23

“Natuurlijk wil ik, zoals elke arts, voor mijn patiënten hier in Doetinchem het allerbeste. Alleen ben je als oncoloog in het Slingeland bijna nooit volledig upto-date over alle voorkomende situaties. Je zou dan bij collega-ziekenhuizen moeten gaan bedelen voor bepaalde zorg. Dat wil je niet. Daarom hebben we ons met drie ziekenhuizen tien jaar geleden al verenigd tot ARTZ Oncologisch centrum. Daarbinnen werkten en werken Ziekenhuis Gelderse Vallei, Rijnstate en Slingeland Ziekenhuis, met als verwijspartner Radiotherapiegroep, intensief samen. Dat betekent dat een patiënt uit Doetinchem soms voor een behandeling naar Ede moet. Dat lijkt ver, maar patiënten doen dat graag, want ze weten wat er te halen valt. We hebben op deze manier feitelijk ons team vergroot, beschikken over meer technieken en deskundigheid, en verkorten zo ook de wachttijden,” vertelt Kees van Arkel. Niet gemakkelijk “Werken in een netwerk is doenlijk, maar zeker in het begin niet altijd gemakkelijk. Toen we zagen dat het werkelijk winst opleverde voor onze patiënten, zijn we er écht voor gegaan. Oncologie is altijd al teamwork, want je hebt een divers-gespecialiseerd behandelteam nodig. We zijn gewend om samen te werken en dat doen we dus nu in een nog veel groter netwerk: Onco Oost. We zijn nu intensief aan elkaar aan het snuffelen en dat is belangrijk, want we moeten elkaar voor deze brede samenwerking écht goed leren kennen. Op dit moment krijgen de tumortype-netwerken, TTN’s, werkelijk vorm. Die netwerken zijn multidisciplinair en geven we echt samen vorm. We brengen binnen die netwerken ook allemaal onze eigen expertise in. Vanuit het academisch ziekenhuis zal dat al gauw technisch vakinhoudelijk zijn, maar wij hebben vaak heel pragmatische zaken in te brengen. Soms zelfs logistieke. Uiteindelijk ga je door de kruisbestuiving allemaal toch steeds meer op elkaar lijken.” Eigen gezicht Van Arkel benadrukt dat ieder ziekenhuis wel degelijk een eigen gezicht houdt, maar dat de zorg binnen het netwerk van Onco Oost wel steeds meer op elkaar gaat lijken en daarbij in kwaliteit groeit. “We houden hier in Doetinchem onze eigen dynamiek en korte lijnen, maar kunnen de kwaliteit uit het hele netwerk bieden. We hebben inmiddels onze inpandige MDO’s, we hebben al jaren diverse ARTZ-MDO’s en voor o.a. urologie en long hebben we ook MDO’s binnen Onco Oost. LongkankerNet werkt goed en maakt dat we up-to-date zijn en de werkzaamheden heel goed verdelen. Ook bij urologie loopt het al erg goed, omdat wij als regionale ziekenhuizen specifieke patiënten kunnen bespreken met een uroloog en oncoloog van Radboudumc. Daar komen vervolgens direct bruikbare adviezen uit.” Elders beter Als klein ziekenhuis kiest Slingeland ervoor om veel van het ‘snijden’ niet meer in eigen huis te doen, omdat daar simpelweg de routine voor ontbreekt. “Als je denkt dat het elders beter kan voor je patiënt, moet je dat altijd doen,” zegt Van Arkel stellig. “We kunnen hier heel veel zaken goed: snel schakelen bij chemo- en/of immunotherapie, opereren van borstkanker, darmkanker en met name lage endeldarmkanker. Eierstokkanker werd voorheen nog hier in huis geopereerd; dan kwamen gynaecologen vanuit het Radboudumc hier samen opereren met onze gynaecologen. Maar de aantallen hier zijn te laag, dus deze vaak langdurende operaties hebben we nu gecentraliseerd in het Rijnstate ziekenhuis. Dat haalt druk weg op de OK’s van het Radboudumc en ook dat is winst door Onco Oost.” Dan, na een korte stilte: “Samenwerken kun je alleen als je ook open bent over je kwetsbaarheden. Dat is lastig voor dokters. En ook voor ziekenhuizen is het moeilijk, omdat het van oorsprong concurrentiegevoelige informatie is. Dus het is in elk opzicht tegennatuurlijk om een netwerk tot stand te brengen. En het Integraal Zorgakkoord werkt het feitelijk ook tegen. Maar wij willen juist onderling open en eerlijk zijn, met als hoofddoel dat de patiënt er beter van wordt.” Positief “Als je beseft dat een netwerk zo sterk is als de zwakste schakel, ga je ook beter voor elkaar zorgen. Ik ben al met al wel erg positief over netwerken. Ik ben een fan,” vat Van Arkel zijn eigen betoog samen. Maar ook kritisch merken we: “Het maakt voor onze patiënten met bijvoorbeeld longkanker niet heel veel uit of de operatie hier of elders zou plaatsvinden. Maar als we die zorg verplaatst hebben en er vervolgens hier iemand in Doetinchem bij een auto-ongeluk betrokken raakt en met spoed aan de thorax geopereerd moet worden, is die routine er niet meer in de hele Achterhoek. In Zutphen en Winterswijk kunnen deze operaties immers al niet meer worden uitgevoerd. Daar moeten wij als netwerk ook aan denken: beschikbaarheid van zorg is maar al te vaak een ondergeschoven kindje. Ondertussen is het geweldig om te zien hoe nu de oncologisch-behandelaren protocollen delen en samen bekijken welke ingreep of behandeling het best hoe en waar verricht kan worden. Dat is pure winst voor de patiënt.” Radboud Report Oncologie 23

24 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication