0

magazine BIG Editie 11 juni 2020 BIG in Pipelines Physical Internet Drinkwater in Marokko Grondradartechnologie Hardt Hyperloop Pipeliner Ruben Bliek HDPE als buismateriaal

COLUMN 30 jaar BIG in Pipelines Han Admiraal - Voorzitter BIG Op 12 december 1990 werd de Vereniging Het Nederlandstalig Buisleiding Industrie Gilde opgericht. Dertig jaar later bestaat onze vereniging nog steeds en zijn de doelen die de oprichters meegaven aan de vereniging nog meer dan actueel. Maar in die dertig jaar is er ook veel veranderd. We leven inmiddels in turbulente tijden. Als vereniging kunnen we niet om de transities heen die zich om ons heen voltrekken. Transities waar buisleidingen een belangrijke bijdrage aan kunnen leveren. Want buisleidingen staan al jaren garant voor connectiviteit. Als er één transport modaliteit is die gegarandeerd en ongestoord transport kan leveren dan is het wel de buisleiding. Buisleidingen bieden een 100% leveringszekerheid en doen dat ook nog eens ongezien door de ondergrondse ligging. Betrouwbaar en veilig en zonder hinder voor de omgeving. Welke andere modaliteit kan daar mee concurreren? Ondanks mijn soms wat sombere bespiegelingen zie ik gelukkig ontwikkelingen die er op duiden dat beleidsmakers dit nu ook beginnen te zien. Vlaanderen heeft onlangs bekend gemaakt werk te gaan maken van een reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Antwerpen en de Ruhr. In Nederland worden buisleidingen meegenomen in de ontwikkeling rond de topcorridors, het programma goederencorridors. Het is mooi om te zien hoe weg, spoor, binnenvaart én buis genoemd worden als de modaliteiten waar deze corridors gebruik van kunnen maken. Daarmee is er veel veranderd in dertig jaar en ook bereikt waar juist de oprichters jarenlang voor gepleit hebben: erkenning voor buisleidingen. De ontwikkelingen zetten zich ook door in tijden waar gesproken wordt over synthetische gassen, netwerken voor waterstof en netwerken voor CO2. Op dit moment zitten alle nieuwe gebruikers met smart te kijken naar het moment waarop de buisleidingen vrijkomen waar nu nog fossiele gassen en vloeistoffen door stromen. Dat zal wellicht in een aantal situaties mogelijk zijn. In het kader van de circulaire economie is hergebruik een belangrijk aspect. Maar er zullen ook zeker nieuwe buisleidingen gelegd moeten gaan worden. Verder zien we innovaties ontstaan zoals het ‘Physical Internet’ en hyperloop waar meer over te lezen valt in dit BIG-Magazine. Het zal u ook niet ontgaan zijn dat in dit jubileumjaar ‘BIG’ onze nieuwe naam geworden is. BIG, de Nederlands-Vlaamse vereniging voor iedereen die met buisleidingen te maken heeft of gaat krijgen. Een vereniging die kansen ziet in de transities en bereid is daar de schouders onder te zetten. Dat doen we samen met de Pipeliner, de stichting, die vanuit het BIG is ontstaan en die garant staat voor kennisoverdracht en -ontwikkeling. Een nieuwe huisstijl, een nieuwe website, en een vernieuwd BIG-Magazine: met passie en visie gaan we de toekomst tegemoet. Een toekomst waarin buisleidingen hun steentje blijven bijdragen aan een duurzame wereld. Boorbuis - FARYS 2

Sint-Niklaas, een stad in Oost-Vlaanderen, wordt gekenmerkt door een watertoren in het stadscentrum. Het verbruik van deze watertoren is dermate groot dat deze wordt gevoed door twee afzonderlijke drinkwatertoevoerleidingen. Primeur in Vlaanderen Gebruik van HDPE als alternatief buismateriaal bij boringen FARYS, een integraal drinkwaterbedrijf uit België, heeft een van de twee drinkwatertoevoerleidingen stadscentrum van Sint-Niklaas omgelegd. in het In veel van dit soort situaties kan de nieuwe leiding naast de bestaande leiding aangelegd worden en aangesloten worden op de bestaande toevoerleidingen. Echter, was dit bij het project in Sint-Niklaas niet mogelijk. Hoe kies je dan voor een alternatief tracé en alternatief buismateriaal? Omleggingsbevel In 2017 kreeg FARYS van de stad Sint-Niklaas een omleggingsbevel vanwege geplande weg- en rioolwerkzaamheden in het stadcentrum. Frederick de Sutter, Senior Productmanager bij FARYS, vertelt over het project: “Voor de geplande rioolwerkzaamheden diende één van de twee drinkwatertoevoerleidingen aangepast te worden. Al vroeg tijdens het traject werd duidelijk dat de nieuwe leiding niet naast de bestaande leiding aangelegd kon worden. De toevoerleidingen lagen in het stadcentrum, bestaande uit allerlei smalle straatjes met veel krommingen. Voor de aanleg van de nieuwe toevoerleiding naar de watertoren diende dus een nieuw tracé gevonden te worden. In de zoektocht naar een nieuw tracé heeft FARYS verschillende oplossingen afgewogen. Frederick vertelt hierover: “Na onderzoek van verschillende scenario’s werd in 2018 gekozen voor een tracé bestaande uit twee grote delen. Een open sleuf gedeelte van 400m die in het landelijk gebied aangelegd werd en een directional drilling (HDD; horizontaal gestuurde boring) van 750m in het stedelijk gebied. Daarbij werd de nieuwe leiding volledig onder het tracé van de tweede, bestaande in dienst zijnde en tevens te behouden toevoerleiding  Zoektocht naar een nieuw boortracé Luchtfoto intrede met boortrace - FARYS 3

aangelegd tot aan de watertoren. De te behouden toevoerleiding is tijdens de werkzaamheden continu in dienst gebleven.” “Ondanks de oplossing van het nieuwe tracé, was het project een uitdaging”, vervolgt Frederick. “Het traject van directional drilling vond in het stadscentrum plaats, naast een woonwijk, shoppingcentrum, appartementcomplex en verschillende wegen. Daarnaast bleek het tracé meerdere gecombineerde en horizontale bochten met kleine kromtestralen dichtbij het intrede- en uittredepunt te bevatten. Door deze kleine kromtestralen was het technisch niet haalbaar om directional drilling via stalen buizen uit te voeren.” Nieuw buismateriaal Om toch gebruik te kunnen maken van directional drilling, moest FARYS op zoek naar geschikt buismateriaal. “Ondanks de oplossing van het nieuwe tracé, was het project een uitdaging.” Daarbij moest materiaal voldoen aan de eisen die het tracé oplegt. “Welke materiaalkarakteristieken kunnen we gebruiken? Wat kan het materiaal ons bieden? Kan het materiaal de krommingen aan in verband met de trekkracht? Dit zijn enkele vragen die essentieel waren bij de selectie van het materiaal”, licht Frederick toe. “Uiteindelijk heeft FARYS ervoor gekozen de volledige leidingaanleg via HDPE (Hoge Dichtheid Polyethyleen) buismateriaal uit te voeren. Voor de opensleufleidingen werd gekozen voor buismateriaal 500HDPE RC voor (resistant een extra to crack). Wegens de kleine kromtestralen in het boortracé is er voor de directional drilling gekozen beschermmantel van Polypropyleen (PP). Deze extra beschermlaag is sterker dan een beschermlaag van Polyethyleen (PE) en beschermt de kernbuis extra tijdens het intrekken van de boorstreng.” Deze extra PP-beschermlaag was niet noodzakelijk, maar volgens FARYS wel belangrijk. Frederick legt dit uit: “Bij projecten streeft FARYS altijd naar een lange levensduur, ons doel is dat het project 100 jaar mee kan gaan. Hiervoor verlengen wij de afschrijvingstermijn tot 75 jaar in plaats van de gebruikelijke 33 jaar, waardoor de kwaliteit van het materiaal hoog moet zijn. Dit houdt in dat onze bestekken vrij uitgebreid zijn en we onder andere een diepgaande technische keuring uitvoeren. Hierdoor voeren we onder andere extra controles uit op ons materiaal, meer controles dan de norm voorschrijft. Om ook de beoogde kwaliteit te garanderen bij het Sint-Niklaas project, hebben we ervoor gekozen een extra beschermmantel van Polypropyleen toe te passen.” Technische keuring De volgende stap was de goedkeuring van het materiaal. Het gekozen buismateriaal was in België namelijk nog niet eerder toegepast bij de uitvoering van een dergelijke directional drilling. Daarnaast is het in België zo dat je als producent van materiaal geaccrediteerd moet zijn om het materiaal te mogen leveren. Dit houdt onder andere een doorlichting van de fabriek in en het materiaal moet aan bepaalde Europese normen voldoen. Denk aan normen hoe het materiaal geproduceerd moet worden, welke proeven er gedaan moeten worden en waar de proeven aan moeten voldoen. Het nieuwe buistype met PP-beschermmantel is geaccrediteerd door een onafhankelijke keuringsorganisatie in het bijzijn van de producent, leverancier en FARYS. De 4 Ultrasone NDO meting - FARYS

uitgevoerde proeven zijn identiek zoals opgenomen in de norm (o.a. trekproef, microscopie). Frederick: “FARYS heeft zelf extra, bijkomende eisen en proeven opgelegd aan het nieuwe HDPE materiaal, om de beoogde kwaliteit van het materiaal te kunnen garanderen. Hiervoor heeft FARYS extra, niet-genormeerde proeven uitgevoerd. Een voorbeeld hiervan is een afschuifproef op de hechting tussen de PP-beschermmantel en de HDPE RC kernbuis.” Bijkomende eisen Voor het aan elkaar zetten van de buizen is er gekozen voor de verbindingstechniek van spiegellassen. Hiervoor wordt er fabrieksmatig aan de buisuiteinden een cutback van de PP-beschermmantel voorzien aan de hand van een voorafgaande proefopstelling, zodat het spiegellassen op terrein mogelijk is zonder de beschermmantel te verwijderen of aan te passen. “Ook bij dit proces wilden we er zeker van zijn dat de kwaliteit aan de norm en onze eisen zou voldoen. Hiervoor hebben we bijkomende testen opgelegd voor het intrekken van de boorstreng”, vertelt Frederick. “Naast de klassieke waterdrukproef zijn alle uitgevoerde spiegellassen gecontroleerd. Het controleren van alle lassen is normaal bij een stalen buisleiding, maar is uniek voor dit type leiding”, vervolgt Frederick. “De spiegellassen zijn met ultrasoon NDO gecontroleerd door het bedrijf Georg Fischer. Met deze methode kun je door middel van geluidsgolven en weerkaatsingen controleren of er bijvoorbeeld geen luchtinsluitsels of onzuiverheden in de las zitten. Deze proef zit niet standaard in de norm en is bij ons weten nog niet eerder op HDPE spiegellassen toegepast in België in de drinkwatersector.” FARYS Primeur Vervolgens heeft FARYS ervoor gekozen een eerste testcase met het materiaal uit te voeren bij een eenvoudiger en kleinschaliger project. De testcase heeft zijn vruchten afgeworpen. In 2019 is de nieuwe leiding in Sint-Niklaas overkoppeld en in bedrijf genomen. “We zijn tevreden over dit project, zeker gezien de moeilijkheidsgraad. Het resultaat is ruim voldoende”, antwoordt Frederick als hem gevraagd wordt hoe FARYS terugkijkt op het project. “Het nieuwe materiaal en de extra proeven, die FARYS heeft laten uitvoeren, hebben dit complexe project om een tracé te vinden met uiteindelijk een boring onder een bestaande, in dienst zijnde, drinkwatertoevoerleiding, zeer boeiend en uniek gemaakt. We zijn tevreden over de aannemers en het materiaal. Ook zijn we blij dat de inwoners van Sint-Niklaas weinig hinder hebben ondervonden. Nu is het aan de gemeente om de geplande rioolwerkzaamheden uit te voeren”, sluit Frederick af. FARYS heeft de opdracht in maart 2019 gegund aan de aannemers THV Verbraeken Infra NV uit Temse & BESIX Van den Berg NV uit Schelle. Het buismateriaal werd geleverd door Profilplast NV uit Nederland (o.a. producent Simona AG uit Duitsland). FARYS is een integraal drinkwaterbedrijf uit België en is actief in West en Oost Vlaanderen en Vlaams Brabant. FARYS is de groepsnaam voor een aantal bedrijven dat zich bezig houdt met toevoer, distributie en zuivering van drinkwater en ondersteunende activiteiten t.b.v. efficiënt waterbeheer. Ook zorgt FARYS voor de aanleg en het onderhoud van het rioolstelsel van ongeveer 70 gemeenten. Frederick de Sutter Frederick is Senior Productmanager binnen FARYS en houdt zich bezig met het transportnet, aanleg en renovatie van leidingen en met het studiebureau. Samen met zijn team doet hij de volledige coördinatie en uitvoering van aanleg van leidingen: van ontwerp tot het aansturen van de aannemers op terrein. 5

De pipeliner mentaliteit: alles of niets 6

PIPELINER IN BEELD Ruben Bliek, Projectmanager Warmtenetten HVC Groep & Trias Westland “Pipeliners zijn doeners”, de affiniteit van Ruben Bliek met de pijpleidingenbranche is direct duidelijk bij het begin van het gesprek. Volgens hem is het belangrijk dat een pipeliner over een bepaalde mentaliteit beschikt. “Het heeft niet zoveel zin om ergens omheen te blijven draaien. Het gaat om praktijkwerk en deze praktische benadering is heel belangrijk. Juist het feit dat het aantoonbaar wordt waar je aan hebt gebouwd, maakt deze branche voor mij interessant. Die beleving is essentieel. Het is alles of niets.” Van aannemer tot opdrachtgever Ruben Bliek (35 jaar) en zijn vriendin zijn tijdens de afname van dit interview in blije verwachting van hun derde kindje. Afgelopen april is Ruben samen met zijn jonge gezin verhuisd naar Den Haag, na 12 jaar in de Nederlandse hoofdstad te hebben gewoond. Inmiddels werkt Ruben al ruim 10 jaar in de pijpleidingenbranche en heeft hij al een berg aan ervaring opgedaan. Ruben: “Ik heb Technische Bedrijfskunde gestudeerd in Groningen aan de HTS. Hoewel ik erg heb genoten van mijn studententijd, ben ik na het behalen van mijn studie gelijk aan de slag gegaan. Ik had namelijk de mogelijkheid gekregen om bij Visser Smit & Hanab te beginnen als trainee. Ik volgde een technisch traineeship, waardoor ik in de pijpleidingenbranche terecht ben gekomen. Na dit opleidingstraject kreeg ik de kans om aan de slag te gaan als werkvoorbereider en om de Avans+ Pipeliner opleidingen te volgen. Ik heb zowel de technische als de general pipeliner engineering opleiding afgrond. Door deze opleidingen heb ik veel geleerd over de branche.” “Vervolgens ben ik de projectuitvoeringen ingerold. Bij Denys heb ik daarna ervaring opgedaan als projectleider. Daarbij hield ik me vooral bezig met het ontwerp, de voorbereiding en uitvoering van projecten gerelateerd aan het transport van gas, water en warmte. Door aan de aannemerskant gewerkt te hebben, heb ik veel praktische ervaring op kunnen doen. Hoewel ik het naar mijn zin had bij Denys, wilde ik graag dichter bij huis gaan werken, aangezien ik in die tijd voor het eerst vader ben geworden. Vanuit Amsterdam was ik zo in Alkmaar, vandaar dat ik de switch heb gemaakt naar de opdrachtgeverskant bij HVC. Daar ben ik inmiddels alweer drie jaar met veel plezier aan het werk. Bij HVC ben ik als projectmanager Warmtenetten verantwoordelijk voor het gehele project van A tot Z. Van iets wat niet bestaat, tot aan een warmtenet dat ontworpen, aangelegd en geoptimaliseerd wordt en waar we door de leidingen warmte kunnen distribueren. Ik ben gespecialiseerd in ondergrondse infrastructuur, stakeholderen omgevingsmanagement. Daarbij kan ik praktische ervaring die ik heb opgedaan bij de aannemers zeker goed inzetten.”  7

HVC Groep HVC Groep is van origine een restafvalverbrander en verantwoordelijk voor het duurzaam afvalbeheer van 46 gemeenten en 6 waterschappen in Nederland. Maar waar anderen afval zien, ziet HVC grondstoffen. Vandaar dat HVC vanaf 2022 zich wil hebben omgevormd in een grondstoffen- en duurzaam energiebedrijf. Dat bereiken ze door toonaangevend te zijn in het hergebruik van grondstoffen. In de energietransitie ‘Van Gas Los’ is HVC partner van gemeenten en waterschappen, door onder andere duurzaam energie te leveren. Zo ondersteunt HVC gemeenten om lokaal te verduurzamen via zonne- en windenergie. Volgens HVC zetten we op die manier samen stappen naar een circulaire economie: ‘een schone wereld, we doen het gewoon’. FARYS heeft zelf extra, bijkomende eisen en Tweede fase Ruben vertelt vol trots over het project waar hij nu werkzaam is. Via HVC is hij momenteel werkzaam als projectmanager bij Trias Westland. Trias Westland is een aardwarmtebedrijf van en voor ondernemers in de Westlandse glastuinbouw. Het is een initiatief van HVC, Capturam, Royal FloraHolland en een grote groep glastuinbouwondernemers. Deze partners hechten groot belang aan duurzaamheid en zien aardwarmte als een belangrijk alternatief voor aardgas. De vraag naar warmte in het Westland is groot vanwege de glastuinbouwsector, met aardwarmte kunnen de kassen namelijk duurzaam verwarmd worden. Vanaf juli 2019 groeien miljoenen tomaten, paprika’s, chrysanten en ficussen in Westland dankzij de duurzame aardwarmte van Trias Westland. HVC Groep Sinds september 2019 is Trias Westland bezig met de aanleg van de tweede aardwarmtebron. Zo kunnen de aan Trias Westland verbonden glastuinbouwbedrijven die geen gebruik konden maken van de warmte van de eerste bron, ook toegang krijgen tot duurzame warmte. Ruben ligt dit toe: “Het project bestaat eigenlijk uit twee delen. Het eerste deel, met de eerste aardwarmtebron, draait nu ongeveer een jaar. Nu zijn we druk bezig om het tweede deel te realiseren. Daarbij ben ik verantwoordelijk voor de ontwikkeling, het ontwerp en de aanleg van het tweede warmtenet van Trias Westland. Een groot deel van dit net gaat fungeren als hoofdleiding binnen WarmteSysteem Westland (WSW). Met dit project tracht Westland te bouwen naar een regionaal warmtenet. We staan aan de vooravond van de tweede boring. Het tweede net bestaat uit ongeveer twintig kilometer warmteleidingen.” Unieke samenwerking “Wat dit project zo bijzonder maakt is de manier waarop we hier samenwerken met alle partijen”, vervolgt Ruben. “We werken volgens een bouwteamconstructie: een team van verschillende partners zoals aannemers, engineering en leveranciers. Normaal gaan we via een aanbesteding een heel ontwerptraject in en wordt het gehele ontwerp uitgeschreven in het bestek. Bij het Trias Westland project is dit echter niet haalbaar, omdat dit project wijzigingsgevoelig is. Waar je normaal 1,5 tot 2 jaar bezig bent om een degelijk project te ontwerpen, doen wij het in 6 maanden tijd. Iedereen werkt samen aan het beste ontwerp en de beste uitvoeringstechniek. Het is dus belangrijk dat je met partners werkt die je kan vertrouwen en waarop je kan bouwen. Daarbij is ons motto: ‘gelijke monniken, gelijke kappen’. Kennis en kunde van alle partijen zijn gelijkwaardig. Voor mij werkt deze manier van werken heel goed. De samenwerking gaat soepel en er worden snel knopen doorgehakt. Zo komen we samen tot het gewenste resultaat.” 8 4

Mijlpaal “Uiteraard worden warmtedistributienetten ook elders aangelegd. Maar wat ons project uniek maakt, is dat in Nederland nog niet eerder naar 4 kilometer diepte is geboord voor de winning van aardwarmte”, vertelt Ruben trots. “Wij zijn de eerste partij die een dergelijk project op deze schaal uitvoert. Het project is dus eigenlijk een voorbeeldproject in de breedste zin van het woord: een nieuwe techniek om naar aardwarmte te boren, een complexe omgeving, een ander samenwerkingsverband en klanten (glastuinbouwbedrijven) die mee participeren in het project. Dit project sluit goed aan bij mijn competenties die ik de afgelopen jaren heb opgebouwd. Daarnaast geeft deze mijlpaal goede vooruitzichten voor landelijke projecten.” HVC Groep “Bij de HVC Groep wordt steeds meer aandacht besteed aan het opleiden van eigen personeel.” Toekomst pijpleidingenbranche Ruben is zich erg bewust van de uitagingen die momenteel spelen in de pijpleidingenbranche: “Hoe staan we over vijf jaar? Wie heeft dan de know how van de branche? Dit zijn vragen die mij bezighouden. De aanwas is redelijk beperkt. Ook in de pijpleidingenbranche is er sprake van een stukje vergrijzing en krijgen we dus te maken met de uitstroom van kennis. Bovendien bevindt Nederland zich in een energietransitie, waarvoor enorm veel plannen zijn opgesteld die een grote kans hebben om uitgevoerd te worden. Dan hebben we een enorme piek aan capaciteit nodig en die hebben we nu gewoonweg niet. Daarom is het belangrijk dat je efficiënt werkt met de capaciteit die je hebt. Zo zorg ik ervoor dat we binnen een project alles goed op elkaar blijven afstemmen. In plaats van op meerdere plekken tegelijk te werken, richten we ons eerst op één gedeelte van het project. Zodra dit is afgewerkt, maken we een begin aan het volgende deel. Op die manier kun je naar mijn mening met een kleine groep mensen, toch veel werk verzetten.” “Gelukkig worden bedrijven zich ook meer bewust van de uitstroom van kennis in onze branche. Dat zie ik ook bij HVC. Er wordt steeds meer aandacht besteed aan het opleiden van eigen personeel en er wordt gerichter gecoacht. Dit staat nog wel in de kinderschoenen. Voor aannemers is de uitdaging nog groter. De vraag is, hoe je daar als bedrijf mee om gaat. Voor de toekomst van de pijpleidingenbranche is het dus essentieel om de pipeliner opleidingen te blijven promoten en te blijven investeren in kennisoverdracht zoals de stichting Pipeliner doet.” Ambities Voor zijn toekomst heeft Ruben een duidelijk doel voor ogen. “In mijn huidige functie kan ik mijn competenties en kennis goed inzetten, maar ik heb altijd gezegd dat de functie als projectmanager niet mijn eindstation is. Ik wil me blijven doorontwikkelen en mijn ambitie is om binnen een bedrijf te evolueren naar operationeel manager. Natuurlijk wel in de pijpleidingenbranche. Als ik dat in de toekomst kan bereiken, heb ik mijn doel behaald”, aldus Ruben. 9 9

Van dagen naar minuten: de kracht van grondradartechnologie MapXact Het blijft een uitdaging om de ondergrond goed in kaart te brengen. In de Nederlandse bodem ligt ruim 1,7 miljoen kilometer aan kabels en leidingen, waarvan de precieze ligging regelmatig onduidelijk is. Daardoor komt het geregeld voor dat een kabel of leiding beschadigd raakt tijdens graafwerkzaamheden. MapXact, onderdeel van VolkerWessels Telecom, ontwikkelt samen met Gasunie een grondscanner die het mogelijk maakt om op een eenvoudige manier ‘door de grond heen te kijken’. Het geheim achter deze grondradartechnologie is de combinatie van speciaal ontwikkelde software en hardware. Hierdoor zijn graafschades binnenkort verleden tijd. “De kracht van deze grondscanner is de snelheid.” Gerben Roseboom, directeur bij MapXact, vertelt over de ontwikkeling van de grondscanner: “Het idee is bijna drie jaar geleden ontstaan door een samenwerking tussen Gasunie en MapXact. We hebben de gezamenlijke ambitie om graafschades op een veilige en efficiënte manier te voorkomen, zonder de omgeving te veel te hinderen. Ons doel is om kabels en leidingen in de grond nauwkeurig en op een eenvoudige wijze van buitenaf te kunnen opsporen. In veel gevallen is goed gedocumenteerd wat er zich in de ondergrond bevindt, maar komen we tijdens graafwerkzaamheden erachter dat de positie ervan onnauwkeurig is of dat er leidingen en kabels zijn bijgelegd door andere partijen. Denk bijvoorbeeld aan openbare grond bij boeren, waar veel verschillende partijen onafhankelijk van elkaar kabels en leidingen aanleggen. In dit soort situaties is het belangrijk dat je in realtime informatie beschikbaar krijgt over de ondergrond, voordat je aan de slag gaat met de graafwerkzaamheden. Dat is een enorme uitdaging, waarbij de grondscanner zeker kan helpen.” 10

De grondscanner De kracht van de grondscanner is de snelheid. Gerben licht dit toe: “Voorheen werkten we met een soortgelijk systeem met ondergrondse scans, maar waren we dagen bezig met de uitwerking ervan. Het analyseren van de scans was een complex proces en ging geheel handmatig. Door middel van het versturen van echo’s werden objecten in de ondergrond opgespoord. Zodra er een reflectie werd ontvangen, ontstonden er hyperbolen die werden geanalyseerd. Deze analyse gebeurde stukje voor stukje, centimeter voor centimeter. Elke reflectie moest handmatig op de scan aangeklikt worden, om vervolgens te achterhalen of de reflectie correspondeerde met een leiding of kabel. Dat is een enorm specialistisch en arbeidsintensief proces.” MapXact richt zich bij de ontwikkeling van de grondscanner met name op de software en de inzet van kunstmatige intelligentie. Deze software is in Nederland nog niet eerder toegepast bij grondradartechnieken. Gerben: “Met behulp van de grondscanner verloopt de analyse geheel automatisch. Informatie krijg je realtime te zien op een iPad of computer, waardoor het analyseproces wordt verkort van dagen naar enkele minuten. De grondscanner maakt door middel van elektromagnetische golven en de inzet van augmented reality een realistische doorsnede van de ondergrond. Met behulp van automatische objectherkenning worden ondergrondse kabels en leidingen herkent en via 3D-beelden begrijpelijk weergegeven. Hierdoor kunnen we niet alleen sneller en efficiënter werken, maar ook nauwkeuriger en dus veiliger.” “Het ontwikkelen van de software is moeilijke materie. Momenteel werken we met een team van 12 werknemers actief aan de software vanuit verschillende disciplines, denk bijvoorbeeld aan user-interface en locatiebepalingen. Het is een samenspel van allerlei aspecten die gezamenlijk één geheel moeten vormen”, aldus Gerben. Lemelerveld Als onderdeel van een aanbestedingstraject, voert MapXact testen uit op terreinen van Gasunie. Gasunie is in Nederland een van de weinige netbeheerders met diepe leidingen in 3D Voxler interpretatie - MapXact 3D Voxler interpretatie handmatig - MapXact grondsoorten als veen, klei en löss, waardoor het perfecte testlocaties zijn. MapXact heeft recent de toepassing van de nieuwe software getest in het Overijsselse Lemelerveld, een gebied bestaande uit zandgrond. Gerben: “Gasunie had vooraf vijf testlocaties aangewezen bestaande uit verschillende grondsoorten en leidingen. De Nederlandse bodem bestaat uit verschillende basisgrondsoorten, namelijk zavel, klei, löss, veen en zand. Iedere grondsoort heeft eigen kenmerken en eigenschappen die van invloed kunnen zijn op de werking van de grondradar, vandaar dat we de kwaliteit van de grondscanner wilden testen in verschillende grondsoorten. Zo zijn klei en löss moeilijker doordringbaar en nemen zavel en zand bijvoorbeeld de minste metalen op.  11

Eerdere testen hebben uitgewezen dat de grondradar niet op elke grondsoort even goed presteert. Zo heeft de grondradar altijd goede resultaten behaald in zand en zavel, maar meer moeite in klei en löss. Voor de eerste test van de nieuwe software hadden we daarom meer vertrouwen om goede resultaten te bereiken in zandgrond. Vandaar dat de keuze op Lemelerveld is gevallen.” Het gebied in Lemelerveld was een weidelandschap met hoofdspanningsmasten. Hoewel het een buitengebied betrof, was het gebied toch complex. Gerben licht dit toe: “In het gebied lagen meerdere leidingen over elkaar heen, die daarbij ook nog eens bochten maakten. Voor ons was het een mooie mogelijkheid om te testen of de grondradar de verschillende leidingen kon detecteren. Om de resultaten van de grondradar te kunnen controleren, hebben we voorafgaand eerst het gebied handmatig moeten analyseren.” “De test in Lemelerveld wees uit dat de grondradar met de nieuwe software optimaal bleek te werken”, vervolgt Gerben trots. “De grondradar vond alle leidingen en bijhorende diepten, bochten en kruisingen overeenkomend met ons handmatige rapport. Hoewel we bij bepaalde ondergronden nog verbeterpunten zien, is de grondradar dus echt een uitkomst bij zand of een toplaag bestaande uit zand.” Prioriteiten MapXact Hoewel de test in Lemelerveld positief was, heeft de methode zeker nog een aantal verbeterpunten, zoals de werking in verschillende grondsoorten. Gerben vertelt over de komende ontwikkelingen binnen MapXact: “Hoewel we de informatie van de grondscanner op dit moment realtime ontvangen, is onze volgende stap om de software op de grondscanner zelf te krijgen. Nu ontvangen we de informatie uit het veld in de MapXact cloud en analyseren we de data op kantoor. Wat we willen is dat de informatie direct in het veld geanalyseerd wordt. Hierdoor kunnen we direct overgaan op graafwerkzaamheden, wat enorm veel tijdwinst oplevert. Deze ontwikkeling staat hoog op onze prioriteitenlijst.” Bovendien kan MapXact de grondscanner niet alleen ontwikkelen. De grondscanner apparatuur is momenteel nog enorm kostbaar en daarnaast zijn er verschillende kennisgebieden nodig. De ontwikkeling van de grondscanner doen we echt samen met 12

verschillende partijen die met ons meedenken, zoals kennisinstellingen en experts op het gebied van kunstmatige intelligentie. Daarnaast is veel input en ervaring van grondroerende partijen en andere netbeheerders nodig om de grondscanner te kunnen verbeteren. Hiervoor hebben we samen met Gasunie het platform ‘Nulgraafschade’ opgericht. Via dit platform willen we enerzijds informatie delen over de ontwikkelingen van de grondscanner en anderzijds willen we partijen enthousiast maken om ook een bijdrage te leveren. Om graafschades te voorkomen is namelijk een gezamenlijke inzet nodig.” Versie 2.0 De grondscanner wordt dagelijks ingezet, met name voor de uitrol van glasvezel. Gerben: “We hebben een gebruikersgroep bestaande uit aannemers en netbeheerders die werken met een pilotversie van de grondscanner. Deze grondscanner heeft nog niet alle functionaliteiten zoals we dat voor ogen hebben, maar is al goed toe te passen in het veld zoals onze test in Lemelerveld heeft aangetoond. Via onze gebruikersgroep ontvangen we feedback waardoor we de grondscanner verder kunnen verbeteren. Zo doen we veel kennis en ervaring op, vooral op het gebied van kunstmatige intelligentie en augmented reality. We blijven continu verder ontwikkelen, zowel op hardware- als softwaregebied. De basis staat, nu moeten we ontwikkelen naar versie 2.0.” Bewustwording Gerben vindt het mooi om te zien dat er meer aandacht en bewustwording ontstaat voor schadepreventie en graafschades. Gerben: “Het programma Zorgvuldige Aanleg & Reductie Graafschade (ZoARG) van Universiteit Twente is een goed voorbeeld. Ik ben er van overtuigd dat de grondscanner een rol kan spelen in het verminderen van graafschade. Hoewel we op dit moment nog niet alles kunnen detecteren in elke grondsoort, staat het vast dat de grondscanner nu al veel schade kan voorkomen.” De positieve resultaten van de grondscanner zorgen ook voor internationale erkenning. MapXact en Gasunie zijn in 2018 tijdens de World Gas Conference in Washington voor hun inspanningen beloond met een ‘Industry Choice Award’. Over MapXact MapXact is gespecialiseerd in het onder- én bovengronds in kaart brengen van omgevingen door middel van 3D-scanners en grondradartechnologie met unieke software. Hierdoor worden schades voorkomen, betere voorspellingen gedaan en kunnen werkzaamheden efficiënter en veiliger plaatsvinden. MapXact Gerben Roseboom Gerben Roseboom is oprichter en directeur van MapXact. Gerben heeft meer dan 15 jaar ervaring in de energie, geografische business en telecom markt. In 2014 is hij gestart met MapXact, waarin hij de wereld in 3D in kaart wil brengen, zowel boven als onder de grond. 13

Physical Internet: de toekomst voor het transportsysteem? Bart Vannieuwenhuyse Dr. Ir Bart Vannieuwenhuyse is Burgerlijk Bouwkundig Ingenieur (KULeuven) en is medeoprichter van en Directeur Research bij TRI-VIZOR (www.trivizor.com). TRI-VIZOR heeft als missie logistieke samenwerkingsverbanden te helpen opzetten en als trustee te blijven ondersteunen, zowel om goederenstromen te bundelen als om logistieke activiteiten te clusteren. De BIG-themagroep ‘Mobiliteit en Buisleidingen’ houdt zich bezig met het toekomstbestendig maken van ons multimodale transportsysteem. De themagroep laat zich hiervoor inspireren door nieuwe ontwikkelingen, waarbij ondergronds vervoer als nieuwe, vijfde modaliteit wordt verkend. In het afgelopen werkjaar stond het enigszins abstracte ‘hot topic’ Physical Internet centraal: het toekomstbeeld om de goederenstroom te organiseren zoals het dataverkeer vandaag de dag via internet verloopt. Buisleidingen spelen daarbij een cruciale rol. Reden genoeg om in gesprek te gaan met de voorzitter van de themagroep, Bart Vannieuwenhuyse. Wat is Physical Internet? BIG-themagroep De BIG-themagroep ‘Mobiliteit en Buisleidingen’ brengt mensen - ook leden buiten het BIG - samen die vanuit verschillende invalshoeken bereid zijn na te denken over de toekomst van ons transportsysteem. Ondergronds vervoer wordt hierbij als vervoersmodaliteit verder verkend. De themagroep wil het debat rond het toekomstbestendig transport aanzwengelen. Leden laten zich inspireren door nieuwe ontwikkelingen en brengen een toekomstgericht en realistisch verhaal naar een breed publiek. Na een jaar hard werken heeft de themagroep werkjaar 2019 afgesloten met een positioning paper over het enigszins abstracte concept Physical Internet. De paper is voorgelegd aan de taskforce binnen BIG die bekijkt hoe dit verder opgepakt wordt. Benieuwd naar de paper? Lees hem op de BIG website: www.bigleidingen.eu/overbig/themagroepen/mobiliteit-en-buisleidingen. Physical Internet is een toekomstbeeld waarin de volledige logistieke keten geïntegreerd wordt, waardoor een open en verbonden netwerk van transport ontstaat. Door te clusteren, te bundelen en capaciteit te delen kan transport efficiënter plaatsvinden. Bart: “Physical Internet wordt vaak vergeleken met het versturen van een e-mail via internet. Als zender verstuur je een e-mail. Hoé de e-mail precies bij de ontvanger terecht komt, is niet relevant. Bij het versturen wordt de e-mail opgedeeld in kleine stukjes en via diverse hubs komt het bericht uiteindelijk in één geheel bij de ontvanger aan. De samenwerking tussen al deze hubs verloopt daarbij eenvoudig en snel. In de logistiek is dit momenteel anders. De verzender kiest zelf een transportbedrijf om het transport uit te voeren op basis van een één-op-één overeenkomst. De transporteur probeert zo goed mogelijk dit transport uit te voeren. In het beste geval kan de transporteur de zending combineren met zendingen van andere klanten. De transporteur werkt hierbij niet samen met andere transporteurs of transportbedrijven, waardoor het transport niet altijd op de meest efficiënte manier verloopt. Bij een volledig ontwikkeld Physical Internet maak je als verzender gebruik van een publiek, gedeeld transportsysteem. Men koopt als het ware een ticket voor de benodigde capaciteit op het gemeenschappelijk transportsysteem. Zo kunnen capaciteiten maximaal gedeeld worden 14

voor het meest efficiënte en duurzame transport. Physical Internet is een streven naar een ‘perfect’ transportsysteem, in termen van automatisering, standaardisering, integratie, connectiviteit en vrije toegang.” De rol van buisleidingen De logistiek loopt vast. Met de bestaande vervoersmodaliteiten gaan we het niet redden. Door het capaciteitstekort en de opgelegde Sustainable Development Goals van de Verenigde Naties staat de logistieke sector onder druk. Bart: “Het snelgroeiende capaciteitstekort kan alleen beantwoord worden door transportstromen te bundelen. Daarbij kan ondergronds vervoer een duurzame en passende next step worden.” Volgens de themagroep is connectiviteit de ontbrekende schakel in het huidige transportsysteem. Bart licht dit toe: “De missende connectiviteit kunnen we oplossen door buisleidingen te zien als een volwaardige vijfde transportmodaliteit. Uiteraard blijven buisleidingen essentieel voor traditionele toepassingen, maar we kunnen ook kijken naar de mogelijkheden om buisleidingen uit te bouwen voor goederenstromen. Dit vergt switch in infrastructurele wel een vereisten (o.a. grotere diameters) en ook in te hanteren business- en beheersmodellen. Buisleidingen spelen dus een cruciale rol in de realisatie van Physical Internet.” Physical Internet als antwoord Het idee van ondergronds transport is niet nieuw, legt Bart uit. “Er zijn al eerder BIG als verbinder Om Physical Internet te kunnen realiseren is het essentieel om krachten van de bedrijfswereld, de onderzoekwereld, de overheid en het maatschappelijk middenveld te bundelen. Bart: “Het goede nieuws is dat er steeds meer consensus bestaat over de mogelijkheden van Physical Internet. De ‘sense of urgency’ neemt toe en deze lijn moeten we doortrekken. BIG vervult hierbij een belangrijke, verbindende rol. Zo kan BIG betrokken actoren samenbrengen en de dialoog opzetten. Het is belangrijk dat het debat rondom toekomstbestendig transport aangemoedigd wordt. Op die manier ontstaat er meer awareness. Daarnaast zijn de Pipeliner opleidingen en de stichting Pipeliner van groot belang voor de benodigde kennis en meer onderzoek naar nieuwe toepassingen van buisleidingen.” 15 in de logistiek initiatieven genomen om congestieproblemen op te lossen door gebruik van ondergronds transport, zoals het idee om ondergronds bloementransport te realiseren tussen Schiphol en de bloemenveiling in Aalsmeer. Dat deze eerdere initiatieven niet zijn doorgezet, heeft te maken met de schaal waarop het zou moeten plaatsvinden. In Aalsmeer ging het om één particuliere partij. Maar het moet vanuit een breder platform gedragen worden, vanuit de hele transportbranche, zodat het financieel haalbaar is. Het gaat niet om individuele partijen, maar om vele partijen samen.” “Daarbij is het belangrijk dat de overheid een faciliterende rol aanneemt en niet te veel gaat opleggen”, vervolgt Bart. “Het is goed om partijen zelf te laten uitvinden hoe ze één gedeeld transportsysteem kunnen aanvliegen. Zo kwam de Belgische stad Leuven met het plan één distributiepunt aan de rand van de stad te faciliteren voor alle transportbedrijven, in plaats van verschillende distributiepunten verspreid over de stad. De transportbedrijven moesten zelf uitvinden hoe ze hun werk gezamenlijk het beste konden uitvoeren. Uiteindelijk kwamen ze daar zelf tot een efficiënt transportsysteem door onder andere vrachtenwisseling.” De toekomst Physical Internet is vandaag de dag nog een toekomstbeeld voor over 20 of 30 jaar. De hamvraag blijft hoe Physical Internet realiteit moet worden en in welke vorm precies. Bart: “Hierop heb ik geen pasklaar antwoord. Momenteel zijn er veel roadmaps uitgezet om uiteindelijk een Physical Internet te kunnen realiseren. ALICE (Alliance for Logistics Innovation through Collaboration in Europe) is in samenwerking met de Europese Commissie het concept verder aan het uitwerken.” “Voor nu is het vooral belangrijk om zaadjes te planten; mensen over Physical Internet te inspireren en de dialoog te starten. Het moet langzaam een publiek onderwerp worden. We bevinden ons nu op een kantelpunt van theorie naar praktijk, dat is een eerste stap en een positief vooruitzicht. De volgende stap is om plannen concreet te maken. Uiteindelijk willen we natuurlijk ook oogsten.”

PIPELINER Pipeliners willen als professional groeien Als pipeliner is ervaring essentieel. Geen enkele reguliere opleiding bestrijkt het volledige vakgebied. Men leert het pipelinervak in de praktijk door vakopleidingen te volgen, mee te kijken bij collega’s en vooral door het opdoen van ervaring. In de Master-opleiding Pipeliner ontmoeten deelnemers ca. 80 praktijkdocenten die hen met veel enthousiasme en passie verder meenemen in het vakgebied. Peter Rommens, secretaris Pipeliner, sprak enkele docenten: specialisten, generalisten en wetenschappers uit de branche. Kennis en persoonlijke ontwikkeling Het eerste jaar van de Master-opleiding Pipeliner legt de nadruk op technische aspecten van het vakgebied en het verbinden daarvan. Deelnemers zijn vaak inhoudelijk specialist en betrokken bij een specifiek onderdeel; het merendeel bij de aanlegfase van leidingen. Het jaar begint voor de deelnemers met het opdoen van kennis en inzicht over het totale vakgebied én het creëren van groepsgevoel. Een onderdeel van dit eerste jaar is de leerlijn Pijpleidingtransport van John Driessen. Deze leerlijn gaat onder andere in op het creëren van bewustzijn van de samenhang tussen de verschillende levensfases van een pijpleiding. John neemt de deelnemers mee in de diverse toepassingen, technieken en relevante vakdisciplines. Jack van der Lubbe (docent): “Het gaat om het beter benutten van het eigen en elkaars lerend vermogen.” In de groepscasus ontdekken praktisch ingestelde deelnemers het belang van vaardigheden zoals analyseren en schriftelijk rapporteren om samenhang te borgen tussen partners in de keten en de levensfases van een pijpleiding. De deelnemers pakken dat serieus op waarbij ze tegelijkertijd leren focussen. De leerlijn Ontwerp is door de jaren heen aangepast van eigen rekenopdrachten naar een gezamenlijke ontdekkingstocht in software. De gretigheid, leergierigheid en actieve houding van de deelnemers brengt voor docent Marco Lammers vaak nieuwe inzichten in mogelijkheden binnen het PLE-programma. In vergelijking met het eerste jaar verschuift de aandacht in het tweede jaar naar de ‘zachtere’ kanten van het vakgebied. Deelnemers kijken naar de directe en indirecte omgeving en zichzelf. Dat is deels kennis, maar vooral interactie met maatschappelijke ontwikkelingen, manieren van samenwerken en juridische aspecten. Zo gaat Jan van den Ende met de deelnemers op zoek naar innovatie binnen hun eigen organisatie. In groepjes ontdekken de deelnemers dat innovatie wel degelijk een plek heeft in hun eigen vaak projectgedreven organisatie. Hierdoor kunnen deelnemers innovaties explicieter organiseren en implementeren. Docenten die ook lesgeven in andere sectoren zien dat wezenlijke niet-technische vraagstukken en uitdagingen vergelijkbaar zijn. Jack van der Lubbe ziet dat deelnemers zich willen ontwikkelen als doeners binnen de dynamiek van hun eigen organisatie en de omgeving waarin ze werken. 16

Docenten en deelnemers De branche kent elkaar goed. De Masteropleiding Pipeliner en de Beroepsopleiding Pipeliner dragen bij aan het opbouwen en onderhouden van het netwerk bij deelnemers en docenten. Zowel deelnemers als ouddeelnemers van de opleidingen zien dat ze veel van docenten én van elkaar geleerd hebben. Diverse oud-deelnemers zijn doorgegroeid en nu docent in één van beide opJohn Driessen (docent): “In mijn workshops maken we het met elkaar.” leidingen. Docenten genieten van het begeleiden van deelnemers en zien zichzelf daardoor groeien als professional en docent. Zo dragen docenten actief bij aan de branche waarin ze met veel plezier en enthousiasme werken. Samen leren op afstand Beroepsopleiding Pipeliner De filosofie van de opleidingen is gebaseerd op het opdoen van kennis door, van en mét elkaar te leren. Gedurende het hele jaar werken de deelnemers gezamenlijk aan casussen en korte groepsopdrachten tijdens de lesbijeenkomsten. Leon Pijls (opleidingscoördinator): “Binnen Avans+ loopt de opleiding Pipeliner voorop in gebruik van digitale hulpmiddelen.” Bij de Master-opleiding maakten opgenomen presentaties en videofragmenten van lessen altijd Litecad en Pipeliner vroegen Michiel Houdijk een aantal jaar terug bij te dragen aan de ontwikkeling van de Beroepsopleiding Pipeliner. Hij hoefde hier geen moment over na te denken en is nu praktijkdocent Calculeren en werkvoorbereiding. Michiel Houdijk (docent): “Lesgeven beschouw ik als een persoonlijke verrijking.” al een deel van de voorbereidende stof uit. Op die manier zijn lesbijeenkomsten interactiever met vragen, discussie en uitwisseling van ervaringen en kennis. Doordat deelnemers elkaar op den duur goed kennen en vertrouwen neemt elke deelnemer actief deel. Gedurende de coronacrisis haken ook docenten online aan en worden de lesweekenden online gehouden. Zijn praktijkvoorbeelden spreken de deelnemers aan en zetten aan tot gesprek en discussie. Daarmee wil Michiel onderling begrip en waardering – vrij vertaald “lijmen en plakken van beroepsgroepen” – versterken. Dat is in zijn ogen essentieel om een project of organisatie tot een succes te maken en iedereen tevreden te houden. Pipeliner 17

Hardt Hyperloop: Hardt Hyperloop 18

samenwerken is key De roadmap naar een hyperloopnetwerk Goederen binnen een half uur van de haven van Rotterdam naar Parijs vervoeren? Hardt Hyperloop is goed op weg om dit toekomstbeeld te realiseren. Momenteel werkt het bedrijf aan het opzetten van het eerste Europese hyperloop testcentrum in Groningen. Hardt is begonnen als het toenmalige studententeam van TU Delft. Dit team won de eerste editie van de internationale hyperloopcompetitie van de Amerikaanse Tesla-ondernemer Elon Musk en heeft de teamleden geïnspireerd een hyperloopbedrijf te starten. Inmiddels is Hardt uitgegroeid tot een gerenommeerde start-up. Een van de belangrijkste ambities van dit jonge bedrijf? Het creëren van een wereld waarin afstand geen rol speelt. Mars Geuze, co-founder en Max Wink, Business Developer bij Hardt Hyperloop vertellen hierover. De hyperloop is een vervoerssysteem van buizen waarin voertuigen die door magneten worden aangedreven met hoge snelheid voortbewegen. Mars Geuze vertelt over het doel van Hardt: “Ons doel is het creëren van een wereld waarin afstand er niet meer toe doet. Momenteel zijn we nog steeds gelimiteerd in onze vervoersmiddelen. Hiervoor hebben we bij Hardt de oplossing: een hyperloop. Een hyperloop bestaat uit een buizennetwerk waardoor passagiers en goederen op een duurzame manier lange afstanden kunnen afleggen in een hele korte tijd. Hierdoor wordt de radius waarin we ons dagelijks kunnen bewegen groter. Met een hyperloopnetwerk wordt het mogelijk om binnen enkele uren over een heel continent als Europa te bewegen.” Roadmap Om uiteindelijk tot de realisatie van een echt hyperloopnetwerk te komen, hebben de medewerkers van Hardt het traject opgedeeld in verschillende hyperloop-gerelateerde projecten. Max Wink: “We werken volgens een roadmap bestaande uit concrete projecten en verschillende fases van technische ontwikkelingen. We weten heel duidelijk welke stappen we moeten nemen en wie we waarvoor nodig hebben.” Mars: “Elke stap van de roadmap is noodzakelijk, we kunnen er geen overslaan. Een deel van onze roadmap hebben we al gerealiseerd. Zo hebben we in februari een nieuwe mijlpaal behaald met de oprichting van een Europees technisch comité. Het doel van dit comité is het definiëren van een internationaal standaardisatieproces voor de methoden en werkwijzen van hyperloopsystemen. Denk daarbij aan gemeenschappelijke normen, specificaties en benaderingen. Op die manier creëren we hoge veiligheidsnormen en gelijke hyperloopsystemen tussen landen. En dat is natuurlijk een voorwaarde. Het is niet de bedoeling dat landen verschillende hyperloopsystemen krijgen, dan zouden goederen overgeplaatst moeten worden van het ene naar het andere hyperloopsysteem.”  19

Mars Geuze Next step Mars is een van de vier oprichters van Hardt Hyperloop en Chief Commercial Officer (CCO). Binnen het bedrijf is hij verantwoordelijk voor het opstellen en behalen van alle niet-technische doelen om een hyperloopsysteem te realiseren. Daarbij richt hij zich onder andere op publieke adoptie, route studies en de eindgebruiker. Max Wink Max is Business Developer bij Hardt Hyperloop en is binnen het bedrijf verantwoordelijk voor het contact en het vormen van de samenwerkingsverbanden met commerciële technische partijen die mee doen aan het European Hyperloop Center project. PARTNERSHIP Een hyperloopnetwerk is zeer complex en kan niet door één partij ontwikkeld worden, een brede samenwerking is daarvoor essentieel. Mars: “Steun van verschillende partijen is zeer belangrijk. Zowel van partijen die uiteindelijk gebruik gaan maken van een hyperloop, zoals havens, vliegvelden en steden, als van technische partijen zoals techniekontwikkelaars en kennisinstellingen.” Max vult aan: “Momenteel ondersteunen 13 partners ons met de ontwikkelingen. Daarbij houden we nauw contact met overheden. Overheden leggen namelijk wereldwijd infrastructuur aan om mensen dichter bij elkaar te brengen. Een hyperloopnetwerk sluit daar perfect bij aan.” Max vertelt trots over een andere gerealiseerde stap: “Ook hebben we Europa’s eerste testfaciliteit in Delft gerealiseerd, bestaande uit een testbuis van 30 meter. Door deze testfaciliteit hebben we kennis opgedaan en aan kunnen tonen dat ons systeem werkt. Onze volgende stap is het opzetten van het European Hyperloop Centre in Groningen, een high-speed testcentrum met een testbuis van 2,6 km. Met dit testcentrum kunnen we alle testen uitvoeren die nodig zijn om aan te tonen dat een hyperloopsysteem op de beloofde hoge snelheid veilig en betrouwbaar kan functioneren. Het wordt een testcentrum waarvan hyperloop-gerelateerde partijen van over de hele wereld gebruik kunnen maken. De noodzaak van (internationale) samenwerking wordt ook bij de bouw van het testcentrum benadrukt. De bouw is beoogd eind 2020 te beginnen. Daarbij proberen we zo veel mogelijk te laten zien dat het hyperloopsysteem technisch haalbaar is en tegelijkertijd proberen we ook alle betrokken partijen zoals de bewoners, de gemeente en de provincie mee te nemen in het proces.” Leiderschapsrol De mannen van Hardt hebben nauw contact met andere internationale hyperloopbedrijven in onder meer Canada, Spanje en Polen. Hierbij is er nauwelijks sprake van concurrentie. Mars: “We hebben het namelijk over internationale infrastructuur, dat 20 kan je alleen samen creëren. Een concurrentiestrijd zoals ‘Apple vs. Microsoft’ heeft daarbij geen zin. Vandaar dat wij de noodzaak van een internationaal standaardisatieproces voor hyperloopsystemen hebben benadrukt bij andere hyperloop (-gerelateerde) bedrijven. Natuurlijk zijn er ook bedrijven die niet hebben ingestemd en hun eigen producten op de markt willen brengen. Volgens ons moet je dat niet willen. Daarin tonen wij graag leiderschap.” Max: “Die leiderschapsrol moet je natuurlijk op je willen nemen. Bovendien zijn wij als Hardt Hyperloop behoorlijk open over techniek. Wij ontwikkelen ook onze eigen technologie, zoals de unieke baanwisseltechnologie. Deze techniek stelt hyperloopvoertuigen in staat om van de ene naar de andere buis te wisselen, zonder gebruik te maken van bewegende onderdelen in het voertuig of in de baan. Hierdoor kunnen voertuigen hun hoge snelheid behouden tijdens een wissel. Maar de techniek is niet ons uitgangspunt.” “Er zijn genoeg voorbeelden van grote projecten die uiteindelijk stuklopen doordat er te veel vanuit technologie is gedacht”, vult Mars aan. “Technologie is de basis, maar het gaat erom dat je iets neerzet wat de mensheid nodig heeft. We verwachten dat we richting 2050 zowel goederen- als personenstromen gaan verdrievoudigen. Een hyperloopnetwerk past dan perfect in die toekomstvisie.”

Grote challenge Mars en Max zien ook nog genoeg uitdagingen. Mars: “Het realiseren van een hyperloopnetwerk is natuurlijk een lange termijn project. Op de korte termijn hebben onze investeringspartners geen directe financiële resultaten. Daarvoor moeten we nog een flink aantal jaar door investeren. Dat brengt natuurlijk risico’s met zich mee. Dat is voor ons wel een grote challenge.” Data “Ook het verzamelen van data is een grote uitdaging. Met name data over goederenstromen blijkt lastig te verkrijgen. Met betrouwbare informatie kunnen we aantonen dat een hyperloop verbinding zin heeft. Als we data hebben over de goederenstroom tussen bepaalde punten in Europa, kunnen we een business case maken. Wanneer je een bepaalde, concrete buisverbinding kent, kan het een aanknopingspunt zijn om verder te ontwikkelen. Hierover gaan we graag met bedrijven in gesprek”, vertelt Max. Inspiratiebron Ondanks de grote investeringsrisico’s, zijn er gelukkig genoeg partijen die met de start-up willen samenwerken. Mars vertelt hierover: “Hoewel er op korte termijn geen directe resultaten zijn, zijn er wel indirecte opbrengsten. De samenwerking komt het imago van onze partners ten goede. Zij kunnen bijvoorbeeld uitdragen dat ze toekomstgericht en duurzaam zijn. Dit kan op de langere termijn de juiste medewerkers aantrekken.” Max: “Daarnaast geeft de samenwerking onze partners de mogelijkheid om te gaan innoveren. Zo worden bestaande producten aangepast of zelfs nieuwe producten ontwikkeld speciaal voor hyperloopsystemen. Eén van onze partners, Goudsmit Magnetics, heeft bijvoorbeeld een oplossing aangedragen voor het koelingsprobleem van de benodigde elektrische magneten. Goudsmit krijgt daarvoor kennis en data terug, waarmee het bedrijf straks een voorsprong heeft zodra het hyperloopsysteem wordt uitgerold. Als bewezen is dat je product werkt, sta je als leverancier vooraan. Bovendien wordt niet alleen ons initiatief, maar ook de energie van ons bedrijf vaak gezien als inspiratiebron voor onze partners”, aldus Max. Toekomstvisie Beide mannen zijn zeer positief over de toekomst van een hyperloopnetwerk. Mars: “We haken perfect aan op de missie van Europa en Nederland: emissieloos vervoer vanaf 2050. Dat is ook de tijdlijn waaraan je moet denken voor het realiseren van een internationaal hyperloopnetwerk. Het realiseren van publieke infrastructuur heeft een minimale timeframe van 15 tot 20 jaar. We moeten er dus voor zorgen dat we rond 2025-2030 op veel plekken in gesprek zijn en voldoende studies uitvoeren, zodat we onze missie in 2050 kunnen halen. Hiervoor zijn we al op de goede weg met de komst van het European Hyperloop Centre. Ik heb weinig twijfel dat een systeem als de hyperloop uiteindelijk gaat slagen.” Hardt Hyperloop De hyperloop is een veilig en energiezuinig passagiers- en goederensysteem tussen steden en landen. De voertuigen van een hyperloop bewegen door middel van een magnetisch zweefsysteem door een buizennetwerk dat op lage druk is gebracht, waardoor het weinig weerstand ondervindt bij het voortbewegen. Met deze vorm van emissieloos, energie-efficiënt transport kan een internationaal hyperloopsysteem effectief de huidige en toekomstige zorgen op het gebied van duurzaamheid, economische groei en sociale cohesie aanpakken. Na het winnen van de internationale hyperloopcompetitie Space X van Elon Musk in 2016, zijn de oprichters van het studententeam Delft Hyperloop verder gegaan met het opzetten van het bedrijf Hardt Hyperloop. Inmiddels is Hardt uitgegroeid tot een bedrijf met bijna 40 werknemers. Hardt onderscheidt zich van andere hyperloopbedrijven door hun techniek om wissels mogelijk te maken op hoge snelheden. Partners waar Hardt momenteel mee samenwerkt zijn onder andere: InnoEnergy, Koolen Industries, Schiphol, de Nederlandse Spoorwegen, Deutsche Bahn en BAM, Tata Steel en IHC. 21

