56

RUBRIEK IN AANLOOP NAAR HET JUBILEUM! In aanloop van het 125-jarig jubileum besteden we nu en in de komende tijd aandacht aan de historie en actualiteiten van de club. Robert Verbeek kijkt nog wekelijks wat Unitas heeft gedaan: ‘Ik houd het altijd bij’ 56 In 2022 nam Robert Verbeek na 40 jaar afscheid van het trainersvak. Trainer van Unitas was hij nooit, maar als speler beleefde hij in 1986 – met broer Pim als trainer – één van de hoogtepunten uit de clubgeschiedenis: het kampioenschap in de hoofdklasse. Dat Robert onderdeel uitmaakte van dat kampioenselftal was overigens geen vanzelfsprekendheid. Evenals broer Pim kende hij knieproblemen en werd hij in 1984 afgekeurd voor het betaald voetbal. Maar het bloed kroop waar het niet gaan kon. bij Unitas? Ik heb je nodig.” Hoofdtrainer In het eerste seizoen van Pim als hoofdtrainer – 1984/1985 - vielen de resultaten namelijk tegen. In maart sloot Robert aan. Unitas handhaafde zich uiteindelijk net. Na dat seizoen kwamen er een hoop nieuwelingen naar Sportpark Molenvliet. Naast Verbeek sloten vanuit het Rotterdamse ook Gijs Zwaan, Ben Ruter, Jos van Eck en Wim Klijnoot aan. 36 jaar na kampioenschap met broer Pim koestert Robert Verbeek de vele herinneringen aan Unitas: ‘Altijd onwijs naar mijn zin gehad’ “Een vriend van me huurde met regelmaat een kunstgrasveld af”, vertelt de 61-jarige Rotterdammer. “Eén van de eerste toentertijd en daar speelden we wedstrijdjes. Op een gegeven moment ging ik ook mee met bokstraining. Dat deed ik niet voor het boksen alleen, maar ook voor oefeningen als touwtjespringen. Mijn bovenbenen werden weer wat sterker, waardoor ik op een gegeven moment dacht: ik wil weer voetballen.”Broer Pim was op dat moment trainer van Unitas en zag zijn kans schoon toen zijn vijf jaar jongere broertje overwoog om zijn kicksen weer onder te binden. “Mijn idee was eigenlijk om in een vriendenteam te gaan spelen”, zegt Verbeek. “Maar toen zei Pim: waarom kom je niet naar mij toe, “En dan hadden we ook nog Chris Bosse, Dick Stuij van den Herik, Peter Nipius, René Opschoor en Eric Plieger”, herinnert Verbeek zich. “Ben Ruter was en is een hele goede vriend van me. Die kende ik uit de Spartajeugd, net als Gijs Zwaan. Gijs waar weer een goede vriend van Ben. Zo gaat het balletje rollen. Jos kwam weer uit de koker van Pim, Wim kwam uit de jeugd van Feyenoord. Voor mij was het een mooie combinatie: ik trainde bij Unitas de landelijke jeugd en ik voetbalde in het eerste.” En dat voetballen in het vlaggenschip van Unitas was een feest. “Op het veld én op donderdag na de training”, zegt Verbeek, die in die Unitas-jaren zelfs nog werd uitgenodigd voor het Nederlands amateurvoetbalelftal. Op 16 mei 1986 kroonde Unitas zich, na een 2-2 gelijkspel bij het Utrechtse Elinkwijk, tot kampioen van de hoofdklasse. Geen spits “Het mooie is: we hadden dat jaar geen spits”, weet Verbeek. Pim posteerde Jos van Eck, oorspronkelijk een middenvelder, in de punt van de aanval. “Jos kon een balletje vasthouden, maar vooral ontzettend goed koppen. Links hadden we Gijs Zwaan en rechts Peter Nipius: die hadden allebei wel een aardige voorzet. Jos werd topscorer, volgens mij met meer dan 20 goals, terwijl hij eigenlijk geen spits was. Alles paste. We hadden een hele leuke, goede groep en wat gretige, jonge spelers uit de jeugd die daar net achter zaten.” Na dat hoogtepunt volgde een seizoen later ook direct het dieptepunt in zijn tijd bij Unitas: de kampioen degradeerde. “Dat was heel raar. Toen liep alles net even anders en degradeerden we, nota bene met dezelfde groep. Dat was een lullig verhaal. Toen zat ook echt álles tegen.” Guus Hiddink In 1987 eindigde het avontuur bij Unitas. Op een dag hing niemand minder dan Guus Hiddink opeens aan de lijn. “Met de vraag of ik aan de slag wilde bij de jeugd van PSV.” Een fulltime job waardoor een combinatie met voetballen in Gorinchem niet meer mogelijk was. Het bleek de opmaat naar een rijke trainerscarrière die hem niet alleen in Nederland mooie ervaringen opleverde, maar hem tevens leidde naar landen als Singapore, Marokko en Japan. Na zijn vertrek kwam hij nog meermaals kijken op Sportpark Molenvliet, waarvan hij – zo zegt hij - elke keer weer onder de indruk is. “Het hoofdveld, echt prachtig. Ik heb het er altijd onwijs naar mijn zin gehad. Ik vond het een geweldig mooie club.” Krantenknipsels De laatste keer dat hij er was, was op de slotdag van het seizoen 2018/2019, toen als trainer van IFC. Na een miraculeuze ontsnapping won de ploeg van Verbeek in de slotfase met 3-4 van Unitas, waardoor IFC zich ternauwernood handhaafde in de hoofdklasse. Er stonden die middag overigens minder toeschouwers langs de lijn dan in de spelerstijd van Verbeek gewoon was. “Ik zat een paar jaar geleden eens door m’n krantenknipsels te bladeren en kwam ook dingen tegen over Unitas. Ik dacht: krijg nou wat, 3000 mensen langs de lijn. Dat was niet altijd zo, maar we speelden echt voor heel veel mensen. Daar sta je op dat moment niet zo bij stil.” Stiekem kijkt hij ook nu nog elk weekend op zijn telefoon wat Unitas heeft gedaan. “Ik houd het altijd bij. Het is even behoorlijk slecht gegaan met Unitas, maar ik vind het heel knap hoe ze zich hebben opgewerkt naar de derde divisie. Het is een club waar ik warme gevoelens bij heb en eigenlijk alleen maar mooie dingen heb meegemaakt, behalve die degradatie dan. Ik heb er drieënhalf jaar met heel veel plezier gevoetbald.” Tekst: Sander Kooijman Foto: met dank aan en gemaakt door Jeroen van der Sman

57 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication