PIPELINER Pipeliners willen als professional groeien Als pipeliner is ervaring essentieel. Geen enkele reguliere opleiding bestrijkt het volledige vakgebied. Men leert het pipelinervak in de praktijk door vakopleidingen te volgen, mee te kijken bij collega’s en vooral door het opdoen van ervaring. In de Master-opleiding Pipeliner ontmoeten deelnemers ca. 80 praktijkdocenten die hen met veel enthousiasme en passie verder meenemen in het vakgebied. Peter Rommens, secretaris Pipeliner, sprak enkele docenten: specialisten, generalisten en wetenschappers uit de branche. Kennis en persoonlijke ontwikkeling Het eerste jaar van de Master-opleiding Pipeliner legt de nadruk op technische aspecten van het vakgebied en het verbinden daarvan. Deelnemers zijn vaak inhoudelijk specialist en betrokken bij een specifiek onderdeel; het merendeel bij de aanlegfase van leidingen. Het jaar begint voor de deelnemers met het opdoen van kennis en inzicht over het totale vakgebied én het creëren van groepsgevoel. Een onderdeel van dit eerste jaar is de leerlijn Pijpleidingtransport van John Driessen. Deze leerlijn gaat onder andere in op het creëren van bewustzijn van de samenhang tussen de verschillende levensfases van een pijpleiding. John neemt de deelnemers mee in de diverse toepassingen, technieken en relevante vakdisciplines. Jack van der Lubbe (docent): “Het gaat om het beter benutten van het eigen en elkaars lerend vermogen.” In de groepscasus ontdekken praktisch ingestelde deelnemers het belang van vaardigheden zoals analyseren en schriftelijk rapporteren om samenhang te borgen tussen partners in de keten en de levensfases van een pijpleiding. De deelnemers pakken dat serieus op waarbij ze tegelijkertijd leren focussen. De leerlijn Ontwerp is door de jaren heen aangepast van eigen rekenopdrachten naar een gezamenlijke ontdekkingstocht in software. De gretigheid, leergierigheid en actieve houding van de deelnemers brengt voor docent Marco Lammers vaak nieuwe inzichten in mogelijkheden binnen het PLE-programma. In vergelijking met het eerste jaar verschuift de aandacht in het tweede jaar naar de ‘zachtere’ kanten van het vakgebied. Deelnemers kijken naar de directe en indirecte omgeving en zichzelf. Dat is deels kennis, maar vooral interactie met maatschappelijke ontwikkelingen, manieren van samenwerken en juridische aspecten. Zo gaat Jan van den Ende met de deelnemers op zoek naar innovatie binnen hun eigen organisatie. In groepjes ontdekken de deelnemers dat innovatie wel degelijk een plek heeft in hun eigen vaak projectgedreven organisatie. Hierdoor kunnen deelnemers innovaties explicieter organiseren en implementeren. Docenten die ook lesgeven in andere sectoren zien dat wezenlijke niet-technische vraagstukken en uitdagingen vergelijkbaar zijn. Jack van der Lubbe ziet dat deelnemers zich willen ontwikkelen als doeners binnen de dynamiek van hun eigen organisatie en de omgeving waarin ze werken. 16
17 Online Touch Home