22

“OVERSTAPPEN? NEE, NU NOG NIET De bewoners die (nog) niet waren overgestapt op aardgasvrij wonen, kijken weloverwogen de kat uit de boom. Ze hadden zich allemaal - de één wat meer dan de ander - al wel georiënteerd op aardgasvrij wonen, bijvoorbeeld toen de keuze opeens actueel werd (een cv-ketel die het begaf) of door positieve aanbevelingen van ‘aardgasvrije’ vrienden of familie (social influencers). Geen van deze bewoners had zwaarwegende bezwaren tegen (de voordelen van) aardgasvrij wonen an sich (empowerment: willen). Maar onzekerheden op het gebied van kosten, onduidelijke of elkaar tegensprekende informatie én de onzekere plannen van de overheid, gaven hen geen overtuigend persoonlijk inzicht (empowerment: kunnen) en weerhielden hen ervan om af te stappen van aardgas (empowerment: doen). “ Het is niet logisch om nu zelf te investeren als je over een paar jaar kunt meeliften met een keuze van de gemeente.” Niet-overstapper KRITISCH OVER DUURZAAMHEID EN ENERGIETRANSITIE De groep niet-overstappers in ons onderzoek liet zich primair leiden door financiële en economische motieven in hun keuzeproces. Daarnaast viel ons op dat deze groep, vanuit een maatschappelijke oriëntatie, kritisch keek naar het hele fenomeen duurzaamheid en energietransitie. En zich niet zomaar liet overtuigen van nut en noodzaak. Enerzijds richt die kritische houding zich op de overheid/de gemeente. Zoals één respondent zei: HOOGSTE EMPOWERMENTCATEGORIE: DE INTRINSIEK GEMOTIVEERDEN Voor een deel van de bewoners uit ons onderzoek die wél doelbewust hadden gekozen voor aardgasvrij en dus ook het beslissingsproces had doorlopen, werden de overwegingen voornamelijk ingegeven door intrinsieke motivaties om het in het leven ‘anders te willen doen’, ‘onafhankelijk te zijn’, ‘gezonder en beter te willen leven’ en ‘een zo klein mogelijke footprint te hebben’. Deze nadrukkelijke drive om onafhankelijk en zelfvoorzienend te zijn, uitte zich bijvoorbeeld ook in het aanleggen van een eigen moestuin, verhuizen naar een tiny house in een duurzame wooncommunity, verminderen van bezittingen (‘ontspullen’), geen hypotheek of externe financieringen te bezitten, de wens om water- en rioolvoorzieningen in eigen beheer te nemen en hergebruik van materialen in en om het huis. Het ‘willen’ (autonomie, impact, zingeving en veerkracht, als componenten van ‘willen’) was voor “ Je kunt zelf wel willen en ook kunnen, maar dan moet de overheid dat ook. Je kunt de burger wel vragen om duurzaam te leven, maar dan moet je zelf ook met voldoende kennis van zaken handelen om dat mogelijk te maken.” Anderzijds is er bij bewoners ook twijfel bij het nut van de beleidskeuze om Nederland aardgasvrij te maken, terwijl in ons omringende landen (Waalre ligt dicht bij België en Duitsland) het beleid er juist op is gericht om mensen - met subsidie - áán het aardgas te krijgen. En: is biomassa dan wel zo’n schoon en milieuvriendelijk alternatief voor aardgas? Het viel ons dus op dat deze groep van bewoners die (nog) niet overgestapt was op aardgasvrij wonen, zich liet leiden door extrinsieke motivaties (zoals financiële ‘beloning’ of ‘ondersteuning’), en niet door intrinsieke motivaties (duurzaamheidsmotieven). Zoals één respondent zei: “ Uiteindelijk kies ik dan toch voor mijn eigen portemonnee.” 22 | AARDGASVRIJ WONEN - WAT HELPT BEWONERS EN WAT HOUDT HEN TEGEN?

23 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication