19

MOTORISCH LEREN 309 1 2 3 4 Gedwongen schuiven Arrangementen en materialen hebben uitdagende, sturende, verleidende en remmende kenmerken die een faciliterende maar ook een belemmerende werking kunnen hebben op specifiek bewegingsgedrag. Eindhouding leren De leerkracht biedt de activiteit aan waarbij duidelijk wordt gemaakt hoe je moet staan, zitten of liggen nadat je de beweging hebt uitgevoerd. Benadrukt wordt, door de eindhouding daadwerkelijk te laten aannemen, hoe de eindhouding van de beweging eruit moet ‘zien’ en hoe deze voelt. VOORBEELD 7.14 GAAN STAAN ZOALS JE MOET UITKOMEN Nogmaals het voorbeeld van het wendspringen, maar nu op een andere manier aangeboden. Meester Hans gaat met de kleuters wendspringen over de kast. De meester geeft een voorbeeld waarbij hij de sprong zo maakt dat hij na afloop van de sprong uitkomt met zijn beide handen op de kast en zijn gezicht ook naar de kast. Nu vraagt hij Josje om hem even te helpen. Hij vraagt Josje precies zo te gaan staan hoe hij stond: gezicht naar de kast en de handen op de kast (de eindhouding). Daarna vraagt hij Josje te springen zodat zij uitkomt zoals ze nu staat. 5 6 7 8 9 10 11 12 Foutloos leren Bij foutloos leren (errorless learning) wordt een situatie gecreëerd waarin de beweging altijd succesvol wordt uitgevoerd. Bij het foutloos leren gaat het om het voorkomen van fouten. Er wordt wel gezegd ‘je leert van je fouten’ maar soms is dat niet zo handig. Niet alleen goede, ook foute uitvoeringen van vaardigheden (learning by errors) die tijdens het leren optreden worden opgeslagen. Bij het foutloos leren wordt geprobeerd een situatie te creëren 13 14

20 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication