48

48 MASTERPLAN MAASDAL NOORD-LIMBURG 4.2.4 Cultuurhistorie 4.2.4.1 Verkenning Verschillende cultuurhistorische landschappen In de rijke cultuurhistorie van het Maasdal vallen verschillende landschappen op, die elk een uiting zijn van een dimensie van het eeuwenlange leven met de Maas. Rijk aan sporen van het verleden en allerlei sferen oproepend, vormen die landschappen ‘verhalenbiotopen’: complexen van omstandigheden die de randvoorwaarden scheppen voor het vertellen en laten beleven van de unieke verhalen – de identiteit - van het Masterplangebied. De uitdaging is om ontwikkeling aan te wenden tot verbetering van de omstandigheden waarin de unieke verhalen van het Masterplangebied spreken. In het algemeen zijn de kernkwaliteiten van een streek bepalend voor de identiteit en de belevingswaarde. Ze vormen als het ware de bouwstenen voor een onderscheidende toeristisch-recreatieve ontwikkeling. Met name het cultuurhistorisch erfgoed is van onschatbare waarde bij een betekenisvolle toeristisch-recreatieve ontsluiting. Cultuur- en natuurtoerisme worden steeds populairder. Hieronder wordt dat erfgoed aan de hand van een aantal van cultuurhistorische Maasdallandschappen nader belicht. Het agrohistorische landschap Al vroeg streek de mens neer op de oeverwallen. Vanaf die hoogten konden de boeren van twee walletjes eten: ze konden er droge voeten behouden en akkerbouw beoefenen. En ze konden munt slaan uit de vruchtbaarheid van de gronden van de omliggende overstromingsvlakte: de oevergronden van de holocene Maas en de broeken rond de Maasbeddingen van het laatglaciaal. Deze gronden stonden bloot aan invloed van rivier, zijstroompjes en kwel. Ze werden o.a. gebruikt voor beweiding en hooiwinning. Gestadig verrijken van akkers met mest en plaggen lijkt vaak te hebben geleid tot het ontstaan van enkeerdgronden op de oeverwallen. Dit kan zijn gebeurd in plaatsen als Middelaar, Heijen, HengelandAff erden-Gening, Heukelom-Bergen-AijenKamp, Elsteren-Well-Wellerlooi en Arcen. Voorstelbaar is dat de ontginning van de gronden van de overstromingsvlakte en het eeuwenlang gebruik van dit land vroegen om waterbeheersing. De gehuchten/dorpen in het Maasdal moeten al gauw hebben geprobeerd de invloed van de Maas op de omliggende oever- en broekgronden in te perken. Indruk maakt vooral een structuur van vermoedelijke dijkjes van Well via Elsteren, Kamp, Aijen en Bergen tot in Heukelom. Het strategische landschap In de Middeleeuwen werd de Maas ervaren als een bron van fortuin en macht. De rivier was van levensgrote betekenis voor handel en transport. Landsheren wilden graag een graantje meepikken van deze nering door tolheffi ng. Essentieel hiervoor was controle over de rivier in een ontoegankelijke omgeving. De waterrijke Maasoevers en de zompen van de laatglaciale Maasgeulen waren een plek par excellence voor tolburchten en andere sterkten. In de 80-Jarige oorlog maakte het Masterplangebied deel uit van een militair sleutelgebied. Een roemrucht feit dat de betekenis van dit gebied onderstreepte, was de “slag op de Mookerhei” in 1574. Listig opgesteld in de enge ruimte tussen Maas en stuwwalhoogte, verpletterden de Spanjaarden het leger van Lodewijk en Hendrik van Nassau. Duizenden soldaten sneuvelden in de strijd of verdronken in moerassen. Het gebied rond de Maas was voor de Spanjaarden van immense strategische waarde. Het vormde een springplank voor de verovering van de Rijnsteden in het Kleefse land en voor de opmars naar Kleef en Schenkenschans: de Staatse veste die de splitsing van Waal en Neder-Rijn beheerste. Geen wonder dat hier meermalen verwoed is slag geleverd. Ook in de Moderne Tijd viel het Maasdal weer op door zijn strategische ligging. Dat bleek in 1940 bij de inval van de Duitsers en later nogmaals in 1944 tijdens de opmars van de geallieerden. Al met al zijn de Maasoevers van het Masterplangebied op te vatten als één groot, met soldatenbloed doordrenkt slagveld. Het Sacrale landschap Duizenden jaren bewoond, kennen Masterplangebied e.o. legio verwijzingen naar godsvrucht en godvrezendheid, naar Keltisch, Germaans, Romeins en christelijk geloof. Zo herinneren de namen St. Jansberg en St. Maartenberg bij Middelaar aan de gewoonte om vreugdevuren te stoken rond Sint jan (24 juni) en Sint Maarten (11 november). En de veldnamen Duivelskuul en Duivelssteeg bij Aff erden lijken uitingen van een gedemoniseerde heidense cultusplaats. In rivieren, beekdalen en zompen werden

49 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication