56

Nadat door de Verenigde Naties een staakt het vuren was ingesteld moest Nederland ook dit voormalige Nederlandse gebiedsdeel aan Indonesië overdragen. Op 5 november 1962 zette het bataljon in Rotterdam weer voet op eigen bodem. Eén Stoottroeper sneuvelde op 9 augustus 1962 tijdens een van de gevechtscontacten. Na terugkeer uit Nieuw-Guinea kreeg 41 RS op 26 november 1962 als waardering het Bronzen Schild uitgereikt door de toenmalige Bevelhebber der Landstrijdkrachten. Mechanisatie In het kader van de mechanisatie van de KL werd ook bij 41 RS het Franse AMX gevechtsvoertuig ingevoerd. De naam van 41 Infanteriebataljon wijzigde in 41 Pantserinfanteriebataljon. Na reorganisatie was het als volgt samengesteld: de bataljonsstaf, een staf-en verzorgingscompagnie, voorts drie identieke pantserinfanteriecompagnieën met een compagniesstaf, een onderhoudsgroep en drie pantserinfanteriepelotons; ten slotte een pantserondersteuningscompagnie met drie pelotons mortieren 4.2 inch, later vervangen door de getrokken mortier 120 mm en een antitankpeloton met zes stukken TLV 106 mm. In de periode dat 41 RS werd gemechaniseerd, kreeg het bataljon toestemming om de pantserondersteuningscompagnie de naam ‘Mar56 grietcompagnie’ te verlenen. Hiermee werd een traditie uit de beginperiode van de Stoottroepen in ere hersteld. In 1968 werd het Onderdeelsaanvullingssysteem (ONDAS) ingevoerd. De opleidingsdepots werden opgeheven en de schoolcompagnieën van de parate pantserinfanteriebataljons namen delen van de initiële opleiding over. Daardoor hield ook de functie van Depotcommandant tevens Regimentscommandant van de Stoottroepen te Venlo op te bestaan en werd de Commandant van 41 RS tevens Regimentscommandant Stoottroepen. Luitenant-kolonel J.E. van der Slikke (later Bevelhebber der Landstrijdkrachten) was de eerste commandant van zowel het regiment als van 41 RS. In de jaren tachtig zijn de pantservoertuigen AMX vervangen door het

57 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication