in de praktijk. De belangrijke begrippen en vertrekpunten worden besproken en met praktijkvoorbeelden toegelicht. Belangrijk voor jou als leerkracht is wat gemaakte keuzes voor consequenties hebben. Tot slot wordt er gesproken over doelen en bijvangsten. Hoofdstuk 6 gaat over de diversiteit aan kleuters. De ontwikkeling van kleuters wordt bekeken vanuit twee referentiekaders, nature en nurture. De twee behoeftepiramides zoomen in op twee verschillende culturen en er wordt uitgebreid stilgestaan bij de verschillen tussen de jongste en oudste kleuter. In dit hoofdstuk lees je hoe je hiermee rekening kunt houden naast de verschillen die kleuters laten zien in de fysieke, motorische, cognitieve, sociaal-emotionele en spelontwikkeling. Tot slot wordt passend onderwijs voor kleuters besproken, de verschillen tussen jongens en meisjes en kinderen met specifieke onderwijsbehoeften. In hoofdstuk 7 wordt dieper ingegaan op het motorische leren van vroeger en nu. Wat is motorisch leren en welke aspecten bij het leren van motorische vaardigheden spelen een rol? Naar aanleiding van belangrijke begrippen wordt een vertaalslag gemaakt naar de praktijk met kleuters. De motorische leercirkel wordt als praktisch hulpmiddel om naar motorisch leren te kijken besproken. Ter afronding wordt de relatie tussen motorische ontwikkeling en het motorisch leren nader bekeken. In hoofdstuk 8 lees en leer je over de 12 leerlijnen die vallen onder kerndoel 57 van de SLO. Het theoretisch kader achter de landelijk erkende Tussendoelen van de Leerlijnen (TULE) wordt geschetst aan de hand van kernbegrippen als leerlijnen, bewegingsthema’s, kernactiviteiten en bewegingsuitdagingen. De leerlijnen worden in vier beweegtuinen onderverdeeld, waardoor een overzichtelijk en leerbaar schema ontstaat dat houvast biedt tijdens de studie. In de praktijk helpt het bij het uitwerken van gevarieerde en uitdagende bewegingslessen waarin voldoende speelkriebels voor de kleuters zitten. Een begrip dat nader uitgelegd wordt. Hoofdstuk 9 gaat over bewegingsonderwijs met kleuters bekeken vanuit de organisatie binnen de school. De verantwoordelijkheid van de directie, in samenspraak met de leerkrachten, dat het speellokaal en de inrichting ervan op orde is en de gebruiksregels helder zijn en worden nageleefd. Het hoofdstuk biedt een voorbeeld om het jaarplan bewegingsonderwijs in te vullen en geeft informatie over beschikbare methodes en bronnenboeken. Tot slot komt de zorgverbreding binnen het bewegingsonderwijs aan bod. Een verantwoordelijkheid van het gehele team. Hoofdstuk 10 behandelt het bewegen in de brede context. De bewegingsruimtes die in en om de school bruikbaar zijn voor bewegingsactiviteiten. Verder wordt de overgang van kleuter naar groep 3 toegelicht vanuit psychomotorisch perspectief. Gekeken wordt naar het spelen op het plein met kleuters en de oudere schoolkinderen. Verschillen in leeftijdsgroepen en de specifieke behoeftes komen hier aan bod. Verscheidene beweegactiviteiten worden georganiseerd door meerdere partijen rondom de school. Dit hoofdstuk zoomt in op lokale en landelijke initiatieven. Gebruik dit veelomvattende boek over bewegingsonderwijs met kleuters als studieboek, verdieping, naslagwerk of leidraad. Maar vergeet niet: het echte leren gebeurt uiteraard in de praktijk. Veel plezier met de kleuters!
10 Online Touch Home