Herinneringen van een esk.commandant

Herinneringen van Peter van den Aker, voormalig eskadronscommandant Peter van den Aker, was van 1979 tot 1987 als luitenant en ritmeester geplaatst bij 103 Verkenningsbataljon, de laatste drie en een half jaar als CAEsk en C-SSVEsk. Hij kwam binnen als PC bij lkol van Lingen en ging weg als C-SSVEsk bij lkol Selles. Het ‘zwaartepunt’ van zijn eskadronscommando heeft zich afgespeeld onder lkol Ruurd Reitsma. Hij vertelt daarover: “Na mijn periode op de KMA mocht ik samen met mijn jaargenoot Harm Beute tijdens de oefening Wildbaan als stagiair kennismaken met het A-Esk, waarover elnt/ritm Ruud Pruyssenaere de la Woestijne het waarnemend commando voerde, met elnt Jan Beekman als zijn plaatsvervanger. Ik mocht als schutter 25 mm mee in het voertuig van wmr1 Pedro Haans. Daar zag ik dat, in tegenstelling tot de KMA-kaderleden, iedereen meedeed en dat je wellicht alleen sneller bent, maar samen verder komt. Beroepsofficieren en -onderofficieren die dicht tegen het IJzeren Gordijn in het oosten van de Bondsrepubliek Duitsland hun werk moesten doen, behoorden evenals de rest van het personeel overigens, niet tot de slechtsten. Ze waren meestal professioneel en avontuurlijk ingesteld. Er werd serieus en vaak hard gewerkt. Daar kreeg men dan een goed salaris voor met een buitenlandtoelage en belastingvrijstellingen. De aanschaf van een nieuwe belastingvrije auto werd in de bataljonskoffiekamer door de officieren gevierd met een zilveren ‘glaasje’ Drambuie, uiteraard al tijdens de dienst! Er was ook veel humor in het bataljon. Ik kan me nog een periode onder, de helaas te vroeg overleden, lkol Ruurd Reitsma herinneren waarin veel officieren parachutesprongen bij de plaatselijke militaire paravereniging TU-7. Dit onder deskundige begeleiding van Jan de Graaf. Velen waren ‘wingspringer’ (automatische opening), enkelen sprongen ook nog vrije val. Voor het pakken van de parachute was een zg. “Pull-up-koordje” nodig. Het was in die tijd in de officierskoffiekamer een ‘running-gag’ dat de vrije-val-springer in het bijzijn van de ‘wing-springer’ zijn zakdoek uit zijn zak trok en quasinonchalant zijn Pull-up-koordje demonstratief toonde. In die koffiekamer ontmoette je iedere dag bijna alle officieren van het bataljon. Je kon over alles praten en lachen. Dat schiep een geweldige band en droeg bij aan een grote teamgeest binnen het bataljon. Daar wilde ik wel langer dienen! Ik besloot dus als tweede luitenant de stoute schoenen aan te trekken en aan de toenmalige BC, lkol George Eleveld, formeel te zeggen dat ik hier wel EC wilde worden. Die keek streng maar enigszins geamuseerd op van mijn openbaring en vertelde mij op serieuze toon het in overweging te nemen. Met de aansporing eerst mijn peloton maar netjes af te leveren en met ‘klein verlof’ te sturen stond ik even later weer buiten het stafgebouw, me afvragend of dit nu wel een verstandige zet was geweest. Bataljonscommandant lkol G.H. Eleveld met zijn plaatsvervanger maj. R.R.R.E. Meeder 133

135 Online Touch Herinneringen van een esk.commandant Home


You need flash player to view this online publication