13

veld, maar de omgeving wordt gedomineerd door druk verkeer, waardoor het oude gebouw naar binnen gericht was. Projectarchitect André van der Slik van De Zwarte Hond: “De onderwijsvisie was uitgangspunt voor het ontwerp. De uitdaging lag in het maken van een gezonde, veilige en groene omgeving in het industriegebied. Daarom hebben we de opgave stedenbouwkundig wat breder ingestoken, zodat we ook de buitenruimte en de openbare ruimte om het gebouw heen beter laten aansluiten op de school. Door de tussengelegen weg te veranderen in een langzaamverkeerroute, loopt het veld over in het schoolterrein. Deze voorzone loopt via de entree rechtstreeks het gebouw in en voert naar een groen dakterras. Het ontwerp is opgebouwd rondom een generiek kolomgrid, dat flexibiliteit in de toekomst garandeert.” “Vanuit het hart gaat een trap naar boven tot het dakterras, waar zich een moestuin bevindt.” Centraal hart Door te kiezen voor een compact volume is er een extra groene buitenruimte, korte looplijnen en een levendig centraal hart waar de clubhuizen op uitkomen. Het restaurant van de school grenst aan dit veld om voorbijgangers te stimuleren om binnen te lopen. De uitnodigende entree aan het veld voert bezoekers door het centrale hart naar een groen en intiem dakterras. De clubhuizen hebben elk een eigen trappenhuis, zodat de verkeerstromen gescheiden kunnen worden en het gebouw een rustige leeromgeving vormt. In de onderwijsvisie van Het Element ligt de focus op de beroepspraktijk, keuzevrijheid en kleinschaligheid. De clubhuizen vormen de basis van het gebouw. In het ontwerp hebben de clubhuizen een verticale structuur. Ze liggen boven elkaar en zijn met trappenhuizen aan elkaar verbonden. In ieder clubhuis komen kluisjes voor de ‘bewoners’ en per clubhuis is er een leerplein, een praktijkruimte en zijn er leslokalen. Ook de ruimten voor de Algemeen Vormend Onderwijsvakken liggen binnen het eigen clubhuis. Hierdoor sluiten deze vakken zowel ruimtelijk als onderwijskundig naadloos op elkaar aan. Het gebouw heeft een groot atrium als centrale hal met diverse niveaus en verbindingen naar de trappenhuizen. In de algemene ruimten worden terrassen gerealiseerd, zodat leerlingen in clubjes apart kunnen zitten. Leerlingen zitten echt in aparte clubhuizen bij elkaar, waardoor een kleinschalig gevoel ontstaat. De leerlingen komen in hun eigen clubhuis altijd met de praktijk in aanraking. Kleinschaligheid Het gebouw is opgetild met een horecaterras dat doorloopt naar de oefenkeukens. Zo is vanaf de straat zichtbaar dat er een praktijkschool zit. In de gevel zijn de ambachten zichtbaar. In het hart zijn bijzondere functies ondergebracht, zoals een 3D printlab. Vanuit het hart gaat een trap naar boven tot het dakterras, waar zich een moestuin bevindt, die aan de binasvakken gekoppeld is. Het hart heeft sheddaken met daglicht uit het noorden. Het is een betonconstructie met houten trappen en houten sheddaken en veel akoestische voorzieningen in de plafonds. Op de begane grond is meer geluid toegestaan en hoe verder je naar boven gaat; hoe rustiger het wordt. Elk clubhuis heeft een eigen identiteit herkenbaar door kleuraccenten en wordt aangeduid met neonletters zoals een café. Ook is er een herkenbare receptie en met een herkenbare toegang tot zorg en welzijn. In het trappenhuis zijn gedichten aangebracht. Taal is vaak een aandachtspunt bij dit Bouwen in Gelderland 13

14 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication