Mijn vriendin en haar twee dochters wilden graag een hond. Ook ik ben hondenmens dus we laten een lang gekoesterde wens in vervulling gaan. Vol verwachting klopt ons hart als we vanuit Huissen naar het zuiden van Nederland rijden om een heerlijk klein pluizenbolletje uit het nest te plukken. We zijn op slag verliefd op onze Blue. Ze is een kleine Heidewachtel, een hond met Duitse roots die op wachtels in de heide jaagt. Een jachthondje dus en dan ook nog een drukke. De trainer noemt haar een springertje, zeg maar de ADHDversie van een hond. Wij vinden haar gewoon enthousiast. De vraag is wel hoe en waar we veilig met haar (los) kunnen wandelen. Een verkenning. Jan Fokke Oosterhof Met Blue lopen is een uitdaging. Ze trekt je de armen uit de kom. Iedere vogel, ieder insect is een bron van trekken en heen en weer schieten over het pad. Zo bezien is iedere skater, fietser, paardrijder, hardloper of wielrenner een bron van onrust. Eenmaal probeerden we haar los te laten. Ze vliegt op anderhalve meter hoogte, enthousiast likkend een hardloopster aan vanuit het hoge gras die in flow rennend naar haar IPod luistert. Het zijn de momenten dat je jezelf hoort zeggen: ‘Ze doet niks hoor!’ en ‘Dat doet ze anders nooit!’. Je schaamt je kapot. Waar dan lopen? Op veel plaatsen mag de hond pertinent niet loslopen. Aan de ene kant heb ik daar begrip voor. Het wild moet in alle rust kunnen grazen en zijn. Sommige mensen zijn bang voor honden en hondenpoep zorgt voor overlast. Aan de andere kant moet een hond energie kwijt en daarvoor zijn parken uitgelezen plekken. Toch ligt een boete van 109 euro op de loer als je tegen een handhavingsteam aanloopt. uitdaging. Luid blaffend zit ze achter eenden aan. Bovendien zijn de losloopgebieden met bordjes begrensd en honden lezen vaak zo slecht. Ik moet denken aan mijn zwerftochten door de Alpen waarbij ik op de gekste plekken berensporen tegenkom, zoals de laatste keer met vriendin en haar dochters. ‘Ze zitten alleen in bepaalde beschermde natuurgebieden,’ krijg ik dan te horen. Maar weten die beren dat ook? Zelf ga ik nog wel eens naar het Rozendaalse veld op de Veluwe, een mooi losloopgebied van behoorlijke grootte, maar er lopen fietspaden om- en doorheen. Dat voelt toch niet prettig. Als je een erfhond hebt, is het geen bezwaar, die blijft bij de baas, bij de roedel. Die van mij… niet. Zo weet de hond niet van ‘fietsers’ en diezelfde fietsers niet van losloopgebieden. Dat is waar het gaat schuren. Twee parallelle werelden die niet van elkaars bestaan weten, maar ze treffen elkaar op de grens. Soms staart verraadt veelal de hond. Kwispelen is prima, dan is er niet zoveel aan de hand. De staart naar beneden, plat tussen de poten duidt op angst. Het beste is om maar even contact te zoeken met het baasje en te vragen of de hond aangelijnd kan worden. Het baasje is belangrijk. Heeft hij of zij de hond onder appèl? Ruimt hij of zij de uitwerpselen van het huisdier op? Dat zegt veel over het baasje en daarmee indirect over de hond. Wordt de hond teruggefloten of kort gehouden? Lach niet teveel zowel wandelaar als hondeigenaar, rekening met elkaar houden, zeker als het druk is op de paden. Voor de hondenbezitters: houd de hond aan een lange, flexibele lijn want 1. je hebt dan controle, 2. je viervoeter heeft bewegingsvrijheid en 3. angstige wandelaars kunnen de hond vermijden. Check ook de spelregels van het gebied. Die staan op internet of op de bordjes bij de ingangen. Vaak mogen honden aangelijnd, soms los, maar als je je niet Men in lycra Ik schreef eens een artikel ‘fijn samen recreëren’ naar aanleiding van enige ophef over middle aged men in lycra die zich nogal agressief profileerden op de fietspaden. Feit is dat we de drukke paden moeten delen met skaters, paardrijders, fietsers, wandelaars, hardlopers en… viervoeters. Dat vraagt soms wat geduld en begrip van iedereen. Nederland kent veel losloopgebieden. Vaak zijn ze klein en grenzend aan een fietspad, sloot of openbare weg. Dat kan met ons hondje niet. Een sloot is geen barrière maar een komt het dan tot een vervelend treffen tussen hond en fietser of hardloper of wandelaar. Met name hardlopers zijn de klos. Ze bewegen sneller, verrassen de hond, waardoor de hond schrikt en een keer hapt. Belangrijk dus om de hond traag te benaderen en liefst in een boog. Maak je aanwezigheid kenbaar en zorg dat je niet bedreigend overkomt. Resteert de vraag waarom een hond je interessant vindt. De ene hond is speels, de jachthond is alert op voortstuivend wild en een herder is alert op een vluchtende crimineel. De naar een hond, ontblote tanden worden door een hond gezien als grommen met opgetrokken lippen. Fluit of praat om je aanwezigheid kenbaar te maken. Het is geven en nemen voor aan de regels houdt, volgt een boete. Denk bijvoorbeeld aan het broedseizoen of het koude winterseizoen waarin vogels met rust moeten worden gelaten. Iedere keer dat een vogel dan teveel wordt gestoord en moet vliegen, kost dat kostbare (vet)reserves die nodig zijn om de koude te doorstaan. Zelf liep ik eens met mijn hondje in het Duitse Sauerland toen de boswachter me met verheven stem attendeerde op ‘Foxenklemmen’. Dan is het toch echt zaak om je eerst te oriënteren… een hond met drie poten zou immers de consequentie kunnen zijn. 23
24 Online Touch Home