51

51 “We werken samen met de gecertificeerde scholen en dat betekent dat we verplichtingen hebben naar elkaar toe”, legt Alex Reijnders uit. “Een daarvan voor de onderbouwscholen is dat ze per jaar minimaal twee regionale tennisdagen organiseren voor kinderen van vijf tot acht jaar. De kinderen worden door de KNLTB uitgenodigd voor zo’n regionale dag en ook de trainer en club waar de kinderen spelen, worden op de hoogte gesteld. De dagen moeten vooral leuk zijn, met spellen en oefeningen die passen bij de leeftijd. En wij krijgen de gelegenheid om een heel klein beetje aan talentherkenning te doen. We willen de kinderen van die leeftijd iets beter in beeld krijgen. Eigenlijk heb je het op die leeftijd nog niet eens over talent. We signaleren de kinderen die net iets meer kunnen dan een ander door mentaliteit, techniek of fysieke ontwikkeling. Vervolgens gaan we de beste kinderen voor meer regionale dagen uitnodigen, daarna een keer voor een landelijke dag en zo proberen we ze heel langzaam te motiveren en te enthousiasmeren voor prestatief tennis.” Verder zijn er een aantal keren per jaar regionale (5-8 jaar en 9-10 jaar) en landelijke (9-18 jaar) wedstrijddagen, waar talenten zich kunnen meten met leeftijdsgenoten van hetzelfde niveau. Voor al deze dagen zijn zowel kinderen van gecertificeerde als niet-gecertificeerde tennisscholen welkom. De eerste edities van deze dagen hadden in september plaats. HET BEGINT BIJ DE CLUB De jonge tennissers worden door de KNLTB uitgenodigd voor deze dagen, maar als het aan de bond ligt, worden ook de trainers en de clubs van de kinderen daar nadrukkelijk bij betrokken. De tennisbond realiseert zich immers maar al te goed dat het allemaal begint bij de verenigingen, dat kinderen daar via Tenniskids voor het eerst met de tennissport in aanraking komen. Er kan pas sprake zijn van doorstroming van talenten als er aan de onderkant voldoende aanwas is. Reijnders: “In dat opzicht is en blijft de vereniging heel belangrijk voor ons. Daar begint het. Als daar steeds minder kinderen lid worden, gaan we het allemaal merken. De club, het contact met de club en met de bijbehorende trainer is echt een speerpunt voor ons.” Oftewel: de tennisverenigingen en de trainers zijn in de nieuwe opzet van de jeugdopleiding een belangrijke schakel, ze zijn eigenlijk onderdeel van het netwerk. Tenniskids bij de clubs is een heel leuke manier voor kinderen om de tennissport te leren kennen en het is in de visie van de KNLTB hét startpunt van nieuw tennistalent. Reijnders zag van dichtbij hoe er in de laatste twintig jaar veel veranderde. “Versnippering”, duidt hij de ontwikkelingen met één woord. “Vroeger had je bij bijna alle verenigingen een trainer en die trainer was bij de club in loondienst. De verhoudingen waren duidelijk. De trainer trainde de leden van de club en was daar gewoon veertig uur mee bezig. Nu werken clubs vooral samen met tennisscholen of detacheerders en dreigt het overzicht verloren te gaan, want er zijn steeds meer scholen en tennisleraren bij gekomen. Begrijp me goed, dat is op zich geen verkeerde ontwikkeling. Er zijn veel scholen en tennisleraren die heel goed werk leveren en zich serieus bezighouden met ontwikkeling en bijscholing, maar de veelheid aan tennisscholen brengt ook een ander effect teweeg. Vroeger werden alleen de heel getalenteerde en gemotiveerde kinderen van hun vereniging doorgestuurd naar een aparte tennisschool of naar de bondstraining. Nu trainen heel veel jonge tennissers met net wat meer talent dan gemiddeld bij een aparte trainer of tennisschool, terwijl wij het zo goed zouden vinden als ze wat langer bij de club zouden blijven. Het is het beste voor het kind om zo lang mogelijk bij een vereniging te spelen. Want 99 procent van die spelers moet aan tennis gewoon een leuke hobby overhouden en een leven lang blijven spelen. Slechts een paar procent van de kinderen bij zo’n vereniging kan en wil meer.” GROTERE GROEPEN Versnippering van trainers en tennisscholen heeft de tennistraining in de loop der tijd steeds duurder gemaakt. Voor veel ouders zijn privétraining en zogenoemde duotraining nog de

52 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication