78 - kwam er, met als conclusie dat het weeshuis zoals het nu functioneerde zijn tijd wel had gehad. De commissie, waarin ook nog voormalig burgemeester van Sandick zitting had gehad, legde een geheel nieuw organisatieplan op tafel. Dat hield onder meer in dat het weeshuis voortaan ook voor andere kinderen moest worden opengesteld: zoals kinderen van wie de ouders of voogden uit de ouderlijke macht waren ontheven. Het opvoedingswerk kreeg daardoor een heel ander karakter. Het weeshuis als zodanig had daarmee opgehouden te bestaan. Op 25 september 1951 werd het vernieuwde weeshuis door koningin Juliana heropend. In deze aangepaste vorm heeft het nog bestaan tot 1971. Toen werd duidelijk dat het gebouw echt niet meer voldeed aan de eisen van de tijd. In 1972 werd het met steun van de Commissaris der Koningin in Gelderland, de toenmalige vorstin Koningin Juliana en de Stichting Koninklijk Weeshuis verhuurd aan de Koninklijke Marechaussee, die er behalve haar eigen als de stadsmuren. In 1883 werd als laatste de voorpoort gesloopt, die daarvoor nog lang in gebruik was geweest als gevangenis. Kasteeltuinen Uit onderzoek van landschapshistorica Lucia Albers blijkt dat het kasteel vanaf het begin van de 17e eeuw omringd is geweest door een aantal prachtige tuinen die beschouwd worden als de eerste typische voorbeelden van Hollands Classicisme. In het archief vond zij de bewijzen voor de aanleg van deze tuinen: “diversche arbeyders die met ypeboomen over de barseaus te bynden soe inden groten als klenen hoff verdient hebben...”. Voor de aanleg werden per schip aangevoerd: 28 linden (Tilia), 6000 haagbeuken (Carpinus betulus), 35.000 planten Ligustrum en een partij “Spaansche doorn” (Pyracantha coccinea). Er werden ook fruitbomen geplant. De oudste tuin was de uit 1608 stammende Prinsentuin. En tussen 1625 en 1628 werden tuinen aangelegd, vergelijkbaar met de tuinen van het Buitenhof in Den Haag die in 1621 door Prins Maurits zijn aangelegd. Door Lucia Albers gevonden kaarten uit 1628 laten zien dat het kasteel omgeven was door drie tuinen of hoven. De zuidelijk gelegen tuin is de genoemde Prinsentuin. De westelijke tuin, die zich boven het kasteel, direct buiten de wallen bevond, werd later ‘renbaan’ genoemd en vertoonde een sterpatroon van drie elkaar kruisende lanen. In 1630 gaf Frederik Hendrik opdracht tot de aanleg van een groot ganzenvoetvormig lanenstelsel aan de noorwestkant van het kasteel, dat oorspronkelijk ‘De Dreefden’ werd genoemd en sinds 1846 ‘De Toeren’ is gaan heten. De Dreefden omsloten ook de buiten de wallen gelegen tuinen. Centraal in de ganzenvoet liep vanaf het kasteel in noordwestelijke richting de zogenaamde ‘Achter Binnendreef’. Deze dreef doorsneed de renbaan via de middelste laan en kwam zo’n 300 m verder uit in de punt van de ganzenvoet.
79 Online Touch Home