0

Oranje Buren! Koepelvisie Ontwikkeling Buren-stad

3 Oranje Buren! Koepelvisie Ontwikkeling Buren-stad juni 2012

VOORWOORD ......................................................................................... 1 HET VIZIER OP ORANJE ............................................................ 2 BUREN IN VOGELVLUCHT ....................................................... 3 EEN KLEURRIJK PERSPECTIEF ................................................... 3.1 Koepelvisie ....................................................................................... 3.2 Ontwikkelingsperspectieven ............................................................. 3.2.1 Het Oranje-perspectief: (her)ontwikkeling Buren als ‘Oranjestad’ ........ 3.2.2 Het Groene-perspectief: (her)ontwikkeling van het kasteelterrein ............ 3.2.3 Het Blauwe-perspectief: revalorisering Korne als economische ontwikkelingsas ................................................................................. 3.2.4 Buren als transferium ......................................................................... 3.3 Algemene succesfactoren .................................................................. 4. GIDSPROJECTEN EN PROJECTSUGGESTIES ......................... 4.1 Oranje .............................................................................................. 4.2 Groen ............................................................................................... 4.3 Blauw ............................................................................................... 4.4 Overige projectsuggesties ............................................................... Bronnen ....................................................................................................... Verantwoording ............................................................................................ Colofon ........................................................................................................ 6 9 21 31 31 40 43 47 51 56 58 67 68 76 88 94

6 - VOORWOORD Recent archeologisch onderzoek heeft het nog eens extra aan het licht gebracht: de gemeente Buren is een cultuurhistorische goudmijn! Verspreid over ons gemeentelijk grondgebied vinden we talrijke relicten uit het rijke en boeiende verleden van het Gelderse Rivierengebied. De prehistorie, de Romeinse tijd, het tijdvak van Merovingen en Karolingen, de vroege en de late Middeleeuwen, de Gouden Eeuw: gedurende al die perioden hebben in onze streek mensen geleefd en gewerkt en zo het bijzondere landschap vormgegeven, waarin het stadje Buren eeuwenlang een van de meest toonaangevende centra is geweest – niet alleen in bestuurlijk en economisch maar vooral ook in cultuurhistorisch opzicht. Hoezeer de cultuur in deze dagen ook onder druk staat, die bijzondere erfenis mag niet verloren gaan. Dat is het oprechte streven van de gemeente. We zijn vastbesloten de eertijdse vestingstad Buren letterlijk weer op de kaart te zetten. Niet voor niets is er nu een aparte portefeuille ingesteld die specifi ek gericht is op de toeristische ontwikkeling van het historische stadje. Een portefeuille die onder mijn verantwoordelijkheid valt en die helemaal past binnen de overtuiging van mijn partij, de VVD, dat cultureel erfgoed wel degelijk nieuwe economische kansen kan genereren en het dus meer dan waard is om gekoesterd te worden. Met deze koepelvisie ‘Oranje Buren’ wil de gemeente nieuwe perspectieven bieden voor de toekomst van het oude stadje. Niet door met een voorgekookte recreatienota te komen maar met een creatieve koepelvisie, die op enthousiaste en inspirerende wijze aangeeft hoe Buren zich toeristisch zou kunnen ontwikkelen. De achterliggende gedachte daarbij is dat toeristische ontwikkeling nieuwe economie genereert, die welvaart kan brengen voor de inwoners en ons tegelijk in staat stelt dit bijzondere erfgoed veilig te stellen voor toekomstige generaties. Deze koepelvisie is mede tot stand gekomen dankzij de royale steun van de Provincie Gelderland. Bijzondere dank zijn we dan ook verschuldigd aan Annemieke Traag – gedeputeerde voor onder

meer innovatie, cultuur en cultuurhistorie – en mevrouw Monique de Rooij – provinciaal programma-adviseur – die beiden voor de Provincie Gelderland bemoeienis hebben met dit project. Verder dank ik uiteraard al diegenen die aan de totstandkoming van deze uitgave hebben bijgedragen, onder wie Jan Th ijssen, Cees Hoogteijling, Dick Derkse, Willem Wolters en Henny de Heus. De toekomst van het oude stadje Buren wortelt in haar rijke verleden. De gemeente zal dan ook alles doen wat in haar macht ligt om uitvoering te geven aan de, in deze koepelvisie geschetste toekomstperspectieven. Ik hoop dat u zich, net als ik, door de inhoud van deze visie laat inspireren! Gert-Jan van Ingen Portefeuillehouder

de Peperstraat; de entree van Buren met aan de rechterzijde Restaurant ‘de Prins’.

1 9 HET VIZIER OP ORANJE Beschermd stadsgezicht Gelderland is een fortuinlijke provincie. Zij bezit niet alleen een grote rijkdom aan natuur en landschappelijk schoon, maar ook een schat aan cultuurhistorisch erfgoed dat vaak nog in uitstekende staat verkeert. De provincie telt bijna 4300 rijksmonumenten – waaronder honderden kastelen, havezaten, landhuizen – en maar liefst 32 beschermde stads- en dorpsgezichten. Van die 32 is het stadsgezicht van Buren een van de meest authentieke en misschien wel het mooiste. Vooral wanneer je, komend vanuit de richting van Tiel, plotseling getrakteerd wordt op het brede panorama van de historische vestingstad met de weeshuiswal en de tientallen historische gevels en daar voorlangs de tijdloos traag stromende Korne. En als je dan over de brug door de Peperstraat het oude stadje loopt – en voor het gemak de geparkeerde auto’s even wegdenkt – is het net alsof je een laat-zeventiende-eeuws schilderij binnenwandelt. Band met de Oranjes Maar behalve dat beschermde stadsgezicht en de vele monumentale gebouwen bezit Buren nog iets van grote cultuurhistorische waarde en dat is de band met de Oranjes. Op 8 juli 1551 werd in Buren het huwelijk voltrokken tussen Willem van Oranje en Anna van Buren, enige dochter en schatrijke erfgename van Maximiliaan van Egmont-Buren.

10 Heren en Graven van Buren - Ridder Allard IV van Buren (ca. 1336- ca. 1408) was heer van Buren en Beusichem. Hij was het die de stad Buren in 1395 haar stadsrechten verleende. Allard IV was de zoon van Allard III van Buren en Mabelia van Caets, dochter van Gijsbert van Kaets, heer van Beusichem en borg van de bisschop van Utrecht. Allard IV was gehuwd met Elisabeth van Bronckhorst. Ze kregen zes kinderen: Catharina, Johan, Gijsbert, Allard V, Arnoud en Elizabeth. Het bloed van Allard IV van Buren stroomt door de aderen van verschillende Europese vorsten, zoals Prins Charles, Juan Carlos en vele anderen. Hij was ook de eerste die zich heer van Buren en Beusichem noemde. Dat was na het overlijden van zijn moeder zo rond 1367. Willem van Buren, kleinzoon van Allard IV, kwam in 1435 in botsing met Arnold Maximiliaan was onder meer Graaf van Buren en van Leerdam en bekleedde van 1540 tot aan zijn dood in 1548 het ambt van stadhouder van Friesland, Groningen, Drenthe en Overijssel. Het huwelijksfeest was een luisterrijke gebeurtenis waarvoor honderden adellijke gasten vanuit heel Europa naar Buren kwamen. Hoewel het zoals vrijwel altijd in die dagen om een gearrangeerde verbintenis ging, bedoeld om de belangen van Willems familie in de Nederlanden te vergroten, was het een goed huwelijk. Dat blijkt uit brieven van Willem aan Anna, waarin hij haar liefkozend ‘Tanneke’ noemde. Door dit huwelijk kwam het Graafschap Buren in het bezit van het Huis van Oranje. Na een dochter Maria, die amper twee jaar oud is geworden, werd in 1554 hun eerste zoon geboren: Filips Willem, Prins van Oranje, Graaf van Nassau, Graaf van Buren. De enige Prins van Oranje die ook echt in Buren geboren is. Maar verreweg het sterkst verbonden met Buren was Maria van Nassau, Filips Willems twee jaar jongere zus, die na het overlijden van haar moeder in 1558 de titel ‘Gravin van Buren’ overnam. In 1595 was Buren opnieuw het decor van een groots huwelijksfeest met veel gasten, waaronder het puikje van de Duitse adel. Op 7 februari van dat jaar namelijk werd Maria van Nassau in de echt verbonden met Graaf Filips van Hohenlohe, een legeraanvoerder in dienst van de Republiek. Maria heeft tot aan haar levenseinde in 1616 in Buren gewoond en deed daar veel aan liefdadigheid. In 1612 stichtte ze het prachtige weeshuis, dat algemeen beschouwd wordt als een van de mooiste voorbeelden van de Hollandse renaissance en sinds 1972 onderdak biedt aan het ‘Historisch Museum der Koninklijke Marechaussee’. Omdat Filips Willem van Oranje al in 1608 was overleden, verviel het kasteel van Buren na Maria’s dood aan Prins Maurits en via hem aan prins Frederik Hendrik. Onder Frederik Hendrik bereikte Verhaalplekken Elke plek heeft zijn eigen verhaal. Op deze zogenaamde ‘verhaalplekken’ kunnen de oude verhalenopnieuw tot leven komen, bijvoorbeeld tijdens avondlijke dwaallichtentochten, voor jong en oud. Daarbij worden spookverhalen voorgedragen of op een andere manier ten gehore gebracht. Een klank- en lichtspel in een theaterachtige setting (geluidsfragmenten, stemmige muziek, vliegende lantaarns en drijvende lampionnetjes) versterken de atmosfeer. Kunstenaar Hendrik Ribot doet iets vergelijkbaars op de Veluwe. Hij neemt bezoekers mee naar ‘de Verborgen Tuin’, waar een verhalenverteller en een violist op hen wachten. Daar worden eeuwenoude volksverhalen vertelt over dolende ruiters, verdwenen kloosters en verloren zielen. Hendrik Ribot: ‘Met het project Dwalend Licht wil ik een biografie over de Veluwe verwezenlijken. Voortkomend uit de fascinatie voor het gebied en de associaties die ik hierbij als kunstenaar voel. Het project is zowel autobiografische

11 het kasteel zijn grootste omvang en werd het lanencomplex van de Toeren aangelegd. Hij was meteen ook de laatste Oranje Nassau die het kasteel bewoonde. Die speciale band tussen het stadje en de Oranjes zou de tand des tijds doorstaan. Nog steeds luidt een van de vele titels van onze vorstin ‘Gravin van Buren’. Het is bekend dat Koningin Wilhelmina veelvuldig van die titel gebruikmaakte als zij incognito reisde. Net als haar achterkleinzoon Kroonprins Willem Alexander trouwens, die onder de naam W.A. van Buren in 1986 meedeed aan de Elfstedentocht. Teruglopende belangstelling In de jaren ‘70 van de vorige eeuw vond er op grote schaal restauratie plaats, en raakte Buren ook bij het grote publiek in trek als favoriete bestemming van een fi etstocht, een uitstapje of een dagje uit. En dat bleef lange tijd ook zo. Helaas verdween met de golf van schaalvergroting, die in de laatste decennia van de vorige eeuw over de westerse wereld rolde, ook in Buren veel van de oorspronkelijke middenstand. En met de terugloop van de middenstand begonnen ook de gezellige drukte en de levendige bedrijvigheid te kwijnen, die voor een belangrijk deel de toeristische aantrekkingskracht van het stadje bepaalden. De gevolgen laten zich raden. De publieke belangstelling werd minder en daarmee ook de inkomsten uit toerisme en recreatie. Daardoor was er ook minder geld beschikbaar voor noodzakelijk onderhoud en attractiviteit verhogende maatregelen. Een neergaande spiraal. Koepelvisie ‘Oranje Buren’ Gelukkig onderkent men het probleem. De gemeente Buren is al langere tijd op zoek naar oplossingen om het tij te keren en van Egmont, Hertog van Gelre, die hem na een beleg van het kasteel Buren van zijn goederen verdreef. Zo kwam de Heerlijkheid Buren in het bezit van de familie Van Egmont. En in 1492 was het Arnolds neef Frederik van Egmont, die voor het eerst de titel ‘Graaf van Buren’ mocht voeren. Via Anna van Egmont, vrouw van Willem van Oranje, kwam Buren in bezit van de Oranjes, die tot op de dag van vandaag de titel ‘Graaf van Buren’ dragen. als ‘open’ voor invloeden van anderen. Deze biografie met als thema ‘het vertellend landschap’ wordt gevormd door verhalen en vorm gegeven door middel van performances en lichtsculpturen. De geboden diversiteit aan sferen van de bossen, zandverstuivingen en heidevelden schept perspectieven voor een ontwikkeling naar een pluriforme voorstelling. Het uitgebreide palet aan mogelijkheden en ideeën door anderen en mezelf aangedragen biedt voor de toekomst een bijna onuitputtelijke bron van creatieve verwezenlijking’. www.ribot.nl

12 Alessandro Pasqualini - Alessandro Pasqualini (1493-1559) was een Italiaanse architect uit de tijd van de renaissance. Hij werd geboren in Bologna en was van adellijke afkomst. In Rome leerde hij het werk kennen van de architecten Rafaël, Baldassare Peruzzi en Donato Bramante. In 1530 maakte hij kennis met Maximiliaan van Egmont, zoon van Floris van Egmont, Graaf van Buren, Heer van IJsselstein en Leenheer van Grave. Van Egmont was onder de indruk van de Italiaanse architectuur van die tijd en nam Pasqualini in dienst als bouwheer. Pasqualini zou 18 zoekt die met name in innovatieve strategieën op het gebied van erfgoedplanning en cultuurtoerisme. Daarom heeft de gemeente DLA+ landscape architects uit Groesbeek gevraagd om een opzet te maken voor een ontwikkelingsvisie, die zich concentreert op de toekomst van het bijzondere erfgoed dat het oude stadje Buren vertegenwoordigt. Het resultaat is deze Koepelvisie ‘Oranje Buren’, die tot doel heeft voorstellen te doen voor bescherming, ontwikkeling en herwaardering van het cultuurhistorisch en landschappelijk erfgoed van het vestingstadje Buren en directe omgeving. Deze koepelvisie is richtinggevend. Uitgaande ván en met respect vóór de oorspronkelijke kernwaarden (landschappelijk, cultuur- en (steden)bouwhistorisch, toeristisch-recreatief), wordt gezocht naar nieuwe, eigentijdse ‘vertalingen’ van vroegere en huidige cultuurhistorische waarden, functies en betekenissen. Deze vertalingen zullen concreet zijn, structureel en integraal. Maar bovenal zullen ze belangrijke nieuwe economische impulsen moeten genereren en leiden tot meer welvaart en meer welzijn voor de inwoners. De gemeente zal de koepelvisie ook hanteren bij de toetsing en waardering van nieuwe initiatieven, plannen en projectvoorstellen. Vandaar dat in de visie ook een set van criteria is opgenomen. Visionair plan van aanpak De Koepelvisie Oranje Buren is een visionair plan van aanpak. In die omschrijving liggen meteen ook de twee hoofdkenmerken besloten: aan de ene kant formuleert de koepelvisie de visie en de ambitie van de gemeente waar het de toekomstige ontwikkeling betreft. En aan de andere kant is het een masterplan dat heel concreet de kaders schetst van de gewenste ontwikkelingen en meteen ook een voorschot neemt op de praktische invulling door behalve met een groot aantal projectsuggesties ook te komen met een drietal zogenaamde drive-in-foto-expositie Agri-Cult is een foto-expositie in de buitenlucht van uitvergrote foto’s in een polder achter Zonnemaire. De foto’s zijn geïnspireerd op het platteland, met een eigen interpretatie van iedere fotograaf. Agri-Cult is een initiatief van Stichting Zonnemaire Buitengewoon, in samenwerking met Lisa Harty van Public Art South West in Devon, Engeland. Het project in Engeland bestaat uit een opdracht aan schoolleerlingen om de geschiedenis van het lokale platteland te bekijken aan de hand van oude archieffoto’s, individueel onderzoek en eigen, recente foto’s. Fotografe Jennie Hayes van Arts Development moedigde de leerlingen aan om creatief na te denken

13 gids- of aanjaagprojecten. Gidsprojecten zijn concrete projecten, die voorbeeldig zijn en de ‘weg wijzen’ naar passende invullingen van de visie. Gidsprojecten kunnen bovendien snel gerealiseerd kunnen worden en daarmee als stimulans en aanjager dienen voor allerlei nieuwe initiatieven en plannen. Maar behalve sturen en stimuleren wil de gemeente met deze koepelvisie vooral ook inspireren. Vandaar ook dat dit visiedocument talloze voorbeelden bevat van oplossingen en concepten die elders zijn toegepast en die door hun creativiteit en vindingrijkheid de fantasie kunnen prikkelen van iedereen die een bijdrage wil leveren aan de toekomst van het stadje Buren. Blauw, oranje en groen De Koepelvisie Oranje Buren richt haar vizier op drie ontwikkelingsperspectieven, die volgens de gemeente en de opstellers de meeste kansen bieden op een revalorisering van de vestingstad met kasteel en directe omgeving, en die in het kielzog daarvan moeten leiden tot nieuwe economie. Die ontwikkelingsperspectieven zijn – globaal – te vatten onder de kleuren blauw, oranje en groen: • Blauw : symboliseert de (her)waardering van de Korne als economische ontwikkelingsas • Oranje : staat voor de ontwikkeling en revalorisering van vestingstad Buren en directe omgeving als ‘Oranjestad’, culminerend in een nieuwe oranje ontwikkelingsas (Peperstraat-Voorstraat-Buitenhuizenpoort-Plantsoen/ kasteelterrein) met de naam ‘Oranje Loper’, waarover verderop meer. • Groen : heeft betrekking op de ontwikkeling van het kasteelterrein en de ommelanden als een ‘groen’ evenementenplein. jaar in de Nederlanden blijven en was een van de eersten die in de Noordelijke Nederlanden een zuivere vorm van renaissancistische architectuur toepaste. Zijn eerste werk voor de Van Egmonts is waarschijnlijk de kerktoren van IJsselstein geweest. Andere werken waren een nieuwe gevel voor het zuidtransept van de kerk van Grave en verdedigingswerken in onder meer Kampen en Leerdam. Pasqualini was met name actief in Buren. Voor die stad ontwierp hij de achtkantige bovenbouw van de kerktoren, maar hield zich daar ook bezig met vestingbouw en de verbouwing van het kasteel. over hun eigen rurale omgeving, hoe die gevormd is door de agricultuur, en hun eigen relatie met het landschap. Ze gingen op pad met een eenvoudige camera om foto’s te maken, en bekeken de invloed van de agricultuur en het verschil met vroeger. De resultaten van de foto’s en daarbij een schrijfopdracht worden samengebracht in een ontwerp dat in de frames tentoongesteld wordt. www.zonnemaire.com/agricult/ pag1.htm

14 - De onbekende Prins van Oranje Willem van Oranje is verscheidene malen gehuwd. Zijn eerste vrouw was Anna van Egmont van Buren, dochter van Maximiliaan van Egmont (Graaf van Buren en van Leerdam) en Françoise de Lannoy. Het huwelijk eindigde in 1558 door het overlijden van Anna van Egmont. Ze kregen drie kinderen: Maria, die op tweejarige leeftijd overleed, Philips Willem en een tweede dochter die ook Maria werd genoemd. Filips Willem (1554-1618), Prins van Oranje, Graaf van Nassau, Graaf van Buren, was de oudste zoon Oranje is de kleur die alles zowel structureel (Korne – Stad – Kasteelterrein) als thematisch (Buren in het teken van de Oranjes) verbindt. Met de Oranje-thematiek kan Buren zich nadrukkelijk onderscheiden. Het is een thematiek die het bovendien uitstekend doet in de media en verder allerlei ‘royale’ aanknopingspunten biedt. Het is om die redenen dat de ontwikkelingsvisie voor Buren-stad de naam Koepelvisie Oranje Buren heeft meegekregen. ‘Oranje Buren’ Oranje is de kleur die alles zowel structureel (Korne – Stad – Kasteelterrein) als thematisch (Buren in het teken van de Oranjes) verbindt. Met de Oranje-thematiek kan Buren zich nadrukkelijk onderscheiden. Het is een thematiek die het bovendien uitstekend doet in de media en verder allerlei ‘royale’ aanknopingspunten biedt. Het is om die redenen dat deze koepelvisie voor de ontwikkeling van Buren-stad de naam ‘Oranje Buren’ heeft meegekregen. Ontwikkelingsvisie Burense Stroomrug De Koepelvisie ‘Oranje Buren’, die zich primair richt op de toeristischrecreatieve ontwikkeling van Buren-stad, wordt waar mogelijk parallel uitgewerkt aan de regionale ontwikkelingsvisie ‘Burense Stroomrug’. Deze regionale ontwikkelingsvisie richt zich op een ruimer gebied: de keten van oude stroomruggen die zich min of meer diagonaal door het Nationaal Landschap Gelders Rivierengebied slingert, grofweg van Tiel via Buren naar Culemborg. Deze ‘Burense Stroomrug’ is van oudsher een van de belangrijkste ontwikkelingsdragers: hieraan hebben zich de voornaamste cultuurhistorische, economische en demografi sche ontwikkelingen voltrokken. Niet voor niets bevinden zich aan en op de Burense Stroomrug vrijwel alle huidige woonkernen. Kanaalkunst Het havengebied in Goes vormt een belangrijke ’levensader’ voor de stad. De komende jaren ondergaat het een metamorfose van bedrijvig industriegebied naar woongebied aan het water. Dit veranderende gebied vormt voor de kunstenaars een bron van inspiratie. Een wisselwerking tussen

15 Doel van de Ontwikkelingsvisie Burense Stroomrug is revitalisering van het Gelders Rivierengebied, met daarin de Burense Stroomrug als centrale ontwikkelingsas. Het stadje Buren zal in dat perspectief de rol krijgen van transferium: de cultuurhistorisch waardevolle, toeristischrecreatieve en educatief-informatieve ‘entree’ van waaruit men het Nationaal Landschap Gelders Rivierengebied te voet, per fi ets, auto of zelf boot kan gaan ontdekken. Beide visies zijn onderling verbonden. De Koepelvisie Oranje Buren kan zelfs beschouwd worden als een verdere, meer gedetailleerde uitwerking – weliswaar met iets andere accenten – van de Ontwikkelingsvisie Burense Stroomrug. Daarom spreekt het vanzelf dat we in dit document – zij het op hoofdlijnen – ook ingaan op de plaats van Buren binnen de regionale ontwikkelingsvisie. Programma Om zo snel mogelijk tot de kern van de problematiek door te dringen en zo een snelle realisatie van projecten en voorstellen mogelijk te maken, is gekozen voor een aanpak waarbij – naast vanzelfsprekende onderzoeksvormen als veldonderzoek, bibliografi sch en cartografi sch onderzoek – zoveel mogelijk gebruikgemaakt wordt van kennis en inzichten die plaatselijk voorhanden zijn, dus bij gebiedskenners en sleutelfi guren uit de gemeenschap. Het verzamelen van die kennis vond voor een groot deel plaats tijdens een zogenaamd atelier, een bijeenkomst waaraan werd deelgenomen door Henny de Heus (Historische Vereniging Pasqualini), Dick Derkse (Stichting Buren Oranjestad), Willem Wolters (Bond Heemschut), Wim Kuster en Marinus van Olderen (beide laatsten namens de gemeente Buren). De kennis werd verder aangevuld en uitgediept tijdens interviews met personen van ‘statuur’, zoals Gert-Jan van Ingen (wethouder voor onder meer toerisme en Buren-stad), Jan Th ijsen (Museum van Willem van Oranje en zijn eerste echtgenote Anna van Egmont. Hij is de enige mannelijke Oranje die in Buren is geboren en hij is meteen ook de meest onbekende Prins van Oranje. Filips Willem is deels vernoemd naar de Spaanse koning Filips II, met wie Willem van Oranje aanvankelijk op goede voet stond. Maar toen Willem van Oranje in 1568 – het begin van de tachtigjarige oorlog – in opstand kwam tegen Filips II, werd z’n zoon Filips Willem, die toen student was aan de Universiteit van Leuven, gevangengenomen en vanuit Leuven naar Spanje ontvoerd. Hij fungeerde als gijzelaar in Spaanse handen. Gedurende zijn lange verblijf in Spanje kreeg Filips Willem een katholieke opvoeding. Hij voltooide bovendien zijn de kunst, historie en toekomst, werken, wonen en recreëren, natuur en industrie. Een treffen met elkaar in een spannende dialoog. Het kanaal is niet alleen de verbindingsroute met de Oosterschelde voor beroepsvaart, maar ook voor de recreatievaart. Duur of goedkoop, snel of traag: alle varianten vinden een plekje op het water. De roeivereniging heeft er een plek gevonden. De zeeverkenners zorgen voor activiteit. De dijk langs het kanaal voorziet in een behoefte als fietsroute en als bermrecreatiegebied. Ieder die in Goes en omgeving is opgegroeid, is vertrouwd met dit ‘openbare zoutwaterzwembad’. Oek de Jong beschrijft dit op een prachtige manier in zijn boek ‘Opwaaiende zomerjurken’. De sluizen bij het Sas zijn voor de kijker vaak een bron van plezier en voor de pleziervaart niet altijd even gemakkelijk te passeren. Het café ‘Het Loze Vissertje’ is een echte ontmoetingsplek. De seizoenen geven het kanaal een steeds veranderend gezicht. Het kanaal zelf, met zijn bomen en lagere begroeiing, vormt een divers leefgebied voor vele soorten planten en dieren.

16 -academische studies aan de universiteit van Salamanca. Pas in 1596 mocht hij van het Spaanse hof terug naar de Republiek, maar werd daar niet toegelaten omdat men hem verdacht van spionage voor Spanje. Bij de dood van zijn vader in 1584 erfde Filips Willem als oudste zoon het vorstendom Oranje en het Graafschap Buren. In 1609 verkreeg hij bovendien alle Nassause bezittingen in de Zuidelijke Nederlanden. Met zijn protestantsgezinde (half)broers Maurits en Frederik Hendrik voerde hij een felle strijd over de nalatenschap van zijn vader. Vanaf 1596 woonde Filips Willem in de Zuidelijke Nederlanden, in het Nassaupaleis te Brussel. Op verzoek van de Noordelijke Staten-Generaal onthield hij zich niet van politieke zaken. Dat is wellicht ook de reden van zijn betrekkelijke onbekendheid. In 1606 huwde Filips Willem in Fontainebleau Buren & Oranje), Dick Derkse (Stichting Buren Oranjestad) en Cees Hoogteijling (Kunstmarkt Buren). Deze interviews zijn uitgewerkt in vier afzonderlijke artikelen waarvan er steeds na elk hoofdstuk een staat afgedrukt. De uitkomsten van atelier en interviews zijn – met bijzondere dank aan al degenen die daaraan hun medewerking hebben verleend – verwerkt in de hoofdstukken 2 (Buren in vogelvlucht) en 3 (Een kleurrijk perspectief). De resultaten van zowel de interviews en ateliers, als die van het bronnen- en veldonderzoek vormen het fundament van de koepelvisie. Leeswijzer De indeling is als volgt: • Hoofdstuk 2. ‘Buren in vogelvlucht’ geeft een korte fysischgeografi sche en cultuurhistorische beschrijving van Buren. • Hoofdstuk 3. ‘Een kleurrijk perspectief’ behandelt de eigenlijke visie: doelstelling, ambitie, ontwikkelingsperspectieven (o.m. Oranje-Groen-Blauw), de relatie met Ontwikkelingsvisie Burense Stroomrug en de criteria waaraan projecten in het kader van de koepelvisie moeten voldoen. • Hoofdstuk 4. Gidsprojecten en Projectsuggesties geeft een uitgebreide omschrijving van de Gidsprojecten, onderverdeeld naar ontwikkelingsperspectief: Oranje (4.1), Groen (4.2), Blauw (4.3). Bij elk ontwikkelingsperspectief zijn meerdere projectsuggesties ondergebracht, elk met een toelichting. Het hoofdstuk wordt afgesloten met een aantal een aantal algemene, niet aan één specifi ek ontwikkelingsperspectief verbonden projectsuggesties (4.4). KanaalKunst is een buitenexpositie die u te voet, op de fiets of met de auto kunt volgen. Onderweg komt u kunstwerken tegen en bordjes met verwijzingen naar de historie van dit interessante gebied, dat bovendien ook nog veel natuurschoon te bieden heeft. De meeste kunstwerken zijn 24 uur per dag te bezichtigen. Ook is er een Scholenproject ‘KanaalKunst’. Met behulp van lesbrieven worden de leerlingen van de Goese scholen voor primair onderwijs (groep 8), het voortgezet onderwijs (alle groepen) en het MBO (alle groepen) uitgenodigd deze tentoonstelling te bezoeken. De docent krijgt achtergrondinformatie over het project, het gebied en de kunstenaars. Hiermee kan in

17 Gelaagde structuur Dit document kent vier lagen, die terug te vinden zijn in de vormgeving. Elke laag heeft een eigen functie: • De eerste laag, de hoofdlaag, is die van de beleidsmatige hoofdstukteksten. • De tweede laag is die van de informatieve zijteksten. Daarin staan allerlei interessante, prettig leesbare wetenswaardigheden uit de rijke cultuurhistorie van Buren. • De derde laag is de laag van de inspirerende voorbeelden. Onderaan de pagina staan allerlei kleurrijke en zeer uiteenlopende voorbeelden van oplossingen en projecten die elders bedacht en/of uitgevoerd zijn, • De vierde laag is die van het persoonlijke commentaar, in de vorm van interviews met sleutelfi guren uit de Burense samenleving, die hun licht laten schijnen over de toekomst van hun geliefde stad. (1587-1619), een nicht van de Franse koning Hendrik IV en een dochter van Hendrik I van Bourbon-Condé. Het huwelijk bleef kinderloos. Filips Willem overleed op 20 februari 1618 in Brussel na een verkeerde klysmabehandeling. Hij was toen 63 jaar. De ‘onbekende Prins van Oranje’ ligt begraven in de Sint Sulpitiuskerk te Diest in België. de klas de kunst/fietsroute voorbereid worden. Ook is het mogelijk dat een van de kunstenaars in de klas vertelt over het project en eigen werk. www.kanaalkunstgoes.nl

Cees Hoogteijling: Cees Hoogteijling, voormalig directeur van de VVV, organiseert samen met zijn vrouw Nel de Kunstmarkt in Buren, die tweejaarlijks plaatsvindt in de tuinen van het Marechausseemuseum en dit jaar zijn derde editi e tegemoet kan zien. Cees Hoogteijling is in de loop der jaren bij tal van culturele evenementen en manifestati es betrokken geweest. En hij is alti jd bereid om, zoals hij het zelf zegt: ‘een bijdrage te leveren aan de wederopstanding van de stad.’ ‘Wat mij als ereburger van Buren eigenlijk het meeste pijn doet is dat het aanzien van het stadje door gebrek aan onderhoud de afgelopen jaren hard achteruit is gegaan. Straten met onkruid, geen bloembak of bloemetje meer bij de entree. Er is ook weinig tot geen subsidie meer om zaken te promoten. Je ziet dat de bedrijvigheid de laatste ti en jaar een fl ink stuk minder is geworden. Er zijn ook een aantal drukbezochte evenementen verdwenen, zoals Chapeau, onze unieke hoedendag met allerlei hoedenmakerstands en modeshows. Wat daarvan precies de oorzaak is, is moeilijk te zeggen. Dat het steeds moeilijker wordt om nog vrijwilligers te vinden zal er mee te maken hebben. En ook dat er nogal wat mensen in Buren zijn komen wonen die liever geen kraampje voor hun deur hebben, ook al is het maar voor een paar dagen per jaar. Dat gebrek aan medewerking stuit me tegen de borst omdat Buren met heel veel gemeenschapsgeld is gerestaureerd. Dan heeft die gemeenschap toch ook het recht om Buren te bezoeken?’ Samen sterk ‘Feit is in elk geval dat er minder bezoekers naar het stadje komen. En daar moeten we samen wat aan zien te doen. Dat betekent ook dat we als ondernemers de hand in eigen boezem moeten steken. We zouden met z’n allen meer aan verfrissing moeten werken. Niet tegen elkaar maar mét elkaar. Samen sterk. Zo zouden de openingsti jden van de horeca beter op elkaar moeten worden afgestemd, zodat mensen alti jd in een café, terras of restaurant terecht kunnen, ook op maandag. Waar ik ook moeite mee heb – hoezeer ik de achtergrond daarvan begrijp en respecteer – is dat het Museum Buren en Oranje niet op zondag open is. Toch zal ik me tot aan mijn dood blijven inzett en om van Buren weer een levendig stadje te maken dat weer met recht ‘de Parel van de Betuwe’ genoemd kan worden.’ Aanzien verbeteren ‘Om dat voor elkaar te krijgen moet er het nodige gebeuren. Je zou het aanzien van Buren kunnen verbeteren door de entree een fraaier aanzien te geven, bijvoorbeeld door de huidige brugleuningen te vervangen door smeedijzeren leuningen, compleet met fl eurige bloembakken. Je zou bij de entree van de stad een border aan kunnen leggen met in bloemen de tekst: Welkom in Buren, dé Oranjestad. Je zou een parkeerverbod kunnen instellen voor een deel van de Kornewal en de Peperstraat, zodat de entree echt authenti ek aandoet. Je zou het terras op de Markt kunnen uitbreiden en mooiere bloembakken plaatsen. Verkeers- en andere borden zouden

19 ‘Buren als ‘levende parel’ overdragen aan de volgende generati e’ zoveel mogelijk uit het straatbeeld moeten verdwijnen. Want nu ziet het er, laten we eerlijk zijn, niet uit. De bebording over Buren en de evenementen die er plaatsvinden (Asch, Buren) moet eenvormig en actueel zijn. De tuinen van het weeshuis zouden beter onderhouden kunnen worden en dan ook voor meerdere doeleinden worden ingezet. En een passende overkapping van het weekmarktt errein kan ervoor zorgen dat evenementen ook bij slecht weer gewoon kunnen doorgaan.’ Eén overkoepelende organisati e ‘Verder vind ik dat er één overkoepelende organisati e moet komen waarin alle evenementen vertegenwoordigd zijn. Huidige evenementen zoals Kunstwerkgroep Buren, Buren bij Kaarslicht, Kerstf air, Kunstmarkt Buren, Buren Toen Theater, Burense Kunstkring, Jazz in Buren, Legerdag Buren, Buren Promoti e, Muziek in Buren. Maar ook toekomsti ge zoals bijvoorbeeld een Oude Motoren Dag of een Wijndag, in samenwerking met de wijngaarden in Erichem. We zouden ook zinvolle bestemmingen moeten vinden voor het Poortgebouw en voor het Archief aan de Achterbonenburg, dat binnenkort vrijkomt. En met zinvol bedoel ik bestemmingen die ook echt een aanvulling zijn voor Buren en voor de bewoners van Buren. Maar het belangrijkste is, ik zei het al, met een groep mensen om de tafel te gaan zitt en die ook werkelijk bereid zijn de handen uit de mouwen te steken. Pas dan kun je echt van alles regelen en organiseren. Ik ben weliswaar een inwoner van een naburige gemeente, maar ik leef in Buren en voel me daarmee innig verbonden. En ik wil graag een bijdrage leveren aan de herbouw en herbloei van zo’n mooie stad als Buren, van een prachti g decor dat ruim 600 jaar geleden door onze voorouders werd neergezet. Aan ons de taak het in stand te houden en als “levende parel” over te dragen aan de volgende generati e.’

de Buitenhuizenpoort met zicht in de Peperstraat; aan de linkerzijde is Restaurant ‘de Prins’ nog juist zichtbaar.

2 21 BUREN IN VOGELVLUCHT Sedimenten en oeverwallen De Rijn heeft in zijn lange geschiedenis een voortdurend wisselende loop gekend. Zijn grillige dynamiek was kenmerkend voor een rivier die door het laagland van zijn eigen afzettingen een weg naar zee zocht. Wat wij de Rijn zijn gaan noemen, vormde honderden eeuwen lang een breed stelsel van slingerende geulen en waterlopen dat regelmatig overstroomde. Tijdens perioden van hoog water werd het wateroppervlak immens groot en nam tegelijk ook de stroomsnelheid drastisch af, met als gevolg dat de rivier de meegevoerde sedimenten af kon zetten. In en bij de eigenlijke beddingen stroomde het water wat sneller; daar werden dan ook de grovere deeltjes (zand en grind) afgezet die in de loop der tijd langgerekte oeverwallen vormden. De kleine deeltjes, zoals rivierklei, werden verder van de bedding af – dus meer landinwaarts – afgezet. Komgronden en stroomruggen De grote afzettingsdeeltjes in en direct om de rivierbedding hoopten zich in de loop der tijd op, waardoor de rivierbodem rees en de rivier en de oeverwallen langzamerhand steeds hoger kwamen te liggen. Dat proces zette zich voort totdat de rivier op een bepaald moment door zijn oeverwal heen brak en een nieuwe bedding koos. De klei, die wat verder van de oude rivier afgezet was, klonk meer in dan het zand en de grovere deeltjes van de oeverwal, en vormde de zogenaamde komgronden; het gevolg was dat de oude rivierloop ten opzichte van die omringende komgronden extra hoog kwam te

22 - Beleg van Buren (1575) Het Beleg van Buren vond plaats tijdens de Tachtigjarige Oorlog onder de in Spaanse dienst opererende stadhouder Gilles de Berlaymont en eindigde met de inname van de stad op 28 juni 1575. liggen. Dergelijke oeverwallen, die zich van nature kenmerken door hun hogere ligging, noemt men stroomruggen. Wonen op de wallen De zandige verhogingen van oeverwallen en stroomruggen vormden van oudsher de logische plek voor bewoning. Men woonde in boerderijen langs de vele, vaak dode rivierarmen. Daar zijn in de loop der tijd de nederzettingen ontstaan die tot de huidige dorpen en stadjes zijn uitgegroeid. Op de stroomruggen stonden parkachtige loofbossen met eik, iep, beuk en linde. Maar de bodem bleek zich ook uitstekend te lenen voor de teelt van allerlei fruitbomen. Nu nog vinden we op de oude hoger gelegen oeverwallen de vele boomgaarden waaraan de Betuwe zijn faam ontleent. De drassige, kleiige komgebieden waren ruigten begroeid met wilgenen elzenstruweel en vormden dichte, nauwelijks doordringbare moerassen. In de zomer, bij langere perioden van droogte, waren de kommen begaanbaar en werd er het vee in gedreven. Verder werden ze voornamelijk als hooiland gebruikt. Ze werden geleidelijk aan ontgonnen waardoor het landschap steeds opener werd. Gilles de Berlaymont wist tijdens de Slag bij Jemmingen Lodewijk van Nassau al een gevoelige nederlaag toe te brengen. Toen de Geuzen van Buren de Lekdijk wilden doorsteken, om het Sticht Utrecht onder water te zetten en zo de Spaanse doortocht naar Haarlem te blokkeren, nam De Berlaymont deze dijk in. Als gevolg daarvan kregen Strijd tegen het water Het Gelders Rivierengebied bleef eeuwenlang een speelbal van de Rijn en al zijn zijtakken. Tot ver in de 20ste eeuw vonden met grote regelmaat overstromingen plaats die soms hele dorpen verzwolgen en vele slachtoff ers eisten. In de niet afl atende strijd met het water was men in de middeleeuwen al met het aanleggen van bedijken begonnen. Om de eigen woningen en landbouwgebieden te beschermen, legde elk ‘kerspel’ (kerkgemeente, later de bestuurlijke voorloper van onze ‘gemeenten’) ‘achterkades’ en ‘zijkades’ aan, die bedoeld waren om Trekschuit Delft-Leiden Vaar mee met de trekschuit DelftLeiden anno 2010. Met de economische voorspoed van de Gouden Eeuw ontstond er behoefte aan gemakkelijke en comfortabele verbindingen tussen steden. Vervoer met een paard of per koets was een snelle maar dure en oncomfortabele oplossing. De onverharde wegen maakten een rit per koets soms tot een helse tocht. Door elkaar geschud en vergeven van het stof kwam men op de plaats van bestemming aan. Op 15 maart 1638 ging de trekschuitdienst Leiden-Delft voor het eerst van start. De schoonheid van de Vliet met haar prachtige landerijen, de schipper op de bok en het kabbelende water op de achtergrond. De tijden van de Gouden Eeuw herleven. 250 jaar lang was de trekschuit het voornaamste vervoermiddel tussen Delft en Leiden. Moderne vervoermiddelen namen haar plaats de afgelopen eeuwen in. In het kader van het door de provincie uitgeroepen themajaar, ‘Historische vaarwegen en Waterlinies’, zal Stichting Herstel Trekvaart Leiden

23 het rivierwater met een grote bocht om de nederzettingen heen naar de komgronden (en de naburige kerspels!) te leiden; later legde men in gezamenlijkheid bandijken aan die alle nederzettingen en de bijbehorende komgronden bescherming moesten bieden. Ontginningen De komgebieden waren vóór de bedijking ontoegankelijke moerassen, die aan niemand toebehoorden. Na de bedijking werden de komgebieden in de 13e en 14e eeuw geleidelijk aan ontgonnen en kwam er blokverkaveling tot stand. Een ingewikkeld stelsel van weteringen en sloten voerde het overtollige water af naar de rivieren. Overal in het Gelders Rivierengebied – langs de Linge, de Lek, Kromme Rijn maar ook langs een riviertje als de Korne – is zo het kenmerkend landschap ontstaan van rivieren met hun kronkelende dijken en grazige uiterwaarden, de hoge oeverwallen waarop zich vaak pittoreske dorpen en gehuchten bevinden en de uitgestrekte lage komgronden met hun rechtlijnig patroon van sloten en weteringen. Buren, mooiste parel aan de ketting Diagonaal door het komgrondengebied van wat nu Nationaal Landschap Gelders Rivierengebied heet, slingert zich – grofweg van Tiel via Buren naar Culemborg – een gordel van min of meer aaneengesloten stroomruggen: ‘de Burense Stroomrug’. De Burense Stroomrug mag voor dit deel van het Gelders Rivierengebied beschouwd worden als de belangrijkste ontwikkelingsas. Aan en in de directe nabijheid van deze gordel van stroomruggen hebben zich – zoals gezegd – de voornaamste cultuurhistorische, economische en demografi sche ontwikkelingen voltrokken. Op en aan de Burense Stroomrug vinden we vrijwel alle historische woonkernen in het gebied als parels aaneengeregen: Beusichem, Zoelmond, Asch, de belegerden in Haarlem (beleg 1572-1573) het nog moeilijker. Na een mislukte campagne in West-Friesland was De Berlaymont plunderend en brandstichtend op weg naar Beverwijk. Maar voordat hij daar aankwam trok hij onverwacht naar Buren om die stad in te nemen. Volgens een geuzenlied gebeurde tijdens de belegering het volgende: De Berlaymont liet zijn mannen de stad twee dagen lang met 15 kanonnen beschieten en wist zich zo toegang te verschaffen. Kapitein Dirck Vijgh, die de verdediging leidde, had bevolen niet terug te schieten. Naar later bleek omdat hij zou zijn omgekocht door de Spanjaarden, die een waar bloedbad aanrichten onder de inwoners. Wie van garnizoen en burgers het vege lijf wist te redden, vluchtte het kasteel in. Op de derde dag van het beleg, 28 juni 1575, gaf Buren zich gewonnen. Dirck Vijgh vluchtte na de inname naar Zaltbommel. Delft de trekschuitroute tussen deze twee steden in ere herstellen. Beleef het comfort van de trekschuit en boek een vaartje. Stap op en af waar en wanneer u maar wilt. Op de zondagen zal de schuit een deel van het traject, vanaf de sluis van Leidschendam richting Leiden, met behulp van een paard worden voortgetrokken. Het herstel van de trekschuitroute is mede mogelijk gemaakt door een ontwikkelingssubsidie van de Provincie Zuid Holland. www.trekschuitdelftleiden.nl

24 - Het beleg was zo’n succes dat De Berlaymont vervolgens Zuid-Holland binnentrok. De Spaanse bezetting van Buren heeft uiteindelijk niet lang geduurd. Na de Pacifi catie van Gent in 1576 keerde de stad terug onder de Staten. Erichem, Zoelen en Kerk-Avezaath. En in het midden ligt, als grootse en mooiste parel aan de ketting, het vestingstadje Buren. Van Buren tot Oranje De oudste vermelding van de naam ‘Buren’ is naar verluidt gevonden in een eind 12e eeuwse kopie van een oorkonderegister uit het klooster Lauresham in Duitsland. Daarin komt een oorkonde voor uit 772, waarin vermeld staat: ‘in pago Testrebenti in villa Hunsetti et in villa Buria mansum’. Daaruit zou kunnen worden afgeleid dat er in de vroegmiddeleeuwse gouw Teisterbant een plaats of nederzetting met de naam ‘Buria’ (Buren) zou hebben gelegen. Het kasteel wordt het eerst genoemd in 1298, wanneer wordt vastgelegd dat Otto, de heer van Buren, en zijn zoon Allard het huis Buren moet afstaan aan Reinoud I, Graaf van Gelre, Graaf van Gelre. Zij mochten op het kasteel blijven als leenmannen van de Graaf – later Hertog – van Gelre. Ridder Allard IV van Buren, de eerste heer van Buren en Beusichem, verleende Buren in 1395 stadsrechten. Zijn kleinzoon Willem werd in 1435 door Arnold van Egmont, Hertog van Gelre, van zijn goederen verdreven waardoor de Heerlijkheid Buren in het bezit kwam van de familie Van Egmont. In 1498 werd de middeleeuwse heerlijkheid Buren een graafschap en Frederik van Egmont was de eerste die zich Graaf van Buren mocht noemen. Toen in 1551 Anna van Buren, dochter en enige erfgename van Maximiliaan van Egmont-Buren huwde met Prins Willem van Oranje-Nassau, kwam het Graafschap Buren in het bezit van het Huis van Oranje. Vlietdagen De Vlietdagen zijn een feest voor en door de inwoners van Leidschendam en Voorburg. Gemeente, bedrijfsleven en verenigingen helpen elk jaar mee aan het succes van de Vlietdagen. Het overgrote deel van de activiteiten is gratis. Tijdens de Vlietdagen is er o.a. een vlootschouw, waarbij een stoet varende monumentale en historische schepen een waar schouwspel geven. Verder is er een culinaire dinertocht en ‘candlelight-shipping’, waarbij iedereen mee kan varen in zijn of haar boot. Culinaire dinertocht Voor wie wil varen en tegelijkertijd lekker wil eten, is de Culinaire

25 Buren bestuurlijk In 1801 werd het Graafschap Buren bij Gelderland ingelijfd. Buren was de hoofdstad van het gelijknamige graafschap. Sinds 1811 is Buren een zelfstandige gemeente, waarvan oorspronkelijk alleen de dorpen Asch en Erichem verder deel uit maakten. Na de gemeentelijke herindeling van 1978 werden daar Beusichem, Zoelen, Zoelmond en Kerk-Avezaath aan toegevoegd. En sedert 1999 behoren ook Aalst, De Marsch, Eck en Wiel, Ingen, Lienden, Lede en Oudewaard, Maurik, Meerten, Ommeren, Ravenswaaij en Rijswijk tot de gemeente Buren. In de huidige gemeente Buren (cijfers 2009) wonen een kleine 26.000 mensen op een oppervlak van 134,370 km2 . Daarmee is de bevolkingsdichtheid ruim 2,5 keer lager dan het Nederlandse Stadsbrand van Buren Op 1575 werd Buren, dat voor een groot deel nog uit houten huizen bestond, door een grote brand in de as gelegd. Sommige bronnen vermelden dat de brand op 1 oktober plaatsvond en dus geen verband hield met het beleg, dat immers drie maanden eerder had plaatsgevonden. Andere bronnen brengen brand en Beleg wel met elkaar in verband. Hij zou ontstaan zijn tijdens de belegering door de Spanjaarden. Er is zelfs een bron die beweert dat de brand veroorzaakt werd door een verzwakte pestlijder, die een aantal dagen na de belegering toevallig een kaars omgestoten zou hebben. De pest heerste al in Buren sinds 1574, zo vermeldt de bron, maar deze kaars veroorzaakte nog een grotere ramp, namelijk de grote brand van 1575. Wie het ook bij het rechte eind heeft, feit is in elk geval dat er in 1732 ter herinnering aan de brand een stenen pomp gebouwd werd als vervanger Kaart uit 1557, relatie kasteel Buren met het historische centrum dinertocht een must. Vorig jaar was dit een groot succes met 500 couverts en dit jaar mikt de organisatie zelfs op 1000 couverts. Gevaren wordt van locatie naar locatie, waarbij kan worden genoten van zes heerlijke gerechten, bereid door Henk Savelberg, Paul van Waarden, Niven Kunz, Christian van der Linden en Machiel van Bladel. Dat deze topkoks samen goed zijn voor drie sterren, geeft een indruk van de kwaliteit die men kan verwachten van het gebodene. Men kan zelf meevaren, maar ook een plaats reserveren op een van de meevarende platbodems. Via het navigatiesysteem op de site (www.vlietdagen.nl) kan men zelfs een plek op de boot uitkiezen.

26 v -an het vroegere houten exemplaar met als opschrift: ‘grassante fl amma sum civibus solatio’ (‘bij het aanwakkeren der vlammen ben ik de burger tot troost’). De pomp met het opschrift staat voor de kerk. gemiddelde. Ruim 8,5 km2 van de gemeente bestaat uit water. Grootste kern is Lienden, Buren-stad is met zijn 2500 inwoners de vierde kern in grootte. Het kasteel van Buren Het kasteel van Buren – ooit een van de grootste kastelen in Nederland – werd aan het begin van de 19e eeuw op last van de regering gesloopt. De stenen werden gebruikt om oude panden te restaureren of nieuwe te bouwen. De hoeveelheid stenen was blijkbaar zo groot dat ook de stadsmuren ermee gerestaureerd zijn. Zo heeft het kasteel, dat achtereenvolgens eigendom was van de families Van Buren en Van Egmont en tot 1995 van de familie Van Oranje-Nassau, als het ware ‘zijn leven gegeven’ voor dat van de stad. Wat nog rest van het eens zo imposante kasteel zijn het kasteelterrein, delen van de oorspronkelijke omwalling en de buitenste slotgracht. Deels intact zijn ook nog het omstreeks 1630 aangelegde lanenstelsel ‘de Toeren’ en het ‘plantsoen’, een landschapstuin die in 1859 is aangelegd naar ontwerp van Karel Georg Zocher, de broer van de beroemde tuinarchitect Jan David Zocher jr., die het fenomeen landschapstuin in Nederland introduceerde. Glorieuze nalatenschap In de jaren ‘50 van de vorige eeuw heeft Buren opnieuw een tamelijk grootscheepse opknapbeurt ondergaan. In een artikel in de Volkskrant van 6 november 1999 prijst Frans van Schoonderwalt de onwankelbare volharding van de toenmalige Burense bestuurderen: ‘Buren is op een klein oppervlak de glorieuze nalatenschap van rumoerige eeuwen, bouwlustige graven en bezielde bouwmeesters. En van het gemeentebestuur - het zij geprezen - dat een jaar of vijftig terug de onbehouwen aanbeveling van politiek Den Haag (’Rij de bulldozer er maar doorheen!’) negeerde. Dat riep binnen de stadswallen de verkrotting Candlelight Shipping Het onderdeel Candlelight Shipping vormt wederom een hoogtepunt van de Vlietdagen. Verlichte schepen en bootjes varen vanaf 20.00 uur van de sluis in Leidschendam naar de oever van Park Vreugd en Rust in Voorburg. Het is de bedoeling dat de vaartuigen worden versierd in het thema sprookjes of oude ambachten.

27 een halt toe en werkte zorgvuldig aan Burens herrijzenis, daarmee het verleden weer volop toekomst biedend.’ Centrale rol Buren heeft altijd een centrale rol vervuld. De route door de drassige en onherbergzame komgebieden begon en eindigde in dit historische stadje, dat daardoor voor de wijde regio van grote betekenis was. Niet alleen op economisch gebied en als vestigingsplaats maar ook strategisch en bestuurlijk. Hier en in het gelijknamige kasteel zetelden ons konings huis en de plaatselijke adel, en later de bestuurderen van stad en streek. Doordat veel van de historische bebouwing en de stadmuren bewaard bleef en geconserveerd werd, groeide Buren in de tweede helft van de twintigste eeuw uit tot een grote toeristische trekpleister. De blik naar voren Maar in de afgelopen decennia is er veel veranderd. Er is aardig wat concurrentie bijgekomen. Tegelijk is – zoals op zoveel plaatsen – een groot deel van de plaatselijke middenstand verdwenen. Het stadje boette in aan gezelligheid en bedrijvigheid. Tegelijkertijd zorgden uitbreidingen ten behoeve van wonen en economische activiteit ervoor dat het ooit rondom vrije zicht op het stadje (zelfs van kilometers afstand) goeddeels verdween. Dat alles leidde ertoe dat Buren minder aantrekkelijk werd voor toeristen en dagjesmensen. Er kwamen minder bezoekers waardoor de inkomsten uit toerisme en recreatie terugliepen en er nauwelijks nog geld was voor het noodzakelijke onderhoud, laat staan voor nieuwe initiatieven: de beruchte neergaande spiraal. Het doel van deze koepelvisie is de negatieve ontwikkelingen een halt toe te roepen en de blik weer positief en vastberaden naar voren te richten. Een vakbekwame jury (waaronder Frits Wester en iemand van de Provincie Zuid-Holland) beoordeelt alle deelnemers, waarbij ook op de details wordt gelet. Natuurlijk is er ook het een en ander aan waterspektakel zoals de aquabubbles, waterfietsen, zeilen, duiken en roeien. www.vlietdagen.nl Carillon van Buren als afstudeerobject De 22-jarige Gregory Wammes uit Tricht studeerde in 2010 af aan de Johan Cruijff University in Amsterdam met een onderzoek naar het ‘vermarkten’ van het Carillon in Buren. Uit zijn studie blijkt dat het Burense Carillon beter te exploiteren is dan op dit moment gebeurt. Gregory zat bij een katholiek kinderkoor en speelde daar piano. ‘Kun je niet een keer in de kerk op het orgel spelen, werd gevraagd toen ik een jaar of 12 was.’ Binnen de kortste keren was hij vaste organist. En nog steeds speelt hij elke zondag in de katholieke kerk aan de Stationsweg in

Jan Th ijsen: Jan Thijsen is sti chter en directeur van het Museum Buren en Oranje. Hij is een gepassioneerd verzamelaar en zeer begaan met het lot van Buren. Hoewel hij de zeventi g al enige jaren gepasseerd is, is hij nog steeds bijzonder acti ef. Er gebeurt dan ook weinig in het oude vesti ngstadje, waar hij niet tenminste enige bemoeienis mee heeft gehad. En natuurlijk heeft ook Jan Thijsen ideeën over hoe het verder moet met Buren. ‘Al een aantal jaren geleden heb ik een plan uitgewerkt met de nogal ambiti euze ti tel Megaplan Vesti ngstad en Kasteel Buren. Daarin boog ik me over de kansen van ons stadje voor de toekomst. Er stonden allerlei ideeën in om Buren toeristi sch aantrekkelijker te maken. Het was een compact verhaal op hoofdlijnen. Ik wees daarin onder meer op de grote cultuurhistorische betekenis van Buren.’ In villa Buria ‘Wist u bijvoorbeeld dat hier zo’n 3.500 jaar geleden al mensen woonden – zeg maar ten ti jde van de Exodus van de Joden uit Egypte naar het beloofde land? En in de Romeinse ti jd liep hier de Limes, de noordgrens van het Romeinse rijk. Er zijn aanwijzingen dat op de plek van het huidige Buren soldaten waren gelegerd. Het stadje Buren heeft een rechthoekig stratenpatroon dat zonder meer terug te voeren is op de Romeinse stedenbouw. In mijn persoonlijke collecti e heb ik een ‘umbo’, een schildknop van een Romeinse soldaat die hier bijna twinti g eeuwen geleden begraven werd. De naam ‘Buren’ is al heel oud. Hij komt voor het eerst voor in 772, in een oorkonde van het klooster Lauresham in Duitsland. Daarin staat: “In pago Testrebenti in villa Hunsetti et in villa Buria mansum.” Buren lag dus in de oude gouw Teisterbant, een achtste-eeuws graafschap dat ingesloten lag tussen de Lek, de Maas, de Waal en de Hollandse IJssel.’ Het verdwenen kasteel ‘Maar het toeristi sch meest waardevolle item van Buren is natuurlijk het verdwenen kasteel. Dat is niet alleen van de Oranjes geweest, dat was enkel de slotperiode. Maar daarvoor was het eigendom van de puissant rijke familie Egmond en daar weer voor van de Heren van Buren. Die hebben het gesti cht, en er bovendien zo’n 500 jaar gewoond. Zij zijn het ook die Buren hebben vormgegeven; ze hebben de gracht gegraven en aan hen hebben we onze stadsrechten te danken. Met het thema ‘Het verdwenen kasteel’ zou je een prachti ge expositi e kunnen maken. Ik kom uit een geslacht van drukkers en uitgevers. Het hoorde tot ons vak om alles te bewaren. Mijn opa is hier in 1896 begonnen als boekhandelaar, drukker en uitgever. Hij liet vrijwel direct al foto’s maken van Buren en omgeving om die als ansichtkaarten uit te geven. De originele glasnegati even daarvan heb ik nog. Ook mijn vader was een begenadigd collecti oneur. Graag had ik het erfgoed van het oude Buren nog wat meer vormgegeven. Er zijn werkelijk talrijke vondsten uit de roemrijke geschiedenis van ons stadje, die niet in het Oranjemuseum kunnen worden ondergebracht, maar niett emin zeer de moeite waard zijn. Ik heb fl ink geijverd om die stukken in het voormalige poortgebouw ondergebracht te krijgen maar dat is niet gelukt. Het gebouw heeft inmiddels een andere bestemming gekregen.’

29 ‘Buren toeristi sch aantrekkelijker maken’ Van Poort tot Poort ‘Mijn plan heb ik inderti jd voorgelegd aan het Recreati eschap en aan mensen van Rijkswaterstaat; die achtt en het heel wel uitvoerbaar. Ik ben er ook mee bij de provincie geweest, en ook daar was men zeer positi ef. Maar het is jammer genoeg nooit echt ambtelijk opgepakt. En nog maar enkele jaren geleden heb ik een plan gemaakt dat van ‘Van Poort tot Poort’ heet. Dat plan is door het projectbureau Belvedere gekwalifi ceerd als “hebbend een hoog Belvederegehalte met een Naardense allure”. Hoofddoel van het plan is de relati e te versterken tussen het voormalige kasteelterrein en het stadje Buren. Ik pleit dan ook voor de herbouw van de toegangspoort van het kasteel en van de oude brug over de kasteelgracht. Ik had ook een haventje gepland aan de oostkant van de stad, tussen de Molen en het Weeshuis. Ik weet nog dat de gracht daar in mijn jongensjaren met huisafval gedempt is. In het plan opper ik ook de mogelijkheid om de Korne te verbinden met de Lek of het AmsterdamRijnkanaal. Op die manier wordt het voor pleziervaartuigen mogelijk om een prachti ge grote rondvaart te maken door de hele streek. Want ik ben er van overtuigd dat er met name op het gebied van waterrecreati e nog een hoop te halen valt.’ Europees geld genereren ‘Maar tot mijn grote spijt heeft ook dit plan geen vervolg gekregen, althans nóg niet. Natuurlijk, ik weet het, de gemeente is armlasti g geworden. Dan wordt het natuurlijk helemaal moeilijk om iets van de grond te krijgen. Maar het moet toch mogelijk zijn om – zeker wanneer je het breder trekt dan alleen Buren – met een goed doorti mmerd plan Europees geld te genereren? Wat ik overigens wel grappig vind – en dat zal geen toeval zijn – is dat de ontwikkelingsvoorstellen die in deze nieuwe koepelvisie gedaan worden, eigenlijk heel goed aansluiten op mijn eerder ingediende plannen. Feit is in elk geval dat er heel veel materiaal is, dat er heel veel kennis is en dat er ontzett end veel mogelijk is. Daar zullen we iets mee moeten doen, als we het cultuurhistorisch erfgoed van Buren tenminste voor de toekomst veilig willen stellen.’

zicht vanaf de Blatumsedijk op de stadsmuur en de toren van de Lambertuskerk van Buren.

3 31 EEN KLEURRIJK PERSPECTIEF 3.1 De koepelvisie Ambitie: uitbouwen kernidentiteit ‘Oranjestad’ De gemeente Buren wil het bijzondere en hoogwaardige cultuurhistorische erfgoed dat binnen haar grenzen ruim voorhanden is, duurzaam veiligstellen voor de toekomst en vervolgens gastvrij ontsluiten voor het publiek. En wel op zulk een onderscheidende en hoogkwalitatieve manier, dat Buren-stad weer een groeiend aantal bezoekers gaat trekken, dat bovendien gemiddeld langer blijft . Op deze wijze wil Buren nieuwe economische impulsen genereren, die blijvend leiden tot meer welvaart en welzijn voor de inwoners. Dit duurzaam veiligstellen wordt slechts voor een deel gezocht in conservering en restauratie. Het accent zal vooral liggen op het creëren van nieuwe, onderscheidende invullingen van het cultuurhistorisch en landschappelijk erfgoed. De nadruk daarbij ligt op het verder uitbouwen en versterken van de kernidentiteit ‘Oranjestad’. Goed erfgoedbeleid loont Dat het de moeite waard is in cultuurhistorisch erfgoed te investeren, bewijst bijvoorbeeld het Belgische Brugge, waarvan het historische centrum voorkomt op de Werelderfgoedlijst van UNESCO. De stad ‘leeft ’ letterlijk van het toerisme. Ook Buren heeft ondervonden dat goed erfgoedbeleid loont. In 1968 namelijk werden na een grootscheepse restauratie onder de toenmalige burgemeester Sandick de oude stadskern, de omliggende landerijen en het kasteelterrein aangewezen tot beschermd stadsgezicht. Daarnaast kregen veel individuele panden, de stadsmuur, de omwalling, de stadsgracht en het kasteelplantsoen een monumentale status. Met als aangenaam gevolg dat Buren gedurende een aantal decennia een echte publiekstrekker was en dat de belangstelling de stad geen windeieren legde. Doel koepelvisie: sturen, aanjagen en inspireren Als Buren weer hogere bezoekersaantallen wil genereren – dat is immers de ambitie – dan zal het zich duidelijk moeten

32 Geldermalsen en soms ook nog in - Buren. In het kader van zijn afstuderen aan de Johan Cruijff University, onderdeel van de Hogeschool van Amsterdam, onderzocht hij de ‘vermarkting’ van het Carillon van Buren: ‘Ik ben zelf bespeler van het Carillon. (Bron: StadTiel.nl, 12 juli 2010) onderscheiden van vergelijkbare historische vestigstadjes (met vaak nog een ‘intact’ kasteel) als ’s Heerenberg, Amerongen, Culemborg en Zetten. Een zeer ambitieuze opgave, die alleen kans op succes heeft wanneer daaraan een strategische koepelvisie ten grondslag ligt, die nadrukkelijk inzet op en prioriteit geeft aan dat onderscheidend vermogen. Zo’n koepelvisie is een visie op hoofdlijnen. Het gaat er niet zozeer om een kant-en-klaar plan op tafel te leggen, als wel om kaders aan te geven waarbinnen de gewenste ontwikkelingen plaats zouden moeten vinden. De koepelvisie heeft tot doel sturing en richting te geven aan de gemeentelijke ambitie op een manier die wegwijs maakt, inspireert en aanjaagt. Dat wil zeggen, dat iedereen die plannen heeft voor nieuwe invullingen ter ontwikkeling van het cultuurhistorisch erfgoed van Buren – of dat nu professionele bureaus zijn, ontwikkelaars, instanties of bewoners –in de koepelvisie behalve inspiratie en ontwikkelingsperspectieven vooral ook handzame aanknopingspunten en concrete handvatten moet kunnen vinden. Sturing is nodig om te voorkomen dat er ad hoc gehandeld wordt en om de verrommeling tegen te gaan die doorgaans het gevolg is van ad hoc beleid. De ontwikkeling van Buren-stad heeft dan ook baat bij een overkoepelende strategische visie met aantal krachtige ordeningsprincipes. Erfgoedplanologisch beleid noodzakelijk Het kapitaal van Buren is het unieke, gave cultuurhistorische ensemble van vestingstad, kasteelterrein, Korne en ommeland. Tot dat ommeland behoort vooral ook het schootsveld van het oude vestingstadje. Dit waardevolle erfgoed verdient een toekomstgericht en duurzaam planologisch beleid, waarin niet alleen aandacht is voor de individuele monumenten, maar vooral ook voor de integrale cultuurhistorische constellatie die zoveel mensen aanspreekt en Lichtspektakel ‘Langste Lente Licht’ Langs het twintig kilometer lange Overijssels kanaal van Deventer naar Lemelerveld in Salland zijn met volle maan op de vrijdag voor Pasen, feest van het licht, duizend lampionnen en drieduizend fakkels geplaatst en ontstoken door de bewoners van Salland. In totaal hebben meer dan tweeduizend vrijwilligers aan het project deelgenomen. Vanuit de twintig bruggen zijn brugteams gevormd die de organisatie tot halfweg de volgende bruggen op zich hebben genomen. Door het slechte weer was er tot op enkele uren van tevoren nog geen zekerheid of het door kon gaan. Maar op het bewuste moment was het droog, windstil en liet zelfs de volle maan zich zien. Na afloop zijn er kleine brugfeestjes georganiseerd waarbij een speciaal voor het project geschreven gedicht is voorgedragen. Van het project is een korte filmimpressie gemaakt. De werkwijze om voor iedere brug iemand te vragen die vervolgens zelf ook weer een eigen groep mensen bij elkaar brengt, is de kern van het succes gebleken. Hierdoor zijn

33 aantrekt. De gemeente zal de zorg voor het cultureel erfgoed sterk verbinden met andere ruimtelijke ordeningsvraagstukken en – ontwikkelingen, zoals toerisme & recreatie, verkeer & infrastructuur en wonen. Samen met andere overheden en particuliere organisaties zal de gemeente zich inzetten voor een consistent erfgoedplanologisch beleid dat erop gericht is het unieke cultuurhistorische karakter van Buren en omgeving te behouden en te versterken. Ontwikkelingsdoelen volgens de werkgroep Vanuit de werkgroep zijn de volgende wensen en doelstellingen naar voren gekomen. Het zijn doelen die, omdat ze vrijwel naadloos passen binnen de Koepelvisie, bij de uitwerking daarvan zullen worden meegenomen. • Bezoekers gastvrij ontvangen Het is zaak het historische stadje Buren gastvrijer en gezelliger te maken door de verblijfsmogelijkheden voor bezoekers te verbeteren en aantrekkelijker te maken. Dat houdt in dat de horecavoorzieningen over de volle breedte worden verbeterd en uitgebreid: hotel- en B&B-accommodaties vergroten, terras op de markt uitbreiden enzovoort. Daar hoort bij het aanzien van het stadje verfraaien door beter groenonderhoud. Maar ook zoiets als het realiseren van een ‘slechtweeraccommodatie’ voor evenementen, bijvoorbeeld op het weekmarktterrein. • Het museale aanbod opwaarderen en verbreden Met het verdwijnen van het Boerenwagenmuseum is het museale aanbod verschraald. De gemeente wil onderzoeken hoe dat kan worden opgewaardeerd. In het museale aanbod is dat van het Museum Buren & Oranje het voornaamst, al was het alleen omdat het essentieel is voor de identiteit van Buren als Oranjestad. Jammer is alleen dat het nooit op zondag open is, de dag waarop het stadje de meeste bezoekers tegemoet zou kunnen zien. Daarnaast, goed voor jaarlijks zo’n 15.000 belangstellenden, is er het Museum der Koninklijke Joods Buren Sedert de achttiende eeuw was er in Buren een kleine joodse gemeente. Mogelijk hadden afstammelingen van uit Duitsland afkomstige joden zich al eerder – aangetrokken door de marktdagen en de paardenmarkt – in de vijftiende eeuw in Buren gevestigd. Vandaar dat Buren tot de oudste joodse gemeentes van ons land gerekend mag worden. Aanvankelijk werden de synagogediensten gehouden in privé-huizen maar in 1804 werd een gebedsruimte aangekocht aan de Kniphoek (Oranjestraat) in één van de huizen in de stadsmuur. Tegenover dit pand bevinden zich het Jodenkerkstraatje en het Jodenkerkplein. De synagoge die in 1864 werd gerenoveerd, is na 1890 echter niet meer in gebruik geweest. In 1900, bij het vertrek van het laatste joodse gezin, mensen persoonlijk aangesproken om deel te nemen en hebben zij zelf familie, vrienden en collega’s gemobiliseerd. Voor de mensen die het Langste LenteLicht hebben meegemaakt is het beeld van het kanaal voor altijd veranderd. www.slem.org

34 -hield de gemeenschap op te bestaan. Offi cieel werd de joodse gemeente in 1906 bij die van Tiel gevoegd. De synagoge werd aan het begin van deze eeuw verkocht en was aanvankelijk in gebruik als pakhuis. Na de restauratie in 1968 functioneert het gebouw nu als vergader- en expositieruimte. De joodse gemeenschap van Buren begroef haar doden vanaf het midden van de achttiende eeuw tot 1845 buiten het dorp, aan de Aalsdijk. Tussen 1864 en 1896 werd gebruik gemaakt van een grafveld, dat onderdeel was van de algemene begraafplaats in het plantsoen op de Kasteelwal. Marechaussee dat alleen al vanwege haar bijzondere huisvesting – het voormalige weeshuis van Maria van Nassau – een interessante bestemming is. Het stadje zou kunnen profi teren van een beter en samenhangender museaal aanbod waarin behalve de beide musea – en wellicht een nog nieuw in te richten museum – vooral ook het stadje zelf een voorname rol heeft; door het stadje te zien en uit te bouwen als museale omgeving, als een plek waar men vanuit het heden zó het verleden in stapt: Buren als sterk oranje getinte tijdmachine, die delen van een rijk verleden opnieuw beleefbaar maakt. De grafstenen op deze begraafplaats werden geïnventariseerd in het ‘Stenen Archief’, een gemeenschappelijk • Middenstand stimuleren Gezellige drukte en bedrijvigheid zullen terugkeren met de komst van nieuwe winkeltjes, die het historische karakter niet verstoren en tegelijkertijd accorderen met het museale aanbod. Het zouden winkeltjes moeten zijn die elkaar aanvullen en zo gezamenlijk een bijzondere attractie vormen. Eén kunst- of snuisterijwinkeltje trekt niet, het moeten er méér zijn; met een assortiment dat iets substantieels toevoegt aan de identiteit van het stadje; liefst geënt op de historische identiteit van Buren. Waarom zou Buren niet het stadje kunnen zijn met het grootste aanbod aan alles (parafernalia, kunst, souvenirs) dat aan de Oranjes gerelateerd is? De Oranjebeurs (‘De grootste van Nederland’) die door het Museum Buren & Oranje in 2012 voor de vijfde keer georganiseerd wordt, bewijst dat er een markt voor is. • Gasten parkeren buiten de stad Nu domineert de auto het beeld in het stadje en dat confl icteert met het historische karakter. De gemeente onderzoekt de mogelijkheden om die dominantie drastisch te verminderen. Onder meer door de Oranje Loper (PeperstraatVoorstraat-Buitenhuizenpoort; zie 4.1) zoveel mogelijk autovrij te maken. Ook andere ‘beeldvervuilende’ elementen zoals verkeersborden moeten worden teruggedrongen. Picknicken is HOT! Picknicken is een bezigheid zo oud als de mensheid. Een kleedje, iets te eten en drinken, een mooie plek en je kan beginnen. Op het platteland, de akkers en de weilanden maar ook in stadsparken kun je picknicken. Zeker voor de mensen zonder tuin zijn dit soort plekken fantastisch om toch buiten te kunnen eten met een grotere groep mensen. De laatste jaren is picknicken steeds meer in opkomst. Zelf chipsfabrikant LAY’S heeft een campagne genaamd ‘Join the Picknick’. In de campagnegame maak je zeventig keer kans op twee kaarten voor het festival Picnick in the Park (PITP), dat 21 juni in het Zuiderpark in Den Haag wordt gehouden. Behalve de kaarten maak je ook kans op een van de 3500 Picknick-kleden. In de game

35 Minder auto’s in het stadje betekent automatisch meer parkeerruimte buiten de stad. De bedoeling is die te spreiden en wel zo dat het vrije stadsgezicht er niet door wordt aangetast en de kwetsbare landschappelijke omgeving niet wordt bedreigd. Parkeergelegenheid moet gecreëerd worden op plaatsen van waaruit het stadje goed te benaderen is. Wellicht is het mogelijk twee vliegen in een klap te slaan door met een tramlijntje iets van de historische infrastructuur terug te brengen en zo tegelijk een pendeldienst van en naar de parkeerterreinen te realiseren. • Terughoudend zijn met woningbouw Om het historische karakter, de bijzondere stadsaanzichten en de landschappelijk waardevolle omgeving te beschermen, is terughoudendheid geboden waar het nieuwbouw betreft. In bepaalde gebieden zou niet gebouwd mogen worden, onder andere binnen de ‘ganzenvoet’ (het door de toeren omgrensd gebied rond het voormalige kasteel) en de uiterwaarden met aanpalende weidegronden. Vooral uitgaan van eigen kracht Natuurlijk zal de gemeente, waar dat past in haar ontwikkelingsstrategie, de steun van en de samenwerking zoeken met andere overheden. Voor de ontwikkeling van Buren-stad is dat met name de Provincie Gelderland, voor de ontwikkeling van de Burense stroomrug zijn dat behalve de provincie, tevens de gemeenten Tiel en Culemborg en waterschap Rivierenland. Verder zijn er allerlei andere instanties, organisaties en belangenhouders die mede kunnen bijdragen aan een succesvolle ontwikkeling, zoals de stichting Buren Oranjestad, het Regionaal Bureau voor Toerisme (RBT) Rivierenland, de plaatselijke ondernemersvereniging, woningcorporaties, heemkundekringen enzovoort. Maar in het algemeen zal Buren-stad, wil het zich onderscheiden als ‘dé Oranjestad’, toch vooral moeten uitgaan van eigen kracht. Aansluiting bij een initiatief als de ‘Oranjeroute’ is dan ook prima zie je het park dat vol met mensen zit, waaronder tien van jouw Hyvesvrienden. Vind je binnen een minuut al je vrienden, dan kom je in aanmerking voor een prijs. www.redurban.nl Op Schouwen-Duivenland heeft de Stichting Zonnestraal het initiatief genomen om samen met kunstenaars te laten zien hoe mooi het op Schouwen-Duiveland is. Kunst, het platteland en picknicken worden hierbij gecombineerd. Aan kunstenaars is gevraagd om een picknick plek te ontwerpen voor een locatie op Schouwen-Duiveland. www.picknickeiland.nl digitalisatieproject van het Nederlands-Israëlitisch Kerkgenootschap en Akevoth (Dutch Jewish Genealogical Database). Zowel de algemene als de Joodse Begraafplaats worden nu door de gemeente Buren onderhouden. De voormalige synagoge aan de Knipstraat is in juni 2004 door de gemeente Buren aangekocht. Het pand wordt ter beschikking gesteld aan de Culturele Raad Buren, ten behoeve van kunstenaars en culturele instellingen.

36 Trekschuit en trekvaart - Een trekschuit is een rivierschip, dat door een paard of door menselijke kracht vanaf de wal werd voortgetrokken. De trekschuit werd vooral gebruikt voor het vervoer van passagiers. Het ontstaan van de trekschuit wordt wel in verband gebracht met de opening van het kanaal Willebroek-Brussel in 1561, het oudste kanaal van België. Willem van Oranje zou in 1577 met een trekschuit over dit kanaal gereisd hebben. In de 17e en 18e eeuw waren er in de gewesten Holland en Friesland veel verbindingen die met trekschuiten werden onderhouden. Dat gebeurde op goed bevaarbare rivieren en riviertjes, maar vaak werden ook speciale kanalen gegraven voor trekschuiten, de zogenaamde ‘trekvaarten’. Zo’n trekvaart maakte regelmatig vervoer van personen en post mogelijk omdat men niet afhankelijk was van de wind. zolang dat maar niet strijdig is met de eigen exclusiviteit en de eigen belangen. En strijdigheid ligt daar wel op de loer. De 2400 km lange Oranjeroute telt namelijk 35 plaatsen in Nederland, België en Duitsland, die zich misschien allemaal wel willen profi leren als dé Oranjestad. Een visie met twee gezichten: visionair én concreet Het gaat, zoals gezegd, om een visie op hoofdlijnen, een programmatisch kader dat zowel structureel als integraal is en voldoende fl exibel om ook over tien, twintig jaar nog actueel te zijn. De koepelvisie opteert bovendien voor een breed draagvlak en zet in op zowel de korte als de middellange termijn. Daarnaast – in onze inleiding hebben we het al even aangestipt maar we herhalen het hier graag – is deze koepelvisie zowel visionair als concreet. Het visionaire karakter vindt zijn uitwerking in een complex van onderling verbonden ontwikkelingsperspectieven, die we hierna in paragraaf 3.2 zullen bespreken. Concreet is de koepelvisie in de zin dat zij niet alleen de kaders schetst van de gewenste ontwikkelingen maar meteen ook een voorschot neemt op de praktische invulling daarvan. Elk ontwikkelingsperspectief mondt namelijk uit in één gidsproject en in diverse concrete projectsuggesties (zie hfd. 4). Voornaamste ontwikkelingsprincipe: transponeren Deze Koepelvisie Oranje Buren is sturend in de zin dat ze aangeeft waar (nieuwe) kansen liggen voor een succesvolle ontwikkeling en waardering van het cultuurhistorisch en landschappelijk erfgoed van Buren en de directe omgeving van het stadje. Bij het in kaart brengen van die kansen hebben we gebruik gemaakt van transpositie als voornaamste ontwikkelingsprincipe. ‘Transponeren’ wil zeggen dat we – met respect voor de landschappelijke, cultuurhistorische, (steden)bouw-historische én toeristisch-recreatieve kernwaarden en kernkwaliteiten – zoeken naar nieuwe, eigentijdse ‘vertalingen’ van vroegere cultuurhistorische Ook de ANWB promoot het picknicken. Zij introduceert `Picknicken in Nederland’, een gids waarin 40 bijzondere picknickplekken in Nederland worden benoemd. Variërend van een museumtuin, een levendige stek voor kinderen tot een idyllische plek aan het water. In samenwerking met het blad Buitenleven zijn 40 schitterende locaties samengebracht. Bij elke locatie staat interessante achtergrondinformatie vermeld, aangevuld met praktische tips. Bijvoorbeeld informatie over kanoverhuur, leuke wandel- en fietsroutes of in sommige gevallen de naastgelegen kaasboerderij, maar ook het telefoonnummer van het plaatselijke VVV-kantoor. Picknickliefhebbers die zich vóór de picknick culinair willen uitleven, vinden achterin verrassende recepten. www.anwb.nl Het Bostheather uit Amsterdam combineert picknicken en voor

37 waarden, functies en betekenissen. Authenticiteit is dus een absolute voorwaarde; de ontwikkeling van nieuwe functies en nieuw gebruik is altijd geënt op vroeger, historisch gebruik. In onze voorstellen voor de Korne bijvoorbeeld baseren we ons op het feit dat de Korne lange tijd een belangrijke historische verkeers- en transportader is geweest. Dat leidt dan tot voorstellen voor hernieuwd gebruik als verkeersader, maar dan meer ten dienste van plezier- en rondvaart. Samenhang met Ontwikkelingsvisie Burense Stroomrug Het is nadrukkelijk de bedoeling het cultuurhistorische erfgoed van Buren-stad en directe omgeving te ontwikkelen in samenhang met de Burense Stroomrug. Buren is immers essentieel onderdeel van deze gordel van stroomruggen, die van oudsher de ‘droge’ verbinding vormt tussen Culemborg, Buren en Tiel, en waarvan Buren in zekere zin het cultuurhistorisch en landschappelijk middelpunt vormt. Buren, Tiel, Culemborg en de andere plaatsen op de gordel zijn complementair met het omliggende landschap: ze vullen elkaar aan en versterken elkaar. Samen bepalen en representeren ze de unieke schoonheid van dit deel van Nationaal Landschap Gelders Rivierengebied – en nergens gebeurt dat oorspronkelijker dan hier. Daarom wordt de Ontwikkelingsvisie Burense Stroomrug integraal met en vrijwel parallel aan de Koepelvisie Oranje Buren uitgewerkt. In de Ontwikkelingsvisie Burense Stroomrug wordt wat Buren-stad betreft vooral ingezoomd op de rol van transferium: het historische Buren als uitvalsbasis /sfeervol bezoekerscentrum van waaruit toeristen en dagrecreanten het Nationaal Landschap kunnen exploreren of gewoon bezoeken: te voet, met de fi ets of per (fl uister)boot. Die transferium-rol is te beschouwen als essentieel ontwikkelingsperspectief; vandaar dat we het als zodanig hebben opgenomen (zie 3.2.4). Tot de komst van de spoorwegen in de 19e eeuw was de trekschuit de meest comfortabele en betrouwbare wijze van transport. Je zou de trekschuit zelfs kunnen beschouwen als één van de voorlopers van modern openbaar vervoer: hij voer volgens een vaste dienstregeling en kende vaste tarieven. Het schip werd soms door paarden maar vaak ook door een knecht voortgetrokken, het zogenaamde ‘jagertje’. Het voorttrekken werd ‘jagen’ genoemd en gebeurde op paden langs het water, zogenaamde jaag- of trekpaden. De lijn werd meestal wat hoger aan de mast vastgemaakt zodat die niet aan struiken en zo bleef hangen. Op scherpe hoeken en kruisingen stonden ‘rolpalen’. Daar werd de lijn omheen geleid om te voorkomen dat het schip de kant in werd getrokken. Voor de trekvaart werden speciale scheepstypen gebruikt. Die moesten vrij licht zijn om toch enige snelheid te kunnen maken. In Groningen en Zuidstellingen door middel van de picknick-service. Geen tijd, geen zin in gedoe en slepen met spullen en toch lekker picknicken op een zonovergoten tribune? Dat kan. U kunt per email tot een dag tevoren een picknickmand voor minimaal 2 personen bestellen. Kunt per email tot een dag tevoren een picknickmand voor minimaal 2 personen bestellen. www.bostheather.nl Ook op Slot Zeist wordt een dergelijke service geboden. Wandel samen met een rijkelijk gevulde picknickmand in de tuinen van Slot Zeist en zoek een leuk plekje voor uw picknick. De picknickmand (inclusief een picknickkleed) is gevuld met: sandwiches, een assortiment zoetigheden, jus d’orange en rosé. www.slotzeist.nl

38 - Holland werd de ‘snebbeschuit’ hiervoor veel gebruikt. In Noord-Holland werden trekschuiten veelal als ‘kaag’ aangeduid. Een scheepstype dat zeer veel voor trekvaart is gebruikt is de ‘snik’. Als trekschuiten door een paard in draf getrokken werden haalden ze naar schatting een snelheid van zo’n zeven kilometer per uur. Aansluiting bij provinciaal beleid Het ambitieniveau van zowel de Koepelvisie Oranje Buren als de Ontwikkelingsvisie Burense Stroomrug sluit direct aan bij het cultuurhistorische beleid van de Provincie Gelderland, zoals dat in de drie opeenvolgende Belvoirnota’s is vastgelegd. In de nota’s Belvoir 1 en 2 is geformuleerd hoe de provincie haar cultuurhistorisch erfgoed wil bewaren en versterken. Daarmee heeft zij kunnen voorkomen dat veel typisch Gelderse cultuurhistorische waarden versnipperden of zelfs verdwenen. Het streven van de nota Belvoir 3 (2009-2012) is dan pro-actief iets te doen ter bescherming van de monumenten, archeologische vindplaatsen en waardevolle landschappen, die steeds meer bedreigd worden door oprukkende bebouwing en economische activiteiten. Met Belvoir 3 richt de provincie zich dus op de uitvoering. De Gelderse identiteit blijft de rode draad. De provincie zet nadrukkelijk in op gebiedsgericht beleid, op basis van de cultuurhistorische kenmerken (DNA’s) die voor de tien programmagebieden in Gelderland – waaronder het Rivierengebied – zijn bepaald. De provinciale vierstapsstrategie Om haar centrale doelstelling te realiseren, hanteert de provincie een vierstapsstrategie. De eerste stap is begrijpen, draagvlak en besef voor cultuurhistorische waarden creëren (Belvoir 1). De tweede stap is het identifi ceren en waarderen van deze cultuurhistorische waarden zodat mensen en organisaties ervoor willen zorgen en erbij betrokken willen zijn (Belvoir 2). De derde stap staat in het teken van borgen en zorgen, ervoor zorgen dat mensen en organisaties die cultuurhistorische waarden, zo nodig met hulp van de provincie, duurzaam in stand houden en ontwikkelen (Belvoir 3). De vierde stap ten slotte, moet erin resulteren dat men in Gelderland ook daadwerkelijk kan genieten van al die fraaie gebouwen, landschappen en archeologische parels ‘als onlosmakelijk deel van de eigen leefomgeving’. Dat levert een daadwerkelijke maatschappelijke Slag om Grolle De Slag om Grolle is een terugkerend reënactment waarbij het Beleg van Grol (nu Groenlo) door Frederik Hendrik uit 1627 wordt nagespeeld. Deze slag is herschreven en wordt iedere twee jaar nagebootst. Alles wat er tijdens dit drie daags evenement plaats vindt moet zo dicht mogelijk bij de historische waarheid komen. Vanuit de hele wereld komen reënactors (mensen die de levende geschiedenis naspelen), die in drie dagen tijd de Slag om Grolle naspelen op historische grond. Per dag vechten de reënactors anderhalf uur lang: rapieren kletteren, kanonnen bulderen, de Hollanders komen steeds dichter bij de stel

39 verankering op, die vervolgens weer bijdraagt aan de verbetering van draagvlak en besef (Belvoir 1). De provincie vindt haar cultuurhistorie zo belangrijk, dat die voortaan ‘prominent wordt meegewogen bij de ontwikkeling van alle ruimtelijke en economische plannen’. Het is ook om die reden dat de provincie besloten heeft de uitwerking van beide visies te ondersteunen. Buren op Werelderfgoedlijst Unesco? Het is tijdens het atelier en ook bij andere gelegenheden al eens ter sprake gebracht: zou de ambitie van Buren zo ver moeten reiken dat een plek op de Werelderfgoedlijst van UNESCO tot de mogelijkheden behoort? Is dat een realistisch streven, en zo ja op grond waarvan en onder welke voorwaarden? De Werelderfgoedlijst bevat cultureel en/of natuurlijk erfgoed dat wordt beschouwd ‘als onvervangbaar, uniek en eigendom van de hele wereld’, en waarvan het van groot belang wordt geacht om het te behouden. Om in aanmerking te komen voor nominatie moet erfgoed aan tenminste een van tien criteria voldoen. Daarvan zijn er vier, die in meerdere of mindere mate op Buren van toepassing zouden kunnen zijn: • het erfgoed draagt een unieke of op zijn minst een exceptionele getuigenis van een culturele traditie of een samenleving, welke nog voortleeft of is verdwenen; • het is een bijzonder voorbeeld van een type gebouw of architectonische of technologische samenstelling van een landschap, welke signifi cante stappen in de menselijke geschiedenis voorstelt; • het is een bijzonder voorbeeld van een traditionele menselijke bewoning of landgebruik, welke een cultuur (of culturen) vertegenwoordigt. Bijzonder wanneer het kwetsbaar is geworden ten gevolge van onomkeerbare veranderingen; • het is direct of zijdelings geassocieerd met gebeurtenissen of levende tradities, met ideeën, of geloof, met artistieke en literaire werken of bijzonder universele betekenis (de commissie beschouwt lingen van de vijand en vallen de Spanjaarden continue aan. Zal het ze lukken Grolle te veroveren? Ook in de binnenstad wordt terug gegaan naar het leven van alledag zoals dat in 1627 was. Na de gevechten trekken de reënactors zich terug naar hun kampementen rondom de gracht, brengen hun dames mee die zorg dragen voor het kampleven, houden exercities ‘Mooi Heintje’ de Stedendwinger Frederik Hendrik (15841647), Prins van Oranje, Graaf van Nassau, werd geboren als enige zoon uit het huwelijk van Willem van Oranje en Louise de Coligny. Hij volgde in 1625 zijn halfbroer Maurits op als stadhouder. Als opperbevelhebber van het leger gaf hij net als Maurits de voorkeur aan het belegeren van steden boven veldslagen. Dat had alles te maken met de geduchte Spaanse infanterie die aan het begin van de 17e eeuw sterker was dan ooit. Al op 18-jarige leeftijd, tijdens het Beleg van Grave in 1602, werd Frederik Hendrik benoemd tot legeraanvoerder.

40 T - oen zijn broer Maurits van Oranje op 23 april 1625 overleed, werd Frederik Hendrik als zijn opvolger tot stadhouder benoemd in Holland, Zeeland, Utrecht, Overijssel en Gelderland. Een jaar later begon hij met zijn neef Ernst Casimir, stadhouder van Friesland, Groningen en Drenthe, een veldtocht tegen de Spaanse Nederlanden. dit criterium alleen toepasbaar in bijzondere omstandigheden en alleen in verbinding met een ander cultureel of natuurlijk criterium op de lijst). Het is niet zo dat het stadje in uitgesproken zin voldoet aan één specifi ek criterium. De mogelijkheden liggen eerder in een combinatie van criteria. De vraag wordt dan: is een Buren ‘in optima forma’ straks uniek of exceptioneel genoeg om in aanmerking te komen voor een plaats op de Werelderfgoedlijst? Of is dat te hoog gegrepen? Het is een vraag die hier niet beantwoord kan worden om de eenvoudige reden dat dit een kwestie is waarover zich allereerst de betrokkenen – bewoners, ondernemers, gemeente, provincie – moeten buigen. Dingen naar een dergelijke nominatie heeft immers alleen zin wanneer die maximaal gedragen wordt. Het is dus niet zeker of Buren-stad überhaupt een kans maakt. Maar om te voorkomen dat het straks te laat is, verdient het aanbeveling om de criteria die UNESCO hanteert, van meet af aan bij de toetsing van projecten mee te nemen (zie ook ‘Koepelvisie als toetsingsinstrument’, paragraaf 3.3). Vanwege zijn succesvolle belegeringen van onder meer Oldenzaal (1626), Groenlo (1627), ’s-Hertogenbosch (1629), Venlo (1632), Roermond (1632), Maastricht (1632) en Breda (1637) kreeg hij de bijnaam ‘Stedendwinger’. In 1640 werd Frederik Hendrik ook benoemd tot stadhouder van Groningen en Drenthe. Frederik Hendrik overleed 3.2 Ontwikkelingsperspectieven Vier perspectieven De hoge cultuurhistorische en landschappelijke waarde van het erfgoed van de oude vestingstad Buren is evident. Niet voor niets zijn – zoals gezegd – de oude stadskern, de omliggende landerijen en het kasteelterrein eind jaren ’60 al aangewezen als beschermd stadsgezicht; en kregen veel individuele panden, de stadsmuur, de omwalling, de stadsgracht en het kasteelplantsoen de status van cultuurhistorisch monument. Buren heeft een schat aan erfgoed dat het waard is om ‘door ontwikkeling behouden’ te blijven. Uiteindelijk bestaat deze Koepelvisie Oranje Buren erin om voor de meest kansrijke cultuurhistorische en landschappelijke kernkwaliteiten en gaan op zondag naar de historische kerkviering. Bedelaars en zwervers hangen rond in de steegjes, buiten wordt geknobbeld, in de straten klinkt vrolijke muziek en de leprozen zoeken hun uitvlucht net buiten de stad. De handelaren verkopen hun waar, de troubadour vermaakt de mensen en er loopt zelfs een heuse lichtekooi rond. Voor de kinderen zijn kinderspelen op het scoutingterrein georganiseerd. Ook aan een ‘koek en zopie’ is gedacht: Het varken hangt aan het spit en natuurlijk vloeit het Grolsch bier rijkelijk. Welkom in 1627! www.slagomgrolle.nl

41 reële ontwikkelingsperspectieven te schetsen. In het kader van de koepelvisie zelf zijn dat er in principe drie, die integraal verbonden zijn en – niet geheel toevallig – corresponderen met de kleuren oranje, groen en blauw. Het Oranje-perspectief zoomt in op sublimering van de relatie met het vorstenhuis, het Groene-perspectief concentreert zich op de toekomst van het kasteelterrein en de Toeren en het Blauweperspectief stelt scherp op de Korne en de stads- en slotgracht. Daarnaast is er – in het kader van de bredere Ontwikkelingsvisie Burense Stroomrug – het perspectief van Buren als transferium. Verdere uitwerking We zullen de ontwikkelingsperspectieven navolgend afzonderlijk bespreken en per perspectief globaal aangeven hoe de verwezenlijking van de gemeentelijke ambitie naderbij gebracht kan worden. In hoofdstuk 4. Gidsprojecten en projectsuggesties werken we de perspectieven verder uit in de vorm van een drietal gidsprojecten. Daarnaast doen we voorstellen voor diverse andere projecten. Integraal geheel Het kasteelterrein, de Korne en de ‘Oranje loper’ – die beide verbindt – vormen één integraal geheel. Het oranje, het groene en het blauwe perspectief zijn complementair, ze sluiten zowel inhoudelijk als fysiek naadloos op elkaar aan. Zo versterken ze elkaar. Bovendien dienen ze één en hetzelfde doel: ze zijn gericht op het verhogen van de toeristisch-recreatieve aantrekkingskracht van het stadje en daarmee op het vergroten van de economische potentie. in 1647 op 63-jarige leeftijd, een jaar voordat de Vrede van Münster getekend werd; de onderhandelingen voor dat verdrag waren al vertraagd door zijn steeds slechtere gezondheid. Frederik Hendrik had de bijnaam ‘mooi Heintje’, omdat hij nogal wat vrouwen het hof maakte.

43 3.2.1 Het Oranje-perspectief: (her)ontwikkeling Buren als ‘Oranjestad’ Buren en de Oranjes Behalve dat beschermde stadsgezicht en de vele monumentale gebouwen heeft Buren nog iets van grote historische waarde: de band met de Oranjes. In hoofdstuk 1 hebben we de relatie met ons vorstenhuis uitgebreid geschetst: het huwelijk van Willem van Oranje en Anna van Buren, waardoor het Graafschap Buren in het bezit kwam van het Huis van Oranje; hun zoon Filips Willem, de enige Oranje prins die in Buren geboren is; hun dochter Maria van Nassau, Gravin van Buren en stichteres van het fraaie renaissancistische weeshuis, nu Marechausseemuseum; Frederik Hendrik, de laatste Oranje Nassau die kasteelheer was van slot Buren; hij breidde het uit tot zijn maximale omvang en liet de Toeren aanleggen. Die eeuwenoude band tussen Buren en de Oranjes bestaat nog steeds en is – zeker van de zijde van de Burenaren – een innige band. Nóg meer Oranjestad In het stadje zijn tal van verwijzingen te vinden naar de Oranjes. Behalve het prachtige gerestaureerde weeshuis is er een hotelrestaurant dat ‘De prins’ heet; en op de stadswal staat een stellingmolen uit 1716 met de naam ‘Prins van Oranje’. In het oude monumentale raadhuis van Buren vinden we het in 1988 door Jan Th ijsen opgerichte Museum Buren & Oranje, dat geheel gewijd is aan ons Vorstenhuis en haar bijzondere relatie met Buren. In het stadje herinneren verder allerlei grotere en kleinere monumenten aan het oranje gekleurde verleden, zoals het standbeeld van Willem en Anna aan de Peperstraat en de plaquette bij het voormalige kasteel. Verder profi leert en presenteert Buren zich waar mogelijk als ‘Oranjestad’. Toch is de gemeente van mening, dat Buren haar kernidentiteit als Oranjestad nog veel meer zou moeten en kunnen expliciteren – en exploiteren. Koninklijk bezoek Slechts af en toe vereerden leden van het koninklijk huis Buren met een formeel bezoek. Doel van dat bezoek was vrijwel steeds het weeshuis, dat Maria van Nassau in 1612 stichtte en waarbij zich met name de vrouwelijke leden van de Koninklijke familie sterk betrokken voelden. Bekend is dat oudkoningin Wilhelmina in 1924 het weeshuis en de Lambertuskerk bezocht. Van dat laatste bezoek is één foto aangetroffen in de beeldbank van het Nationaal Archief. Juliana bracht het weeshuis een uitgebreid bezoek op 21 april 1953. De genoemde beeldbank bevat verschillende foto’s van dat bezoek. Net als van een herhaald bezoek aan het weeshuis op 8 september 1962. links: het voormalig raadhuis, nu Museum Buren en Oranje

44 - Appeltjes van Oranje In 2011 staan de Appeltjes van Oranje in het teken van kunst. Kunst Beweegt, zo luidt het thema. Het Oranje Fonds zoekt vernieuwende initiatieven die met kunst een maatschappelijk probleem aanpakken. Een creatief proces of kunstproductie: door kunst ontstaat een unieke verbinding tussen groepen mensen. De Appeltjes van Oranje is een jaarlijkse prijs voor initiatieven die op succesvolle wijze verschillende groepen mensen verbinden. De prijs bestaat uit een bronzen beeldje, gemaakt door Koningin Beatrix, en een geldbedrag van € 15.000. In mei 2011 reikt Prinses Máxima de prijs uit op Paleis Noordeinde. www.oranjefonds.nl

45 Naar een echt Oranje Buren: de Oranje Loper Deze koepelvisie zet nadrukkelijk in op Oranje, in alle mogelijke opzichten. Het komt erop aan de identiteit van Oranjestad nog veel meer aan de oppervlakte te brengen, dus nog zichtbaarder, nog uitgesprokener te maken. Met andere woorden: Buren moet echt oranje worden. Dat betekent onder meer dat de kleur oranje werkelijk prominent – en toch subtiel – in het straatbeeld aanwezig zal zijn, en dat parallel daaraan de relatie met de Oranjes in allerlei opzichten tastbaarder zal worden. Ontwikkelingen in het kader van dit perspectief zullen zich concentreren op en aan wat we de Oranje Loper zouden willen noemen. Deze ontwikkelingsas begint bij de rotonde op de N834, gaat verder over Peperstraat, Voorstraat, Buitenhuizenpoort en Plantsoen, en eindigt bij het kasteelterrein. De Oranje Loper is geïnspireerd op de zogenaamde Royal Mile in de Schotse hoofdstad Edinburgh en heeft tot doel Buren op te stuwen als de Oranjestad bij uitstek. In hoofdstuk 4 werken we dit Oranje-perspectief verder uit. Daar beschrijven we het gidsproject ‘de Oranje Loper’ en andere projectsuggesties die passen binnen dit brede, inspirerende kader. De Sint-Lambertuskerk De Sint-Lambertuskerk is de Protestantse kerk te Buren. De kerk, die in 1367 gesticht werd als kapel en in 1395 als parochiekerk vernoemd werd naar de heilige Lambertus, staat aan de Markt bij de Peperstraat in het midden van het stadje; de Utrechtse bisschop Frederik van Blankenheim gaf de gelovigen te Buren in dat jaar toestemming een zelfstandige parochie te vormen. De Sint-Lambertuskerk is in de periode 1973 tot 1980 gerestaureeerd. De kerktoren werd in 1990 gerestaureerd. Het fraaie orgel is een Bätz-Witte orgel dat dateert uit 1852. Bätz is een bekende Nederlandse orgelbouwersfamilie,

47 3.2.2 Het Groene perspectief: (Her)ontwikkeling van het kasteelterrein Opkomst en teloorgang Het kasteel van Buren is zijn bestaan vermoedelijk ergens in de 12e eeuw begonnen als versterkte burcht met een donjon en is in de vier eeuwen daarna onder respectievelijk de adellijke families Van Buren, Van Egmont en Van Oranje Nassau steeds verder uitgebreid en uitgebouwd. Zijn grootste omvang had het onder Frederik Hendrik van Oranje Nassau, bijgenaamd de ‘Stedendwinger’. Frederik Hendrik liet tal van kastelen verbouwen en uitbreiden, waaronder Buren. Toch heeft hij er nooit gewoond. Na de dood van Frederik Hendrik ging het met het kasteel – dat met zijn 172 vertrekken waarschijnlijk de grootste waterburcht van Nederland was – langzaam bergafwaarts tot de toenmalige regering in 1804 toestemming gaf tot afbraak. Het vrijkomende materiaal werd in tranches verkocht. Veel van de stenen zijn in het stadje zelf gebruikt voor de restauratie van huizen en de stadsmuur en voor nieuwbouw. Als laatste moest in 1883 de voorpoort eraan geloven. Daarmee kwam voorgoed een einde aan een majesteitelijk middeleeuws kasteel. Het kasteelterrein is grotendeels in tact gebleven, zodat men zich nog steeds kan voorstellen waar kasteel Buren precies gestaan heeft . In het Museum Buren & Oranje staat een grote maquette, die het kasteel verbeeldt zoals het er op zijn hoogtepunt heeft uitgezien. oorspronkelijk afkomstig uit Duitsland. De eerste Bätz die zich in 1739 in Utrecht als zelfstandig orgelbouwer vestigde, was Johann Heinrich Hartmann Bätz. Na vijf generaties Bätz werd het bedrijf in 1849 overgenomen door Christian Gottlieb Friedrich Witte; de fi rmanaam werd omgedoopt in Bätz-Witte. In deze kerk vond op 8 juli 1551 het huwelijk plaats van Willem van Oranje met zijn eerste vrouw Anna van Buren, toen nog tijdens een rooms-katholieke dienst. Op 7 februari 1595 huwde Maria van Nassau, hun derde kind, in diezelfde SintLambertuskerk met Graaf Filips van Hohenlohe. Zij is in 1616 (gereformeerd) begraven in de tombe onder het koor. links: het voormalig kasteelterrein

48 - kunstwerk als weergave van het oorspronkelijke gebouw De Sint-Jansberg in Plasmolen (noord-Limburg) is een landgoed met beboste hellingen, akkers en weilanden. Dit landgoed op de Nijmeegse stuwwal staat bekend om de vele bronbeken. De Sint-Jansberg is niet alleen een fraai natuurgebied, er liggen ook sporen uit een ver verleden. Onder de grond bevinden zich waardevolle resten van een Romeinse villa van bijna 2000 jaar oud. Met 20 bij 83 meter is het de grootste villa in ons land. Sinds 1978 is dit terrein wettelijk beschermd als archeologisch

49 (Her)ontwikkeling als evenementenplein Met de provincie is de gemeente van mening dat het kasteel en de ommelanden – dat wil zeggen het ganzenvoetvormige gebied om het kasteel dat door het lanenstelsel van de Toeren begrensd wordt – herontwikkeling verdient. Een herontwikkeling die aan de ene kant de herinnering aan de eens zo glorieuze waterburcht van de Oranje Nassaus materialiseert en beleefbaar maakt, en aan de andere kant recht doet aan huidige natuurlijke en landschappelijke waarde van het kasteelterrein en het wijdere gebied er omheen. De gemeente ziet vooral toekomst in de ontwikkeling van het kasteelterrein en de ommelanden als ontvangst- en evenementenplein. Dat evenementenplein moet straks het grootse en vanzelfsprekende eindpunt van de Oranje Loper worden: een plek waar bijzondere gebeurtenissen en evenementen plaatsvinden, al dan niet samen of in samenhang met wat er in het stadje zelf gebeurt. Ook dit perspectief wordt in hoofdstuk 4 verder uitgewerkt in een gidsproject en enkele projectsuggesties. Weeshuis Maria van Nassau (15561616) was het derde kind van Willem van Oranje en Anna van Egmont. Hun eerste kind, ook Maria geheten, was kort na de geboorte gestorven. Maria werd vernoemd naar Maria van Hongarije, landvoogdes der Nederlanden. Deze zuster van keizer Karel V nam Maria en haar oudere broer Philips Willem onder haar hoede na de dood van Anna van Egmont in 1558. Maria, die zich sindsdien Gravin van Buren mocht noemen, vertrok in 1567 met haar vader naar Dillenburg. Maria heeft zich steeds vol ijver ingezet om haar broer Philips Willem vrij te krijgen uit Spanje, waar hij door Filips II in gijzeling gehouden werd. monument. Natuurmonumenten zorgt met andere instanties voor bescherming tegen erosie. Bovengronds geven lage muurtjes de grondcontouren weer. Een kunstwerk van buizen is een driedimensionale weergave van het oorspronkelijke hoofdgebouw. www.natuurmonumenten.nl

51 3.2.3 Het Blauwe-perspectief: revalorisering Korne als economische ontwikkelingsas Korne weer bevaarbaar Het blauwe perspectief verwijst naar water en dan vooral naar de Korne als voortzetting van ‘pleisure & leisure’-rivier de Linge. Tegelijk richt dit perspectief zich op mogelijke ontwikkeling van de stadsgracht – die ooit één geheel vormde met het langsstromende riviertje – en de (buitenste) slotgracht van het voormalige kasteel. De Korne is een zijriviertje van de Linge dat, alvorens het in de jaren ‘60 verregaand gekanaliseerd werd, iets ten noorden van Beusichem uit de Lek ontsprong. Tegenwoordig takt de Korne ten noordwesten van Buren ondergronds af van het Amsterdam-Rijnkanaal en komt ongeveer 2,5 km stroomafwaarts van Buren samen met de Linge. Vroeger werd de Korne veel gebruikt voor het vervoer van vooral agrarische producten, maar toen er niet meer werd gebaggerd was de Korne niet langer bevaarbaar voor vrachtschepen. Eind 2009 werd een begin gemaakt met het uitbaggeren van de Korne ten westen van Buren tot aan de samenvloeiing met de Linge. Voorjaar 2010 was dat traject afgerond. Hierdoor is het mogelijk om weer met pleziervaartuigen naar Buren te varen. Het ligt in de bedoeling ook het oostelijke deel van de Korne verder uit te baggeren. En wellicht dat het ooit nog eens mogelijk wordt om door middel van een sluis een open verbinding met het AmsterdamRijnkanaal te realiseren. Dan zou de Korne weer over de gehele lengte bevaarbaar zijn. Plezierrivier stimulans plaatselijke economie Vanwege zijn belang voor het regionale vracht- en personenvervoer was De Korne een belangrijke historische ontwikkelingsas. De voornaamste kansen binnen dit perspectief ziet de gemeente in links: de Korne Later koos Maria opnieuw de zijde van Philips Willem, toen die met zijn halfbroers Maurits en Frederik Hendrik in een hevige strijd verwikkeld raakte over de nalatenschap van hun vader Willem van Oranje. Op 7 februari 1595 huwde Maria in de SintLambertuskerk te Buren met Graaf Filips van Hohenlohe (1550-1606). Deze Filips was legeraanvoerder in dienst van de Republiek en had een niet al te beste reputatie. Hun huwelijk bleef kinderloos. Wellicht dat dat meegespeeld heeft toen Maria in 1612 in Buren het prachtige weeshuis stichtte, dat tegenwoordig onderdak biedt aan het Museum der Koninklijke Marechaussee. Maria deed veel aan liefdadigheid en is altijd in Buren blijven wonen. Ze overleed daar in 1616 op 60-jarige leeftijd en werd op 23 oktober van dat jaar bijgezet in de grafkelder van de familie Egmont in de SintLambertuskerk te Buren.

52 - 1 2 (jacht)haven voor pleziervaart, 2 opties: 1 haven voor kleine boten, dichtbij historisch centrum 2 haven met faciliteiten voor grotere boten Bootjes en broodjes Boten huren en rondvaarten maken met Rederij ‘Bootjes en Broodjes’, gevestigd in het hart van de stad Leiden, in een voormalig brugwachtershuisje aan de Blauwpoortsbrug. Een unieke plek om te starten met een boottocht over de prachtige grachten van Leiden of het waterrijke achterland zoals de Kagerplassen of het Braassemermeer onder het genot van een hapje en een drankje zoals een glaasje Champagne of een lekker glas wijn. Ook ontbijt, lunch en High Tea kunnen worden verzorgt. Rondom de decembermaand is de stad Leiden prachtig verlicht en is het de moeite waard om een boottocht op de dag of in de avondschemer te maken. Voor de herfst en winter kunnen wij beschikken over een drietal dichte en verwarmde boten. De boten zijn elektrisch, makkelijk te bedienen, comfortabel, schoon

53 de ontwikkeling van de Korne als ‘leisure-&pleisure’-rivier, die als vanzelfsprekende voortzetting van ‘plezierrivier’ de Linge, in het stadje Buren zijn eind- en hoogtepunt vindt. In het blauwe ontwikkelingsperspectief wordt de Korne dus opnieuw een belangrijke as van ontwikkeling. Het riviertje krijgt opnieuw betekenis als transportader, maar nu voor pleziervaart en waterrecreatie. Verbindings- en ontwikkelingsas Door van de Korne weer een echte – voor de kleinere plezier- en ‘fl uistervaart’ – goed bevaarbare waterloop te maken, wordt het ineens mogelijk om helemaal vanaf Gorinchem over de Linge en de Korne naar Buren te varen. Daarmee vormt de Korne als logische voortzetting van de Linge samen met de Linge als het ware een ‘opvaarlaan’ naar Buren. Buren als wandelpleisterplaats De westelijke Betuwe maakt deel uit van Nationaal Landschap Rivierengebied. En met recht, want hier vinden we de fraaiste en meest authentieke rivierlandschappen van Nederland. Het gebied is doorsneden door tal van smallere wegen en paden, die maar weinig verkeer kennen. Dat maakt ze bij uitstek geschikt als wandelwegen. Veel bij de echte wandelaars bekende routes doorkruisen dit gebied, waaronder het Maarten van Rossumpad, het Lingepad en de Tielerwaardroute. Het Maarten van Rossumpad is een ‘langeafstandwandelpad’ Dat betekent natuurlijk wel dat aan en langs de Korne voorzieningen worden gecreëerd ten behoeve van die pleziervaart, zoals aanlegen verblijfsmogelijkheden, facilitaire en horecavoorzieningen enzovoort. Vandaar dat het ‘Blauwe-perspectief’ voorziet in één, mogelijk twee (jacht)havens voor de pleziervaart (zie 4.3). Verder moet het stadje zelf ook beschikken over voldoende goede (LAW) met een lengte van 308 kilometer. Het loopt van ‘s-Hertogenbosch naar Ommen. Het pad is in beide richtingen gemarkeerd en wordt beschreven in een door het Nivon uitgegeven gids. Het pad is genoemd naar Maarten van Rossum, een 16e eeuwse legeraanvoerder in dienst van de Hertog van Gelre, het gebied en stil! Zelf varen met een van onze elektrische sloepen (vaarbewijs niet verplicht) of gevaren worden met rondvaart of privé sloep. Hierbij is de schipper tevens gids. www.bootjesenbroodjes.nl

Netwerk Eeuwig Moes Netwerk Eeuwig Moes bestaat uit initiatieven die zich inzetten voor het behoud en gebruik van oude, vaak vergeten, land- en tuinbouwgewassen en -rassen. Het initiatief wordt gedragen door beheerders van historische- en landgoedtuinen maar ook heem- en, stadstuinen, groentekwekers, musea en andere belangstellenden. De naam eeuwige moes refereert aan de manier van vermeerdering, waarbij de bladeren van de plant als stekken worden gebruikt en zodoende leidt tot een eeuwig durende vermeerdering. Als netwerk associëren wij ons met dit gewas: een gewas met een lange historie dat ook in deze tijd behouden moet blijven!

55 accommodaties en voorzieningen om deze feitelijk nieuwe groep van bezoekers gepast te kunnen ontvangen. Door Buren ook specifi ek voor waterrecreatie en watertoerisme aantrekkelijk te maken, nemen de kansen op nieuwe economie verder toe. Immers, de verdere uitbouw van de Oranje-identiteit, het nieuw te ontwikkelen kasteelterrein en de daar en in het stadje te houden evenementen zullen al nieuw publiek zal trekken. Daar komt dan nog deze bijzondere nieuwe attractiviteit bij. Plezier met respect Bij alle enthousiasme voor deze mogelijke nieuwe ontwikkelingen zullen we ons echter terdege rekenschap moeten geven van het feit, dat de Korne een smalle rivier is in een even fraai als kwetsbaar landschap. Dat betekent dat groei van de pleziervaart alleen gecontroleerd en doordacht plaats kan vinden. Wanneer het werkelijk te druk zou worden op en aan de Korne kan dat leiden tot opstoppingen en schade aan de oevers. Het is zaak te komen tot een gezellig en levendig vaarverkeer zonder al te grote, schadelijke drukte. Bovendien is ecologisch beheer van oevers en uiterwaarden een absolute noodzaak net als het voorkomen van aantasting van de kwetsbare gebieden. Het bij dit perspectief horende gidsproject ‘‘Jachthaven aan de Korne’ wordt met daaraan gerelateerde projectsuggesties uitgewerkt in paragraaf 4.3. waar het pad doorheen voert. De 13e etappe van Zoelmond naar Ophemert is 20 km lang en voert door Buren. Ook het Lingepad is zo’n d LAW. Het is 98 km lang en loopt van Leerdam via Buren naar de grens bij Nijmegen. Het pad toont de Betuwe op zijn best, vooral in het vooren najaar als de fruitbomen het beeld bepalen. Vanaf de dijken en in de uiterwaarden is er vaak een schitterend zicht op de rivieren. Met name het westelijke deel van de Linge is een lust voor het oog. De route doorkruist de pittoreske dorpjes Asperen en Acquoy. Meer naar het oosten wordt het rivierenlandschap wat ruiger. Wijde uitzichten over uiterwaarden en Waal bepalen het beeld. Verderop maakt De ontwikkelingen in de land- en tuinbouw brengen steeds meer efficiëntie en kostenreductie met zich mee dat vaak eenvormigheid aan gewassen en rassen tot gevolg heeft. Dit is jammer vanwege de teloorgang van cultuurhistorie en het verlies van diversiteit. Wij willen het publiek dit levend biocultureel erfgoed laten zien en kennis laten maken met de rijkdom aan soorten, vormen en smaken. Onze mogelijkheden liggen vooral op het gebied van het in cultuur houden, het vermeerderen en de publieksvoorlichting over deze oude rassen. Iedere deelnemer draagt hier op zijn eigen manier en mogelijkheden aan bij. Samen willen we werken aan de instandhouding van zoveel mogelijk diversiteit aan oude gewassen en rassen en samen willen we activiteiten ontwikkelen en ondersteunen om dit realiseren. Op de website zijn voor verschillende gewassen zogenaamde ‘Oranje Lijsten’ beschikbaar. Een oranje lijst laat op basis van historische bronnen zien welke rassen van een gewas in Nederland geteeld zijn geweest. www.deoerakker.nl

56 het vlakke landschap ineens - plaats voor een grote stuwwal ten oosten van Nijmegen, waarin de dorpjes Berg en Dal en Beek-Ubbergen verscholen liggen. 3.2.4 Buren als transferium Gastvrije entree Bij alle toekomstige ontwikkelingen in en om Buren-stad wordt rekening gehouden met de aanvullende rol die het stadje krijgt in het kader van de Ontwikkelingsvisie Burense Stroomrug. Binnen die visie zal Buren-stad zich – vooral vanwege zijn grote authenticiteit en zijn locatie centraal op de Burense Stroomrug – meer nog dan Tiel en Culemborg ontwikkelen tot ‘transferium’: een uitvalsbasis en een natuur- en cultuurhistorisch informatiecentrum tegelijk, dat de entree vormt tot het omliggende Nationaal Landschap Gelders Rivierengebied. Als zodanig zal het gastvrij zijn en over alle voorzieningen en accommodaties beschikken, die toeristen en dagjesmensen nodig De Tielerwaardroute is een NWB-route. De NWB, de Nederlandse Wandelsport Bond heeft een aantal recreatieve wandelpaden in verschillende delen van het land in beheer. Van al deze wandelpaden, ‘NWB-routes’ genoemd, zijn uitvoerige routebeschrijvingen gemaakt, waarin de rust- en en overnachtinggelegenheden, kilometerafstanden en verbindingen met het openbaar vervoer staan vermeld. Het begin- en eindpunt van alle NWB-wandelpaden ligt bij een NS-station. Alle routes zijn voorzien van topografi sche kaartjes. De Tielerwaardroute Oranje route etappe hebben uitgestippeld met de auto (+ caravan)!! De Oranjeroute voert u langs de Koninklijke hoogtepunten. Deze 2400 kilometer lange route is een aaneenschakeling van culturele hoogtepunten die historische banden hebben met het Huis van Oranje. Een schitterende ontdekkingstocht door Nederland en Duitsland waarbij wij een favoriete De Oranjeroute voert langs juweeltjes van stadjes met stadskernen die bruisen van leven en plezier - en die u al het moderne vakantiecomfort bieden dat u zich wensen kunt. Natuurlijk heeft elke plaats langs de route zijn eigen, specifieke karakter en typische kenmerken. Van grach

57 hebben voor een bezoek aan of verdere ontdekking van het stadje, de directe omgeving en het omliggende Nationale Landschap van het Gelderse Rivierengebied: hotelaccommodatie, restaurants, terrassen, B&B, fi etsverhuur, parkeergelegenheid, botenverhuur (jachthaven), informatie- en documentatiefaciliteiten. De belangrijkste functie van het ‘transferium’ is dan ook aantrekken en verwijzen. De implicaties van deze aanvullende rol worden nader uitgewerkt in de genoemde visie. Vast staat in elk geval dat plannen die betrekking hebben op de ontwikkeling van Buren-stad daarmee niet strijdig zullen zijn. Deze mogelijke rol van Buren vinden we terug in een belangrijk project op nationaal niveau, de zogenaamde TRAP-routes. TRAP, archeologische routes TRAP staat voor Toeristisch Recreatief Archeologisch Project. En TRAP-routes voeren u, per fi ets of te voet, langs de talrijke archeologische monumenten in ons land. De Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurhistorie en Monumenten (RACM) heeft de vele tientallen TRAP- routes, die we verspreid vinden over heel Nederland, samengesteld. De monumenten zijn heel verschillend van aard: het kunnen hunebedden of terpen zijn, maar ook minder bekende monumenten zoals urnenvelden of ringwalburchten. Zo krijgt u al fi etsend en wandelend een indruk van de geschiedenis zoals die in het landschap bewaard is gebleven. Bij de TRAProutes horen mooie gidsen met uitgebreide informatie over de archeologische en cultuurhistorische bezienswaardigheden die u onderweg tegenkomt. Buren – en dat sluit dus uitstekend aan bij de beoogde rol van transferium – vormt het vertrekpunt van de TRAProute Buren West, die begint in het centrum en dan via het kasteel in noordelijke richting zijn weg vervolgt over de stroomrug van de verdwenen Zoel naar Ash en Zoelmond. is een rondwandeling over een afstand van 120 km door de Betuwe. Zij voert van Tiel via Buren, Beusichem, Culemborg, Beesd, Asperen, Leerdam, Gorinchem, (Woudrichem/slot Loevestein, Brakel), Vuren, Haaften, Waardenburg, Neerijnen, Varik en Ophemert uiteindelijk weer naar Tiel. Alle drie doen ze het stadje Buren aan. In oktober 2008 organiseerde de NKBK-Midden Betuwe een wandeltocht door dit gebied. We citeren een stukje uit het verslag dat wandelfanaat Henri Floor van deze tocht maakte: ‘We liepen hier over de Aalsdijk, die parallel aan de Ravenswaaijsche Wetering loopt. Bij Huize Veldzicht lag een poes dood langs de kant. We hadden het idee dat de poes hier nog niet zo lang lag en mensen van Huize Veldzicht werden gewaarschuwd. Na een paar haakse bochten werd een smalle bospassage bereikt waarover een voetpad heel fraai naar Buren liep. Het laatste stuk naar Buren hadden we een vaart aan onze tenpand tot vakwerkhuis, van bierbrouwerij tot kathedraal. U geniet van een rijke verscheidenheid aan historische bezienswaardigheden en eigentijdse attracties. Overal worden festiviteiten en evenementen georganiseerd. Fijnproevers kunnen hun hart ophalen in een van de talrijke gezellige restaurants. En voor jong en oud valt er heel wat te beleven in de moderne uitgaanscentra. Maar natuurlijk kunt u ook op uw gemak door de sfeervolle stadskernen kuieren. En de prachtige, karakteristieke gebouwen bewonderen die de herinnering aan het Huis van Oranje levendig houden. www.zwiebel.org/caravan/ oranje/oranje.htm

58 linkerhand met de naam - Mauriksche Wetering. In de routebeschrijving was sprake van de naam Korne, maar volgens mijn kaart gaat de Mauriksche Wetering over in de Korne bij de kruising van de provinciale weg N834. Het uitzicht op de vaart was niet minder mooi. Bij het naderen van Buren was het trouwens wat harder gaan motregen, waardoor het fototoestel veilig in de rugzak werd opgeborgen. We liepen Buren in langs de stadsmuur en kwamen langs twee kanonnen, het voormalige weeshuis. We zagen ook nog de molen van Buren tussen Aantrekken en verwijzen Als transferium zal het stadje Buren gastvrij zijn en over alle voorzieningen en accommodaties beschikken, die toeristen en dagjesmensen nodig hebben voor een bezoek aan of verdere ontdekking van het stadje, de directe omgeving en het omliggende Nationale Landschap van het Gelderse Rivierengebied: hotelaccommodatie, restaurants, terrassen, B&B, fi etsverhuur, parkeergelegenheid, botenverhuur (jachthaven), informatieen documentatiefaciliteiten. De belangrijkste functie van het ‘transferium’ is dan ook aantrekken en verwijzen. De implicaties van deze aanvullende rol worden nader uitgewerkt in de Ontwikkelingsvisie Burense Stroomrug. Vast staat in elk geval dat plannen die betrekking hebben op de ontwikkeling van Buren-stad daarmee niet strijdig zullen zijn. 3.3 Succesfactoren en projectcriteria de huizen door, maar we liepen er niet vlak langs. Op de hoek van de Achterbonenburg met de Voorstraat, bij de Culemborgsehof Huizenpoort hadden we in een café restaurant een Kans op welslagen vergroten Met het viertal specifi eke ontwikkelingsperspectieven dat we hiervoor beschreven hebben, is vooral een koers uitgezet in de richting van een succesvolle ontwikkeling van het cultuurhistorisch en landschappelijk waardevolle erfgoed van Buren-stad en onmiddellijke omgeving. Voordat we overgaan tot een meer concrete uitwerking van deze perspectieven, staan we eerst nog stil bij een aantal algemene aspecten en condities waaraan ontwikkeling van het Burens erfgoed zou moeten voldoen om werkelijk te kunnen slagen. We onderscheiden succesfactoren, algemene kenmerken die welslagen dichterbij brengen, en projectcriteria, meer specifi eke voorwaarden waaraan projecten moeten voldoen. De fundamenten van Slot op de Hoef Egmont aan den Hoef is een dorp met een prachtig historisch hart. Veel straatnamen herinneren aan de roemruchte historie zoals de Slotweg en de Lamoraalweg. In 1170 wordt het eerste kasteel gebouwd door Dodo van Egmont. Door aan de kruistochten deel te nemen wordt als beloning het rentmeesterschap erfelijk en het gebied wordt tot heerlijkheid verklaard. Rond het kasteel en de kapel groeit het dorp Egmont aan den Hoef. In 1486 ontvangt Jan II, Manke Jan, die legeraanvoerder is van Maximiliaan van Oostenrijk de graventitel en hij wordt stadhouder van

59 Succesfactoren De volgende succesfactoren zijn essentieel voor een geslaagde ontwikkeling: • Onderscheidend vermogen en kwaliteit Het aanbod is groot. Welke keuzes Buren ook maakt en tot wat voor toeristisch-recreatieve voorzieningen, faciliteiten of accommodaties dat ook zal leiden, alles moet van onderscheidende kwaliteit zijn. Buren zal zich gunstig moeten onderscheiden van de concurrentie. • Authenticiteit Cultuur- en natuurtoeristische ontwikkelingen moeten – dat spreekt eigenlijk vanzelf – geworteld zijn in de eigen identiteit en het eigen unieke karakter. • Haalbaarheid en snelle resultaten Projecten kenmerken zich maar al te vaak door realisering op veel te lange termijn. Dat is dodelijk voor draagvlak en continuïteit. Daarom moeten projecten concreet zijn, en snel te realiseren. Ze passen uiteraard in het uiteindelijke wensbeeld, dat met deze strategie stap voor stap en voor iedereen zichtbaar dichterbij gebracht wordt. Snelle resultaten zorgen voor draagvlak en enthousiasme, bovendien heeft het succes een aanjagend eff ect op nieuwe plannen, initiatieven en projecten. • Nieuwe economie Als toeristische ontwikkelingen willen beklijven zullen ze gericht moeten zijn op nieuwe economie. Ze moeten leiden tot nieuwe bedrijvigheid die uitzicht biedt op welvaart en welzijn voor de gemeente Buren en haar inwoners. • Commitment Enthousiaste betrokkenheid, de wil er vol voor te gaan en de bereidheid te investeren zijn onontbeerlijk voor succes. Die bereidheid moet er zijn bij alle betrokken partijen: binnenrust. Na een welverdiende rust vervolgden we ons pad en doorkruisten Buren opnieuw. Nu kwamen we over de markt met de stadspomp en een mooi bronzen kunstwerk. Buiten Buren kregen we een nog fraaier uitzicht op de stadswallen van Buren. Over een traject van het Maarten van Rossumpad, dat wit/ rood gemarkeerd was, verlieten we Buren. Het Lingepad, dat ook wit/rood gemarkeerd is, loopt ook door Buren. Maar hier stond op de sticker ook de naam “Maarten van Rossumpad vermeld. Ook zagen we nog een geel/blauwe sticker van de Tielerwaardroute.’ (www.henri-fl oor.com) Holland. Ook is hij de grote leider van de Kabeljauwen in de Hoekse en Kabeljauwse twisten. In die tijd is het Slot op zijn hoogtepunt ofwel ’In Welstand’ zoals op oude gravures staat. Het heet de grootste en schoonste burcht van Holland te zijn en de hoogste toren, de Donjon is 28 meter hoog. In 1516 wordt Jan II begraven in de slotkapel in een koperen tombe. De op

60 ‘De Prins van Oranje’ Molen - In zijn huidige vorm stamt de molen op de Molenwal in Buren uit 1716, toen zijn voorganger, een standerdmolen uit 1577 vanwege ernstige bouwvalligheid door een nieuwe stenen molen werd vervangen. Daarvoor is er zeker één eerdere molen geweest – ook een standerdmolen – die bij de grote brand in 1575 is verwoest. De ‘standerd-’ of ‘standaardmolen is het oudste houten type windmolen in ons land. De naam is afkomstig van het feit dat de kast van inwoners, ondernemers, cultuur- en natuurorganisaties, de gemeente. Allemaal zullen ze bereid moeten zijn het hunne bij te dragen. Vooral de rol van lokale ondernemers is cruciaal. Daarom zal de gemeente zich extra inzetten om ondernemers te enthousiasmeren en te stimuleren. • Samenwerking en onderlinge afstemming Samenwerking is essentieel, zowel op het niveau van de lokale betrokken partijen als op regionaal (bovengemeentelijk) of bovenregionaal niveau. De meest vruchtbare samenwerking is die waarin sprake is van synergie (‘een en een is drie’) en contemplariteit (elkaar aanvullen). Op lokaal niveau is er de noodzaak van publiek-private samenwerking, met name die tussen initiërende ondernemers en de gemeente. Maar ook voor de ondernemers zelf is het noodzakelijk dat ze in goed overleg en een open samenwerking hun plannen onderling op elkaar afstemmen. • Noodzaak van een koepelorganisatie Het welslagen van de toeristische ambitie staat of valt met een adequate organisatiestructuur. Het geven van sturing en begeleiding, het maken van goede afspraken met diverse belangenhouders en externe partijen, het aangaan van samenwerkingsverbanden en met name het initiëren van samenhangende plannen en activiteiten, dat alles kan niet zonder een goede (koepel)organisatie. Een platform kan aan het initiëren, sturen en begeleiden van alle mogelijke samenwerkingsvormen een belangrijke, en misschien zelfs essentiële bijdrage leveren. Daarnaast kan zij alle evenementen initiëren, organiseren en coördineren, die in Buren plaatsvinden of mogelijk in de toekomst zullen plaatsvinden (zoals Buren bij Kaarslicht, Kerstfair, Kunstmarkt Buren, Kunstwerkgroep Buren, Buren Toen stand tegen de Spanjaarden onder leiding van Willem van Oranje en zijn niet altijd fijnzinnige trawanten eist zijn tol. In 1573 steken de geuzen onder aanvoering van Diederick van Sonoy het Slot op den Hoef en de Slotkapel in brand. Zij doen dit om te voorkomen dat de terugtrekkende Spanjaarden zich in deze versterking kunnen nestelen. Na deze vernietiging blijven de restanten van het Slot nog eeuwen lang staan en de rentmeestertoren met het gemeente uurwerk wordt hersteld maar in 1832 weer halverwege afgebroken. De restanten van het slot wisselen een paar keer van eigenaar en worden uiteindelijk voor de opbrengst van de stenen verkocht. Dan is er naast de wel herbouwde Slotkapel weinig meer over dan een stukje ruïne

61 Th eater, Burense Kunstkring, Jazz in Buren, Legerdag Buren, Buren Promotie, de Oranjebeurs, Muziek in Buren enzovoort). • Communicatie en promotie Communicatie en promotie zijn onontbeerlijk bij het vermarkten van het ‘merk’ Oranjestad Buren. Buren moet de buitenwereld, het mogelijk geïnteresseerde publiek, opnieuw en krachtig laten weten wat het in huis heeft , en waarom het anders en aantrekkelijker is dan de concurrentie. Dan komt het aan op een eff ectieve communicatiestrategie, die erin slaagt Buren op de juiste wijze te profi leren en te positioneren. Ook dit is een taak van de koepelorganisatie, uiteraard waar mogelijk met steun van de gemeente, de provincie en elke andere instantie die baat heeft bij een succesvolle ontwikkeling van Buren-stad. Aan de basis van die strategie ligt uiteraard een nog op te stellen communicatieplan, dat heel doel- en doelgroepgericht werk maakt van de promotie van Buren-stad. Koepelvisie als toetsingsinstrument Wanneer bij het uitwerken van de gewenste ontwikkelingen maximaal rekening wordt gehouden met deze succesfactoren, is de kans op succes het grootst. Het zal dan ook niet verbazen dat een belangrijk deel daarvan terugkeert in de vorm van de criteria, die de gemeente zal hanteren bij het beoordelen, waarderen en toetsen van nieuwe initiatieven. Hoewel dat van project tot project kan verschillen, zullen projecten in het algemeen aan onderstaande criteria moeten voldoen. Criteria die hier weliswaar afzonderlijk beschreven worden, maar in de meeste gevallen samenhangen of zelfs nauw met elkaar verbonden zijn. De gemeente hanteert deze criteria niet in de laatste plaats omdat zij staak rust, een rechtopstaande, ongeveer 60-80 cm dikke stam. De huidige stenen molen is een stellingmolen, die dienst deed als korenmolen. Een stellingmolen is een extra hoge windmolen, omdat deze vanwege zijn plek binnen de bebouwde kom voldoende vrije windvang moet hebben. Om de molen toch te kunnen bedienen was een omloop of ‘stelling’ nodig rondom het bouwwerk. Vandaar de naam. In 1911 werd de molen door brand gedeeltelijk verwoest. Hij werd hersteld met onderdelen van de Rotterdamse oliemolen De Reus. Bij die gelegenheid is de molen meteen enkele meters verhoogd, vermoedelijk om een nog betere windvang te krijgen. Het meest opvallende detail aan de molen is de de bovenas. Een zeer oud exemplaar, hoogstwaarschijnlijk een Nolet, dat zo rond 1840 gegoten moet zijn. De molen, die vooral gebruikt wordt voor het malen van tarwe

62 voor de broodbakkerijen, werd - in 1947 door de gemeente Buren gekocht van de laatste particuliere eigenaar, Van Stuyvenberg. Hiermee werd voorkomen dat de molen voor Buren verloren zou gaan. In 1952 volgde een uitwendige restauratie en daarna volgden ruim 20 jaar waarin de molen behoorlijk werd onderhouden. Gedraaid werd er niet want bijna het hele binnenwerk van de molen was verdwenen. Wel werd de molen af en toe ‘gekruid’ (in de windrichting gedraaid) en het wiekenkruis werd regelmatig in een andere stand gezet. In 1974 was een nieuwe restauratie noodzakelijk. De molen is toen ook weer van maalwerk voorzien. Sindsdien is de molen geregeld in werking en wordt er eigen gemalen volkorenmeel verkocht. De Graven van Buren waren van 1716 tot 1795 eigenaren van de Prins van Oranje. Dat zou de naam van de molen kunnen verklaren. (www.molendatabase.nl) van mening is dat ze – elk uiteraard in zijn eigen mate – nodig zijn voor het duurzaam welslagen van de gewenste ontwikkelingen. Voor de criteria hanteert de gemeente geen strakke prioritering, al zou je kunnen zeggen dat met name de eerste zes het zwaarst zullen wegen. Dat neemt niet weg dat bij voorkomende afwegingen alle criteria worden meegenomen. De volgende projectcriteria zijn relevant: • Erfgoed beschermend : beoogde projecten beschermen het cultuurhistorisch erfgoed en houden de archeologische waarde in stand. (Zie ook ‘Buren op erfgoedlijst Unesco?’ paragraaf 3.1) • Nieuwe economie genererend : beoogde projecten versterken de vitaliteit en creëren nieuwe economie. Ze moeten leiden tot nieuwe bedrijvigheid en daarmee uitzicht bieden op nieuwe welvaart. • Breed gedragen : beoogde projecten zetten in op een breed draagvlak bij inwoners en andere direct betrokkenen. • Concreet en op redelijke termijn uitvoerbaar: beoogde projecten zijn concreet, fi nancieel haalbaar en kunnen op redelijke termijn gerealiseerd worden. Deze eigenschap draagt bij aan het aanjagend eff ect. Hoe sneller ze resultaat hebben (zeker als dat resultaat ook nog eens zichtbaar en meetbaar is), des te meer ze voor (extra) draagvlak zullen zorgen en het aanjagend eff ect zullen versterken. • Authentiek : beoogde projecten behelzen nieuw gebruik en nieuwe functies, die geënt moeten zijn op of verwijzen naar vroeger, historisch gebruik. Er moet sprake zijn van transpositie (zie ‘transponeren’ par. 3.1) • Structureel : beoogde projecten moeten vanzelfsprekend passen binnen het strategisch programmakader van de koepelvisie. Ze moeten, met andere woorden, structureel zijn. Incidentele, opzichzelfstaande oplossingen kosten alleen maar geld en brengen de gewenste ontwikkelingen muur van de Rentmeestertoren, omgeven door drassig land. In het kader van de werkverschaffing zijn de fundamenten in 1933/1934 blootgelegd en opnieuw opgemetseld, onder leiding van ingenieur Johannes van Oldenborgh. De fundamenten met daarop een stukje ruïnemuur van de Rentmeesters toren zijn gratis toegankelijk. Hieraan is de plattegrond van het kasteel nog goed te herkennen zoals de kasteeltorens en de sleuven van de contragewichten van de twee ophaalbruggen. Er is een oude waterput en de rechthoekige binnenplaats is ook goed te zien. Wat je niet ziet is hoe reusachtig groot het kasteel is geweest. Zo was de grootste woontoren de Donjon maar liefst

63 doorgaans geen stap dichterbij. • Attractief : beoogde projecten verhogen de aantrekkingskracht van Buren voor het publiek en zijn derhalve direct gericht op het genereren van hogere bezoekersaantallen. • Onderscheidend en innovatief : beoogde projecten onderscheiden zich in aard en uitstraling van wat de ‘concurrentie’ biedt. Ze zijn dus niet ‘meer van hetzelfde’ maar vernieuwend, ze brengen echt iets nieuws, iets anders. Ze verleggen grenzen. • Inspirerend en aanjagend : beoogde projecten passen in een positief en enthousiasmerend klimaat. Ze zijn het inspirerende voorbeeld voor nieuwe initiatieven en ideeën. In die zin hebben ze een vliegwielfunctie. Ze appelleren aan commitment, enthousiasme en de wil om er vol voor te gaan. • Integraal en verbindend : beoogde projecten zijn onderdeel van een groter geheel. Ze dragen bij aan de samenhang en versterken aldus dat geheel. Ze bundelen initiatieven op en van diverse niveaus en creëren daarmee synergie. • Educatief en spannend : beoogde projecten hebben een duidelijke educatief-diverterende waarde voor jong én oud: ze zijn als etappes op een avontuurlijke ontdekkingsreis door tijd en ‘ruimte’. Denk bijvoorbeeld aan innovatieve lesprogramma’s en muzische invullingen als ‘Living History’, vertelkunst, straattheater (vgl. Oerol), media-evenementen (beeld en geluid). Weeshuis Het prachtige gebouw dat nu dienst doet als huisvesting van het Museum der Koninklijke Marechaussee is in 1613 gebouwd als weeshuis in opdracht van Maria van Nassau. Het geldt algemeen als ‘een monument van 17e eeuwse Noord-Nederlandse renaissance bouwkunst’. Op de toegangspoort van het museum staat: ‘Maria van Nassau; geboren princesse van Oranje, Gravinne Douariere van Hohenlohe, heeft dit weeshuis gefundeerd anno 1613.’ Boven de poort staan drie beelden die de waarden weergeven die aan de stichting van het weeshuis ten grondslag hebben gelegen: ‘Geloof, hoop en liefde’. De hoofdingang in de voorgevel bestaat uit een grote houten deur met een prachtig smeedijzeren sleutelplaat en 28 meter hoog, even hoog als de Sterflat, het hoogste gebouw in Egmont aan Zee. De Donjon had 7 verdiepingen maar die waren dan ook elk wat hoger dan de tien verdiepingen van de Sterflat. De grootste en ‘schoonste’ burcht van Holland heeft hier gestaan en hoe die er precies heeft uitgezien, weet niemand met zekerheid. De bezoeker kan hier de fantasie de vrije loop laten. Hier liet de torenwachter zijn hoorn schallen voor de illustere slotbewoners en hun bezoekers. Hier klonk hoefgetrappel en speelde zich het middeleeuwse dorpsleven af. www.historischegmont.nl

Gert-Jan van Ingen: Sinds de gemeenteraadsverkiezingen van maart 2010 is Gert-Jan van Ingen wethouder voor de VVD in Buren. Zijn tot de rand toe gevulde portefeuille bevat behalve Ruimtelijke ordening, Openbare ruimte/beheer, Verkeer & vervoer en enkele andere zaken ook Monumenten en Recreati e en toerisme, dat laatste expliciet met betrekking tot de Buren-stad. Hij is dan ook nauw betrokken bij de totstandkoming van deze koepelvisie. De kersverse wethouder is vastbesloten vesti ngstad Buren toeristi sch weer op de kaart te zett en. ‘Ik denk dat de afgenomen belangstelling voor Buren niet alleen te maken heeft met de slechte economische situati e maar ook met de gebrekkige promoti e. Buiten de regio wordt Buren nauwelijks gepromoot. En het feit dat het Boerenwagen museum verdwenen is, doet de zaak natuurlijk ook geen goed. Bovendien realiseren de bewoners van Buren zich onvoldoende dat ze in een museumstadje wonen; laatst bij Buren Toen Theater waren er nogal wat klachten van de inwoners omdat ze hun auto twee dagen lang wat verder weg moesten parkeren. Een ander punt is de verminderde vitaliteit van de kleine kernen, een probleem dat niet alleen in onze gemeente speelt, maar in het hele rivierengebied. Probeer in die kleine dorpen maar eens een fatsoenlijke winkelconcentrati e te creëren; dat is bijna niet te doen. En ja, dan is er ook nog het feit dat jongeren zich nauwelijks nog voor historie lijken te interesseren; ons publiek bestaat nu vooral uit ouderen.’ Buren weer op de kaart zett en ‘Toch is de gemeente vastbesloten Buren weer op de kaart te zett en. Niet voor niets is er nu een aparte portefeuille gekomen, die specifi ek gericht is op de toeristi sche ontwikkeling van het stadje. We zijn ons ervan bewust dat we dit bijzondere stukje historisch erfgoed voor het nageslacht moeten bewaren. We hebben natuurlijk het Oranjemuseum en het Marechausseemuseum. Maar ik weet dat ook een aantal Burenaren fantasti sche privécollecti es bezit, die nu niet toegankelijk zijn voor het publiek. Dat is heel jammer, want wat als die mensen er straks niet meer zijn? Waar blijven die stukken dan, waar blijft de kennis? Nu is het nog niet te laat om daar aandacht voor te vragen. We zouden die collecti es graag digitaliseren en via internet aanbieden. Vooral met het oog op de jeugd want jongeren halen voornamelijk daar hun informati e vandaan. Een eerste aanvraag om alles in een digitaal museum onder te brengen is afgewezen, maar we blijven het proberen. We vinden dat het er moet komen. Want dat is dé manier om die informati e echt breed toegankelijk te maken. Op dit moment wordt er gewerkt aan een nieuw streekarchief in Tiel. De gemeente Buren doet daar ook in mee. Wellicht dat we daarop kunnen meelift en.’ In de spotlights ‘In 2012 bestaat het weeshuis 400 jaar. Bij uitstek een moment om Buren weer in de spotlights te zett en. De sti chti ng Koninklijk Weeshuis Buren is daar druk mee bezig. De gemeente zelf gaat na in hoeverre we de tuinen van het voormalige kasteel kunnen ontwikkelen. Omdat het contract met de tennisbaan kortgeleden voor langere ti jd werd verlengd, proberen we als het ware om de tennisbaan heen het voormalige kasteel weer zichtbaar

65 ‘Bijzonder stukje historisch erfgoed voor het nageslacht bewaren’ te maken. Onder meer door allerlei slimme informati edragers die worden aangebracht op het voormalige kasteelterrein en langs de onderling verbonden wandelroutes in het stadje zelf en de kasteeltuinen. Verder zijn er allerlei plannen te bedenken om het verblijf in Buren interessanter te maken. We hebben in elk geval met allerlei stakeholders afgesproken om samen een rondwandeling door het stadje te maken onder leiding van een aantal mensen, dat alles van het stadje weet. De bedoeling daarvan is die stakeholders te interesseren voor wat er allemaal in de koepelvisie op papier is gezet.’ Buren op UNESCO-lijst? ‘Iets wat we echt goed willen gaan onderzoeken is of Buren op de UNESCO-lijst zou kunnen komen. Als dat zou lukken, zou dat een enorme boost voor het stadje betekenen. Maar daarvoor is het wel nodig dat iedereen het historische belang van Buren voorop stelt – ook de huidige inwoners van het stadje. Ik heb het gevoel dat zij de enorme historische waarde van Buren onvoldoende inzien. Als een plaats op de lijst in beeld komt, zullen ze wellicht beseff en dat het een gunst is om in zo’n fraai historisch decor te mogen wonen.’ Financiële steun van Europa ‘Met het oog op de recreati evaart zou ook de Korne in de richti ng van het AmsterdamRijnkanaal moeten worden uitgebaggerd. Maar een open verbinding met het kanaal wordt lasti g. Vanwege het niveauverschil is er een sluis nodig en die kost geld. Het zou natuurlijk helemaal mooi zijn als we erin slagen een verbinding te maken met de grote recreati eplassen aan de andere kant van het Amsterdam-Rijnkanaal. Die hebben nu geen verbinding met open water. Het zou voor de recreati evaart in de hele regio echt fantasti sch zijn als we al dat water met elkaar zouden kunnen verbinden. Kijk naar Friesland en wat ze daar met geld uit Europa allemaal voor elkaar gekregen hebben. Als we met een goed regionaal plan komen, zouden ook wij misschien voor fi nanciële steun van Europa in aanmerking komen.’ Doorgaan ‘Maar onze eerste prioriteit blijft toch een betere promoti e van het stadje Buren. De mensen moeten Buren in een adem noemen met populaire vesti ngstadjes als Heusden en Woudrichem. Ik ben positi ef gestemd over de inzet en de bereidheid van mensen om daaraan te werken. Minder positi ef ben ik gestemd over de fi nanciering. Want door alle bezuinigingen wordt er van overheidswege een rem gezet op dit soort ontwikkelingen. Toch vind ik dat we door moeten gaan. Dan hebben we straks, als er betere ti jden aanbreken, in ieder geval onze plannen klaarliggen zodat we meteen aan het werk kunnen. Ondertussen zullen we een beroep moeten doen op parti culiere initi ati even. Die ook omarmen als ze passen in de plannen die er liggen. En er vervolgens voortvarend mee aan de slag gaan!’

4 67 GIDSPROJECTEN EN PROJECTSUGGESTIES Gidsprojecten wijzen de weg Zoals we in de hoofdstukken 1 en 3 al aangaven, hebben de hierna op te voeren ‘gidsprojecten’ gemeen dat ze in principe op korte termijn uitvoerbaar zijn (eerste fase) en dus snel tot resultaat leiden. Dat snelle resultaat is uiterst nuttig voor het verkrijgen van het noodzakelijke draagvlak. Gidsprojecten heten zo, omdat ze de weg wijzen naar realisering van het uiteindelijke streefbeeld. Maar ze doen meer, ze maken zelf ook al een begin met de concretisering van dat streefbeeld. In die zin zijn ze voorbeeldig: ze laten zien hoe ontwikkelingsperspectieven gematerialiseerd (kunnen) worden in concrete projecten. Vandaar dan ook dat voor elk van de drie voornaamste ontwikkelingsperspectieven – Oranje, Groen en Blauw – een gidsproject wordt voorgesteld en in grote lijnen uitgewerkt. Gidsprojecten hebben ook tot doel ‘aan te jagen’, dat wil zeggen belanghebbenden, ontwikkelaars en andere serieuze plannenmakers enthousiast te maken en hen te prikkelen met eigen initiatieven te komen. Projectsuggesties voor het vervolg De projectsuggesties zijn voorstellen voor projecten voor de langere termijn (tweede fase). Ze worden zoveel mogelijk vernoemd bij het ontwikkelingsperspectief waarop ze betrekking hebben of waarmee ze samenhangen. Na de vaststelling van de Koepelvisie Oranje Buren is de logische volgende stap het samenstellen van een concreet uitvoeringsprogramma met een praktische handleiding en een gefaseerde projectenlijst.

68 -dito handgreep. Boven die deur hangt een omlijste plaat met in vergulde tekst een eerbetoon aan de stichteres: ‘‘t Gelooff door hoop in liefde crachtich heeft beweegt dees princesse goetdadlich te stichten ter eere van Godt almachtich dit weeshuis om daarin gestadlich d’arme weese te geven alimentatie bethoent oock leser tot dese fundatie U christlick milt hert doet augementatie Godt sal u geven sijn ewige gratie.’ Dat het Weeshuis er kon komen, had alles te maken met de gecompliceerde situatie die na de dood van Willem van Oranje in 1584 ontstond omtrent diens nalatenschap. Daarom volgt nu de geschiedenis van het weeshuis in vogelvlucht: Rechtens gingen Willems bezittingen over op Philips Willem, zijn oudste zoon, geboren uit het huwelijk met Anna van Egmont, zijn eerste vrouw. Dat was voor zijn halfbroers Maurits en Frederik Hendrik moeilijk verteerbaar, maar zij moesten zich daar vooralsnog bij neerleggen. Philips Willem was echter niet 4.1 Het Oranje-perspectief GIDSPROJECT: de ‘Oranje Loper’ ‘Royal Mile’ als voorbeeld... De zogenaamde ‘Royal Mile’ is de trots van historisch Edinburgh in Schotland. Het is een straat annex (wandel)route die dwars door Edinburgh loopt en Edinburgh Castle verbindt met Holyrood Palace. Bezoekers komen naar de Royal Mile om de eeuwenoude historische straatjes met hun 16e- en 17e-eeuwse herenhuizen te bewonderen. De Royal Mile werd al in 1724 door Daniel Defoe (auteur van ‘Robinson Crusoe’) beschreven als: “Niet alleen de grootste, langste en mooiste straat van Groot-Brittannië, maar van de hele wereld”. De Royal Mile is in totaal een mijl lang – vandaar zijn naam – en voert langs verschillende bezienswaardigheden, waaronder Edinburgh Castle, de Scotch Whisky Heritage Centre, de Camera Obscura en nog veel, veel meer. Aan deze brede rechte weg vind je overal souvenirwinkeltjes met allerlei authentieke Schotse spulletjes zoals tartan en whisky. ...voor de ‘Oranje Loper’ Het Oranje Loper-project moet tot iets vergelijkbaars leiden: een bijzondere, sterk Oranje getinte ‘promenade’ die voert over de historisch vrijwel intacte hoofdroute door Buren, vanaf de rotonde op de N834 en de nabijgelegen parkeerplaats over de brug, via Peperstraat, Voorstraat, Buitenhuizenpoort en Plantsoen naar het voormalige kasteel. Hij passeert onder meer het Museum Buren en de Lambertuskerk. In deze kerk huwde in 1551 Willem van Oranje met Anna van Egmont en in 1595 trouwde hun dochter Maria er met Filips van Hohenlohe. Maria, stichteres van het Weeshuis ligt er ook begraven, in de graft ombe van de familie Van Egmont. De Oranje Loper symboliseert, bestendigt én etaleert de eeuwenoude relatie met de Oranjes. Het is een eerbetoon dat ook nog eens een perfecte aanleiding vormt om de banden met onze Koninklijke familie

69 nauwer aan te halen – bij voorkeur tijdens een feestelijke opening in aanwezigheid van een hoge vertegenwoordiging van het vorstenhuis. ‘Hoogtepunten’ aan begin en einde route De route die de Oranje Loper volgt, valt samen met de belangrijkste historische as: de oude hoofdstraat die de Korne via de vestingstad met het kasteel verbindt. Het begin en het einde van de Oranje Loper moeten ware ‘hoogtepunten’ zijn: opgaande en letterlijk in het oog springende markeringen, die direct de aandacht van bezoekers zullen trekken. Het idee is dan ook zowel het begin als het einde te markeren met een aan de Oranjes refererend verticaal element (beeld/zuil/kolom). Een ideale plek om de entree naar de stad te markeren, is het midden van de rotonde op de Tielseweg (N834). De andere markering zou geplaatst kunnen worden bij het voorterrein van het voormalige kasteel. Hiermee wordt overigens niet alleen het einde van de Oranje Loper gemarkeerd maar meteen ook de entree naar het kasteelterrein (zie ook 4.2). Oranje, oranje en nog eens oranje De hele route van rotonde tot voorplein moet een expliciet oranje karakter krijgen, dat bol staat van kleur, levendigheid en gastvrije gezelligheid. De route moet een feest zijn voor oog en oor en – zeker op bepaalde dagen/tijden of tijdens bijzondere evenementen – plaats bieden aan allerlei voor het publiek aantrekkelijke activiteiten, die passen binnen het Oranje-concept. Een dergelijk decor is op tal van manieren te realiseren. Met sommige daarvan kan vrijwel direct een begin gemaakt worden, andere kunnen gaandeweg en op termijn worden toegevoegd en aangevuld. De volgende items kunnen – min of meer in de aangegeven volgorde – deel uitmaken van de ‘orangefi catie’: in staat de nalatenschap van zijn vader te beheren omdat hij door Filips II gegijzeld was en op diens hof in Spanje gevangen gehouden werd. Daarom werd zijn jongere zus Maria van Nassau belast met het beheer over de Heerlijkheid IJsselstein en de Graafschappen Buren en Leerdam. Toen Maria kenbaar maakte dat ze graag met haar jeugdvriend Graaf Philips van Hohenlohe wilde trouwen, ontstonden er opnieuw grote problemen rond de nalatenschap. Door dat huwelijk namelijk zou Hohenlohe zomaar de beheerder van een belangrijk deel van de nalatenschap van Willem van Oranje worden. Maurits verzette zich daar hevig tegen want het boterde niet al te best tussen hem en Hohenlohe. Hohenlohe, ook op de rotonde (de entree naar de stad) en op het voorterrein van het voormalig kasteel komt een markant element.

70 wel Hollock genoemd, was - een hoge offi cier in dienst van de Republiek. Na de moord op Willem van Oranje in 1584 was hij op verzoek van de Staten van Holland aangebleven als luitenantgeneraal. Prins Maurits, die als generaal het Staatse leger aanvoerde, en dus zijn meerdere was, had grote moeite met Hohenlohe. Hohenlohe was een moedig man, dat zeker, maar hij was ook roekeloos. Bovendien dronk hij nogal veel. Maar het meeste bezwaarlijk vond Maurits Hohenlohes onbetrouwbaarheid. Hij verdacht hem er zelfs van staatsgeheimen te lekken. Zo’n man wenste hij niet als beheerder van zijn vaders nalatenschap. Dat stak hij ook niet onder stoelen of banken. Om een eind te maken aan de onverkwikkelijke situatie, splitsten de StatenGeneraal in 1591 de door Willem van Oranje nagelaten bezittingen. Maria van Nassau kreeg daarbij alleen de via moederszijde geërfde bezittingen, zijnde de Burense goederen (Buren, Leerdam, IJsselstein en Sint Maartensdijk met het verdronken land van NoordBeveland). • Een continue loperachtige ‘oranje’ verharding : over de geheel lengte, van begin tot eind, wordt de Oranje Loper in het oog springend en onderscheidend gemarkeerd met een loper van speciaal materiaal (niet-historisch) in een oranjeachtige tint. De loper moet opvallen maar niet uit de toon vallen. Waar en hoe breed deze precies zijn zal, moet nog bezien worden. De karakteristieke historische stoepen worden gerespecteerd. • Oranje of aan Oranje refererende elementen : langs de route komen kunstobjecten die verwijzen naar de familiegeschiedenis van de Oranje-Nassaus (stamboom) en/of de stadshistorie (ingrijpende gebeurtenissen, monumentale panden), maar ook straatmeubilair als straatverlichting, bankjes, vlaggen, winddraaiers enzovoort. • Het ‘upgraden’ van de bruggen, poorten en pleinen: de route passeert een aantal bruggen, poorten en pleinen. De bedoeling is bruggen een nieuw en aantrekkelijk aanzicht te geven met kunstzinnige verbeeldingen. Van feestelijk versierde leuningen tot speelse overschildering (vergelijk de Maasbruggen in Venlo en Grave). Voor de poorten en de pleinen (Kerkplein) kunnen vergelijkbare kunstzinnige invullingen bedacht en gerealiseerd worden. • Autovrije wandelpromenade : liefst de hele Oranje Loper – met name Peperstraat en Voorstraat – zou een echte autovrije wandelpromenade moeten zijn. Via een aan te passen verkeerscirculatie (zie kaartje) worden auto’s anders door het stadje geleid. De Oranje Loper zelf is dan autovrij, wel kan autoverkeer de route kruisen. De kruisende straten worden eenrichtingsstraten en op de kruispunten hebben voetgangers en fi etsers het primaat. • ‘Oranje ’ getint schilderwerk van raamkozijnen en deuren, als ‘huisstijl voor de panden alleen aan de Oranje Loper; zeker geen hard ‘voetbaloranje’ maar subtiel palet van schakeringen die de kleur oranje eerder doen vermoeden dan echt oranje zijn. Dat hoeft niet strijdig te zijn met het historisch kleurgebruik, maar zou daar bij een juist samengesteld palet zelfs een exponent van kunnen zijn. De façade van één gebouw zou bij wijze van experiment kunnen worden uitgevoerd in deze huisstijl, die overigens moeiteloos aansluit bij de terrakleurige bovenbouw van de Sint-Lambertuskerk. Valt het resultaat tegen, dan kan altijd nog van dit voorstel worden afgezien.

71

72 - Nadat zijn huwelijk met Maria in 1595 uiteindelijk toch had plaatsgevonden – ze was toen al 39 – raakte Hohenlohes positie steeds verder geïsoleerd. Maurits negeerde hem en stelde hem nauwelijks nog op in zijn leger. Het dieptepunt in hun relatie werd bereikt in 1600, toen Maurits Hohenlohe ontsloeg als luitenant-generaal van Holland en Zeeland. Vier jaar later werd Hohenlohe ziek. De aandoening, die onduidelijk bleef, ging gepaard met ernstige verlammingsverschijnselen. Hij stierf in 1606. In 1609 keerde Philips Willem – die eerder ook al de nodige problemen had gehad met zijn halfbroers Maurits en Frederik Hendrik over de nalatenschap van hun vader – terug en nam het bestuur over de bezittingen van de Oranjes over. Maria kreeg vervolgens een ruime rentevergoeding. Van dat geld stichtte zij bij acte van dotatie van 26 mei 1612 • Dubbelbestemming voor deelnemende panden : eigenaren van panden aan de route, die hun huizen ‘oranje’ maken, mogen formeel een activiteit bezigen in de sfeer van horeca (terrasje, restaurantje) of andere nering zoals een boetiek, souvenirshop, kunstgalerie enzovoort. Doel hiervan is kleur en levendigheid in het straatbeeld terug te brengen. • Voorbeeldpand : in de aanloop naar meer volledige inrichting van de route kan vast één pand worden ‘aangekleed’ als voorbeeld en ter inspiratie. Dus compleet met inkleuring en tweede bestemming (terrasje, galerie). • Historiserende herbestrating : omdat de route in zijn geheel promenade wordt, zijn trottoirs niet nodig. Voorgesteld wordt de route te herbestraten naar historisch voorbeeld en zonder niveauverschil. De nieuwe bestrating harmonieert met de ‘oranje loper’ (zie hiervoor). • Nieuwe parkeergelegenheid buiten het historische stadje : de autovrije promenade houdt automatisch in dat op en aan de Oranje Loper niet geparkeerd kan worden. Er wordt daarom nieuwe parkeergelegenheid voorzien, onder meer direct buiten de historische kern van het stadje. Met name aan de Dreef (zie hierna bij ‘Lange Voorhout’ in Buren). Een andere locatie is het terrein tussen het kastanjelaantje en de Buitenbuurt. Hiervoor moet de Kornewal weer toegankelijk worden vanaf de Dreef / N834. • Nieuwe uniforme bewegwijzering : passend in de (nieuwe) huisstijl van de stad. Deze geeft ook historische informatie over monumenten en interessante feiten/gebeurtenissen die aan die monumenten gerelateerd zijn. • Nieuwe bestemmingen gebouwen : Binnen het Oranje-perspectief kan gezocht worden naar passende bestemmingen voor onder meer het Poortgebouw en het voormalige archief aan de Achterbonenburg. • (Oranje) evenementen: de route die de Oranje Loper volgt door het stadje, vormt ook het decor voor allerlei evenementen, nieuwe maar ook bestaande (Jazz in Buren, Buren bij Kaarslicht, Kerstmarkt, Kunstmarkt, Oranjemarkt enzovoort). Die evenementen vinden waar nodig of wenselijk voor een deel ook plaats op het

73 kasteelterrein (zie ook 4.3). • Er komt dan ook een nieuwe, aangepaste evenementenkalender die de ongekende mogelijkheden van de combinatie Oranje LoperOranjestad-kasteelterrein beter en slimmer uitbuit. • Culinair Oranje: vast onderdeel van spijs- en menukaarten zijn gerechten en drankjes met oranje uiterlijk (tompoezen en ander gebak, ‘jus d’ Orange’, kruidenbitters enzovoort). ‘Lange Voorhout’ in Buren Het autovrij maken van de Oranje Loper in combinatie met een gewijzigde verkeerscirculatie door het stadje vraagt om nieuwe parkeerruimte op andere plekken voor de inwoners maar ook voor bezoekers. Voor inwoners zal waar mogelijk binnen of net buiten het oude stadje naar passende parkeerruimte gezocht worden. Op dit moment kunnen bezoekers hun auto kwijt op de parkeerplaats buiten de historische stad, direct ten zuiden van de rotonde op de Tielseweg. Die capaciteit wordt – in elk geval ten behoeve van de grotere evenementen – uitgebreid met extra parkeergelegenheid ten noorden van de kasteeltuin op wat de ‘Renbaan’ of ook wel het ‘Toernooiveld’ wordt genoemd, én met parkeergelegenheid ‘onder de bomen van de Dreef’. Parkeren op de Renbaan komt in 4.2 aan de orde. Wat dat parkeren aan de Dreef betreft , kan de situatie aan het Voorhout in Den Haag als inspirerend voorbeeld dienen. Het Voorhout bestaat uit het Lange en Korte Voorhout; het is een langgerekt, circa 60 m breed, L-vormig parkplein met grote laanbomen. Je zou het bijna een ‘bos in de stad’ kunnen noemen. Aan beide zijden van dit plein loopt een ontsluitingsweg met eenrichtingverkeer. Langs deze ontsluitingsweg kan tussen de bomen over de volle lengte geparkeerd worden. Parkeren onder de bomen van de Dreef Uitgangspunt is dat bewoners van het stadje zo min mogelijk hinder ondervinden van bezoekers. Zo zullen gasten in de toekomst alleen buiten de stadsmuren mogen parkeren. De parkeervoorzieningen aldaar worden gedimensioneerd naar de beoogde toename van het aantal het Koninklijk Weeshuis in Buren. Als bouwlocatie kon Prinses Maria de hand leggen op het terrein van het voormalige, vijftiende-eeuwse Franciscanessenklooster dat bij de grote brand in 1575 verloren was gegaan. Niet zomaar alle wezen werden opgenomen in het weeshuis. Prinses Maria had verzuimd orde op zaken te stellen op bestuurlijk en administratief beheer. Daardoor kon haar halfbroer Prins Maurits na haar dood in 1616 een reglement laten vaststellen, waarin hij bepaalde dat het weeshuis plaats zou bieden aan ‘24 schamele wesen, 12 jonge knegtjes en 12 jonge meijskens’. Bij de in gebruikname van het weeshuis in 1619 werden er 12 wezen opgenomen, 6 jongens en 6 meisjes. Deze wezen moesten ‘echte geboren en gecomen Het Lange Voorhout in Den Haag

74 sijn van eerlijke vrome - ouders’ en verder afkomstig zijn uit de oude Egmontse bezittingen, te weten de Graafschappen Buren en Leerdam met de Baronie van Acquoy en de Heerlijkheid IJsselstein. De weesjes gingen gekleed in ‘donkere tanneyt laken met ‘M’ op hunner linkermouw van orangje couleur’ als herinnering aan de Stichteres, dat in de jaren vijftig met ere werd gedragen. De bezetting van het weeshuis varieerde van de 12 tot 40 kinderen met een gemiddelde van 25 kinderen. Het vaste personeel bestond uit een kleermaker, een naaijuffrouw en een tuinman. Ze werden geholpen door kinderen die daartoe geschikt en in staat waren, zodat de onderhoudsuitgaven tot een minimum konden worden beperkt. Voor zover bekend kwam het weeshuis éénmaal in opspraak, dat was in 1639, dus enkele tientallen jaren na de stichting. In het Gelders Archief bevindt zich ook het Oud Gerechtelijk Archief (ORA) van het toeristen. Het voorstel is om de groenstrook tussen Dreef / N834 en Onderdreef op een vergelijkbare manier te behandelen en in te richten als de Lange Voorhout. Daar is niet eens zo heel veel voor nodig omdat de Dreef daar breed en zeer bomenrijk is en de indruk van een park wekt. De bomen op de strook staan ver genoeg uiteen om het parkeren van auto’s mogelijk te maken. Vanaf de Dreef / N834 zal een toegang tot die parkeerplaatsen geboden worden. Het terrein wordt geschikt gemaakt voor ‘groen parkeren’ door een ondergrond van gras, dan wel halfopen bestrating (grasbeton), zodat het geheel zijn groene aanzien behoudt. Wellicht dat parkeren zelfs over de gehele lengte van de Onderdreef mogelijk is. Daar waar de ‘Oranje Loper’ de Dreef / N834 kruist, is extra aandacht gevraagd voor de veiligheid van overstekende voetgangers en fi etsers, dat zijn met name bezoekers die de Oranje loper volgen van stad naar kasteel en vice versa. Het doorgaande (auto)verkeer heeft weliswaar voorrang maar zal door verkeerskundige inrichting en markering gemaand worden zijn snelheid moeten matigen. Ook het langzaamverkeer (met name kinderen en ouderen) zal op subtiele maar niet mis te verstane wijze worden geattendeerd op de riskante oversteek. Concrete inrichtingsvoorstellen voor deze kruising en het ‘parkeerpark’ worden uitgewerkt in een vervolgproject. Onderdeel TRAP-route Zoals we in paragraaf 3.2.4 (Buren als transferium) al hebben vermeld, is Buren vertrekpunt van de TRAP-route Buren West. Deze toeristische route langs de monumentale rijkdom van de streek met aparte versies voor wandelaars en fi etsers, begint in het centrum van het oude stadje, en voert dan naar het kasteel en van daaruit in noordelijke richting naar Asch en Zoelmond. Het is de bedoeling om in Buren zelf op deze TRAP-route aan te haken, onder meer door een expliciete verwijzing aan te brengen bij de genoemde lokale monumenten (bijvoorbeeld: ‘TRAP-monument’) voorzien van aanvullende informatie over die monumenten. de Dreef: in de toekomst parkeren onder de bomen

75 de oversteek vanaf de Buitenhuizenpoort naar het voormalig kasteelterrein: straks een ‘stapvoets-zone’

76 Graafschap Bur - en. Dat bevat onder andere de criminele procesdossiers van de stad Buren uit de periode 16371810. Processtuk 12 uit 1639 maakt melding van een grove misstand in het weeshuis: Een zekere Aert van Thuijl, weesvader van het weeshuis te Buren, heeft ‘vleeselijk geconverseert met een weesmeisje van 13 à 14 jaar en andere onkuisheid, hoewel gehuwd.’ Zijn straf is hard en onherroepelijk: ‘Geseling met roeden en levenslange verbanning’. De jaren van de Tweede Wereldoorlog waren funest voor het weeshuis. Het kwam daaruit vandaan met meer schulden dan bezittingen, zo blijkt uit het verslag over de jaren 1943-1948. De fi nanciële chaos in het weeshuis was aanleiding voor 4.2 Het Groene Perspectief GIDSPROJECT: Kasteelterrein inrichten als groen ontvangst- en evenementenplein Huis Buren Het voormalige Kasteel Huis Buren is zijn bestaan vermoedelijk ergens in de elfde of twaalfde eeuw begonnen als een versterkte hoeve met stenen toren (donjon). De eerste vermelding van een kasteel op deze plek dateert uit 1298. Het was eigendom van de Heren van Buren, die het later aan de Graaf van Gelre moesten afstaan maar het wel als leenmannen mochten blijven bewonen. In de 15e eeuw kwam het in handen van de familie van Egmont, die het verder uitbreidde. Door het huwelijk van Willem van Oranje met Anna van Egmont kwam Huis Buren in het bezit van de familie Van Oranje-Nassau. In 1575 werd Buren ingenomen door de Spanjaarden; daarbij werd het kasteel zwaar beschadigd. Pas in 1630 werd het volledig gerestaureerd. Dat gebeurde op last van Frederik Hendrik, de laatste Van Oranje-Nassau aan wie het kasteel toebehoorde, maar die er – zoals gezegd – nooit echt gewoond heeft . In 1795 werden de bezittingen van de Oranjes verbeurd verklaard door de Fransen. In 1804 besloot de toenmalige regering het inmiddels danig vervallen kasteel ten behoeve van afbraak te verkopen. Met de stenen uit het kasteel zijn veel andere panden gerestaureerd, net rechts: het kasteel en haar bouwgeschiedenis; 12e eeuw t/m 16e eeuw. Bron: RAAP, Olav Odé

77 Visualisatie Kasteel Huis Buren in volledige glorie Bron: RAAP, Olav Odé

78 - kwam er, met als conclusie dat het weeshuis zoals het nu functioneerde zijn tijd wel had gehad. De commissie, waarin ook nog voormalig burgemeester van Sandick zitting had gehad, legde een geheel nieuw organisatieplan op tafel. Dat hield onder meer in dat het weeshuis voortaan ook voor andere kinderen moest worden opengesteld: zoals kinderen van wie de ouders of voogden uit de ouderlijke macht waren ontheven. Het opvoedingswerk kreeg daardoor een heel ander karakter. Het weeshuis als zodanig had daarmee opgehouden te bestaan. Op 25 september 1951 werd het vernieuwde weeshuis door koningin Juliana heropend. In deze aangepaste vorm heeft het nog bestaan tot 1971. Toen werd duidelijk dat het gebouw echt niet meer voldeed aan de eisen van de tijd. In 1972 werd het met steun van de Commissaris der Koningin in Gelderland, de toenmalige vorstin Koningin Juliana en de Stichting Koninklijk Weeshuis verhuurd aan de Koninklijke Marechaussee, die er behalve haar eigen als de stadsmuren. In 1883 werd als laatste de voorpoort gesloopt, die daarvoor nog lang in gebruik was geweest als gevangenis. Kasteeltuinen Uit onderzoek van landschapshistorica Lucia Albers blijkt dat het kasteel vanaf het begin van de 17e eeuw omringd is geweest door een aantal prachtige tuinen die beschouwd worden als de eerste typische voorbeelden van Hollands Classicisme. In het archief vond zij de bewijzen voor de aanleg van deze tuinen: “diversche arbeyders die met ypeboomen over de barseaus te bynden soe inden groten als klenen hoff verdient hebben...”. Voor de aanleg werden per schip aangevoerd: 28 linden (Tilia), 6000 haagbeuken (Carpinus betulus), 35.000 planten Ligustrum en een partij “Spaansche doorn” (Pyracantha coccinea). Er werden ook fruitbomen geplant. De oudste tuin was de uit 1608 stammende Prinsentuin. En tussen 1625 en 1628 werden tuinen aangelegd, vergelijkbaar met de tuinen van het Buitenhof in Den Haag die in 1621 door Prins Maurits zijn aangelegd. Door Lucia Albers gevonden kaarten uit 1628 laten zien dat het kasteel omgeven was door drie tuinen of hoven. De zuidelijk gelegen tuin is de genoemde Prinsentuin. De westelijke tuin, die zich boven het kasteel, direct buiten de wallen bevond, werd later ‘renbaan’ genoemd en vertoonde een sterpatroon van drie elkaar kruisende lanen. In 1630 gaf Frederik Hendrik opdracht tot de aanleg van een groot ganzenvoetvormig lanenstelsel aan de noorwestkant van het kasteel, dat oorspronkelijk ‘De Dreefden’ werd genoemd en sinds 1846 ‘De Toeren’ is gaan heten. De Dreefden omsloten ook de buiten de wallen gelegen tuinen. Centraal in de ganzenvoet liep vanaf het kasteel in noordwestelijke richting de zogenaamde ‘Achter Binnendreef’. Deze dreef doorsneed de renbaan via de middelste laan en kwam zo’n 300 m verder uit in de punt van de ganzenvoet.

Boven: De nieuwe Dreven aangelegd omstreeks 1630 in opdracht van Prins Frederik Hendrik. Kaart J. Perrenot, ca. 1760. Collectie Universiteitsbibliotheek Leiden. Links: de Haagse Uitweg

80 museale erfgoed ook dat van - het Korps Politietroepen, de Rijksveldwacht, de Gemeenteveldwacht en de Rijks- en Gemeentepolitie in onderbracht. Sindsdien draagt het weeshuis de naam ‘Museum der Koninklijke Marechaussee’, of kortweg ‘Marechausseemuseum’. In het museum is overigens ook aandacht voor verleden (tot 1953) en erfgoed van het Koninklijk Weeshuis. Door de eeuwen heen hebben de Oranjes een nauwe band Het overgebleven deel van deze dreef heet nu Haagse Uitweg. ‘Zochers tuin’ fi xeren Het huidige kasteelterrein, dat ‘Plantsoen’ wordt genoemd, is in feite het deels verwilderde rudiment van de ‘landschapstuin’ die in 1861 naar ontwerp van K.G. Zocher is aangelegd. Het betreft een wandelpark met kronkelende paden, dat zich op en binnen de vroegere buitenste omwalling bevindt. Omdat Zocher daarvan nogal wat grond gebruikte voor de aanleg van zijn park, is van die buitenste omwalling weinig meer over. Zocher maakte van de oude kasteeltuinen dus een landschapstuin. Het patroon van kronkelende paden is voor een belangrijk deel nog intact. Het voorstel is dan ook dat patroon te respecteren, c.q. fi xeren bij de inrichting van het totale kasteelterrein. Onder meer door de paden weer goed vrij te maken en de loop van die paden ‘vast te leggen’ door op diverse plaatsen (bij kruisingen, bochten e.d.) parkbomen te planten. Onder de bomen wordt een ecologische onderlaag aangeplant van passende kruiden en kruidachtige planten. gehouden met het weeshuis. Bekend is dat koning Willem III in 1855 en 1898 het weeshuis bezocht heeft. In het recentere verleden waren de koninginnen Emma, Wilhelmina en Juliana op bezoek in het weeshuis. [nl.wikipedia.org; www. stamboomforum.nl; www. geldersarchief.nl; www. marechausseemuseum.nl] Museum Buren & Groen ontvangstplein Het is de bedoeling dat het centrale terrein, bestaande uit een groot lager gelegen grasveld, de functie krijgt van groen ontvangsten evenementenplein. Dat ‘groen’ is essentieel. Wanneer er geen evenementen zijn heeft het terrein namelijk een groen aanzien en vormt samen met de omliggende tuin van Zocher -. Ten tijde van een evenement kan het eenvoudig en in korte tijd omgetoverd worden tot een kleurig plein waarop allerlei voor dat evenement noodzakelijke voorzieningen tijdelijk een plaats krijgen (tenten, podia en tijdelijke overkappingen). Dit groene ontvangstplein wordt het parkachtige decor van allerlei bestaande en nieuwe evenementen op het gebied van cultuur en cultuurhistorie: muziek, theater, kunst, oranjemarkt. Maar ook voor festivals, waarbij deelevenementen in het stadje zelf kunnen het wandelpark met kronkelende paden

81 plaatsvinden en het hoofdevenement op het kasteelterrein. Een muziekfeest als ‘Jazz in Buren’, bijvoorbeeld: op verschillende plekken in het stadje vinden we dan kleinere orkesten, terwijl op het kasteelterrein een programma met hoofdattracties plaats zou kunnen hebben. Het kasteelterrein wordt dus hoofdlocatie voor bestaande en nieuwe evenementen. ‘Camping- en parkeerpark’ Dat impliceert dat het terrein zodanig wordt ingericht dat het multifunctioneel gebruikt kan worden, zonder dat de parkachtige uitstraling geweld wordt aangedaan; integendeel, de vormgeving van het park en de evenementenstatus moeten elkaar juist aanvullen en versterken. Het betekent, zoals gezegd, ook dat allerlei facilitaire, tijdelijke functies er een plaats moeten kunnen krijgen: de ontvangst van VIP’s en andere speciale gasten, kaartverkoop, podia (al dan niet overdekt), toiletvoorzieningen enzovoort. Maar al die te verwachten bezoekers en gasten zullen ook hun vervoermiddel (auto, bus, motor, fi ets) ergens in de directe nabijheid moeten kunnen onderbrengen. Tegelijk zou een voorziening voor langer verblijf – bijvoorbeeld bij meerdaagse evenementen – bijzonder praktisch zijn. Voorstel is om de gronden tussen de Toeren en de Haagse Uitweg te gebruiken voor parkeren en kamperen. De plek van de voormalige ‘Renbaan’ – net voorbij de vroegere buitenste omwalling – krijgt daartoe een ontvangstfunctie en wordt ingericht volgens het oude sterpatroon van de oorspronkelijke tuin die daar gelegen heeft : drie elkaar kruisende verharde of halfverharde lanen met daarlangs ‘kaarsvormige’ laanbomen. We sluiten hiermee aan bij de voorstellen van Albers Adviezen en Wilko Voerman (zie de tekening op bladzijde 87). Oranje Voor Jan Thijsen, oprichter, voorzitter en beheerder van het Museum ‘Buren & Oranje’, was het onbegrijpelijk dat er in Buren geen museum was dat zicht richtte op de nauwe relatie van het stadje met ons vorstenhuis. Op de website van het museum – www. burenenoranje.nl – zegt hij het zo: ‘Hoewel de korenmolen “De Prins van Oranje” heet en ’n hotel / restaurant “De Prins” genoemd wordt, was in Oranjestad Buren nauwelijks iets van zijn rijke geschiedenis te zien of te merken.

82 - Het Oranjemuseum voorziet in deze behoefte, want Buren heeft ‘oude papieren’ met ons vorstenhuis.’ Om de argumenten vóór een Oranjemuseum nog eens extra kracht bij te zetten geeft de website de voornaamste feiten uit de eeuwenlange nauwe relatie met de Oranjes: • Willem van Oranje trouwde er zijn eerste vrouw Anna van Egmont, Gravin van Buren, op 8 juli 1551 • In het voormalige kasteel van Buren, het grootste waterslot van ons land, stond de wieg van Philips Willem van Oranje, zoon van Willem en Anna. • In 1595 huwde Maria van Nassau, dochter van Willem en Anna, in Buren met Graaf Filips van Hohenlohe. • In het wapen van ons vorstenhuis is het stadswapen van Buren als enig Nederlands wapen opgenomen. • Ons vorstenhuis heeft met grote regelmaat bezoeken gebracht aan Buren, 150 in de afgelopen 150 jaar, ‘De Dreefden’ hersteld Het terugbrengen van het sterpatroon van de Renbaan is integraal onderdeel van het herstel van het unieke lanenpatroon van de Toeren – of ‘de Dreefden‘ zoals het oorspronkelijk genoemd werd. ‘Dreefden’ of ‘dreven’ zijn brede statige lanen. De bedoeling is dat men – net als in vroeger eeuwen –weer wandelend en fl anerend over de chique dreven kan genieten van het weidse parklandschap dat het voormalige kasteel omsluit. De centrale as, die vroeger vanuit de ‘punt’ van de ganzenvoet via de ‘Achter Binnendreef’ naar het kasteel voerde en andersom, wordt daarin meegenomen. Via een brug over de buitenste gracht is er een verbinding met en ontsluiting van het kasteelterrein met de Renbaan voor bezoekers én wandelaars. Het is de bedoeling de ‘herstelde’ Achter Binnendreef ook een zichtas te laten zijn vanaf het kasteelterrein en andersom. Die zichtas zou op bijvoorbeeld een kilometer vanaf de punt van de ganzenvoet kunnen worden gesublimeerd via een derde opvallend verticaal landmark – uiteraard verwijzend naar het roemruchte Oranje verleden (wellicht in duidelijke stijlovereenkomst met de elementen die de Oranje Loper markeren). De meest westelijke dreef, het deel van de Toeren dat evenwijdig loopt aan de Hennisdijk, kan onderdeel zijn van de Maximadreef, die de ontsluiting vormt van de nieuwe haven (zie 4.3). Markante entree Zoals in 4.1 al is aangegeven, wordt de entree naar het kasteel gemarkeerd door een verticaal element, dat tevens het eindpunt van de Oranje loper vertegenwoordigt. Om de entree naar het kasteel en de nieuwe bestemming van het kasteelterrein ruimtelijk kracht bij te zetten, zou de herinnering aan de oude voorburcht gematerialiseerd kunnen worden. Bijvoorbeeld door de voorburcht op het voorterrein terug te brengen met behulp

83 O = ontvangst P = parkeren K = kamperen lanenstelsel van de Toeren

84 - al dateert het laatste offi ciële bezoek alweer van Koninginnedag 1991, toen de complete koninklijke familie acte de présence gaf. • Het Koninklijk Weeshuis werd in 1612 gebouwd in opdracht van Maria van Nassau, dochter van Willem van Oranje. • Diezelfde Maria is in 1616 als laatste bijgezet in het familiegraf van de Egmonts in SintLambertus kerk te Buren. • Nog steeds dragen onze vorsten de titel Graaf/ Gravin van Buren. Niet alleen koningin Wilhelmina bediende zich daarvan ook Willem Alexander, die onder de naam ‘W.A. van Buren’ meedeed aan de Friese Elfstedentocht. Dankzij grote persoonlijke inspanningen wist Jan Thijsen zijn Oranjemuseum te realiseren. In 1987 vond hij voor zijn oranje-collectie onderdak in het monumentale raadhuis aan de Markt in Buren en begonnen de voorbereidingen voor de inrichting. Dat oude raadhuis overigens, was vanaf 1555 van een staketsel met opgespannen doek – zoals dat in Nijmegen is gerealiseerd met de voormalige Donjon op het Valkhof. Tegelijk zal ook de open zichtrelatie vanaf de Buitenhuizenpoort hersteld worden. Dat zicht loopt nu stuk tegen de dichte beplanting aan de voorzijde van het kasteelterrein. De voorzijde van het terrein zal dus opener worden, hetgeen inhoudt dat een deel van de dichte beplanting bij de brug en de gracht zal verdwijnen. Uiteraard wordt met de grootste zorgvuldigheid bekeken hoe bijzondere elementen in een nieuwe inrichting kunnen worden geïntegreerd, zoals de – deels Joodse – begraafplaats. Voor wat de tennisbaan op het voormalige kasteelterrein betreft : met de beheerders zijn al vóór de conceptie van deze koepelvisie langlopende contracten afgesloten. De ontwikkeling tot groen ontvangst- en evenementenplein vindt daarom vooralsnog ‘om de tennisbaan heen’ plaats. Reminiscentie kasteel Binnen dit project wordt ook gezocht naar mogelijkheden om de herinnering aan het kasteel zelf zichtbaar, tastbaar of anderszins beleefbaar te maken. Een dergelijke reminiscentie kan bijvoorbeeld gerealiseerd worden door de contouren van kasteel en voorburcht in de grazige ondergrond aan te geven met behulp van cortenstaal of ander materiaal dat met het maaiveld gelijk blijft en dus letterlijk geen struikelblok vormt voor het publiek of voor de evenementen die er plaats gaan vinden. Zeker vanaf de hoger gelegen delen rondom het terrein wordt zo een indruk gegeven van de omvang en de vorm van het kasteel. Verder bieden kasteelterrein, wandelpaden en Toeren voldoende ruimte en gelegenheid om op de een of andere manier de herinnering aan het kasteel en zijn historie op te roepen dan wel te verbeelden. Bijvoorbeeld via een voortgezette historische ommegang waarin de voornaamste episoden uit de historie van het kasteel en zijn Valkhof Nijmegen

85 de begraafplaats inpassen

86 -tot aan 1985 als zodanig in gebruik geweest. In dat jaar verhuisde de gemeentelijke organisatie naar een nieuw pand in de Herenstraat. De offi ciële opening werd verricht door de toenmalige burgemeester Hommes verricht op 30 april 1988, de dag dat koningin Beatrix haar 50-jarig jubileum vierde. bewoners verteld worden aan de hand van diverse afbeeldingen. De ommegang zou behalve de historie van het kasteel ook aandacht kunnen geven aan de historische ontwikkeling van het kasteelterrein: via de oude kasteeltuinen met het lanenstelsel en de landschapstuin van Zocher naar het huidige wandelpark. Het geheel kan bovendien plaats bieden aan een ‘buitengalerie’ waarin historische maar ook hedendaagse kunst kan worden ondergebracht, hetzij in de vorm van permanente dan wel tijdelijke exposities. Welke vorm ook gekozen wordt, zij zal het gebruik van het kasteelterrein als ontvangst- en evenementenplein niet in de weg moeten staan. Fysiek en virtueel (QR) Het verhaal van het kasteel, zijn bewoners en het kasteelterrein kan op een traditionele manier verteld worden, bijvoorbeeld via langgerekte kunststof bebording met prettig leesbare teksten en kleurige beeldinzetten, op diverse strategische plekken langs de wandelroutes. Tegelijk, en dat -komt steeds meer op, kan (aanvullende) informatie over een bepaalde plek of panorama aangeboden worden door middel van zogenaamde QR-codering. QR-coderingen bestaan uit een vierkant vlak met daarin een uniek patroon van zwarte (en witte) vierkante hokjes. Dat patroon verwijst direct naar bepaalde informatie die via internet beschikbaar is, bijvoorbeeld een afbeelding, een tekst of een webpagina of combinatie daarvan. Deze QR-coderingen kunnen in het veld op strategische plekken worden aangebracht in de vorm van plaatjes op paaltjes. Voor de meeste smartphones zijn al zogenaamde QRreaders beschikbaar. Dat zijn kleine programma’s (app’s) die je op je smartphone installeert en die de ingebouwde camera gebruiken om de QR-code te scannen. Zo kunnen virtuele en fysieke informatie elkaar aanvullen en versterken.

87 TRAP-route De toeristische TRAP-route Buren West doet ook het kasteel aan. Ook hier is het de bedoeling daarbij aan te haken door wandelaars en fi etsers die deze route volgen, een boeiend en bijzonder intermezzo te bieden in de vorm van een zowel leerzaam en aangenaam bezoek aan de terrein van het voormalige kasteel en de kasteeltuinen van Zocher. De TRAP-route zelf biedt slechts summiere historische informatie, die zich dan ook prima laat aanvullen middels de hierboven voorgestelde manieren om het verhaal van het kasteel te vertellen en de herinnering aan haar geschiedenis levend te houden. De collectie wordt op de website als volgt omschreven: ‘In het museum volgt u de geschiedenis van Buren op de voet. In de hal bevinden zich jonge aanwinsten, zoals kinderkleertjes van Prinses Wilhelmina, haar speelgoedwinkeltje en –boerderijtje, kinderschoentjes van Wilhelmina, Juliana en Beatrix. Van laatstgenoemde ook kunstzinnige voorwerpen, zoals tekeningen en haar langste zelf geschreven gedicht. Veel historische voorwerpen, informatieve presentaties en kasteelof paleismaquettes voorstel tot aanleg van de vroegere renbaan / het toernooiveld. Bron: “Groenplan Buren’ van Albers Adviezen en Wilko Voerman uit 2002. Onder de renbaan zijn nog de kronkelende paden uit het ontwerp van Zocher te zien.

88 - maken dat het verleden gaat leven. Borstbeelden van alle Oranjes, wapenschilden van koning Willem I tot Prins Claus en autostandaards van koningin Emma tot Prins Willem-Alexander roepen een vorstelijke sfeer op. 4.3 Het Blauwe Perspectief GIDSPROJECT: Jachthaven aan de Korne Per boot naar Buren Buren was ooit per boot bereikbaar. Van de late Middeleeuwen tot halverweg de 19e eeuw bestond er zelfs een levendig vaarverkeer. Via de Linge kon men per (trek)schuit naar Tiel, Culemborg, en zelfs helemaal naar Gorinchem. De mooie en permanente tekeningen-expo “600 Jaar Nassau en Oranje ten voeten uit” laat 148 leden van de stadhouderlijke en koninklijke familie zien, getekend door Piet Kooman. Een portrettengalerij met zes eeuwen kostuumgeschiedenis! Niet alleen de kopie van de inhuldigingsmantel, kleding van Prinses Wilhelmina van Pruissen, maar ook het offi ciers-tenue Koninklijke Marine waarin Prins Willem-Alexander op 0202-‘02 is gehuwd, vindt u in De iets bredere Linge heeft zich in de afgelopen decennia ontwikkeld tot een pleisure & leisure rivier bij uitstek, ideaal voor de pleziervaart. Maar Buren, dat vanwege zijn cultuurhistorische erfgoed en zijn beschermde 18e eeuwse stadsgezicht, toch een bestemming van formaat kan zijn, deelt niet of nauwelijks in de opgekomen pleziervaart. De Korne is al wel uitgebaggerd tot aan Buren en maakt in theorie pleziervaart tot aan het stadje mogelijk, maar in Buren zelf kan men maar zeer beperkt afmeren. Het is evident dat de mogelijkheid om Buren per boot aan te doen de aantrekkelijkheid van het stadje exponentieel zou vergroten. Helemaal als men dat met eigen boot of (klein)jacht kan doen – en daarvoor in de nabijheid een al dan niet vaste ligplaats kan vinden.

89 Jachthaven: twee opties Een (jacht)haven in (de nabijheid van) Buren is dus eigenlijk een must. Een jachthaven van realistische omvang en capaciteit. Onderzoek zal moet uitwijzen wat die capaciteit zou kunnen of moeten zijn. Waar zou zo’n jachthaven kunnen komen? Vooralsnog dienen zich twee opties aan: een kleinere jachthaven net iets ten zuidwesten van het stadje aan de overzijde van de Korne en een grotere jachthaven, zo’n kilometer stroomafwaarts aan de noordelijke zijde van de Korne. Voor de kleinere haven spreekt, dat hij qua maat en schaal past bij het stadje en in de onmiddellijke nabijheid gesitueerd is. De ontwikkeling van een kleinere haven vraagt minder tijd en kan ook op relatief korte termijn een aanvang nemen. De haven kan bovendien binnen de bestaande bedijking worden aangelegd. Een kleinere haven betekent echter wel dat de capaciteit ervan beperkt is en op de voorgestelde plaats niet verder meer zal kunnen groeien. Voor de grotere haven spreekt, dat tegelijk daarmee een heel conglomeraat van nieuwe, bijpassende functies (aanvullende economie) een plek zou kunnen krijgen, plus het feit dat hij meer capaciteit heeft en daardoor kan bijdragen aan verdere groei van de pleziervaart. Voordeel is ook dat de bodem daar beduidend lager is en er voor de aanleg dus minder grondverzet nodig is. Het is bovendien een vrijliggende plek zonder al te dwingende bestemming. Nadeel is wel dat er een aangepaste ontsluiting gerealiseerd moet worden en dat de monumentale Kornedijk over een fl ink stuk doorbroken zou moeten worden. Daarbij komt dat de ontwikkeling van een grotere haven uiteraard duurder is en dat de hele realisatie aanzienlijk meer tijd en inspanning zal vragen. Het zal ook lastiger zijn om voldoende draagvlak te verkrijgen. Het is ook mogelijk beide havens in elkaars verlengde te ontwikkelen, waarbij begonnen wordt met de realisering van de kleinere haven. Als het met de plezier- en fl uistervaart op de Korne zó goed gaat dat er dringend behoeft is aan extra capaciteit, kan alsnog ontwikkeling van de grotere haven plaatsvinden. dit boeiende museum.’ Het museum is van eind maart tot 1 november – de zondagen uitgezonderd – dagelijks geopend van 10.00 – 16.30 uur. Tijdens de winterperiode: elke dinsdag 11.00 – 15.00 uur en zaterdag 13.00 – 16.00 uur. [www.burenenoranje.nl]

90 - Teisterbant en Swifterbant Teisterbant was een gouw (graafschap) die vanaf ongeveer de 8ste tot de 13e eeuw bestaan heeft. Zij besloeg een gebied dat zich uitstrekte van Vlaardingen tot Tiel en begrensd werd door de rivieren Lek, Maas, Waal en Hollandse IJssel. De huidige Neder-Betuwe maakte er deel van uit, evenals Vianen, Buren, Culemborg, Batenburg en Malsen (het huidige Geldermalsen?). Ook de historische landen van Arkel, Heusden en Altena maakten deel uit van Teisterbant. Tiel was de belangrijkste stad. Van 843 (Verdrag van Verdun) tot het overlijden van Lotharius II in 869 was Teisterbant deel van het koninkrijk Lotharingen. In 870 (Verdrag van Meerssen) verviel de gouw aan Lotharius’ oom, Lodewijk de Duitser, en werd het deel van Oost-Francië. Vanwege zijn strategische ligging was Teisterbant voordurend de inzet van confl icten tussen de Hertogen van Brabant en de graven van Gelre. In de loop van de 13e eeuw werd het gebied verdeeld tussen Cuijk, Gelre en Sticht Utrecht. De naam Teisterbant komt vermoedelijk uit het KelVoorwaarden Wel moet bekeken worden of de Korne door de uitbaggering onlangs – in elk geval tot aan de plek van beide optionele havens – al voldoende bevaarbaar is voor de beoogde pleziervaart of dat wellicht verdere aanpassing nodig is. Belangrijk is verder dat de jachthaven ook landschappelijk zodanig wordt ingepast en gecompenseerd, dat het geheel een meerwaarde krijgt, bijvoorbeeld door – in het geval van de grotere haven – aansluiting te zoeken met het nabijgelegen natuurreservaat (voormalige kleiputten). Die landschappelijke inpassing geldt ook voor de verspreid aanwezige bebouwing in de directe omgeving – zoals enkele boerderijen (beide opties) en de bedrijfscomplexen van Van Kessel Sport & Cultuurtechniek en Van Straten Geleiderail (grotere haven). Duidelijk is in elk geval dat géén van beide optionele havens en de daaraan inherente toename van het vaarverkeer enig risico mag opleveren voor de kwetsbare natuur langs de Korne. Natuurlijk zal ook rekening gehouden moeten worden met de ontsluiting voor autoverkeer en ruimtebeslag voor parkeerplaatsen en andere voorzieningen en faciliteiten, die een jachthaven met zich meebrengt (reparatie en onderhoud, opslag enzovoort). Het spreekt vanzelf dat beide optionele jachthavens aan alle havenbouw- en scheepvaarttechnische eisen zullen moeten voldoen. Waterpoort naar Buren In de kaartjes op deze en volgende pagina’s hebben we heel globaal en schematisch aangegeven hoe beide optionele jachthavens eruit zouden kunnen zien. Duidelijk is in elk geval dat beide opties voldoende aanlegcapaciteit moeten hebben en dat er in de onmiddellijke nabijheid alle functies en faciliteiten te vinden moeten zijn, die

91 inherent zijn aan een dergelijke toeristisch-recreatieve voorziening. Dat kan variëren van horeca (restaurant, cafetaria, hotel, bed & breakfast), bootonderhoud, stalling en verhuur van onder meer fi etsen, e-scooters, amfi bievoertuigen, fl uisterboten kano’s, informatieve diensten, winkeltjes in kruidenierswaren en specifi eke benodigdheden. Maar er moet ook voldoende parkeergelegenheid zijn voor bezoekers en mensen met een vaste ligplaats. Voor de kleinere haven vinden we die – met name horeca-, verblijfs-, verhuur- en informatieve functies – in het stadje Buren zelf. Waar het de grotere haven aangaat, zal die deels op het haventerrein zelf gerealiseerd

92 tisch, en betekent zoiets als - ‘rechts gelegen’. Het zou de tegenhanger zijn geweest van de gouw Swifterbant (‘links gelegen’), die ten noorden van de Veluwe gelegen moet hebben maar grotendeels in de golven van het latere Almere (meer) verdwenen is. Mogelijk ook verwijzen beide namen naar het Latijn. Teister zou verwant kunnen zijn aan het Latijnse ‘dexter’, dat ‘rechts’ betekent en Swifter naar ‘sinister’ dat ‘links’ betekent. moeten worden. Voor welk optie men ook gaat, voor beide geldt dat zij de Waterpoort naar Buren representeren en die status ook moeten weerspiegelen in zowel inrichting en aankleding als uitstraling. Zo zou de toegang vanaf de Korne gemarkeerd kunnen worden op een wijze die stilistisch aansluit bij de markeringen aan begin en einde van de Oranje Loper in het stadje zelf. Voor de eerst te realiseren haven ligt de naam al bijna voor de hand: (Willem-)Alexanderhaven. Als verwijzing naar en eerbetoon aan onze kroonprins, die nog steeds de titel Graaf van Buren draagt. Promenade naar Buren-stad Vanuit beide optionele jachthavens wordt het mogelijk om per fl uisterboot of andersoortig klein vaartuig (amfi bisch?) naar Buren te varen/over te steken, daar op een daartoe bestemde aanlegplaats af te meren en zo via het water het stadje met een bezoek te vereren. Vervolgens kan men genieten van alles wat Buren – Oranjestad bij uitstek – allemaal te bieden heeft aan vaste zowel als incidentele culturele en cultuurhistorische hoogtepunten. Verder wordt het mogelijk om ook te voet of per fi ets vanaf de haven(s) naar het stadje te gaan. Vanaf de grote jachthaven zou dat kunnen over een promenade met boulevardachtige uitstraling, die gedeeltelijk via de Toeren en de Hennisdijk, de Kornedijk en de Dreef loopt, op het voorterrein van het kasteel uitkomt en daar aanhaakt op de Oranjeloper. Vanaf de kleinere jachthaven zou een dergelijke promenade de Tielseweg kunnen oversteken en vervolgens langs het bestaande fi etspad op via de Kornebrug – ter hoogte van de Peperstraat aan de zuidzijde van het stadje – aan kunnen sluiten op de Oranjeloper. Deze route voert de wandelaar of fi etser langs het onvolprezen panorama dat de stad juist aan die kant te bieden heeft .

93

94 - Buren bij Kaarslicht Op de avond van de 17e december 2011 vindt de tiende editie plaats van een festijn dat drijft op de muzen van het licht met ontelbare kaarsen en fakkels. Zo tegen zevenen ’s avonds gaan alle straatlantaarns uit en ontvouwt zich een feeërieke en betoverend schouwspel in de historische binnenstad van Buren. De tijden van Charles Dickens en Anton Pieck herleven. Overal in het stadje staan koren te zingen en zijn er optredens van verschillende toneel- en muziekgezelschappen. Een betere gelegenheid om in hogere kerstsferen te komen, bestaat er nauwelijks. ‘Buren bij Kaarslicht’ is een lichtfeest zonder weerga dat van ver uit de omgeving mensen naar het historische stadje lokt. 4.4 Overige projectsuggesties Project: koepelorganisatie versterken Sturing en inrichting In paragraaf 3.3 (‘Succesfactoren en projectcriteria’) hebben we gewezen op de noodzaak van een koepelorganisatie, die sturing en richting geeft aan nieuwe plannen, initiatieven en projecten. Want hoewel de gemeente behalve welwillende faciliteerder en inspirator ook in concrete zin zal initiëren, worden voorstellen vanuit de publiek-private hoek met open armen ontvangen. En met deze koepelvisie als voorbeeld- en toetsingsinstrument zal de gemeente doen wat in haar macht ligt om de realisatie van veelbelovende plannen dichterbij te brengen. De taak van de koepelorganisatie zal bestaan in het initiëren, sturen en begeleiden van alle mogelijke samenwerkingsvormen en het (met steun van de gemeente) faciliteren, organiseren en coördineren van evenementen (evenementenkalender). Project: communicatieplan Merk Buren slim aan de man brengen Alle voorgestelde projecten en maatregelen hebben tot doel Buren aantrekkelijker te maken voor een breed (doel)publiek. En wel zo dat Buren zich daarbij signifi cant onderscheidt van vergelijkbare toeristischrecreatieve bestemmingen. Het lijkt misschien een open deur, maar dat doelpubliek moet dan wel weten dat dit Buren met al zijn hoogtepunten er (nog steeds) is. Omdat de middelen voor eff ectieve – en veelal prijzige – reclamecampagnes vooralsnog ontbreken, moet gezocht worden naar slimme alternatieven.

95 Zo’n alternatief kan zijn het uitbuiten van nieuwswaarde. Die nieuwswaarde zit ‘m uiteraard in op stapel staande evenementen. Maar ook in plannen voor nieuwe projecten of belangrijke fases in lopende projecten. Free publicity door grote news events Neem het 400-jarig bestaan van het Weeshuis in 2012, de opening van de Oranje Loper of de opening van de Alexanderhaven (waarbij bijvoorbeeld ‘de Groene Draeck’ onder grote publieke belangstelling afmeert in de nieuwe haven – als dat tenminste vaartechnisch mogelijk is) door de betreff ende leden van het Koninklijk Huis. Alle drie zijn dat news events zonder weerga, publicitaire juweeltjes bij uitstek! Maar ook de plannen zelf of het eerste begin van de aanleg zijn voor alle media (regionaal en landelijk) aantrekkelijke nieuwsfeiten. Het gaat immers om gedurfde, beslist niet alledaagse plannen. Bovendien zal het aanhalen van de banden met de Koninklijke familie een positief eff ect hebben op de naam en de naamsbekendheid van Oranjestad Buren. Elke serieuze gelegenheid dient te worden aangegrepen om de publieke belangstelling een stevig duw in de goede richting te geven. Reden genoeg dus om in dit project een adequaat communicatieplan mee te nemen, dat zich met name concentreert op de ‘royale’ mogelijkheden van free publicity. Het initiatief tot een dergelijk plan is bij uitstek een taak voor de (nieuwe) koepelorganisatie. Jazz in Buren Buren heeft de Jazz ontdekt en andersom. Het begin is nog bescheiden. Op initiatief van de Stichting Buren Oranjestad vond op zondag 16 mei 2010 van 14.00 tot 18.00 uur voor het eerst Jazz in Buren plaats. Jazz Promotion Tiel had drie gerenommeerde orkesten geselecteerd, die bekend staan als echte sfeermakers en vermaard zijn om hun veelzijdige sound: Jazzpiration, Dixie Express met de Choo Choo Sisters en Columbus Jazz. Deze Jazz ensembles speelden verspreid door het stadje voor jong en oud hun beste nummers. Inderdaad een bescheiden begin. Maar volgens Dick Derkse, plaatsgenoot en gepassioneerd jazz-adept, krijgt Jazz in Buren zeker een vervolg. Wat hem betreft is Buren de perfecte entourage voor een dergelijk evenement. Tegelijk met het Jazz festival

96 - Marechaussee Museum van een kunstmarkt plaats met ruim 60 kramen; bovendien waren alle galeries in het stadje open. Een uitstekende combinatie, die wat Derkse betreft, helemaal de weg wijst hoe de promotie van Buren moet worden aangepakt. Hij vond in elk geval de plaatselijke horeca achter zich. En ook de warme publieke belangstelling maakte duidelijk dat het waarschijnlijk niet bij deze eerste editie zal blijven. Project: website voor toeristisch Buren actualiseren Informatie digitaal beschikbaar Er is veel te zeggen voor een aparte, onafh ankelijke, maar wel door de gemeente gefaciliteerde website waarop alle cultuurhistorische en toeristisch-recreatieve informatie over Buren beschikbaar is: informatie over wandel-, fi ets- en vaarroutes, over monumenten en andere historische elementen, historische informatie in woord en beeld (zoals die nu nog – ongedigitaliseerd – in het bezit is van de heemkundevereniging Pasqualini). Informatie over alle evenementen die in Buren plaatsvinden, compleet met foto’s en ooggetuigenverslagen. En een verhalenbank niet te vergeten, waarin plaats is voor verhalen over Buren, over de Oranjes, over het kasteel, de historie van de streek enzovoort; informatie die afk omstig is uit alle mogelijke bronnen. Maar ook informatie over de diverse projecten en de vorderingen die daarin gemaakt worden. Verder nieuws en actualiteiten. Aangevuld met geluids- en videofragmenten enzovoort. Siteconcept Dit project zou een siteconcept (plan voor opzet, invulling en actualisering) van de website kunnen behelzen, dat onderzoekt aan welke informatie behoeft e is en hoe die inhoudelijk gepresenteerd zou moeten worden. Het spreekt vanzelf dat deze website een belangrijke rol zal gaan spelen in de algehele communicatie en publiciteit over toeristisch-recreatief Buren.

OVERZICHT VAN DE ORANJE, GROENE EN BLAUWE ONTWIKKELINGSPERSPECTIEVEN

Dick Derkse: Dick Derkse is voorzitt er van Buren Oranjestad, een sti chti ng die Buren wil promoten door lokale (culturele) evenementen te faciliteren en/of publicitair te ondersteunen. Sti chti ng Buren Oranjestad komt voort uit een platf orm waarin de gemeente, het RBT, plaatselijke horecaondernemers en organisatoren van evenementen vertegenwoordigd waren en dat tot doel had een einde te maken aan de toeristi sche achteruitgang van het historische stadje. Het platf orm telde zo’n 25 mensen. Dat waren er te veel. Er kwam een kleinere, slagvaardigere groep met de naam ‘Bureau Buren’. Maar omdat Bureau Buren geen rechtspersoon was, kon het niet echt een vuist kon maken. Vandaar dat de sti chti ng Buren Oranjestad in het leven werd geroepen. De sti chti ng is tevens adviseur van de gemeente op het gebied van cultuur(historie), toerisme en recreati e. ‘We hadden de jaarmarkt, die op zijn top uit 350 kramen bestond en zo’n ti enduizend mensen trok. We hadden ‘Chapeau’, een hoedendag, die in ti en jaar ti en jaar ti jd uitgroeide tot een fantasti sch evenement dat minstens zo’n groot publiek trok en waar zelfs Belgen en Duitsers op afk wamen. Maar door het teruglopend aantal vrijwilligers, de merkbare tegenzin bij de bewoners van het stadje én het vervallen van de subsidie heeft de organisati e van Chapeau besloten ermee te stoppen. Voor Chapeau was het gebrek aan medewerking in elk geval reden genoeg om de stekker eruit te trekken. In Wageningen hebben ze nu het concept overgenomen, en met succes geloof ik. Maar het blijft natuurlijk eeuwig zonde.’ Evenementen combineren ‘Precies daarom wordt de tweejaarlijkse Kunstmarkt nu in de tuinen van het Weeshuis gehouden. Cees Hoogteijling, die de Kunstmarkt samen met zijn vrouw organiseert, wil de inwoners van het stadje zo min mogelijk tot last te zijn. Om dezelfde reden is nu ook de Kerstmarkt daarheen verhuisd. Ik begrijp dat, maar toch ik vind het jammer dat die niet in de straten van het stadje plaatsvindt. Dan heb je namelijk precies de Anton Pieck-sfeer die daarbij past. Buren heeft dit soort evenementen nodig voor zijn economisch voortbestaan. De middenstand heeft ze nodig, de winkeltjes, de horeca. Maar ja, door gebrek aan subsidie, sponsors en vrijwilligers wordt het allemaal een stuk lasti ger om voldoende publiek te trekken. Daarom proberen we nu waar mogelijk evenementen te combineren. Neem ‘Jazz in Buren’, waar we dit jaar mee van start gegaan zijn. Dat vond plaats tegelijk met de Kunstmarkt. Heel bescheiden nu nog op drie locati es: er speelde een orkest bij de Prins op een vlonder in de Korne, een bij Eetcafé ’t Nut en een bij de Pannenkoekenbakker. Beide evenementen hadden in principe hun eigen publiek maar er vond ook uitwisseling plaats. Dat ging uitstekend. Zo goed dat we het aantal orkesten voor volgend jaar willen verdubbelen, als we de sponsoring tenminste rond kunnen krijgen. Maar het is een goed voorbeeld van

99 ‘Er moet iets gebeuren’ hoe je – organisati e en ondernemers – met succes kunt samenwerken.’ Lopen waar Maxima gelopen heeft ‘Wat ik zo van de nieuwe ideeën hoor, spreek me wel aan. Zo’n haventje net buiten Buren en het weer rondom herstellen van de stadsgracht, dat zou ik persoonlijk fantasti sch vinden; bootjes voor de muren van Buren, prachti g. En dat idee van die Oranje Loper, hartsti kke leuk. Zeker als je voor de opening leden van de Koninklijke familie naar Buren weet te krijgen. Iedereen wil toch lopen waar Maxima gelopen heeft . We hebben in verleden gezien hoe gunsti g het eff ect is van koninklijk bezoek op Buren. Je kunt zo weer een paar jaar vooruit. Ja, en zo’n dag van de kleine binnenvaart. Wij hebben ooit een evenement gehad met kleine vissersbootjes die naar Buren voeren en een paar dagen bleven liggen. Lijkt me fantasti sch al die bootjes, vooral als je dat combineert met een vismarkt of een Betuwse fruitmarkt. Ja, dán heb je een evenement! Kasteelterrein ‘Over het kasteelterrein als evenemententerrein heb ik zo mijn twijfels. Het ligt wel buiten de stad. Die zou je daar op zijn minst bij moeten betrekken. Maar dat er een betere invulling moet komen, is duidelijk. De provincie dringt daar ook op aan, begrijp ik. Maar we weten allemaal dat dit moeilijk is zolang de tennisvereniging die daar zit, niet weggaat. Hun contract is onlangs ook nog verlengd, heb ik vernomen, voor langere ti jd. Dat is jammer, al snap ik ook wel dat ze daar liever niet weg willen. Ik zou ook niet zomaar vertrekken van zo’n geweldige locati e. Nu heb ik begrepen, dat ze van plan zijn het terrein alvast te gaan ontwikkelen, maar dan om het tennisterrein heen. Dat lijkt me in deze situati e nog het meest voor de hand liggende alternati ef.’ Met de gemeente om de tafel ‘Als sti chti ng willen we er zoveel mogelijk zijn voor verenigingen en organisati es van evenementen. We proberen ook een gemeenschappelijke promoti e van de grond te krijgen. Via onze eigen website, brochures enzovoort. Maar daar is geld voor nodig. We hadden subsidie van de gemeente, maar die is inmiddels weggevallen. We hebben vervolgens geprobeerd het bedrijfsleven te interesseren voor een vorm van sponsoring waarbij ze, afh ankelijk van hun bijdrage, “ridder” of “Graaf van Buren Oranjestad” konden worden. Een heel leuk idee, maar toen kwam de crisis. De een na de nader haakte af. Ook de samenwerking met de Oranjesteden Diest en Dillenburg waarvoor zich met name Cees Hoogteijling enorm heeft ingespannen, kwam uiteindelijk niet van de grond. Het is duidelijk dat er iets moet gebeuren. We willen graag met de gemeente om tafel om te kijken hoe het nu verder moet met Buren Oranjestad. De gemeente heeft laten weten - wat hen betreft binnenkort gaat gebeuren.’

BRONNEN kaartmateriaal en andere afbeeldingen DLA+ landscape architects BV foto’s en afbeeldingen Indien niet specifi ek aangegeven zijn de foto’s afkomstig van DLA+ landscape architects, www.fl ickr.com, www.panoramio.com of www.picasa webalbums (diverse openbare albums) Verder verwijzen wij naar de hieronder genoemde websites en/of de websites genoemd in de lichtgrijze balk t.b.v. de inspirerende voorbeelden. Literatuur ADC Heritage en ADC Archeo Projecten, Gemeente Buren, Archeologische verwachtingen- en beleidsadvieskaart Albers Adviezen en Wilko Voerman, Groenplan Buren 2002 Albers, Lucia en C. Sieger, Historie Kasteelterrein te Buren, september 1992 Bouwfragmenten; Roerende Kasteelfragmenten; uitgave Rijksdienst voor de Monumentenzorg ed. 6, 2006 Gelderlander, Kasteel Buren keert terug dd. 18 februari 2003 Gemeente Buren, Bestemmingsplan Buitengebied 2008 Gemeente Buren, Beleidsvisie Recreatietoervaart Nederland 2008 (kaart: Ontwikkeling Lingemeren) Gemeente Buren, Structuurvisie Buren 2009-2019 Gemeente Buren, Landschapsontwikkelingsplan Buren, concept 2011 Gemeente Culemborg, Landschapsbeleidsplan gemeente Culemborg 2006 Groothuis A., Buren in opgang en neergang; artikel op www.historischeverenigingleerdam.nl

101 Oranjewoud, Meerjarenplan ‘Buren Back to the Future’ Provinciale Commissie Gelderland van de Bond Heemschut, Wolters, W. en Chr. Scharten, Op zoek naar reactiveringsmogelijkheden van het kasteelterrein bij de stad Buren Provincie Gelderland, Belvoir 3, Provinciaal Cultuurhistorisch Beleid 2009-2012, kadernota 23 februari 2009 Provincie Gelderland, Nota Ruimte 2006 Provincie Gelderland, Streekplan Gelderland 2005 Provincie Gelderland, Integraal Uitvoeringsprogramma 2007 Royal Haskoning, rapport over het verbinden van de Korne met recreatiegebied Belgert Spaan, F.; Geschiedenis van Oosterhout, Historische Kring Oosterhout, Slijk-Ewijk e.o. Vloten, J. Van; Nederlandsche geschiedzangen, II, 152-153. Oorspronkelijke bron: Geuseliedtboeck 1581 websites dutchrevolt.leidenuniv.nl/nederlands/geografi e/b/buren.htm vanlangelaer.blogspot.com/2008/09/het-einde-van-de-kasteeltuin-buren.html www.absolutefacts.nl/kastelen www.bhic.nl www.buren.nl www.burenenoranje.nl www.cbs.nl www.culemborg.nl www.geldersarchief.nl www.gelderland.nl www.gelderlander.nl www.henri-fl oor.com

www.hollandsewaterlinie.nl www.marechausseemuseum.nl www.molendatabase.nl www.nationalelandschappen.nl www.nwb-wandelen.nl www.rijksoverheid.nl www.refdag.nl/oud/betuwe/980220betu26.html www.rivierengebied.nl www.stadtiel.nl www.stamboomforum.nl www.tiel.nl www.biesbosch.nu/magazine/0107/artikel_TielseKroniek04.htm www.wandelnet.nl www.wandelpaden.com www.wikipedia.nl dutchrevolt.leidenuniv.nl/nederlands/geografi e/b/buren.htm notaruimteonline.vrom.nl vanlangelaer.blogspot.com

VERANTWOORDING Bureauteam Harry Derks Rogier van der Weiden Paulien Varkevisser Pieter van Kesteren senior landschapsarchitect ontwerper / illustrator / visualisator junior landschapsarchitect / vormgever / fotografi e & lay-out tekstschrijver Begeleidingsgroep gemeente Buren---Gert-Jan van Ingen Wim Kuster Marinus van Olderen Provincie Gelderland Annemieke Traag Monique de Rooij initiërend wethouder projectleider medewerker economische- en regiozaken gedeputeerde (o.a. verantwoordelijk voor cultuur en cultuurhistorie) programma adviseur Cultuurhistorie / Archeologie Klankbordgroep Willem Wolters Bond Heemschut Henny de Heus Jan Th ijsen Dick Derkse Cees Hoogteijling Historische Vereniging Pasqualini Museum Buren & Oranje Stichting Buren Oranjestad

COLOFON opdrachtgever Gemeente Buren Postbus 23 4020 BA MAURIK Provincie Gelderland Postbus 9090, 6800 GX ARNHEM project Oranje Buren! Koepelvisie Ontwikkeling Buren-stad opdrachtnemer DLA+ landscape architects BV, Wylerbaan 28a, 6561 KR Groesbeek T 024 3976000 E info@dlaplus.nl druk Janssen Repro Nijmegen juni 2012

105

DLA+ landscape architects BV Groesbeek

1 Online Touch

Index

  1. 1
  2. 2
  3. 3
  4. 4
  5. 5
  6. 6
  7. 7
  8. 8
  9. 9
  10. 10
  11. 11
  12. 12
  13. 13
  14. 14
  15. 15
  16. 16
  17. 17
  18. 18
  19. 19
  20. 20
  21. 21
  22. 22
  23. 23
  24. 24
  25. 25
  26. 26
  27. 27
  28. 28
  29. 29
  30. 30
  31. 31
  32. 32
  33. 33
  34. 34
  35. 35
  36. 36
  37. 37
  38. 38
  39. 39
  40. 40
  41. 41
  42. 42
  43. 43
  44. 44
  45. 45
  46. 46
  47. 47
  48. 48
  49. 49
  50. 50
  51. 51
  52. 52
  53. 53
  54. 54
  55. 55
  56. 56
  57. 57
  58. 58
  59. 59
  60. 60
  61. 61
  62. 62
  63. 63
  64. 64
  65. 65
  66. 66
  67. 67
  68. 68
  69. 69
  70. 70
  71. 71
  72. 72
  73. 73
  74. 74
  75. 75
  76. 76
  77. 77
  78. 78
  79. 79
  80. 80
  81. 81
  82. 82
  83. 83
  84. 84
  85. 85
  86. 86
  87. 87
  88. 88
  89. 89
  90. 90
  91. 91
  92. 92
  93. 93
  94. 94
  95. 95
  96. 96
  97. 97
  98. 98
  99. 99
  100. 100
  101. 101
  102. 102
  103. 103
  104. 104
  105. 105
  106. 106
Home


You need flash player to view this online publication