22

312 Verschillen centraal de verschillen in het motorische leerproces centraal. In plaats van steeds dezelfde bewegingen opnieuw uit te voeren, word je geconfronteerd met een grote variëteit aan oefeningen en opdrachten. 1 2 3 4 5 6 Op verschillende manieren slaan 7 8 9 10 11 12 13 14 Op het voortgezet onderwijs heb je waarschijnlijk regelmatig softbal gespeeld. Het slaan met een knuppel en zeker het gericht slaan is nog zo makkelijk niet. Veelal zul je blij zijn geweest als je de bal weer had geraakt. Deze activiteit kan worden verbeterd op basis van de principes van het differentieel leren. Vanuit de theorie van differentieel leren kunnen er variaties aangebracht worden op drie elementen: taak, omgeving en individu. De aanpakmogelijkheden zien er globaal als volgt uit. De bewegingsvaardigheid van het slaan met een honkbalknuppel tegen een bal kan verbeterd worden door: • Een variatie in de taak. De knuppel kan vervangen worden door een tennisracket, een hockeystick, een metalen buis, houten stok of zelfs een tak van een boom. De bal kan vervangen worden door een groter, kleiner, zwaarder of trager exemplaar. Je zou ook andere voorwerpen kunnen wegslaan. • Een variatie in de omgeving. De slagman staat op een stoel, een omgekeerde krat of op een stip die is neergelegd. • Een variatie aangebracht voor het individu. De slagman doet tien kniebuigingen, draait vier rondjes of drukt zich zeven keer op en slaat daarna de bal. Differentieel leren heeft haar theoretische basis in de ecologisch-dynamische systeembenadering. De onderbouwing ligt in de zelflerende en zelforganiserende mechanismen van het leersysteem. Het leren van een activiteit is afhankelijk van allerlei onderliggende regelsystemen. Dit houdt in dat de optimale bewegingsuitvoering niet van buitenaf wordt opgelegd, maar zich autonoom ontwikkelt op een voor het individu kenmerkende wijze. Het is be

23 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication