23

Commandant Binnenlandse Strijdkrachten Inmiddels ging men in bezet gebied beseffen dat het samensmelten van de zo uiteenlopende verzetsorganisaties tot één binnenlandse strijdmacht buitengewoon moeilijk was. Er rees een plan tot benoeming van een algemene commandant in bezet gebied, wiens gezag het Deltacentrum zou overkoepelen en die bovendien door alle verzetsorganisaties zou worden erkend. Nadat twee personen (onder wie generaal I.H. Reijnders) voor de eer hadden bedankt, stemde de derde kandidaat, reserve-kolonel H. Koot, toe. Op eminente wijze heeft de latere generaal-majoor Koot1 zich van zijn Strijdkrachten bijna onmogelijke taak als Commandant Binnenlandse (CBS) gekweten. Het illegaal werken, het ontbreken van betrouwbare verbindingen en de onderlinge tegenstellingen bemoeilijkten zijn optreden in hoge mate. Helaas werd prins Bernhard, die inmiddels in België was aangekomen, pas later over de benoeming van Koot ingelicht. Dit veroorzaakte nogal wat verwarring, waar door persoonlijk ingrijpen van de prins een einde aan werd gemaakt. Hij bevestigde op 20 oktober 1944 de benoeming van Koot. Het incident maakte de prins duidelijk dat wat het bezette gebied betrof, er aan zijn bevelhebberschap van de Nederlandse Strijdkrachten heel wat haken en ogen zaten. Koot genoot van de Prins Bernhard onthult op 21 april 1978 in de Legerplaats ‘De Wittenberg’ bij Garderen het borstbeeld van wijlen generaal-majoor H. Koot. zijde van de LKP en de RVV niet veel sympathie. Enerzijds kwam dat door zijn onvermijdelijke bemiddelaarsrol, anderzijds omdat hij zich genoodzaakt had gezien de leider van de RVV (‘Lange Jan’) uit diens functie te ontheffen. Bovendien verweet de LKP Koot de in hun ogen zo noodzakelijke sabotage onvoldoende te stimuleren. 1. Naar hem is later de Generaal -majoor Koot-kazerne te Stroe genoemd. 23

24 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication