21

Niet achteruit De inmiddels 70-jarige Carl Figdor heeft zijn sporen verdiend. Dat mensen met kanker nu vaak behandeld worden met immunotherapie, is niet in de laatste plaats te danken aan deze immunoloog van Radboudumc. Als een van de eersten ter wereld paste hij immunotherapie toe op patiënten. Hij haalde T-cellen uit het bloed van de patiënt, bewerkte die in zijn laboratorium om ze kankercellen aan te laten vallen en gaf ze terug aan de patiënt. Figdor is daar zelf bescheiden over, maar het is mede op zijn conto te schrijven dat immunotherapie nu op grote schaal wordt toegepast. Figdor: “Waar ik zelf trots op ben, is dat het gelukt is om iets wat we in het laboratorium ontwikkeld hebben op patiënten te testen. En dat het blijkt te werken. Maar aan trots achteruitkijken hebben we niet veel. Ik kijk vooruit en werk nu aan iets dat ik toch wel revolutionair zou willen noemen.” COVID Carl Figdor is een pleitbezorger van fundamenteel onderzoek. Het legt de basis voor verdere ontwikkeling: “Kijk naar de Covid-epidemie. Ik ken degenen die de Heel revolutionair Figdor werkt aan een nieuw vaccin tegen kanker. Figdor: “Een jaar of vijftien geleden ontmoette ik een organisch chemicus die polymeren maakte die veel leken op immuuncellen. Mijn eerste reflex was: als die zo op immuuncellen lijken, zouden we ze dan ook niet kunnen laten werken als immuuncellen. Dat lukte. Met wat aanpassingen hebben we een kunstmatige immuuncel kunnen maken. Die werkt. Tot nu toe alleen op muizen, maar de volgende stap is natuurlijk die ook op mensen te testen. Dat is nog een lange weg, maar die kan goed leiden naar een soort vaccin tegen kanker.” Realistisch Figdor wil de ontwikkeling wel in een realistisch kader plaatsen: “In de tussentijd levert dit nog niks concreets op voor de patiënt. Maar er lonkt wel een perspectief. We hebben aangetoond dat kunstmatige immuunpolymeren in het laboratorium werken. Ze blijken ook bij muizen andere immuuncellen te kunnen stimuleren. Bij de stap naar mensen kom je echter allerlei obstakels tegen. We moeten het vaccin maken onder heel speciale, steriele condities. Daarna moeten we aantonen dat het geen negatieve werking kan hebben op patiënten. Begrijpelijk, omdat het een heel nieuw type medicijn is dat nog nooit bij de mens is getest. We gaan dus nog een enorm traject van regelgeving en goedkeuring in. Het probleem daarbij is dat je lopende zo’n traject geen opbrengst hebt. Het levert geen wetenschappelijke publicaties op en kost alleen maar heel veel geld. Daar zitten we nu. De grote biotechbedrijven willen nog niet instappen. Het is te pril en het risico is nog te groot. Ze volgen ons met belangstelling. En wij hebben nu de uitdaging om financierders te vinden.” Inspuiten Carl Figdor geeft aan dat zijn kunstmatige immuunpolymeren vooralsnog waarschijnlijk niet te gebruiken zijn als vaccin. Hij wil het eerst toepassen op patiënten die al kanker hebben en de polymeren in de tumor zelf gaan spuiten. “Zo kunnen we kijken of we de immuuncellen, die er wel zijn maar die onderdrukt worden door de tumor, kunnen stimuleren om actief te worden. Wij zetten in feite de cellen weer aan die zorgen voor afweer van de kankercellen. Dat lijkt op wat je met targeted therapy doet, maar werkt anders.” Figdor: “Wij zetten de afweercellen op een andere manier aan. Bij proefdieren is al gebleken dat de twee manieren elkaar versterken. Nu gaan we de stap naar mensen maken in een fase 1-onderzoek met patiënten voor wie geen enkele andere eerste vaccins tegen corona hebben ontwikkeld. Dat zijn collega’s van me. Wat daar is gebeurd, is een revolutie. Een ontwikkeltraject waar normaal jaren voor nodig zijn, was binnen een jaar afgerond. Dat kon dankzij kankeronderzoek. Het coronavaccin is gebaseerd op een technologie die werd ontwikkeld voor het maken van een kankervaccin. Die RNA-technologie was al bewezen niet gevaarlijk voor patiënten. Daardoor konden de makers van het coronavaccin eigenlijk meteen aan de slag: door kankeronderzoek kon het coronavaccin heel snel geïntroduceerd worden en daar heeft de hele wereldgemeenschap van geprofiteerd.” behandeling meer mogelijk is. Zo kijken we of het vaccin veilig is. Als dat zo is en als het werkt, kunnen we een grotere studie opzetten.” Niet algemeen Het vaccin dat Figdor ontwikkelt is nadrukkelijk geen algemeen kankervaccin. De vaccins zullen ingezet worden voor specifieke vormen. Denk bijvoorbeeld aan patiënten met het Lynch-syndroom waar in het Radboudumc veel onderzoek naar gedaan wordt. Door een DNA-fout is de kans op het ontstaan van kanker bij hen vrijwel 100 procent. Figdor: “Zij krijgen specifieke tumoren die als het ware vlaggetjes hebben, die bij al die patiënten voorkomen. Dat leent zich daardoor heel goed voor het maken van een vaccin dat immuuncellen kan aanzetten die deze kenmerken herkennen. Omdat de cellen dus allemaal hetzelfde foutje hebben. We kunnen straks meer vaccins maken, maar altijd alleen tegen bepaalde vormen van kanker. Hoe meer de tumorcel op een normale cel lijkt, en helaas is dat heel vaak het geval, hoe moeilijker het is een goed vaccin te maken. We zullen ook nooit volledig immuun kunnen worden voor kanker, want een tumor zal zich steeds blijven aanpassen om onder de aanvallen uit te komen.” Carl Figdor ziet dus nog vele mitsen en maren op de weg naar een vaccin met immuunpolymeren. Toch is hij zeer optimistisch: “Er is voor HPV al een vaccin dat het virus aanpakt dat de kanker veroorzaakt. Ik denk dat er over 5 tot 10 jaar ook vaccins zullen komen die rechtstreeks kanker kunnen voorkomen. We zijn steeds beter in staat profielen te ontwikkelen voor de aanleg van mensen om bepaalde tumoren te krijgen. Zo’n vaccin zal ervoor zorgen dat mensen minder snel doodgaan, doordat de kanker opgeruimd wordt. Of je het dan krijgt, zal afhangen van wat je genetische achtergrond is, verwacht ik. Ik denk dat uiteindelijk bij iedereen persoonlijk een inschatting wordt gemaakt hoeveel kans iemand heeft op die ziekte. Heb je zoveel procent kans? Dan krijg je een vaccin.” Radboud Report Oncologie 21

22 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication