49

DE LEER-KRACHT VAN HET KIND 4.1.2 Modaliteiten Modaliteiten is een ander woord voor: de manier van deelnemen (drive). Modaliteiten binnen het bewegingsonderwijs zijn de manieren waarop kinderen kunnen deelnemen aan bewegingssituaties. Hoe verhouden kinderen zich tot het spel of de activiteit. Bewegingsonderwijs is belevingsvol voor kinderen. Bij modaliteiten gaat het om de beleving van de kinderen. De manieren waarop een kind een spel of een bewegingsactiviteit beleeft of ervaart is een belangrijk aspect. Belangrijk genoeg om rekening mee te houden. Het gaat om het creëren van optimale leercondities binnen ontworpen en aangeboden bewegingssituaties. Modaliteiten bij kinderen zijn veelal herkenbaar aan dat wat het kind prettig vindt. Kinderen zoeken het op zodra kinderen de gelegenheid wordt geboden hun eigen keus te maken. Het ene kind wil vooral ‘vieren’, het andere is voornamelijk ‘sparrend’ in een bewegingssituatie aanwezig. Weer een ander kind is meer ‘lerend’ of ‘ontmoetend’ bezig. De modaliteiten (Van het Hooft & Fellinger, 2013) die onderscheiden worden zijn: 1 vieren 2 sparren 3 leren 4 ontmoeten Ad 1 Vieren Bij het vieren gaat het voornamelijk om het ontspannen en moeiteloos bewegen. Speelsheid, herhalend en gemak zijn de kernwoorden. Een kind dat het bewegen vierend beleeft en ervaart, vraagt om een rustgevende, uitnodigende en volgende leerkracht. Het gaat om het in vrijheid bewegen binnen ontworpen en gearrangeerde bewegingssituaties. VOORBEELD 4.9 IK WIL WEL DE HELE DAG SPRINGEN Maartje is aan het trampolinespringen. De hele speelzaal staat volgebouwd en de kinderen mogen zelf kiezen wat ze gaan doen. Maartje blijft springen. En als er even iemand anders wil, dan stapt ze er met tegenzin even af. Maar zodra de trampoline vrij is, staat zij er weer op. Poing, poing, poing. Het gaat maar door. Ontspannen en moeiteloos bewegen 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 Belevingsvol 163 1 2 3 4

50 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication