15

MOTORISCH LEREN VOORBEELD 7.11 FIETSEN IN DE LUCHT OF ‘LUCHTFIETSEN’? Juf denkt eens rustig na of ze zelf ook deze situaties gebruikt als ze bewegingsonderwijs geeft. Ze dacht van niet. Toen schoot het haar te binnen dat ze vorig jaar tijdens haar stage eens een jongetje in haar klas had die niet kon fietsen. Het leek wel of de jongen niet ‘wist’ hoe hij zijn benen moest bewegen. Ze weet nog dat ze tijdens een gymles aan hem heeft gevraagd op een matje te gaan liggen en de fietsbeweging te doen. Ja, dat is inderdaad ook een voorbeeld van een beweging die je los van de context kunt oefenen. 305 1 2 Deze vorm van leren wordt beschouwd als een aspect van expliciet leren omdat het de bedoeling is dat de beweging of delen ervan beter kunnen worden verwoord en uitgevoerd los van de context. Vragenderwijs aanbieden Het vragenderwijs richten van de aandacht van het kind op specifieke aspecten van de te leren activiteit is ook een vorm van expliciet leren. Het is de bedoeling dat het kind een beter – meer gedetailleerd en genuanceerd – beeld krijgt van de beweging die hij moet gaan uitvoeren. Het laten terugkijken op en evalueren van de eigen bewegingsuitvoering over wat wel en niet goed gaat, wordt meestal ingezet om de aandacht te richten op hoe de beweging moet worden uitgevoerd. Op deze manier wordt niet alleen in het aanbieden maar ook in de feedback gestreefd naar het opbouwen van expliciete kennis over de uit te voeren beweging. VOORBEELD 7.12 EN DAN KIJK JE NAAR JE … Marie is aan het oefenen met het maken van een koprol. De juf ziet haar en merkt op dat ze steeds haar hoofd op de mat zet. Ze loopt naar Marie toe en vraagt of het goed gaat. Marie kijkt de juf aan en zegt dat ze niet meer weet hoe het moet. Juf vraagt wat ze als eerste moet doen. ‘Staan op de mat.’ ‘En dan?’ ‘Handen op de mat’, zegt Marie. ‘Prima’, zegt de juf, ‘en als laatste?’ ‘Zo’, zegt Marie en doet haar hoofd naar beneden en billen omhoog. ‘Heel goed’, zegt de juf. ‘En dan kijk je naar je ...?’, vraagt de juf terwijl Marie al bijna begint te rollen. In koor zegt Marie met de juf samen: ‘Billen!’ 5 6 7 8 9 10 11 Bij expliciet leren komt de verbetering van de uitvoering tot stand doordat je een meer gedetailleerd en genuanceerd beeld hebt van hoe de beweging moet worden uitgevoerd. Je hebt een duidelijkere voorstelling van de bewegingsuitvoering. Je weet wat je moet doen en je kunt dit ook verwoorden. Hoe duidelijker het bewegingsbeeld en hoe genuanceerder je dit kunt verwoorden, des te ‘beter’ de uitvoering, zo is de gedachte. 7.3.2 Impliciet leren Bij het impliciet leren is de aandacht gericht op het effect van de activiteit op de omgeving. Je bent je nauwelijks bewust van wat er precies gebeurt tijdens de bewegingsuitvoering. Er is slechts in beperkte mate aandacht voor de te leren activiteit zelf. Veelal is er sprake van een externe focus. Effect op omgeving 14 12 13 3 4

16 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication