Kracht Verkenningsbataljon

De kracht van een verkenningsbataljon Cavalerie-verkenningseenheden zijn de ogen en oren van de hoofdmacht. Het doel van de beveiligende en verkennende opdrachten is: a. De hoofdmacht te vrijwaren van vijandelijke verrassingsaanvallen over de grond; b. De commandant van de hoofdmacht voldoende tijd en ruimte te geven voor het nemen van tegenmaatregelen. Verkenners verzamelen gegevens over de vijand, eigen troepen, terrein, weersgesteldheid en alles wat verder van waarde zou kunnen zijn. Het verkennen geschiedt niet alleen met behulp van de eigen middelen zoals de inzet van de verkenningsvoertuigen en radar, maar men kan zich daarbij ook laten ondersteunen door helikopters en drones. Verder verkent men niet alleen door vóór een opmarcherende eenheid uit te gaan, maar het bataljon kan ook ingezet worden in het achtergebied van een eenheid die verdedigt. Het bewaken van een terreinstrook of het beveiligen van een object valt ook onder de taken van een verkenningseenheid. Als de vijand zich elektronisch stilhoudt, door bijvoorbeeld een langdurige radiostilte, levert dit voor een Elektronische Oorlogsvoeringeenheid (EOV) geen informatie op. Ook de waarnemingsposten van 104 waarnemings- en verkenningscompagnie zijn stationair en kunnen een bewegende vijand op het gevechtsveld niet blijven volgen. Luchtfoto's geven een prima momentopname, maar vertellen niet hoe de situatie ter plaatse een uur later is. Heli's zijn erg kwetsbaar en niet altijd ’s nachts of bij verminderd zicht inzetbaar. Datzelfde geldt ook voor drones. Informatie van de eenheden in voorste lijn bevat weinig ruimtelijke diepte, zij kijken tegen de voorste vijandelijke eenheden aan en niet daarachter. Door al die tekortkomingen was de inzet van verkenningsvliegtuigen als aanvulling op de grondverkenningen in bepaalde situaties zeer gewenst. Een verkenning in de diepte over de grond kon een riskante operatie worden zonder dat het tot het gewenste resultaat zou kunnen leiden. 103 Verkenningsbataljon kon in dat geval een beroep doen op de Groep Lichte Vliegtuigen (GPLV). In het begin vloog deze groep nog met Piper-Cubs verkenningsvliegtuigen (zie pag. 60) en Hiller helikopters. Vanaf 1964 werd met de Alouette III helikopter gevlogen en vanaf 1975 ook met de Bolkow BO 105C. Eén van de squadrons uit die tijd was 298 squadron uit Soesterberg. Dit Squadron van de Groep Lichte Vliegtuigen (GPLV) vloog in de jaren van de Koude Oorlog regelmatig voor 103 Verkenningsbataljon. Eén van de bemanningsleden uit die tijd was de Elt (Klu) b.d. P.L. Schram destijds technisch bemanningslid van de Alouette III en BO 105C. Hij heeft aan de samenwerking met het eigenzinnige, en daardoor bijzondere, 103 Verkenningsbataljon nog wel warme herinneringen. Hier volgt zijn eerste indruk gevolgd door een kijkje in de wereld van helikoptervliegers: “Binnen ons squadron stond het 103 Verkenningsbataljon bekend omdat het, als een van de weinige KL-onderdelen, zinvolle opdrachten had voor de helikopter community. De bij het squadron ingedeelde cavalerie-LSO’s speelden daarin zeker een rol van betekenis. De wisselwerking tussen de beide onderdelen, het 103e en het 298 squadron was ondanks grote cultuurverschillen, ronduit goed te noemen”. 9

11 Online Touch Kracht Verkenningsbataljon Home


You need flash player to view this online publication