Tenslotte liet men de klassieke tonaliteit geheel los en ontstond de atonaliteit, waarbij men gebruik maakte van de dodecafonie ofwel de twaalftoonstechniek. Onderstaand een overzicht van de stijlbewegingen uit de eerste helft van de 20e eeuw. 2.2.1 Expressionisme → ± 1905 -‐ 1920 Net zoals het Impressionisme was ook het Expressionisme een reactie op de muziek uit de Romantiek. Vooral in Duitsland en Oostenrijk (Wenen) ging men hele expressieve, emotionele muziek schrijven met de bedoeling om extreme gemoedstoestanden zoals hysterie en krankzinnigheid uit te drukken in hele complexe muziek. Het Expressionisme werd gekenmerkt door: -‐ atonaliteit -‐ extreme dissonantie -‐ hoekige, grillige en gebroken melodieën -‐ een extreemregistergebruik van instrumenten Drie voorbeelden van Expressionistische componisten zijn: • Arnold Schönberg (1874 -‐ 1951) Bijvoorbeeld zijn opera ‘Erwartung’ uit 1909 met één personage. • Anton Webern (1883 -‐ 1945) • Alban Berg (1885 -‐ 1935) 2.2.2 Neoclassicisme In het Neoclassicisme ontlenen componisten hun inspiratie vooral aan de muziek van de late 17e en 18e eeuw, in het bijzonder aan de werken van de late Barokmeesters (vooral Bach) en van Haydn en Mozart. Het is een stroming die we moeten plaatsten in de eerste decennia van de 20e eeuw. Enkele componisten die deze stijl vertegenwoordigden zijn: • Ferrucio Busoni (1866 -‐ 1924) Zijn werken werden vooral geïnspireerd door Bach en Mozart. • Igor Stravinsky (in zijn ‘middenperiode’ tussen 1920 en 1940). In zijn ballet ‘Pulcinella’ gebruikt hij muziek van Pergolesi • Paul Hindemith (1895 -‐ 1963) In ‘Lududs Tonalis’ gebruikt hij contrapuntische technieken behorend bij de fuga. • Sergej Prokofjev (1891 -‐ 1953) De ‘Eerste Symfonie’ heeft als bijnaam ‘Klassieke’ en had door Haydn geschreven kunnen zijn, alleen dan in de 20e eeuw! Afb. 2: Sergej Prokofjev 4 Postmodernisme in de muziek çBefore and Beyond è
6 Online Touch Home