47

Dakkapellen Een dakkapel is een bescheiden uitbouw in de kap van een gebouw, bedoeld om de lichttoetreding te verbeteren en het bruikbaar oppervlak te vergroten. Dakkapellen zijn in het algemeen een ondergeschikte toevoeging aan een dakvlak. Desondanks zijn dakkapellen, als ze zichtbaar zijn, voor het straatbeeld zeer bepalend. Richtlijnen Deze richtlijnen komen aan de orde als het bouwplan niet vergunningvrij is. Het bestemmingsplan treedt in eerste instantie regelend op voor wat betreft situering en maximale afmetingen. algemeen - De dakkapel is in hoofdzaak gelijkvormig aan eerder met vergunning geplaatste dakkapel(len) op het betreffende dakvlak (trendsetter). - Dakkapel is ondergeschikt aan het hoofdgebouw en gaat niet ten koste van de karakteristiek van de kapvorm. - Geen dakkapel op dak met hellingshoek < 25°. - Geen dakkapel op dakvlakken van bijbehorende bouwwerken (aan- of bijgebouw) die gericht zijn naar de openbare ruimte. plaatsing - Bij meerdere dakkapellen op één doorgaand dakvlak is de hoofdvorm en maatvoering op elkaar afgestemd en zijn ze regelmatig gerangschikt op één horizontale lijn. - In gebieden met een optimaal of gebalanceerd regieniveau geen dakkapellen boven elkaar op hetzelfde dakvlak. - Minimaal 0.50 m. dakvlak of twee dakpannen onder de dakkapel. - Tenzij er sprake is van twee aaneengesloten dakkapellen is de afstand vanaf het hart van de gemeenschappelijke bouwmuur minimaal 0.50 m., gemeten aan de bovenzijde van de dakkapel. - Afstand vanaf de buitenkant van de kopgevel of de hoek- of kilkeper is minimaal 0.75 m., gemeten aan de bovenzijde van de dakkapel. - Op een mansardedak is de dakkapel geplaatst in het onderste deel van het dakvlak, met de bovenkant gelijnd aan de knik in het dakvlak. maatvoering - Hoogte van dakkapel op het voordakvlak maximaal 50% van de in het verticale vlak geprojecteerde hoogte van het dakvlak met een maximum van 1.75 m. gemeten vanaf voet dakkapel tot bovenzijde boeiboord of daktrim. - Breedte van dakkapel op het voordakvlak in totaal maximaal 50% van de breedte van het dakvlak, gemeten tussen het midden van de woningscheidende bouwmuren of eindgevels en aan de bovenzijde van de dakkapel (bij kilkepers gemeten aan de onderzijde/dakvoet van de dakkapel). - Dakkapellen aan de voorzijde in het historische binnenstad beslaan maximaal 25% van het dakvlak en zijn ondergeschikt toegevoegd aan de hoofdmassa. - Hoogte boeiboord afgestemd op maat en detaillering van het hoofdgebouw en; - bij een dakkapel met een hoogte tot 1.20 m. maximaal 0.20 m. of; - bij een dakkapel met een hoogte tussen 1.20 m. tot 1.75 m. maximaal 0.30 m. vormgeving - Bij voorkeur plat afgedekt. - Profielen van kozijnen zijn gelijk aan die van de gevelramen en kozijnen van hoofdgebouw (bij toepassing van kunststof een zogenaamd verdiept profiel toepassen met rechte lassen). - Geen overmaat aan detailleringen, dus max. 0.15 m. overstek en bescheiden ornamenten. materiaal en kleur - Materiaal en kleurgebruik is afgestemd op het hoofdgebouw. - Beperkte toepassing van dichte panelen in het voorvlak van de dakkapel, eventueel alleen in ondergeschikte mate tussen de glasvlakken. - Geen felle, contrasterende en/of bonte kleuren. juli 2019 | 47

48 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication