19

(1) (3) Dit gaat over slikken. Ik denk bij logopedie altijd aan praten. Logopedie houdt zich bezig met spierbewegingen in de mond en keel. Het apparaat voor slikken en het praten is exact hetzelfde, dus het is logisch dat wij, ik spreek hier namens een heel team, dit probleem oppakken. Hoe groot is dit probleem? Het gaat hier om patiënten met tumoren in het hoofd-halsgebied, zoals bijvoorbeeld tongtumoren en tumoren achter in de keel waarbij door een operatie of bestraling weefsel beschadigd is. Deze mensen kunnen, ondanks natuurlijk herstel en soms wekelijks oefenen met een logopedist, blijvende slikklachten hebben. Denk hierbij bijvoorbeeld aan moeite hebben met het verplaatsen van voeding in de mond, voeding niet kunnen doorslikken of een zeer droge mond. Een deel van de patiënten krijgt alleen nog sondevoeding of wat men meestal ‘astronauten-voeding’ noemt. Je ziet dat dit alles een enorme sociale impact kan hebben. Mensen gaan de deur niet meer uit of eten liever alleen. De problemen zijn dus serieus. (2) Wat doen jullie daaraan? Er is een bestaande aanpak, die in Amerika wordt ingezet voor slikproblemen als gevolg van neurologische schade; na een beroerte bijvoorbeeld. Die effectieve therapie hebben we een beetje bewerkt en zetten we hier nu in voor deze patiëntgroep. In eerste instantie hebben we dat in een pilotstudie gedaan met een groep van 34 patiënten die we voor, net na en een half jaar na de therapie getest hebben. Daarbij zien we dat de groep significant vooruitgaat en dat die vooruitgang aanhoudt of zelfs doorzet na de therapie. Ze slikken beter en ervaren ook een betere kwaliteit van leven. Hoe ziet de aanpak eruit? Het is heel intensief trainen: een soort bootcamp voor het slikken. Mensen krijgen drie weken lang dagelijks een uur sliktraining waarbij we intensief oefenen om de slikspieren te versterken of het kauwen en slikken effectiever te maken. Daarbij doorlopen we levels van voeding en gaan we van veilige voeding voor de patiënt, bijvoorbeeld pudding, naar steeds uitdagender voedsel zoals bijvoorbeeld kokos stukjes. Wij kijken waar het mis gaat bij het slikken of leren mensen een nieuwe manier van slikken aan. Sommige patiënten hebben zichzelf trucjes aangeleerd die we ze weer af moeten leren om verder te komen. Maar we zien iedereen stappen vooruit maken en werken aan hun eigen vooraf opgestelde doel. (4) Gaat het onderzoek nog verder? Wij onderzoeken nu welke specifieke groep, zoals bijvoorbeeld welke tumorplaats, het meest positieve effect van intensieve slikrevalidatie ondervindt. Deze gegevens hopen we binnenkort te publiceren. Daarnaast hebben we nog meer data, bijvoorbeeld interviews met patiënten, die we ook nog willen beschrijven. Maar het belangrijkste: doordat we nu de werking bewezen hebben, kunnen we de therapie blijven aanbieden en zo nog meer patiënten helpen. Op dit moment wordt de therapie alleen door het Radboudumc en het Antoni van Leeuwenhoek aangeboden. Hopelijk kunnen we dit in de toekomst verder uitbreiden in Nederland. (5) Radboud Report Oncologie 17 19

20 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication