5

Om taal te kunnen ontwikkelen is er een interactie nodig tussen de genetische aanleg en ervaring met taal. Pas dan komt die aanleg tot ontwikkeling. Rond het 7e jaar is het fundament van taal gelegd en kan het kind zich goed uitdrukken in de moedertaal. 6. Verloop van de taalontwikkeling Het tempo van de taalontwikkeling kan individueel erg verschillen, maar de volgorde is universeel. We onderscheiden 4 fasen in de taalontwikkeling, namelijk: a. De voortalige periode: b. De eerste talige periode: van 1 tot 2,5 jaar c. Differentiatiefase: van 0 tot 1 jaar van 2,5 to 5 jaar d. De voltooiingsfase: a. De voortalige periode (0-­‐1 jaar) Deze periode noemen we ook wel pre-­‐linguale fase Pasgeboren baby’s hebben al direct een voorkeur voor het luisteren naar menselijke stemmen boven andere geluiden. Ze richten zich het meest op menselijke gezichten; de basis van communicatie met zijn omgeving en dit wordt in het eerste jaar alleen maar gerichter. In het eerste jaar wordt vooral het vocaliseren geoefend, het produceren van alle mogelijke klanken. • Bij de geboorte: de eerste vorm van vocaliseren is huilen. • 6 tot 8 weken: de baby maakt kirrende geluidjes (tevreden na het eten). • 2 maanden: de klanken die als eerste worden geuit zijn de ‘ontspannen vocalen’: de stomme ‘e’, de ‘eu’ en de ‘u’. De baby oefent bijvoorbeeld alsmaar ‘uh-­‐uh-­‐uh’ en vindt het leuk als dit ook wordt teruggezegd. • 4 maanden: het kind gaat nu ook de lippen gebruiken en er komen meer medeklinkers in de klanken voor. • 6 tot 12 maanden -­‐ de brabbelfase; de baby herhaalt bepaalde klankcombinaties. Bijvoorbeeld: ‘blablabla’ of ‘duhduhduh’ (combinatie van klinkers en medeklinkers). De combinaties van klanken worden steeds ingewikkelder en het repertoire breidt zich steeds meer uit. • 9 maanden; het kind uit allerlei klankreeksen met intonatiepatronen en accenten. Dit noemen we expressief jargon. b. De eerste talige periode (1-­‐2,5 jaar) Dit noemen we ook wel de vroeg-­‐linguale periode. Meest kenmerkend in deze periode is dat het kind voor het eerst woorden gebruikt. Wanneer een kind consequent met een bepaalde klank of klankencombinaties iets aanduidt wordt dit gezien als woorden zeggen. Deze ‘woorden’ hebben vaak betrekking op handelingen en voorwerpen die van direct belang zijn voor het kind, zoals eten, verzorging, huisdieren, speelgoed. ‘Die’ en ‘deez’ (om van alles aan te wijzen), ‘papa’, ‘mama’, ‘poes’, ‘eet’, ‘koek’ en namen zijn veel voorkomende eerste woorden. van 5 tot 9 à 10 jaar

6 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication