40

40 MASTERPLAN MAASDAL NOORD-LIMBURG • Met een toekomstige wijziging van het stuwbeheer wordt geen rekening gehouden De stuwen in de Maas zullen op niet al te lange termijn moeten worden vervangen, maar hieromtrent en over een mogelijke heroverweging van het stuwbeheer bestaat op dit moment nog enige onduidelijkheid. Daarom wordt van het huidige stuwbeheer uitgegaan. Dit uitgangspunt is bijvoorbeeld van belang voor het vaststellen van de vergravingsniveaus en van de inrichting van meestromende nevengeulen. • Verkleining van het rivierbed is absoluut niet toegestaan Om een onbelemmerde afvoer van water, ijs en sediment te kunnen waarborgen, alsmede de vigerende gebruiksfuncties zonder extra maatregelen te kunnen faciliteren (dit geldt met name voor de scheepvaart), wordt de huidige rivierbedding niet verkleind. • Voorkomen van negatieve eff ecten op de hydraulica en de morfologie van het watersysteem Voor alle maatregelen geldt, dat negatieve hydraulische en morfologische eff ecten op het watersysteem ongewenst zijn. Tal van maatschappelijke functies zijn afhankelijk van een goede werking en stabiliteit van zomer- en winterbed. Deze dienen dan ook onverminderd in stand te worden gehouden. De maatregelen zullen te zijner tijd hierop getoetst moeten worden (dit valt buiten het kader van dit Masterplan). • Er is geen dwingende voorkeur voor grote projecten ten opzichte van veel kleinere projecten Wat de omvang van projecten betreft, biedt dit Masterplan de nodige vrijheid. Hoewel sommige plannen te kleinschalig zijn om een signifi cante bijdrage aan de hydraulische taakstelling te kunnen leveren, dragen ze signifi cant bij aan nieuwe, hoge ecologische waarden; ze zijn daarom feitelijk onmisbaar. Zeker als ze ook nog het oorspronkelijke landschap versterken. Voor de eventueel onontkoombare grote plannen geldt dat deze dusdanig moeten worden ingericht dat ze kleinschalige ontwikkeling elders niet beperken. • Natuurvriendelijke oevers zijn als neutraal te beschouwen Langs de Maas zijn en worden in de toekomst op grote schaal natuurlijke en natuurvriendelijke oevers aangelegd als ecologische corridors. Tot dusverre is altijd verondersteld dat deze niet bijdragen aan de taakstelling en daarmee hydraulisch neutraal zijn: ze geven geen waterstandsverlaging maar ook geen opstuwing. De stroomverruiming wordt namelijk teniet gedaan door de grotere hydraulische ruwheid, die gevolg is van toename van ruige vegetatie. Mede hierdoor en doordat deze herinrichting van de oevers al in een ander kader plaatsvindt wordt hieraan in het Masterplan verder geen aandacht gegeven.

41 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication