77

MASTERPLAN MAASDAL NOORD-LIMBURG 77 9. Bij alle rivierverruimingsmaatregelen wordt het ‘agrarisch productiepotentieel’ zorgvuldig meegewogen volgens het principe van ‘zuinig ruimtegebruik’ zoals dat is vastgelegd in de gelijknamige Praktijkgids (Provincie Limburg i.s.m. LLTB, 2011). Met de term ‘agrarisch productiepotentieel’ wordt bedoeld: ‘het vermogen van het landbouwgebied om producten te kunnen voortbrengen. Van invloed zijn de omvang van het landbouwareaal, de kwaliteit van de landbouwgronden (bodemstructuur, perceelsvorm, ligging) en de aanwezige voorzieningen, zoals het waterbeheer en de ontsluiting.’ 10. Rivierverruimingsmaatregelen worden zodanig ingericht dat de opbrengst per hectare voor de landbouw substantieel blijft. Vandaar dat het type hoogwatergeul (‘maatregel geel’) met een optimale drooglegging voor hooilanden met nabegrazing de voorkeur krijgt. 11. De natuurlijke dynamiek van beekmondingen wordt waar mogelijk hersteld. 12. Obstakels worden indien enigszins haalbaar verwijderd, omdat dan minder ingegrepen hoeft te worden in het landschap. Voorbeelden van dergelijke obstakels zijn bouwvolumes, landhoofden van bruggen, dwarsdammen en onnodige bedijkingen. 13. Het pakket aan rivierverruimingsmaatregelen wordt zodanig gedimensioneerd dat eventuele toekomstige volume-uitbreidingen van landbouw- en recreatie bedrijven in de uiterwaarden mogelijk blijven. Volgens de vigerende regelgeving moeten deze bedrijven zelfstandig voor compenserende verruiming zorgen.

78 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication