CENTRE COURT 15 De bond richt zich bij het streven niet alleen op zijn leden (600.000), maar met name ook op de niet-gebonden tennissers (400.000) die ons land telt. Dat is een belangrijke koerswijziging. Hoe kijkt u tegen deze keuze aan? “Ik denk dat dit een verstandige keuze is. De trend is dat steeds meer mensen los van een vereniging sporten. Belangrijk is om te weten hoe deze mensen toch betrokken kunnen worden bij een vereniging, bijvoorbeeld door verschillende soorten lidmaatschappen en een divers aanbod. Niet iedereen zoekt hetzelfde bij een vereniging. Interesse in de sport kan al op jonge leeftijd ontstaan. Het kan daarom ook interessant zijn om te kijken hoe tennis een rol kan spelen in het gymonderwijs van scholen in de buurt. Of als onderdeel van naschoolse opvang bijvoorbeeld.” Ziet u graag dat andere sportbonden zich ook meer op de niet-leden richten of moeten ze zich juist op hun corebusiness en hun vaste, trouwe doelgroep concentreren? “Op beide. Vasthouden van de trouwe leden en openstaan voor en inspelen op nieuwe vragen vanuit de samenleving. Dat laatste lijkt me ook nodig als je in de toekomst slagvaardig wilt blijven en voldoende inkomsten wilt genereren om de sport waar een bond voor staat zo goed mogelijk te kunnen ondersteunen en stimuleren.” “Kijk wat leeft onder de eigen leden en ga in gesprek!” Hoe ziet u de toekomst van de georganiseerde sport in Nederland? Hoe houden we de meer dan honderd jaar oude verenigingscultuur in stand? Welke rol ziet u daarbij weggelegd voor de KNLTB? En voor uw eigen departement? “Sport is heel belangrijk voor een mens en voor een samenleving. Werk- en vrijetijdspatronen veranderen en ook de samenleving verandert qua samenstelling, behoeften en prioriteiten. De uitdaging is ervoor te zorgen dat we de aansluiting tussen verenigingen en de nieuwe vragen en behoeften kunnen blijven maken. Daarom zie ik ook graag dat mijn departement verder kijkt dan deze Haagse kilometer en juist in gesprek blijft met partijen in het veld, zowel met de gevestigde orde als met nieuwkomers met frisse ideeën. Ook vooruitkijken hoort daarbij. Zo werken we nu aan de eerste Sporttoekomstverkenning. Ik hoop van harte dat ook de KNLTB daaruit inspiratie kan gaan opdoen.” t Edith Schippers: “Mijn departement moet in gesprek blijven met partijen in het veld, zowel met de gevestigde orde als met nieuwkomers met frisse ideeën.” FOTO: RIJKSOVERHEID/ARENDA OOMEN
16 Online Touch Home