Pipeliner on Tour Gert Jan is sinds oktober 2019 samen met zijn vrouw Sonja op reis met een Land Rover Defender camper: Milady Landy. “We hopen de wereld rond te reizen en ik zal tijdens deze reis in mijn columns vertellen over diverse onderwerpen die met leidinginfrastructuur te maken hebben.” Drinkwater in Marokko We hebben onze Milady Landy geparkeerd aan de rand van een stuwmeer in Centraal Marokko, aan de voet van de Hoge Atlas, om hier een paar dagen te kamperen. Zojuist is een landbouwer met z’n ezeltje water komen halen en nu staat er een waterwagen van een wegenbouwer z’n tank vol te pompen, we trakteren de mannen op een kopje koffie. Een visser vaart voorbij in z’n bootje en groet ons met een weids armgebaar, “salam aleikum”. Wij genieten volop van de rust en de ruimte en realiseren ons dat we het goed hebben in dit mooie land. Stuwmeren in Marokko zijn de afgelopen decennia vooral aangelegd voor de (drink)watervoorziening, soms wordt er ook een beetje stroom opgewekt, maar dat is bijzaak. Je ziet dan ook dat rondom die meren de landbouw floreert en de steden zich flink ontwikkelen. Water blijkt echt de basis te zijn van de ontwikkeling van dit droge land. Ik heb me dat nooit zo gerealiseerd, Marokko was voor mij vooral het land van de Sahara, ver weg en schier onbereikbaar. Eerder tijdens onze reizen in het zuidelijk deel van Afrika was al tot me doorgedrongen dat het gebrek aan water ook gelijk staat met een gebrek aan mogelijkheden tot ontwikkeling. Naast educatie, lager en middelbaar onderwijs, blijkt water onontbeerlijk voor overleven en vooruitgang. Hier in Marokko wordt ook zichtbaar dat het creëren van een waterinfrastructuur leidt tot echte ontwikkeling van het land. In Marokko wordt hard aan het water gewerkt, naast de stuwmeren in de bergen zie je overal buizen in allerlei formaten waarmee het waternetwerk wordt aangelegd. Langs de wegen die wij rijden zien we vaak putten die op regelmatige afstand in de hoofdleidingen zijn aangebracht. Wat de functie van die putten is, is me nog niet duidelijk, wellicht dat iemand me dat nog kan uitleggen? Er wordt ook flink geïnvesteerd in de onderliggende waterinfrastructuur. In de steden en de meeste dorpen is drinkwater in de huizen en bij de landerijen beschikbaar en als dat niet zo is zijn er waterpunten waar men vers drinkwater uit een centraal tappunt kan halen. Alleen in de woestijn moeten mensen het nog doen met water uit waterputten in de oases en oueds, de (veelal droge) rivieren. Met de voorziening van water wordt in een eerste levensbehoefte van de Marokkanen voorzien. Dat wordt niet altijd herkend en liever ziet ook hier de burger de investeringen en vooral de opbrengsten nog dichter bij huis. Er wordt, net als bij ons, geklaagd over te hoge belastingen en te weinig werk, maar als je dan doorvraagt blijkt dat mensen over het algemeen gelukkig zijn in hun omstandigheden en tevreden zijn met hun leven hier. We komen veel blije en gastvrije mensen tegen en dat is mooi. Gert Jan ter Haar Meer weten? www.miladylandy.nl en op Facebook en Instagram 22

EVEN VOORSTELLEN In elke editie stellen wij met veel plezier een van onze nieuwe bedrijfsleden aan u voor. Intero Integrity Services - Edwin Rosier Intero Integrity Services is dienstverlener van inspectiediensten en industriële toepassingen voor de olie-, gas- en petrochemische industrie. Daarbij is Intero werelds enige inspectie- en industriële servicespecialist die twee oplossingen biedt voor pijpleidingen en opslagtanks waarbij uitsluitend ultrasoon geluid techniek wordt toegepast. Intero onderscheidt zich door werkzaamheden als een volledig verzorgd project uit te voeren (turnkey) waarbij hun klanten volledig ontzorgd worden op het gebied van project management en uitvoering. Het bedrijf was voorheen bekend als A.Hak Industrial Services en heeft sinds april 2018 de naam van Intero Integrity Services aangenomen. Intero biedt een totaal pakket aan inspectie diensten over de hele wereld aan. Naast het hoofdkantoor in Tricht, Nederland, heeft Intero verschillende kantoren in Europa evenals wereldwijde locaties in onder andere de Verenigde Staten, Canada, Brazilië, China, Australië, de Verenigde Arabische Emiraten en Maleisië. Eind 2019 heeft Intero het Belgische bedrijf The Sniffers overgenomen. The Sniffers is een milieu- en integriteitsdienstverlener en is gespecialiseerd in emissiemonitoring en pijpleidinginspecties. Met deze overname hoopt Intero een verdere stap te nemen in het realiseren van hun doelstellingen op het gebied van milieu en duurzaamheid. Intero heeft namelijk de missie om op een duurzame manier het maximale uit natuurlijke bronnen te halen. Door het uitvoeren van emissiemetingen, reinigings- en inspectietechnieken kunnen klanten hun bedrijfsmiddelen langdurig, milieuvriendelijk en veilig blijven gebruiken. Edwin Rosier, Sales Manager Inspection Services bij het bedrijf: “Met onze services dragen wij bij aan het veilig, duurzaam en productief opereren van olie & gas installaties. Op dit moment hebben we over heel de wereld medewerkers werken aan uitdagende energie en pijpleiding-infrastructuur projecten. Hiervoor hebben onze medewerkers nauw contact met de klant, zodat ze hun omgeving en installaties optimaal leren kennen en zo een uitstekende service kunnen leveren.” “Onze cultuur kenmerkt zich door vakmanschap en flexibiliteit”, vervolgt Edwin. “We luisteren zorgvuldig naar de wensen van de klant, zodat we de juiste oplossing kunnen aanbieden. Hierbij zijn onze innovatieve ideeën en hoog vakmanschap essentieel. Ons motto is dan ook: ‘We get the job done’.” Edwin heeft er op aan gedrongen bedrijfslid te worden van het BIG. Persoonlijk heeft hij al diverse events van het BIG bijgewoond. Edwin: “Als commercieel verantwoordelijke leek het mij, na overleg met onze nieuwe Belgische collega’s van The Sniffers, een goed idee om nauw contact te houden met de crème de la crème van de pijpleidingbranche in Nederland en België. Hiervoor is het BIG een uitstekend platform. Ik ben zelf al vaker aanwezig geweest bij events georganiseerd door BIG en ik heb dit altijd leerzaam en nuttig gevonden.” “Graag neem ik regelmatig collega’s mee naar de BIGbijeenkomsten, zodat wij onze kennis en ervaring van leidingen tankinspecties, stikstof activiteiten en emissiemeting en -controle kunnen delen met andere leden van het BIG”, aldus Edwin. 23

De redactie Remco van Beest Bedrijfsleider Kabels, Visser & Smit Hanab Stanley Hunte Manager Engineering, Bilfinger Tebodin Frank van Ballegooij Sales Manager, SGS Roos+Bijl Lode Maesen Ontwikkelaar Beleid Gas & Warmte, Fluvius Frederick de Sutter Senior Productmanager, FARYS Colofon Dit magazine is een uitgave van BIG. BIG-redactie Postbus 537, 5140 AM Waalwijk, Nederland www.bigleidingen.eu info@bigleidingen.eu Tel.: +31 (0)85 40 00 252 Tekst en coördinatie TALK ABOUT PR & Communicatie www.talkabout.nu Grafische vormgeving TALK ABOUT PR & Communicatie www.talkabout.nu Grafisch concept Brût Communicatie www.brutcommunicatie.nl Drukwerk: Mail Succes www.mail-succes.nl Heeft u onze nieuwe website al gezien? Houd deze ook in de gaten voor onze evenementen! Zie www.bigleidingen.eu Wij houden de berichtgeving van het RIVM rondom het coronavirus nauwlettend in de gaten en bekijken in welke vorm de evenementen doorgang kunnen vinden. 2020 Evenementen Heb je vragen, wil je reageren of input aanleveren? Neem contact op met onze redactie via communicatie@bigleidingen.eu Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, door middel van druk, fotokopieën, geautomatiseerde gegevensbestanden of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

1 Online Touch

Index

  1. 1
  2. 2
  3. 3
  4. 4
  5. 5
  6. 6
  7. 7
  8. 8
  9. 9
  10. 10
  11. 11
  12. 12
  13. 13
  14. 14
  15. 15
  16. 16
  17. 17
  18. 18
  19. 19
  20. 20
  21. 21
  22. 22
  23. 23
  24. 24
Home


You need flash player to view this online publication