26

316 FIGUUR 7.9 Relatie differentieel leren en moment van effectief gebruik 1 2 3 4 Cognitieve fase 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 7.3.5 Associatieve fase Doen wat werkt Het is niet zo dat gezegd kan worden: gebruik deze manier van instrueren op het juiste moment in deze specifieke situatie en het komt goed. De bewegingswerkelijkheid is complex en weerbarstig. Wel kan worden aangegeven welke keuze in een bepaalde situatie een voor de hand liggende is en daarmee de voorkeur geniet. Autonome fase Differentieel leren Variatie in de taak Variatie in de omgeving variatie voor het individu Eindelijk iemand die het snapt

27 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication