijke afwisseling van identiteiten die op alle mogelijke manieren door elkaar heen lopen en in elkaar grijpen, maakt het rivierenlandschap in de Stadsregio Arnhem Nijmegen uniek en bijzonder. Tegelijkertijd ligt daar ook het probleem: hoe kun je bij een dergelijke veelheid aan gebiedskenmerken op een heldere, effectieve en samenhangende wijze richting geven aan ontwikkelingen die voor behoud en versterking van de cultuurhistorische betekenis noodzakelijk zijn? Omdat culturele identiteiten meestal lokaal verankerd zijn, hebben projecten in het kader van de cultuurhistorische ontwikkeling vaak betrekking op deelgebieden. Het gevolg is dat ze de verscheidenheid eigenlijk alleen maar benadrukken. Juist die verscheidenheid maakt de regio interessant. Masterplan In de opdrachtomschrijving formuleert de stadsregio haar doelstelling als volgt: ‘Dit masterplan moet voorzien in een structuur waarin zowel het monumentale landschap als de verhalende aspecten van de cultuurhistorie inhoudelijk en kwalitatief met elkaar verbonden worden.’ Meer specifiek is dan de taak van het masterplan ‘de unieke identiteit en de verschillende initiatieven en plannen op Gelders niveau met elkaar te verbinden.’ Het masterplan wil met markante punten het bijzondere van de regio laten zien – overigens zonder volledig en uitputtend te zijn. Het voorziet in ontwikkelingskansen in de vorm van een aantal voorbeeldprojecten, die het specifieke van de regio accentueren of opnieuw naar boven halen. Daarnaast wil het masterplan nadrukkelijk een impuls geven aan de uitvoering van deze projecten. Het masterplan kortom, brengt niet alleen een samenhangend erfgoedplan maar vooral een cultuurhistorische ontwikkelingsvisie. Een ontwikkelingsvisie die tegelijk visionair en concreet is. wijzen’, ervaren deskundigen, die hun specifieke expertise – zoals archeologie, economie, sociologie, kunstgeschiedenis, geologie, ecologie, weg- en waterbouw – combineren met een bijzondere kennis van of affiniteit met dit gebied. Ook de bijdragen van de gemeenten en betrokken organisaties waren een welkome aanvulling. Opzet masterplan Het masterplan is als volgt ingedeeld: in hoofdstuk 2 wordt de visie toegelicht aan de hand van de thema’s uitdaging (2.1), ambitie (2.2) en strategie (2.3). In hoofdstuk 3 (Kernidentiteiten en ontwikkelingsassen) wordt besproken en aangegeven hoe de voornaamste cultuurhistorische kenmerken samenhangen met de ontwikkelingsassen die voor de inrichting en de ontwikkeling van de stadsregio het meest relevant zijn geweest. In hoofdstuk 4 Van kernidentiteiten naar concrete projecten wordt eerst aangegeven hoe kansrijke kernidentiteiten aanleiding kunnen geven tot daadwerkelijke projecten. Vervolgens wordt een op zichzelf staande selectie van 20 projecten voorgesteld, waarvan er 4 de status van gidsproject hebben. In hoofdstuk 5 ten slotte wordt ingegaan op de organisatorische en communicatieve implicaties van dit masterplan. Werkwijze Het bureauteam heeft een selectie gemaakt van meest relevante en meest veelbelovende identiteiten, gebaseerd op een globale inventarisatie van de belangrijkste studies, rapporten en plannen die over de diverse gebiedsdelen verschenen zijn. Substantiëler was de inbreng van een ‘team van Masterplan Dijk & Kolk 9

10 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication