25

MOTORISCH LEREN Verschillende vormen van impliciet, expliciet leren en differentieel leren zijn besproken. Op welk moment je welke vorm het best kunt inzetten, wordt in figuur 7.7, 7.8 en 7.9 aangegeven. FIGUUR 7.7 Relatie expliciet leren en moment van effectief gebruiken 1 2 Vragenderwijs aanbieden Droog oefenen Manuele begeleiding Deelmethode Totaalmethode 5 Cognitieve fase Associatieve fase Autonome fase 6 FIGUUR 7.8 Relatie impliciet leren en moment van effectief gebruiken 7 Normloos leren 8 Foutloos leren Eindhouding leren Sturende arrangementen Observationeel leren Analogieleren Cognitieve fase Associatieve fase Autonome fase 12 13 14 10 11 9 4 3 315

26 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication