17

Fase 1-onderzoek, we zeggen het nog een keer, is primair bedoeld om nieuwe medicijnen of medicijncombinaties voor het eerst op patiënten te testen op veiligheid en dosering. Patiënten die deelnemen zijn verder uitbehandeld, maar helpen zo de wetenschap verder. Maar soms ook zichzelf… De hoop dat een fase 1-onderzoek een werkend medicijn oplevert, bestaat immers altijd. Janny Randewijk weet dat als geen ander. Twaalf jaar geleden was ze opgegeven en nam ze deel aan een experimenteel onderzoek met PARP-remmers. We spraken haar een maand geleden. Bonustijd Fase 1-studie slaat aan, waardoor Janny Randewijk al 11 jaar kankervrij is Janny Randewijk: “In 2010 bleek ik eierstokkanker met uitzaaiingen te hebben. Ik kwam hiermee in het Radboudumc terecht en kreeg te horen dat er slechte vooruitzichten waren. Dan verandert je wereld. Ik werd behandeld met chemotherapie, een operatie en weer chemotherapie. Ook begon ik afscheid te nemen en ik wilde opruimen. Met mijn man besprak ik dat hij niet alleen hoefde te blijven. Na de chemo’s was ik schoon. Helaas was de kanker een jaar later terug en kreeg ik weer chemotherapie. Dit herhaalde zich nog een keer in 2013.” Fase 1-onderzoek “Doordat de kanker nu zo snel terugkwam, was een nieuwe chemotherapiebehandeling geen optie. Wel kreeg ik via Carla van Herpen de kans om aan een fase 1-onderzoek deel te nemen voor een PARP-remmer (veliparib). Ik zag het als mijn laatste kans. Natuurlijk had ik hoop, maar het was zwaar en de resultaten vielen eerst tegen. Daarbij kreeg ik bloedarmoede en lag ik als een vaatdoek in bed. Maar ik kreeg bloedtransfusies die me goed deden en, veel belangrijker dan dat, op de CT-scans werd duidelijk dat het middel aansloeg nadat de dosering wat was aangepast. De kanker was weg! En de kanker is nog steeds weg. Ik ga iedere zes maanden voor controle naar Radboudumc en de uitslagen zijn elke keer goed. Mijn zestigste verjaardag heb ik groots gevierd, omdat ik nooit had gedacht die te halen. Nu word ik in januari zeventig.” Janny Randewijk spreekt over ‘bonustijd’ als ze over het leven nu praat. Ze heeft wat schade opgelopen door alle chemokuren: ze trilt met haar linkerhand, heeft neuropathie aan handen en voeten en wat minder energie. “Maar daar kan ik mee leven. Ik geniet samen met mijn man van het leven, van de kinderen, kleinkinderen, vrienden en familie en van de mooie reizen die we maken.” “Mijn zestigste verjaardag heb ik groots gevierd, omdat ik nooit had gedacht die te halen. Nu word ik in januari zeventig.”

18 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication