88

88 MASTERPLAN MAASDAL NOORD-LIMBURG Maasstruin- en Maasruiterpad Ten slotte willen we in het Masterplan inzetten op een tweetal, het Maasdal volgende doorgaande onverharde paden. Het eerste pad is een of Maasstruinpad, een langeafstandswandelpad van Rotterdam naar Maastricht en wellicht nog verder. Het tweede is een Maasruiterpad direct langs de rivier, vergelijkbaar met de oude lijn- of jaagpaden. Het doorgaande ruiterpad wordt op regelmatige afstand gefaciliteerd door een manege met herberg waar ruiter en paard kunnen rusten en overnachten. Het Maasruiterpad kan aansluiten op bestaande Euregio-ruiterpaden. Voorland en achterland verbonden Het ‘voorland’ is de uiterwaardenzone van het Maasdal. Het ‘achterland’ begint in wezen bij de steilrand naar het aangrenzende hoger gelegen terrasniveau; hier liggen hoog en droog de hoofdfuncties van de regio. Het Maasdal volgend ligt op de rand van dit terras de N271, de regionale hoofdweg van noord naar zuid en visa versa. De N271 verbindt de belangrijkste bebouwingskernen. Allemaal dorpen die zijn gesticht op het aangrenzende, hoger gelegen terrasniveau – en veelal direct gelegen zijn aan een beek. Elk dorp heeft vanouds zijn eigen toegangsweg naar de veerplaats – waar men de rivier kon oversteken – en een laad- en loswal. Men onderhield goede relaties met de overburen aan Maas; en de overgeslagen goederen en soms ook dieren kwamen van en/of gingen naar het Duitsland. Er bestonden verbindingwegen over de stuwwal naar Kleve en onderlangs diezelfde stuwwal naar Kessel en Goch. Verder naar het zuiden – richting Weeze, Kevelaer, Twisteden, Walbeck, Geldern – voerden de verbindingen dwars door de ruige duin- en veengronden. Ook trok de op zes kilometer van de grens gelegen bedevaartsplaats Kevelaer (sinds 1642) veel pelgrims uit Brabant. Deze historische dwarsverbindingen zijn nog grotendeels in takt. Ze kennen veelal geen intensief autoverkeer en zijn zodoende uitermate geschikt als toeristische en recreatieve fi etsroutes die Brabant Limburg en Duitsland in serie schakelen. Via deze ‘BLD-routes’ kan het Duitse achterland verkend worden; tegelijk wordt met deze routes omgekeerd ook de Regio Maasduinen toegankelijk gemaakt en ontsloten voor de Duitse gasten. Daarbij verdient de inrichting van de routes met name bij de grensovergangen en met betrekking tot de continuïteit in en vanuit Duitsland de aandacht. Toeristische ontwikkeling historische rivierdorpen planologisch sturen Het is verstandig om specifi ek voor de historische rivierdorpen Well, Aijen, oud Bergen en Mook (min of meer naar het voorbeeld van Arcen) een toeristisch ontwikkelingsplan (TOP) met uitvoeringsgerichte projectvoorstellen op te stellen; dit in samenwerking met plaatselijke ondernemers en belangrijke spelers uit toeristische sector. Een dergelijke TOP zal zich primair richten op het versterken van de ‘couleur locale’. Het TOP is ook een erfgoedplan en beeldkwaliteitplan; het geeft praktische richtlijnen voor het structureel opknappen van het cultuurhistorisch erfgoed als gaaf ensemble. Bovendien maakt het concreet hoe – op een respectvolle kleinschalige wijze – het erfgoedensemble creatief benut kan worden. Speciale aandacht gaat uit naar een regelluw beleid, dat ondernemers en burgers concreet stuurt en faciliteert bij hun initiatieven om accommodaties en voorzieningen te realiseren, vooral die welke gericht zijn op meerdaags verblijf. Verder wordt gedacht aan allerlei kleinschalige attracties, “oude ambachten”, musea, (souvenir)winkeltjes enzovoort, die de aantrekkingskracht van een dorp voor vakantiegangers, dagjesmensen én de eigen inwoners verhogen.

89 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication